Beste leden van het stadsbestuur en stadscommissie,
Graag willen wij, een groep bewoners van de Nieuwmarkt/Lastage buurt, kenbaar maken dat wij het niet eens zijn met het opheffen van de 19 parkeerplekken op de Binnenkant en de 7 parkeerplekken op de Kalkmarkt.
De stad moet leefbaar zijn voor iedereen en daarom willen wij als bewoners onze stem laten horen omdat de opheffing grote gevolgen heeft op ons dagelijks leven. Velen van ons hebben de auto dagelijks en soms meerdere malen per dag nodig voor werk, studie en/of zorg.
Daarnaast moeten wij bereikbaar blijven voor bezorgers, monteurs en ondernemers die het vaak laten afweten als zij weten dat er geen parkeermogelijkheid in de buurt is.
De bewoners hebben het gevoel dat het besluit al genomen is en dat er geen rekening wordt gehouden met de invloed die dit plan heeft op het dagelijkse leven en de bedrijvigheid voor ondernemers. De lijst van de 55 bewoners van de Binnenkant, die het eens zijn met het opheffen van de 26 parkeerplekken, wordt als leidend gezien om een beeld te schetsen van de situatie. Echter de opheffing van deze 26 parkeerplekken heeft betrekking op meer mensen dan de Binnenkant. Dit gaat alle bewoners en ondernemers aan uit de buurt voor de komende 10 jaar tot de nieuwe herinrichting definitief wordt. Tijdens de bewonersbijeenkomst werd duidelijk dat het voorstel tot opheffing, enkel tot doel had om de auto uit de stad te weren.
In de afgelopen jaren zijn al heel veel parkeerplekken verdwenen in de straten van de onze buurt (Prins Hendrikkade-twee zijden, Koningsstraat, Recht Boomsloot, Oude Waal, Kromboomsloot, Geldersekade, een groot aantal op de Binnenkant zelf etc). Hiervoor in de plaats is er weinig tot geen alternatief geboden vanuit de gemeente. Tijdens de bewonersbijeenkomst werd er gesproken over de parkeerbalans in de buurt. Deze is in onze beleving als bewoners zoek, er werd gesproken over 1000 vergunningen voor 800 parkeerplekken op straat waarvan 150 bijzondere plekken zijn zoals o.a. invalide plekken. In de 650 overgebleven parkeerplekken zijn er ook nog plekken gereserveerd voor verschillende deelauto’s naast het feit dat ze ook de gewone parkeerplekken mogen gebruiken. Uit informatie van de gemeente blijkt dat van die 650 plekken ook nog eens 15% bezet wordt door toerisme (in onze beleving vele malen hoger). Dit houdt in dat slechts de helft van de vergunninghouders in een best case scenario een kleine kans maakt om te kunnen parkeren op de huidige plekken waar in 2023 wel €600,- per vergunning voor wordt betaald.
Nu zijn er alternatieven geboden om in de Oosterdok garage en in de Piet Hein garage te parkeren. Ondanks dat wij blij zijn met deze alternatieven, is de reistijd vanaf de IJ-tunnel dagelijks 30 tot 45 minuten om deze te bereiken en eenmaal voor de slagboom, komt het regelmatig voor dat de garages vol zijn. De afstand vanaf de Kromme Waal tot de Piet Hein garage is volgens Google Maps 1,4 km, op een enkele reis is dat maar liefst 20 minuten lopen. Door de afgelegen ligging wordt de route niet als veilig ervaren in het donker.
Vooral de leefbaarheid en luchtkwaliteit baart ons zorgen in het centrum, sinds de rijbaan voor Centraal Station is afgesloten, is er congestie op de Prins Hendrikkade en is de luchtkwaliteit behoorlijk afgenomen. Als alle bewoners nu geacht worden in de garages te parkeren, zal de file langer worden en dus meer uitstoot opleveren. Voorheen waren er 3 routes om richting de snelweg te gaan: richting West via de achterzijde van Centraal Station, richting Noord via de Prins Hendrikkade en Oost via de Oude Waal & Jodenbreestraat naar de Wibautstraat. Sinds de rij richting veranderd is op de Oude Schans moet al het verkeer naar de Prins Hendrikkade. Dit zorgt voor meer congestie en rijbewegingen.
Om de leefbaarheid in de Nieuwmarkt/Lastage buurt te verhogen, zou er juist gekeken moeten worden naar alternatieven, zoals de buurt alleen toegankelijk te maken voor bewoners en bestemmingsverkeer, door middel van intelligente palen.
Dit zal voor minder verkeer zorgen (betere luchtkwaliteit), de bestaande parkeerplaatsen zouden dan bezet worden door vergunninghouders (gezonde parkeerbalans) en voor minder overlast zorgen (toerisme en rijbewegingen van auto's). Op dit moment wordt de Binnenkant vaak gebruikt als sluiproute om de file te vermijden op de Prins Hendrikkade.
Wat ook een grote impact heeft op de buurt is het toerisme, of ze nu per auto of te voet komen, de hoeveelheid is veel te intens voor het karakter van de buurt.
De weinige parkeerplekken die er nog zijn, worden vaak bezet door buitenlandse kentekens. Het gedrag van vele toeristen die per auto onze wijk bezoeken is zorgelijk, ze slapen in de auto, deponeren vuilnis op de kade/stoep en gebruiken onze gevels vaak om zich te ontdoen van hun behoeften. Daarbij is het ook gepaard met het gebruik van drugs en of alcohol, waardoor er onveilige situaties ontstaan. Daarnaast respecteren zij de invalide, car share vakken en de stoep niet. Regelmatig parkeren zij op de stoep bij het Amrath hotel waardoor de hulpdiensten er bij nood niet langs kunnen. Nu de Corona maatregelingen zijn opgeheven, is het massa toerisme toegenomen, ze worden met grote tour bussen afgezet op de Prins Hendrikkade. Te voet gaan ze in grote groepen de wijk in, door de breedte van de stoep op de Binnenkant en de Oude Waal wordt er voor een alternatieve route gekozen om richting de Wallen te gaan. De beperkte ruimte en de geparkeerde auto’s dienen als het ware als een buffer, opdat de toeristen niet blijven hangen in de straat (vorm van crowd management). Wij zijn daarom juist blij met de parkeervakken. Daar waar de parkeerplekken zijn opgeheven, zijn plantenbakken neergezet, die een uitstekende plek voor de toerist blijken, om te gaan zitten en een maaltijd te nuttigen. Vaak zonder het netjes achter te laten, tot grote ergernis van de bewoners van de woonboten en tot grote genoegen van ongedierte.
Door de initiatiefnemers en de gemeente wordt beweerd dat de stoep niet breed genoeg zou zijn voor 2 voetgangers of mensen met een beperking en zij daardoor noodgedwongen de weg op moeten. Nu is er al een behoorlijk stuk brede stoep op de Binnenkant, de vrije weg wordt daar beperkt doordat juist dààr de vuilnis en het grof vuil wordt gedeponeerd. Ondanks de vele fietsnietjes die op de kade zijn geplaatst (ten koste van parkeerplekken) is er een wildgroei aan fietsen op de stoep. Hierdoor is er alsnog geen vrije doorgang mogelijk.
De stoep wordt ook door de bewoners als een extensie van hun woning gebruikt door gevel tuintjes aan te leggen (hoe schattig ze ook zijn) en doordat men bij mooi weer, tafels en stoelen neerzet om van de zon te genieten. Ten tijde van de Corona maatregelen is het gebleken dat dit juist voor overlast zorgde doordat er tot diep in de nacht wordt nagetafeld of geborreld, zeker bij de verschillende studentenhuizen op de Binnenkant en de Kalkmarkt.
Graag willen wij het stadsbestuur en de commissie vragen te kijken naar "the bigger picture" om de leefbaarheid te verhogen in de buurt en niet enkel voor een korte termijn oplossing te kiezen die toevallig de politieke doelstelling van het verbreden van de stoepen waarmaakt. We hopen dat u openstaat voor onze bezorgdheid en input, zodat we de buurt voor iedereen leefbaar houden.
De bewoners en ondernemers van Nieuwmarkt/Lestage
In de raadsvergadering van afgelopen donderdag 11 maart is er helaas geen opvolging gegeven aan de oproep uit deze petitie om tot uitstel over te gaan m.b.t. aanleg van zonneweides. De coalitie in de gemeenteraad van Voerendaal heeft deze petitie direct naast zich neer gelegd.
Naast deze petitie werd ook geen gehoor gegeven aan een oproep tot opschorting van besluitvorming vanuit Stichting Natuurlijk Geuldal, Visit Zuid-Limburg (= de voormalige VVV) en de Cooperatie Ransdaal voor Elkaar. We willen alle petitie-ondertekenaars bedanken voor hun steun. Wij zien door de grote bereidwilligheid van mensen om tot ondertekening over te gaan, een duidelijk signaal dat mensen zich over dit onderwerp terecht zorgen maken. Des te teleurstellender was de constatering dat de coalitie van de gemeenteraad dit signaal vanuit de burgers volledig naast zich neerlegde. Wij gaan verder in onze strijd, want wij denken dat dit besluit van de gemeenteraad niet de juiste weg is. We zullen ons blijven inzetten voor een energietransitie die recht doet aan de Limburgse Zonneladder, waarbij prachtige landschappen, zoals het Heuvelland, ontzien blijven. Samen wij ons sterk maken voor het Groene Hart voor het Heuvelland.
*officiële bekendmaking 23-03-2021
Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n)
1
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname
Geachte voorzitter,
Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.
Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.
Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van
de theorie-examens en cursussen hervat.
Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen.
Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.
Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.
Plan van aanpak
Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief
treft u dit plan van aanpak aan.
Maatregelen
De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk.
De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.
Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn.
Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan.
Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.
Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen.
Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%.
Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.
Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig.
•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt,
•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet
aangeboden worden.
•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.
Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd.
Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.
Tot slot
Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.
Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.
Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
*officiële bekendmaking 23-03-2021
Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n)
1
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname
Geachte voorzitter,
Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.
Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.
Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van
de theorie-examens en cursussen hervat.
Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen.
Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.
Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.
Plan van aanpak
Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief
treft u dit plan van aanpak aan.
Maatregelen
De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk.
De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.
Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn.
Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan.
Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.
Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen.
Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%.
Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.
Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig.
•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt,
•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet
aangeboden worden.
•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.
Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd.
Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.
Tot slot
Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.
Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.
Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Wist je dat dit al vaker is voorgekomen? In onze recente geschiedenis werd vaker de Minister-President gekozen uit een tweede of derde partij.
Van Agt (CDA, 49 zetels) werd in 1977 gezozen als Minister-President, terwijl de PvdA dat jaar de grootste partij was met 53 zetels.
Hetzelfde geldt voor Lubbers (CDA) in 1982: Ook dat jaar won PvdA de verkiezingen met 47 zetels tegenover 45 van het CDA.
Meer informatie en update volg je op onze pagina https://www.facebook.com/GeenMacinDeventer/
Hier houden we jullie op de hoogte van de stand van zaken en vervolg stappen.
Met vriendelijke groet,
De initiatiefgroep Geen Mac in Deventer binnenstad.
...en toen kregen we twee volle rode mappen met stukken van de gemeente Amersfoort als antwoord op ons Wob-verzoek. 1200 pagina's willekeurig in de tijd uitgedraaid en met deels weggelakte tekst.
En wat je niet weet, daar kun je ook niet naar vragen.
Enfin, een paar algemene conclusies kunnen we wel trekken: De gemeente Amersfoort heeft vanaf 2015 al met initiatiefnemer Profin bv samengewerkt om zonnevelden in Over de Laak mogelijk te maken. Dus ver voordat de gemeenteraad op 23 mei 2017 een akkoord had gegeven om met de zeven zoekgebieden (waaronder Over de Laak) aan de slag te gaan. Daar horen nog een paar saillante details bij, maar die komen later wel in de publiciteit.
Wat ook duidelijk blijkt is dat Profin bv voorwaarden heeft gesteld bij het intrekken van de vergunningaanvraag in juli 2018, onder druk van de gemeente, nadat wij in protest waren gegaan. Eén van de voorwaarden was het behouden van een voorkeurspositie om 20 ha zonnevelden later in de tijd alsnog neer te mogen leggen. We hebben geen schriftelijke bevestiging van de gemeente gezien, maar uit de stukken blijkt wel dat de gemeente ver is meegegaan met deze claim en Profin lang aan het lijntje gehouden heeft. Tot op vandaag is dit nog steeds een verhaal van '2 waarheden'.
Uit een plan van het OBV (OntwikkelingsBedrijf Vathorst), waar de gemeente Amersfoort 50% aandeelhouder van is, blijkt dat Renewi positief stond om op de hellingen van de vuilstort ('de berg van Smink') zonnevelden te installeren. Waarom daar niet op doorgepakt is is niet duidelijk. Dat zou toch een acceptabel alternatief zijn geweest.
En tot slot worstelt de gemeente nog steeds met het uitbrengen van 'kaders' voor zonnevelden in Vathorst-Noord. In concept-voorstellen wordt gesteld dat Vathorst 17ha zonnevelden zou moeten leveren en het lijkt alsof er een interne strijd woedt over de vraag of er een integrale (groen-)ontwikkeling met woningbouw ('rode functies') en zonnevelden moet komen, of dat er een deelontwikkeling moet komen met alleen zonnevelden.
Volg ook de discussies op twitter via @BehoudDe, ons twitteraccount. We houden u op de hoogte.