In het nieuwe jaar is het goed om nog eens terug te kijken naar het afgelopen jaar. 2016 stond in het teken van de inwerkingtreding van de nieuwe Erfgoedwet, maar ook het afschaffen van de fiscale aftrek was een belangrijk thema. Door samen te werken, zowel met andere erfgoedorganisaties, als met eigenaren van monumenten, hebben we als publiek met de politieke partijen daarin een mooi resultaat bereikt. De fiscale aftrek voor onderhoud aan rijksmonumenten blijft in 2017 gehandhaafd en de bezuiniging van 25 miljoen euro op het budget van OCW is teruggedraaid. Ook in 2017 blijft 57 miljoen op de balans staan voor de aftrekregeling. De Tweede Kamer heeft duidelijk gezegd: Minister, doe eerst gedegen onderzoek en ga met het veld en eigenaren praten over alternatieven voordat je een succesvolle regeling afschaft. Hieronder vindt u een verantwoording van ons lobbywerk.
Met Prinsjesdag 2015 werd aangekondigd dat het Kabinet werk ging maken van het vereenvoudigen van de belastingen. Allerlei regelingen, zoals van de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden, zouden geëvalueerd worden en na een zorgvuldig besluitvormingsproces zou bekeken worden of en zo ja hoe de regeling zou kunnen veranderen. De middelen zouden behouden blijven. Met Prinsjesdag 2016 werden we allen verrast door het Kabinet dat ze middels een bezuiniging van 25 miljoen euro de fiscale aftrek voor onderhoud aan monumenten wilde afschaffen. Minister Bussemaker moest een bezuiniging op haar departement doorvoeren en koos voor het afschaffen van de fiscale aftrek. Ze diende samen met Staatssecretaris Wiebes een wetsvoorstel in om per 1 januari 2017 de fiscale aftrek te vervangen door een subsidieregeling. Ze vonden namelijk dat de fiscaliteit niet goed werkte. Er was sprake van oneigenlijk gebruik. Ook wilden ze het beheer en onderhoud van monumenten kunnen sturen. Daarnaast vonden ze de regeling niet eerlijk. Inmiddels weten we na de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer dat er geen evaluatieonderzoek had plaatsgevonden naar de werking van de fiscale aftrekregeling en dat er geen sprake was van een zorgvuldige besluitvorming. Het erfgoedveld en de eigenaren waren niet geraadpleegd. De overgangsregeling naar een subsidie moest nog worden uitgewerkt. Ook de motieven voor afschaffen klopten niet. De werkelijke reden voor afschaffing was de oplegging van een structurele bezuiniging van 25 miljoen euro aan het ministerie van OCW door het ministerie van Financiën.
Na het bekendmaken van de maatregel om de fiscale aftrek af te schaffen hebben een aantal organisaties, te weten Erfgoedvereniging Heemschut, Bewoond Bewaard, Hollandse Molen, Nederlandse Monumentenorganisatie, Federatie Grote Monumentengemeenten, Federatie Particulier Grondbezit, Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen, en de erfgoedkoepels Kunsten 92 en Federatie Instandhouding Monumenten de handen ineengeslagen. Doel was de structurele bezuiniging op monumentenzorg van tafel te krijgen en pleiten voor het aanhouden van de fiscale aftrek tot de gehele herziening van het financieringsstelsel in de monumentenzorg in 2018. We legden contact met Tweede Kamerleden en met het Ministerie van OCW. We zijn uitgebreid met de Kamerleden gaan praten. Tevens werden verkennende gesprekken gevoerd met het ministerie. Daarnaast starten we een petitie om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen. Via (lokale, regionale en landelijke) kranten, televisie en radio en nieuwsportals, werd aandacht gevraagd voor onze lobby. Ons doel was tweeledig: ten eerste het informeren van het publiek ten aanzien van de bezuinigingsmaatregel van het Kabinet en ten tweede de weerlegging van het beeld dat de fiscale aftrek van onderhoud aan monumenten oneigenlijk gebruikt werd en vooral ten goede kwam aan de mensen die het niet nodig hadden. Niet altijd kwam deze weerlegging van dat beeld in het begin goed naar voren. Daarom hebben we ook filmpjes laten maken om te laten zien dat de meeste monumenteigenaren een modaal inkomen hebben, liefde hebben voor hun eigendom en graag de oude panden willen behouden en in goede staat willen doorgeven aan de volgende generatie. Deze zijn via sociale media en Youtube verspreid. De fiscale aftrek is naast een bijdrage aan de meerkosten voor onderhoud ook een erkenning voor de inspanningen en inzet van de monumenteneigenaren. Ook voor historische binnensteden heeft de fiscale aftrek een enorme positief effect.
Allereerst heeft de petitie Stop de bezuinigingen op ons erfgoed!, via petities.nl, die 3 oktober 2016 is gestart tot 2 november 2016 ruim 11.000 handtekeningen opgehaald. De commissie Financiën van de Tweede Kamer heeft deze petitie op 2 november 2016 aangeboden gekregen. Daarnaast heeft onze lobby in de Tweede Kamer gezorgd dat zowel op maandag 31 oktober en maandag 7 november bij de behandeling van het Belastingplan 2017 de meeste aandacht en tijd uitging naar het wetsvoorstel tot afschaffing van de monumentenaftrek. Toen op 7 november bleek dat het Kabinet uit de Tweede en Eerste Kamer geen steun zou krijgen voor haar wetsvoorstel, heeft de minister het niet aan laten komen op een stemming, maar heeft ze op 9 november laten weten het plan aan te houden. Dat betekent dat de fiscale aftrek voor monumentenpanden in 2017 gehandhaafd blijft. Een amendement van Van Weyenberg van D66 om het wetsvoorstel terug te draaien is op 17 november door de Kamer nipt verworpen. Alleen de regeringspartijen VVD en PvdA stemden tegen. Gelukkig heeft de Kamer ook dekking gevonden voor de bezuiniging van 25 miljoen euro op monumentenzorg. Op 8 december 2016 stemde de Kamer voor een amendement van Mark Harbers (VVD) en Henk Nijboer (PvdA) die zorgt dat het budget van 57 miljoen voor monumentenaftrek gehandhaafd blijft. Alleen PVV, 50 PLUS en Lijst Roland van Vliet waren tegen.
Heemschut heeft via haar website, nieuwsbrief, twitteraccount en facebookaccount aandacht gevraagd voor de petitie, en heeft haar achterban geïnformeerd over haar lobbywerkzaamheden richting Tweede Kamer. Voor sociale media heeft Heemschut drie filmpjes laten maken die door een ieder verspreid konden worden. Vooral het bereik van Facebook was een groot succes. Via Facebook hebben we de filmpjes actief gepromoot onder geïnteresseerde doelgroepen. Met behulp van een kleine investering hebben we het bereik van de berichten vergroot. De filmpjes zijn ieder ongeveer 40.000 keer bekeken! Via twitter zijn de berichten over onze campagne ongeveer tot 5000 keer per keer bekeken. Onze website heeft ongeveer 1000 unieke bezoekers per bericht gehad. Een extra nieuwsbrief van Heemschut is uitgestuurd en heeft 2.500 mensen bereikt. Via televisie is Nieuwsuur op 6 oktober 2016 en 1 Vandaag op 1 november 2016 beiden ongeveer 600.000 keer bekeken.
Een aantal van u heeft via petities.nl aangegeven geld te storten voor onze campagne. Dat is ruimhartig gebeurd. Tot nog toe is aan giften een bedrag binnengekomen. € 3.984,75. Dank daarvoor! Een klein deel van dit bedrag is overgemaakt via www.geef.nl. Een groot deel is via de website van Heemschut binnen gekomen. Daarnaast is ook rechtstreeks geld gestort op de rekening van Heemschut.
We hebben voor de campagne afgerond de volgende (extra) kosten gemaakt:
3.000 euro voor het maken van spotjes voor gebruik op YouTube, de social media (Facebook, Twitter) en op websites
1.000 euro advertentieruimte op social media (Facebook, Twitter)
400 euro donatie aan de Stichting Petities.nl
In 2017 blijft de aftrek voor onderhoud aan monumenten via de inkomstenbelasting bestaan. Blijft wel staan dat het wetsvoorstel daarmee niet van tafel is. Of en hoe verder wordt besloten hangt echter deels ook af van de Tweede Kamerverkiezingen in maart aanstaande. Het ministerie van OCW gaat de komende maanden met de erfgoedorganisaties praten over aanpassingen of veranderingen in de financiering van het stelsel van de monumentenzorg. De huidige minister lijkt hierin deels al een richting te hebben gegeven. Zo is het idee dat er geld komt voor langjarig onderhoud aan grote monumenten, duurzaamheidsmaatregelen en herbestemming. Onderhoud aan rijksmonumenten door particulieren lijkt de huidige minister minder belangrijk te vinden.
Heemschut zet in op behoud van de bestaande middelen en extra inzet van middelen uit andere aandachtsgebieden/beleidsterreinen. Alleen hierdoor kan de erfgoedzorg op peil blijven en een effectieve bijdrage blijven leveren aan onze samenleving. Om sterk te staan en ook om te zorgen dat uw belang wordt gehoord vragen wij u om ons te steunen en lid te worden van Heemschut. Erfgoedvereniging Heemschut bestaat sinds 1911 en is met bijna 5.000 leden een van de grotere erfgoedorganisaties.
LEIDEN - Studenten van Hebreeuwse en Joodse studies zijn niet blij dat hun studie gaat verdwijnen. Daarom ondernemen de studenten nu actie tegen het besluit van de faculteitsraad van de faculteit Geesteswetenschappen om de oudste studie van Nederland als hoofdstudie op te heffen. We zijn bang dat deze kennis en ervaring verdwijnt in Leiden, zegt studente Anne Drijvers, daarom zijn wij bezig met een campagne om dit duidelijk te maken. Het besluit van de faculteitsraad is nog niet definitief.
Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden heeft het laatste woord op de beslissing. Maar de kans is groot dat het college het besluit van de faculteitsraad zal volgen, aldus Drijvers. Mocht dat gebeuren dan wil de Universiteit de studie onderbrengen bij de studie Oude culturen van de mediterrane wereld. Doodzonde denkt Drijvers. De Universiteit Leiden staat in heel Europa bovenaan op dit vakgebied, aldus Drijvers, wij zijn bang dat die expertise verdwijnt als de studie in deze vorm wegvalt. De zes betrokken docenten hebben te horen gekregen dat er nu nog niemand ontslagen wordt, maar er zijn geen garanties gegeven. Volgens Wim van den Doel, decaan van de faculteit Geesteswetenschappen in Leiden, is er van ontslagen nog geen sprake. Als er genoeg studenten zijn voor de studie, hoeft er niemand weg. CIDI Ook het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) betreurt dat de hoofdstudie wordt vervangen. Esther Voet, adjunct-directeur van het CIDI, vindt het diep triest: De Hebreeuwse taal is de bron van veel monotheïstische geloven en daarmee onze achtergrond. Volgens mij is het essentieel dat een universiteit zijn best doet om die bron aan te boren. Bovendien is de studie belangrijk voor de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Israël. Een wederzijds begrip is belangrijk voor zakenpartners. Zeker bij een land als Israël, een land met een zeer ingewikkelde geschiedenis, is het cruciaal om alles over de achtergrond van de maatschappij te weten. Dat leer je niet zomaar in een cursusje, daarvoor moeten mensen jarenlang studeren. Andere vorm De raad besloot 14 november om de studie in huidige vorm vanaf 2014 niet meer aan te bieden. We willen in een andere vorm meer studenten interesseren voor een studie Hebreeuws, zegt decaan Wim van den Doel. Er zijn maar weinig mensen die op hun achttiende willen beginnen met een studie over het Jodendom en de Hebreeuwse taal. Door het onder te brengen in een andere studie, hopen we dat het aantal studenten dat afstudeert in deze specialisatie toeneemt. De Universiteit deed dit eerder al bij de studies Egyptologie en Assyriologie. Elk jaar beginnen er ongeveer 30 studenten aan een studie Oude culturen van de mediterrane wereld. Dat zijn meer studenten dan de studies Egyptologie en Assyriologie bij elkaar aantrokken en veel meer dan de 8 studenten die momenteel de Hebreeuwse en Joodse studies volgen.
De internationaal hoog aangeschreven opleiding Hebreeuwse en Joodse Studies dreigt wegens politieke druk te verdwijnen. Studenten en docenten protesteren. Sinds 1575 kunnen studenten aan de Universiteit Leiden Hebreeuws, Aramees en het jodendom bestuderen.
Deze lange traditie heeft ervoor gezorgd dat de opleiding internationale faam geniet. De Universiteit Leiden is de enige universiteit in Nederland die de opleiding in deze vorm aanbiedt en trekt ook veel studenten uit het buitenland. Met dit besluit dreigt een eeuwenoude academische traditie om zeep te worden geholpen, aldus Holger Gzella, hoogleraar bij de opleiding. Met de opleiding Hebreeuws en Joodse Studies heeft de Universiteit Leiden unieke expertises in huis. Deze unieke expertises worden bevestigd in de talrijke steunbrieven die we hebben ontvangen van hoogleraren over de hele wereld en de Israëlische ambassade in Nederland. Het Faculteitsbestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden heeft onlangs besloten de opleiding Hebreeuwse en Joodse Studies (HJS) te willen opheffen. Op dit moment ligt het lot van het opleiding in handen van het College van Bestuur van de universiteit. Zij zullen binnenkort het definitieve besluit nemen over dit vraagstuk. Maar vanwege politieke druk uit Den Haag, die kleine opleidingen het liefst ziet verdwijnen in brede bachelors, lijkt een besluit tot opheffing onomkeerbaar. Een eventuele opheffing betekent het einde van deze expertise. Angelique Hofman, studente aan de opleiding HJS maakt zich grote zorgen: Juist vanwege de goede internationale bekendheid ben ik in Leiden Hebreeuwse en Joodse Studies gaan studeren. Studiegenoten die in Cambridge en Saint Andrews studeerden, kregen te horen dat ze beter in Leiden hun studie konden voortzetten, omdat daar de meeste kennis zit. Angelique voegt hier nog aan toe, het bestuderen van taal, cultuur en religie in verleden en het heden, van Joodse Traditieliteratuur tot Syrisch Christendom maakt deze opleiding uniek. Professor Gzella heeft nog een duidelijke boodschap voor het College van Bestuur: Ik hoop dat het College van Bestuur een wijs besluit neemt, zodat de Universiteit Leiden nog jarenlang een toonaangevende universiteit blijft op dit vakgebied! Bron: Universiteit Leiden
PERSBERICHT Leiden, 19 december 2012 Universiteit Leiden dreigt oudste opleiding van Nederland op te heffen De internationaal hoog aangeschreven opleiding Hebreeuwse en Joodse Studies dreigt wegens politieke druk te verdwijnen. Studenten en docenten protesteren.
Sinds 1575 kunnen studenten aan de Universiteit Leiden Hebreeuws, Aramees en het jodendom bestuderen. Deze lange traditie heeft ervoor gezorgd dat de opleiding internationale faam geniet. De Universiteit Leiden is de enige universiteit in Nederland die de opleiding in deze vorm aanbiedt en trekt ook veel studenten uit het buitenland. Met dit besluit dreigt een eeuwenoude academische traditie om zeep te worden geholpen, aldus Holger Gzella, hoogleraar bij de opleiding. Met de opleiding Hebreeuws en Joodse Studies heeft de Universiteit Leiden unieke expertises in huis. Deze unieke expertises worden bevestigd in de talrijke steunbrieven die we hebben ontvangen van hoogleraren over de hele wereld en de Israëlische ambassade in Nederland. Het Faculteitsbestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden heeft onlangs besloten de opleiding Hebreeuwse en Joodse Studies (HJS) te willen opheffen. Op dit moment ligt het lot van het opleiding in handen van het College van Bestuur van de universiteit. Zij zullen binnenkort het definitieve besluit nemen over dit vraagstuk. Maar vanwege politieke druk uit Den Haag, die kleine opleidingen het liefst ziet verdwijnen in brede bachelors, lijkt een besluit tot opheffing onomkeerbaar. Een eventuele opheffing betekent het einde van deze expertise. Angelique Hofman, studente aan de opleiding HJS maakt zich grote zorgen: Juist vanwege de goede internationale bekendheid ben ik in Leiden Hebreeuwse en Joodse Studies gaan studeren. Studiegenoten die in Cambridge en Saint Andrews studeerden, kregen te horen dat ze beter in Leiden hun studie konden voortzetten, omdat daar de meeste kennis zit. Angelique voegt hier nog aan toe, het bestuderen van taal, cultuur en religie in verleden en het heden, van Joodse Traditieliteratuur tot Syrisch Christendom maakt deze opleiding uniek. Professor Gzella heeft nog een duidelijke boodschap voor het College van Bestuur: Ik hoop dat het College van Bestuur een wijs besluit neemt, zodat de Universiteit Leiden nog jarenlang een toonaangevende universiteit blijft op dit vakgebied!
Gisteravond heeft de Eerste Kamer de verhuurdersheffing vanaf 2014 voorlopig van tafel gehaald. Dankzij een aangenomen motie van senator Essers (CDA) moet de minister eerst kijken naar alternatieven waarbij er wél geïnvesteerd kan worden en die recht doen aan de draagkracht van huurders en corporaties.
De motie kreeg steun van alle partijen, behalve van D66. De Woonbond is blij met deze kritische opstelling. Directeur Ronald Paping: Een mooi resultaat. Mede dankzij onze druk en actie maakt ook de Eerste Kamer zich grote zorgen over effecten van verhuurdersheffing. Voorafgaande aan het debat luidden Woonbond en FNV Bouw de noodklok. Daarbij werd aan leden van de Eerste Kamer uitgelegd dat de heffing zal leiden tot forse huurstijgingen en massale ontslagen in de bouwsector. Zij toonden zich geïnteresseerd in het alternatief dat de Woonbond en FNV Bouw aandroegen: verplicht verhuurders tot investeringen, dan zal dat minstens zoveel opleveren voor de staatskas als de voorgestelde heffing. De Actie Huuralarm heeft hiermee een eerste resultaat geboekt. Maar de strijd gaat door. De verhuurdersheffing en de forse huurverhogingen zijn hiermee namelijk niet van de baan. De heffing van 50 miljoen in 2013 gaat wel door. Voor de jaren daarna moet de minister eerst met een uitgewerkt voorstel komen die de mogelijkheid biedt om op termijn te blijven investeren in onderhoud en nieuwbouw. De Eerste Kamerleden verzoeken de minister om hen hierover voor 1 maart te informeren. De minister had eerder al aangegeven dat hij de maatregelen op de huurmarkt zorgvuldig wil uitwerken en daarover wil overleggen met corporaties, gemeenten en huurdersorganisaties. De Woonbond is graag bereid om met minister te overleggen over een alternatief die wel goed is voor de woningmarkt en de huurders. De kern van zon alternatief is investeren in plaats van heffen.
Nederlandse WoonbondVanuit de Eerste Kamer is positief gereageerd op het Huur en Bouwalarm dat Woonbond en FNV Bouw vandaag sloegen. Alle aanwezige senatoren zeiden de gevolgen van de verhuurdersheffing nadelig te vinden voor huurders, werkgelegenheid en samenleving.
Zij willen dat er een investeringsalternatief wordt onderzocht. Woonbond en FNV Bouw hebben er bij herhaling op gewezen dat een investering door woningcorporaties van 5 miljard euro in nieuwbouw het Rijk 2,5 miljard euro oplevert door inkomsten uit BTW en loonbelasting. De senatoren van CDA, GroenLinks, PvdA, SP en VVD willen pleiten voor extra tijd om de mogelijkheden van dit alternatief zorgvuldig te onderzoeken. Woonbonddirecteur Ronald Paping (midden, met bel) luidt in bijzijn van leden Eerste Kamer de noodklok over het huurbeleid. Vlnr: Peter Essers (CDA), Greetje de Vries Leggedoor (CDA), Ronald Paping (Woonbond), Dick Koerselman (FNV Bouw), Guusje Ter Horst (PvdA) De verhuurdersheffing houdt in dat het Rijk aan verhuurders een heffing oplegt van jaarlijks 2 miljard euro. Om dat mogelijk te maken komen er wat het Rijk betreft inkomensafhankelijke huurverhogingen van 4 tot 9 procent. Verhuurders geven aan zij daarmee bij lange na niet uit de kosten zijn. Bouw- en renovatieprojecten worden stopgezet, onderhoud gaat er bij inschieten en ook voor investeringen in duurzaamheid en leefbaarheid zal geen geld meer zijn. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting , een autoriteit in de volkshuisvesting, becijferde dat de verhuurdersheffing leidt tot het faillissement van meer dan 40 woningcorporaties. Onder huurders, woningzoekenden en ook verhuurders is groot verzet tegen de verhuurdersheffing en de huurverhogingen. In korte tijd plaatsten ruim 13.000 mensen hun digitale handtekening op huuralarm.petities.nl.
Nederlandse WoonbondDe stand van de petitie is eind 18-12-2012: 2068(internet bevestigd) + 369 (internet onbevestigd) + 1388 (handtekeningenlijsten) = 3825 personen die de petitie ondertekend hebben. Wij zullen woensdag 19-12-2012 aan het begin van de beslissende extra raadsvergadering, de voorlopige eindstand van de petitie, met ca. 3825 ondertekeningen, aan de gemeenteraad aanbieden. Mocht de gemeenteraad in meerderheid toch voor de herindeling van Bernisse met Spijkenisse stemmen, dan zetten we de petitie door tot medio maart 2013 en dan zullen we de petitie met hopelijk meer dan 5000 ondertekenaars aanbieden aan de provincie Zuid-Holland. De prvincie Zuid-Holland moet medio april 2013 haar goedkeuring nog geven aan de herindeling.
De statenfractieleden kijken daarbij ook of in beide gemeenten wel voldoende draagvlak voor de beoogde herindeling onder de inwoners is . Als de petitie meer dan 5000 ondertekenaars heeft (meer dan de helft van de 9800 stemgerechtigden in de gemeente Bernisse) dan is in ieder geval aangetoond dat er onvoldoende draagvlak is. Of dat voldoende is voor de provincie om geen toestemming voor de voorgenomen herindeling te geven, dat zien we dan nog wel, maar als ze voorstemmen, dan hebben ze wel het een en ander uit te leggen en kunnen we daarna nog met de petitie naar de 2e kamer, die ook nog haar toestemming moet geven.
Kunt u in de toekomst nog goed en betaalbaar wonen? De kans daarop wordt helaas steeds kleiner. Woningcorporaties stellen hun bouwplannen bij om straks de verhuurdersheffing te kunnen betalen.
De lijst met stilgelegde projecten wordt dagelijks langer. De in het regeerakkoord aangekondigde verhuurdersheffing heeft niet alleen voor corporaties grote gevolgen, maar gaat vooral hun huurders en woningzoekenden hard raken. Als verhuurders niet meer kunnen investeren zullen de wachtlijsten alleen maar toenemen. En zittende huurders krijgen straks minder voor meer: zij gaan meer huur betalen voor woningen die slechter worden onderhouden. De vereniging van Woningcorporaties Aedes houdt nieuwsberichten bij over bouw- en renovatieprojecten die onlangs stil zijn komen te liggen of zijn uitgesteld. Verhuurders zeggen noodgedwongen op de rem te trappen, om te voorkomen dat ze straks acuut in geldnood raken. Een uitgebreid overzicht van onlangs stilgelegde bouwplannen vindt u op de website van Aedes.
Nederlandse WoonbondHet Centraal Planbureau (CPB) heeft op verzoek van de Tweede Kamer nog eens beter gekeken naar de doorrekening van het huurbeleid uit het regeerakkoord. Ook al formuleert het CPB voorzichtig, de conclusie kan niet anders zijn dan dat de doorrekening gebaseerd is op foutieve vooronderstellingen. Het CPB gaat uit van verouderde WOZ-waarde en veronderstelt stijgende woningprijzen, terwijl prijzen alleen maar dalen.
Als uitgegaan wordt van reële uitgangspunten en een afgrenzing van de huur op 4,5% van de WOZ-waarde dan blijkt de verhuurdersheffing niet financierbaar. Als de afgrendeling los wordt gelaten betalen de huurders het gelag. De heffing is alleen maar op te brengen als de huren gigantisch stijgen, namelijk van gemiddeld 479 per maand in 2011 naar 659 in 2017, een gemiddelde stijging van maar liefst 38%!! De nieuwe CPB-analyse bevestigt nog eens wat de Woonbond steeds heeft gezegd: de verhuurdersheffing leidt tot onacceptabele huurverhogingen. Woonbonddirecteur Ronald Paping: De huurstijgingen ondermijnen de betaalbaarheid van het wonen. En als dank voor deze huurverhogingen krijgen huurders langere wachtlijsten, minder onderhoud, minder renovatie en minder dienstverlening. De Woonbond roept huurders en huurderorganisaties op te protesteren tegen de desastreuze huurmaatregelen van het kabinet: steun de actie HUURALARM
Nederlandse Woonbond