U, de petitionaris

Nieuws

De rechtszaak met ANP

Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen bij de rechter…
Mijn verzoek aan de rechter om het vonnis van de legbatterijfoto te herroepen leek mij een te behappen risico. Het ergste dat er kon gebeuren is dat ANP bewijs overlegt waaruit blijkt dat ze uit eigen naam schade mocht vorderen. Zo’n bewijs is er wel of niet en dat kost geen uren om dat uit te zoeken. Ik had ingeschat dat ik bij verlies hooguit €1.000,- aan proceskosten kwijt zou zijn.
‘Je denkt nog steeds dat je gaat winnen hè?’ zei mijn gemachtigde toen hij weken later telefonisch een bericht van de advocaat van ANP doorgaf.
Eerlijk gezegd denk ik dat helemaal niet, ik vrees een achterkamertjesvonnis. Publiciteit kan dat voorkomen, dus het petitie-nieuwsbericht is dit keer geheel gewijd aan het opmerkelijke verloop.

De deurwaarder
De eerste deurwaarder die ik benaderde, zaak aangemeld per mail en paar uur later erachteraan gebeld, weigerde de zaak. Na nog 5 belletjes vond ik pas een deurwaarder.
Hollandse Hoogte B.V. bleek uitgeschreven in het handelsregister. Omdat Hollandse Hoogte al voor mijn rechtszaak was samengegaan met ANP gaf ik telefonisch door dat ANP B.V. gedaagd moest worden. Of ik dat per mail wilde bevestigen zei de deurwaarder. Met de wetenschap van nu had ik de deurwaarder uit moeten laten zoeken wie de rechtsopvolger is van Hollandse Hoogte B.V..
Ik had de deurwaarder opdracht gegeven de zaak aan te brengen bij de rechtbank. Omdat mijn gemachtigde aangaf nog steeds geen factuur voor het griffierecht te hebben ontvangen belde ik naar de rechtbank en kwam ik er zo nog net op tijd achter dat het aanbrengen niet gebeurd was.

De advocaat
Vooropgesteld. Voor het eerst in mijn ‘carrière’ dat ik een fatsoenlijke advocaat tref. Wellicht omdat hij in iets anders gespecialiseerd is dan Intellectueel Eigendom ;-).
De advocaat gaf aan dat de verkeerde rechtspersoon is gedaagd en stelde een ‘verzoeningsgesprek’ voor. Ik heb de advocaat vriendelijk bedankt voor de uitnodiging.
Vervolgens gaf de advocaat aan dat ANP zich zal verzetten tegen wijziging van de rechtspersoon en dat ANP inzet op een volledige proceskostenveroordeling. Of ik de procedure niet beter kon intrekken? Dit keer antwoordde ik kort, NEE.

Het verweer van ANP
Als eerste verweer uiteraard dat de verkeerde rechtspersoon is gedaagd. Dat is een onverwachts kadootje. Er blijkt een hele kerstboom te zijn opgetuigd, zoals mijn gemachtigde het prachtig verwoordde. Door Bas van Beek, mijn inziens het brein van de fototrollerij bij ANP. Hopelijk is dat voor de rechter voldoende reden om mijn verzoek de rechtspersoon te wijzigen te honoreren.
Als tweede verweer dat ik te laat ben met herroepen. Daarna het inhoudelijke verweer.
De eis van een volledige proceskostenveroordeling heeft ANP laten vervallen. Een hele geruststelling dat het me geen godsvermogen gaat kosten als de rechter de zaak niet-ontvankelijk verklaart omdat ik de verkeerde rechtspersoon heb gedaagd.

De rechtbank
Ik had mijn repliek (= de reactie op de verweren) al bijna klaar toen er bericht kwam dat de kantonrechter de zaak wil bespreken in een zitting. In deze fase van de procedure is dat ongebruikelijk en ik verzuchtte tegen mijn gemachtigde: “Tentakels ANP zijn lang”. Hij appte terug: “Die van jou zijn plakkerig haha”.
Met een zitting lopen de proceskosten stevig op en het lijkt me zinloos om het geschil inhoudelijk te bespreken als er nog niet geoordeeld is over de twee niet-inhoudelijke verweren van ANP. We hebben een verzoek ingediend om daar eerst uitspraak over te doen. Mocht de rechtbank dat verzoek niet honoreren neem ik het zekere voor het onzekere. Dan trek ik de zaak in en daag de juiste rechtspersoon.

Privatieve lastgevingsovereenkomst
Er kwam nog een onverwachts kadootje voorbij: Een uitspraak met een andere fototrol. De rechter legt helder uit dat als je een recht niet bezit dat je dat recht alleen op eigen naam uit kunt oefenen met een privatieve lastgevingsovereenkomst, art. 7:423 BW. Vertaald naar fotoclaims betekent dat: Een rechthebbende fotograaf moet opdracht gegeven hebben aan de fototrol om te procederen en tegelijkertijd zijn recht op schadevergoeding opgeven. No way dat een fotograaf dat doet.

Ik weet al langere tijd dat als de rechten nog bij de fotograaf liggen dat een fototrol mede namens de fotograaf schadevergoeding moet vorderen. Het overgrote deel van de onredelijke fotoclaims dat ik onder ogen krijg zijn ermee af te wimpelen. In mijn verweren kan ik dat vanaf nu onderbouwen met het wetboek én jurisprudentie.

Van foto’s van ANP weet je niet of ANP ze bezit of beheert. ANP koopt foto’s aan, ANP had in het verleden fotografen in dienst waardoor ANP automatisch de rechten verwierf en freelancers kunnen de rechten overdragen.
Een rechter weet ook niet of een eiser de rechten bezit. En als je het als gedaagde niet betwist komt het als feit vast te staan. Breng je het wel ter sprake en de eiser blijkt de rechten slechts te beheren, dan win je als het goed is. Maar daarvoor moet je dus een dure jurist inschakelen of zelf juridisch onderlegd zijn. Dat maakt een rechtvaardig vonnis onhaalbaar voor de leek. Zo heeft de van ANP winnende gedaagde meer dan €7.000 uitgegeven aan een advocaat en slechts €150,- vergoed gekregen.

In dit kader: Copytrack heeft blijkbaar een nieuwe client, Yay Images, en heeft massaal sommaties verstuurd. Yay Images is een agency waar fotografen hun rechten behouden. De blafmails van Copytrack namens Yay Images kun je dus gerust negeren.

Wordt vervolgd
Ik heb in ieder geval veel zin in een zitting. Ik hoop dat er te zijner tijd wat mensen mee willen zodat ik niet zoals bijna 6 jaar geleden in mijn eentje tegenover 3 gemachtigden van ANP en een geïrriteerde rechter sta. Herstel, bijna in mijn eentje. Mijn man was destijds mee maar die probeerde me over te halen toch maar te schikken omdat hij meende dat de rechter de wet volgde...

Overig nieuws

Strijd mee tegen de fototrollen
Promoot de petitie en deel je ervaringen met fototrollen online! Of steun mijn werk met een financiële bijdrage.

Groet! De petitionaris

14-08-2024 | Petitie Stop onredelijke fotoclaims

Aan alle ondertekenaars: Hartelijk dank voor uw steun!

Inmiddels 240 steunbetuigingen! Dank aan allemaal! En nu het nieuws:

Zoals u wellicht weet is er al veel gesloopt, maar nog niet alles. Staand in de Haarlemmerstraat met de rug naar C&A is links een zijmuur te zien uit het jaar 1400, met daar in twee dichtgemetselde ramen met een houten balk er boven.

+Lees meer...

De contouren van de tuitgevel zijn nog te zien. Vroeger stonden de daken met de schuine kant op de Haarlemmerstraat. Die zijmuur heeft het Leids ontzet nog meegemaakt.

Inmiddels is er een brandbrief naar het college van burgemeester en wethouders gestuurd. Ook is er antwoord, vrij samengevat: Economische belangen hebben voorrang gekregen, en als je alles maar documenteert leidt dit tot inzicht in en ontsluiting van de historie. Dat roept bij mij de vraag op: Mag je dan dus ook het stadhuis of de Burcht slopen voor nog een parkeergarage, mits je het documenteert?

Verder heb ik een paar links toegevoegd: het interview op Omroep West, en twee gemeentelijke documenten uit de vergunning: het bodemonderzoek en de bouwhistorisch verkenning uit 2011. Let vooral op bladzijde 5 uit het bodemonderzoek: er gaat een kelder van 5 meter diep en 806 m2 gegraven worden, terwijl de bodem resten vanaf de 12e eeuw bevat over een dikte van enkele meters. Dan kunnen er meer kledingrekken in de winkel.

Groeten,

Tjalling Schuttenhelm stopsloopinleiden-2018@yahoo.com

Help mee !!

Ik wil heel graag duidelijk laten horen dat mensen met een beperking niet met zich laten sollen en geen stempel willen krijgen van het CIZ.

08-09-2018 | Petitie Ontneem het CIZ de macht

Wiebes: deal met Shell en Exxon over Groningenveld biedt zekerheid

Onrechtvaardige wetgeving

Amsterdam 5 september 2018

Naar aanleiding van het inspreken van het comité 30 juni - 1 juli in de Raadscommissie Werk Inkomen en Onderwijs van de gemeente Amsterdam, spreekt wethouder Rutger Groot Wassink van onrechtvaardigheid en vindt dat Nederlandse staatsburgers door foute wetgeving in de problemen worden geholpen. Hun bestaanszekerheid komt hierdoor in gevaar, aldus de wethouder.

+Lees meer...

Verder belooft Groot Wassink deze problematiek aan te kaarten in zijn overleg met ministers.

Terugkijken

Het comité 30 juni - 1 juli heeft al in 2017 aan de vaste Kamercommissie de petitie aangeboden, die op dit moment al door meer dan 10:000 mensen is ondertekend.

Omdat Amsterdam, historisch, cultureel en economisch al eeuwenlang verbonden is met onze herkomstlanden, de Nederlandse Antillen & Suriname, heeft het comité zich ook tot Amsterdam gericht. Het comité is van mening, dat de Gemeente Amsterdam de meest gerede gemeente is om zich achter deze petitie te scharen en draagvlak te genereren in de Tweede Kamer en bij de andere drie grote steden en Almere.

Stichting Eer en Herstel, UCF en AOW Surneds hebben zich bij het comité 30 juni - 1 juli aangesloten en zullen vanaf nu gezamenlijk optrekken. De actie wordt ook ondersteund door de FNV Vakbond

De petitie kan nog worden ondertekend

06-09-2018 | Petitie Repareer het AOW-gat

Hoe werkt een petitie ?

Omdat wethouder Atzema via de media laat weten dat ze niet begrijpt aan wie de petitie is gericht, licht ik graag e.e.a. nader toe: Een petitie is vormvrij.

+Lees meer...

Artikel 5 van de Grondwet zegt dat elke burger het recht heeft een petitie te starten. De petitie zal officieel worden overhandigd aan de gemeenteraad zodat het wordt behandeld als een formeel ingekomen stuk. De petitie kan worden getekend door mensen die in Waddinxveen e.o. wonen en/of verblijven.

De lange omweg van de diagnose dementie naar een gelukkige oude dag

In dezelfde week waarin Annemarie Boom afscheid nam van de fysiotherapiepraktijk waar ze twintig jaar had gewerkt, kwam haar moeder bij haar in huis wonen. Een beslissing die haar nog dagelijks vreugde brengt, en die haar moeder duidelijk goed heeft gedaan.

+Lees meer...

Maar in de zestien jaar die eraan voorafgingen, is heel veel gebeurd dat ze graag anders had gezien.

Oude mensen hebben een wijsheid waarvan jongere mensen heel veel kunnen leren, vindt Boom. Die conclusie trekt ze niet alleen op basis van de zeven jaar waarin ze nu haar moeder in huis heeft. ‘Ik merkte het in het verleden al, en ook nu nog, aan het werk dat ik als fysiotherapeut in verpleeg- en verzorgingshuizen doe’, vertelt ze. ‘Ik heb een passie voor ouderen.’ Met haar moeder ging het rond het midden van de jaren negentig in de thuissituatie al een tijd niet goed meer. Dit had deels te maken met het problematische huwelijk waarin zij verkeerde, en deels ook met de herinneringen aan haar getroebleerde jeugd. In 1996 belandde ze op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis, waar een diagnose werd gesteld waarvan Boom enorm schrok: dementie met een sombere prognose. ‘Ik had meteen het idee dat dit niet klopte’, zegt ze. ‘Het was de slechte situatie waarin ze zo lang had verkeerd die haar parten speelde, maar ze had niet de kenmerken die bij dementie passen’. Het vergrootte haar gevoel van eenzaamheid.

Naar het verpleeghuis In haar medische dossier – dat Boom pas jaren later onder ogen kreeg – stond ook dat zij en haar broer het niet met de diagnose dementie eens waren. Maar het medisch team hield er onwrikbaar aan vast en gaf hun moeder een verpleeghuisindicatie. Zo begon een proces dat tot 2011 zou voortduren. ‘Ik had veel liever gezien dat mijn moeder naar een herstellingsoord zou gaan’, zegt Boom, ‘maar voor het gesprek daarover werd geen ruimte geboden. Door mijn medische achtergrond werd ik gezien als een betweter. Het ontbrak aan communicatie, er was geen ruimte om naar het andere verhaal te luisteren, het verhaal over de persoonlijke achtergrond van mijn moeder. In het verpleeghuis werd ze vanaf dag één behandeld als iemand met dementie. Ze werd daar met medicatie gesedeerd, terwijl ze juist begrip voor haar situatie, waarin vertrouwen en veiligheid centraal staat, nodig had. Zij diende gestimuleerd te worden met dagactiviteiten en beweging. Maar ze werd immobiel behandelbaar gemaakt, iets wat ik als fysiotherapeut heel moeilijk vond om te zien.’ Haar broer, niet medisch onderlegd, stelde zich op het standpunt “De dokters zullen het toch wel weten”.

Lastig gevonden Het verpleeghuis voelde zich gehinderd door de tegenstrijdige signalen van Boom en haar broer en drong aan op het aanstellen van één mentor en één bewindvoerder. ‘Ik ging ermee akkoord de rol van mentor op me te nemen, zegt ze, ‘maar achteraf concludeer ik dat we hierin veel te meegaand zijn geweest. Ik heb ook veel te laat haar medisch dossier opgevraagd. En ik heb me verbaasd over het feit dat daarin beschreven stond dat mijn moeders geheugen niet te testen was. Heel tegenstrijdig aan de diagnosestelling dementie.’ Boom nam zitting in de cliëntenraad van het verpleeghuis waar haar moeder woonde en vervolgens ook in de centrale cliëntenraad. ‘Maar ik werd er na een poos uitgezet op basis van onduidelijke argumentatie die er feitelijk op neerkwam dat ik te lastig was’, zegt ze. ‘In de periode daarvoor had de locatiemanager me ook al verboden om met de Inspectie te praten. Dit terwijl mijn moeder in veertien maanden tijd twee breuken en een zeer zware kneuzing had opgelopen, zonder aanwijsbare oorzaak. Met de zwartbrief die ik hierover aanbood aan LOC en ActiZ, bleken die partijen niet zoveel te kunnen. Extern onderzoek werd niet toegestaan, en intern onderzoek wekte de suggestie dat ik zelf mijn moeder wel eens die letsels kon hebben toegebracht.’

Moeizaam overleg Het was voor Boom de druppel die de emmer deed overlopen. Via haar werk voor de Stichting Cliënt en Kwaliteit kwam ze ook in andere verpleeghuizen, onder andere in een huis waarvan ze dacht dat haar moeder daar beter op haar plaats zou zijn. Ze regelde voor haar de overstap naar dit nieuwe huis en nam haar dossier mee. ‘Mijn fout was dat ik dit ongeopend in de envelop afgaf aan dat nieuwe verpleeghuis’, zegt ze. ‘Daarna stond ik meteen weer als lastig te boek, want er stonden natuurlijk nare dingen over mij in.’ Haar verwachting dat het hier beter zou zijn voor haar moeder kwam niet uit. De contacten verliepen vanaf het begin stroef en haar moeder moest wegens personeelsgebrek een keer acht dagen onafgebroken op bed doorbrengen. Ze vertelt: ‘Toen ik vroeg waarom kreeg ik nota bene als antwoord: “Voor ons moet het ook nog leuk blijven”. Ik wist niet wat ik hoorde. Mijn moeders zelfstandigheid en stafunctie werden op geen enkele manier gestimuleerd. Nadat ik erop had aangedrongen aanwezig te zijn bij het multidisciplinair overleg heb ik best goede gesprekken gevoerd met de artsen die verantwoordelijk voor haar waren. Maar er was achter de schermen veel aan de hand in dat huis, personeelsverloop zorgde voor onrust en dat had zijn weerslag op de bewoners.’ Geen van de specialisten ouderengeneeskunde, zoals de verpleeghuisartsen tegenwoordig heten, nam verantwoording voor de situatie waarin mijn moeder verkeerde.

Opname Boom’s moeder was vaak ziek, had vooral last van urineweginfecties en kreeg dan steeds antibiotica toegediend. Op een zaterdagnacht in 2011 leek het mis te gaan. Het was een half uur na middernacht toen Boom een telefoontje kreeg met de boodschap: ”Uw moeder is pre-terminaal”. Ze belde haar broer en beiden zorgden zo snel mogelijk in het verpleeghuis te zijn. ‘Daar drong ik aan op ziekenhuisopname voor mijn moeder, maar de weekendarts weigerde daaraan mee te werken’, vertelt ze. ‘Dus belde ik zelf 112, en even later hoorde ik gelukkig dat de ambulancebroeders ook vonden dat een opname nodig was. Na de opname was mijn moeder door adequaat ingrijpen binnen vijf uur weer koortsvrij.’ Vanuit het verpleeghuis wachtten Boom echter twee onaangename verrassingen. Ze vertelt: ‘De eerste was een brief waarin werd gesteld dat mijn moeder “mocht ze onverhoopt beter worden” mocht terugkeren naar het huis, maar dat mijn broer en ik dan niet meer welkom waren. De tweede was een aangifte door de weekendarts wegens bedreiging. Gelukkig werd ik daarvan vrijgesproken. Terecht, ik was gewoon overstuur, meer niet.’

Naar huis Voor Boom was de maat vol. Terwijl haar moeder nog in het ziekenhuis lag, besloot ze dat ze haar bij haar ontslag mee naar huis zou nemen. Ze had inmiddels een advocaat in de hand genomen, en die regelde dat het ziekenhuis haar moeder een paar dagen langer een bed bood, zodat ze snel de eerste zaken kon regelen om haar thuis adequaat onderdak te bieden. Ze vond snel een huisarts voor haar moeder, en regelde een bed en thuiszorg. ‘Mijn doel was haar te laten aansterken en dan zou ik wel weer verder zien’, zegt ze, ‘maar ze is nooit meer weggegaan. Na verloop van tijd ben ik gestopt met de reguliere thuiszorg en ben ik zelf mensen gaan zoeken om de zorg te kunnen bieden die mijn moeder nodig heeft. Sinds 2012 maken we gebruik van het PGB.’ Het team dat nu voor haar moeder zorgt is divers: verpleegkundigen, studenten hbo-v, verzorgenden fysiotherapeuten en naasten. ‘Allemaal mensen die wat anders in het leven staan’, zegt ze, ‘dat trek je toch aan. Er is een groot wederzijds respect en er is vertrouwen. Open communicatie is het uitgangspunt bij ons. Als je denkt dat iets anders kan, zeg het me.’

Een mogelijk vervolg Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Boom’s moeder is nu 89. Boom heeft bereikt dat de diagnose dementie formeel is doorgehaald. De huidige diagnose luidt dat ze achteruit gegaan is door de gevolgen van een zestien jarige sederende behandeling in een verpleeghuis op basis van de verkeerde indicatie, plus de gevolgen van een onbehandelde post-traumatische stressstoornis. ‘Ze is enorm opgeknapt in de jaren dat ze nu bij mij woont’, zegt Boom. ‘In het eerste jaar is ze tien kilo aangekomen en in al die jaren heeft ze welgeteld één urineweginfectie gehad. Verder is ze nooit ziek geweest.’ Soms krijgt Boom nu van anderen de vraag of ze niet ook voor hun vader of moeder kan zorgen, op dezelfde grondslag als ze nu al zeven jaar voor haar eigen moeder doet. Ze zegt: ‘Dan denk ik: waarom niet, als ik ergens een pand kan vinden. Ik zou best een kleinschalig verpleeghuis willen beginnen voor vier of vijf bewoners. Het is gewoon nog niet het moment geweest. Wat hierin meespeelt is dat ik in mijn directe woonomgeving dezelfde mensen tegenkom met wie ik voor 2011 in het verpleeghuis zoveel problemen heb gehad. Van al deze mensen werkzaam in de wereld van de zorg heeft nooit iemand haar of zijn verantwoording jegens mijn moeder genomen. Door haar vanuit een noodsituatie in huis te nemen, draag ik nu, gesteund door mijn directe omgeving, de gevolgen hiervan. Ik verbaas me er tot op de dag van vandaag over dat nooit iemand er bij mijn moeder of mij op teruggekomen is. Ook de IGZ, waar wij diverse gesprekken mee hebben gevoerd laat ons in de kou staan; “voor individuele gevallen kunnen zij niets doen en tijdens één van de gesprekken werd mij gezegd dat ik de grens van, het kunnen, van de IGZ heb bereikt”. Dat vind ik heel jammer, het had nooit zover mogen komen. Daarom ben ik ook erg blij dat ik nu mijn verhaal kan vertellen. En wie weet is de volgende stap dat ik inderdaad een kleinschalig initiatief start waarin mijn moeder samen kan leven met drie of vier anderen. Daar is ze nu wel weer aan toe.’

Meer weten

Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.

Wij zijn te bereiken op tel.nr. 06-24643191 en tel.nr. 06-54651979.