Onderstaande brandbrief wordt namens 130 medici op dinsdag, samen met deze petitie, overhandigd.
Geachte Kamerleden,
In het laatste weekend van september jongstleden heeft de snorfiets weer drie levens gekost. In Gorinchem (een jongen van 16 jaar), in Lageland (54) en in Zaandam (61). Een paar geparkeerde auto's zijn de enige andere voertuigen die erbij betrokken waren. En dit was dus niet in Amsterdam, maar in een landelijke omgeving. Dit gebeurt regelmatig, de snorfiets is gevaarlijk, vooral voor de berijder. Bijna de helft van alle ernstige letsels onder snorfietsers betreft hoofd- en hersenletsel.
Overal in Europa moet je daarom een helm op als je op de snorfiets rijdt, behalve in Nederland en Slowakije. Nergens is de snorfiets (lees snorscooter) ook zo populair als in Nederland, want het is gewoon een brommer die alleen op papier niet zo snel kan. Maar de afgeknepen brommer rijdt wel degelijk snel en is zwaar. Vooral je hoofd vangt de klappen op als je botst en dat is te zien aan al het ernstige hoofd- en hersenletsel bij gewonde snorscooteraars. Volgens diepteonderzoek van de SWOV had meer dan de helft van de onderzochte snorfietsers hoofdletsel dat gezien de locatie en aard van het letsel beperkt had kunnen worden als de snorfietser een helm had gedragen.
Toch wil men de 700.000 snorfietsers (nog!) niet 'straffen' met een helm, want ze genieten nu zoveel vrijheid met de snorfiets. Een helmplicht maakt een tweewieler minder populair. Dat zagen we in 1975 met de brommer. In reactie daarop is de snorfiets uitgevonden (PDF met Kamerdebat 19-2-1976). De verkeerswetenschappers van de SWOV adviseren net als Nederlandse traumachirurgen-onderzoekers al jaren een algemene helmplicht voor iedereen op een snorfiets. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (PDF, p 33) dringt hier al jaren op aan. Voor minder dan €100,- heb je al een prima helm die veel doden en blijvend hersenletsel kan voorkomen. Uit onderzoek van de gemeente Amsterdam is ook bekend dat snorfietsers bij een helmplicht overstappen op de gewone fiets. Dat zal nog minder ongelukken geven! Fietser en snorfietser rijden nu allebei gemiddeld 1000 kilometer per jaar in Nederland, ritjes die dus goed te fietsen zijn. In mindere mate zullen snorfietsers uitwijken naar het openbaar vervoer en een paar procent gaat meer autorijden (het parkeren is namelijk duur).
Wij vragen u daarom om een nationale helmplicht voor snorfietsen in te voeren. Een helmplicht is een pennenstreek voor de wetgever en een kleine uitgave voor de snorfietser. De besparingen op hersenletsel, uitvliegende traumahelikopters en levenslang leed bij de overlevers is het ruimschoots waard. De Nederlands Vereniging voor Traumachirurgie, de Nederlands Vereniging voor Neurochirurgie en de Nederlands Vereniging van Revalidatieartsen steunen daarom ook ons verzoek.
Het lijkt misschien een onliberale maatregel: maar we hebben ook ooit ingestemd met de autogordel.
Referenties:
Twee pedagogen van kinderopvangorganisatie Triodus roepen minister Lodewijk Asscher van SZW op om te kiezen voor effectief bewezen trainingen taal- en interactievaardigheid in de kinderopvang. Ze zijn daarvoor een online petitie gestart. De petitie van de pedagogen krijgt steun van de Brancheorganisatie Kinderopvang, vertegenwoordigd in het bestuur van Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK).
BKK treedt in dit ontwikkeltraject op als adviseur van zowel SZW als van de vijf geselecteerde ontwikkelaars. Het ministerie heeft echter het laatste woord in de keuze van taal- en interactietrainingen voor gastouders en pedagogisch medewerkers. In het voorjaar stapten drie hoogleraren uit adviescommissies van BKK omdat ze het oneens waren met de selectie door de minister van vijf te ontwikkelen programma's. De minister koos niet alleen op de kwaliteit van de offertes, maar liet ook de prijs meespelen. Naar verwachting brengt BKK in september definitief advies uit over de ontwikkelde programma's van de vijf geselecteerde opleidingsorganisaties. Het ministerie zal op basis daarvan de regeling voor subsidieaanvraag opstellen en publiceren. Ondernemers in de kinderopvang kunnen waarschijnlijk vanaf december 2014 aanvragen voor training indienen. Bron: Kinderopvangtotaal; BKK; NJi-Nieuwsredactie
Vandaag is er een boze brief verstuurd naar de Burgemeester namens de buurt waarin hij op de hoogte wordt gebracht van de situatie in de wijk en de petitie..
Wilt u de voortgang van de actie blijven volgen, via @LFKooistee (Leefbaar Kooistee) blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen..
Ik heb een filter geplaatst op de ondertekeningen. Personen die een groep vertegenwoordigen heb ik ondergebracht in de categorie 'prominenten'.
Hoewel de woordkeuze niet de mijne is, elke ondertekening is mij even waardevol, is het wel van belang zichtbaar te maken welke ondertekening meerdere personen of een organisatie vertegenwoordigd. Simon Hay
Brancheorganisatie Kinderopvang steunt de petitie voor kwalitatief goede taal- en interactietrainingen. Initiatiefnemers van de petitie hebben een 'prettig gesprek' gehad met de brancheorganisatie.
Nu richt de petitie zich op het ministerie van Sociale Zaken. Dit meldt Kinderopvang totaal. In de petitie wordt gepleit dat de vijf taal- en interactietrainingen voor pedagogisch medewerkers die in aanmerking komen voor een subsidie gekozen worden op hun effectiviteit. Eerder ontstond onenigheid omdat hoogleraren in de adviescommissie van het Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) andere trainingen selecteerden dan het ministerie van Sociale Zaken. Dit kwam omdat de adviescommissie naar de inhoud van de trainingen keek terwijl voor het ministerie de kosten van de training ook een rol speelde. Het bestuur van BKK bleek na gesprek ook al de petitie te steunen. Initiatiefnemer van de petitie Simon Hay: Er is sprake van een gezamenlijke focus. De volgende stap is het ministerie van Sociale Zaken. Zij moeten als beslisser over de brug komen en het werkveld de mogelijkheid geven om te kunnen kiezen voor effectief bewezen trainingen. © Nationale Onderwijsgids
De petitie voor kwalitatief goede taal- en interactietrainingen kan op steun rekenen van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De initiatiefnemers van de petitie, twee pedagogen van kinderopvangorganisatie Triodus, richten zich nu met de petitie op het ministerie van Sociale Zaken.
Zij roepen met de petitie het ministerie op om te kiezen voor effectief bewezen trainingen. De oproep van de pedagogen Marieke Grijpink en Simon Hay kan op aardig wat steun rekenen, 'maar we vinden het belangrijk dat de oproep zo breed mogelijk gedragen wordt binnen de branche' zegt Hay. Hij benadrukt dat de petitie zich na het prettige gesprek met de Brancheorganisatie richt op het ministerie. Offerte Het ministerie van Sociale Zaken heeft het laatste woord als het gaat om welke taal- en interactietrainingen straks onder de subsidieregeling vallen en welke niet. Vijf organisaties mogen hiervoor een offerte indienen. De selectie van deze vijf had aardig wat voeten in de aarde. Hoogleraren die in een adviescommissie inhoudelijk naar de trainingen keken, maakten een andere selectie dan het ministerie, voor wie de kosten van de training ook een rol speelde. Uit ongenoegen over deze procedure stapten twee hoogleraren, Ron Oostdam en Louis Tavecchio, op uit de adviescommissie van Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK). Gezamenlijke focus De oproep van Hay en Grijpink richtte zich in eerste instantie juist ook op het bestuur van BKK, maar na een gesprek met bestuurslid Lex Staal bleek dat er niet veel verschil zit in de wens van de twee pedagogen en van het bestuur. Hay: 'Er is sprake van een gezamenlijke focus. De volgende stap is het ministerie van Sociale Zaken. Zij moeten als beslisser over de brug komen en het werkveld de mogelijkheid geven om te kunnen kiezen voor effectief bewezen trainingen.' Uitstel Naar verwachting brengt BKK in september een definitief advies uit over de programma's van de eerder geselecteerde opleidingsorganisaties. Het ministerie zal op basis daarvan de regeling voor subsidie-aanvraag opstellen en publiceren. Naar verwachting kunnen ondernemers in de kinderopvang vanaf december 2014 een aanvraag voor training gaan indienen. De exacte datum zal uiteraard nog worden gecommuniceerd. Het bestuur van BKK reageerde onlangs op het conflict tussen wetenschappers en het bureau. Het bestuur kijkt kritisch terug op wat er beter had gekund in de communicatie, maar kijkt vooral vooruit naar de definitieve selectie van de taal- en interactietrainingen voor pedagogisch medewerkers. 'Het werkveld smacht om aan de slag te gaan.. door Marianne Velsink 23 jul 2014
Twee pedagogen van de Haagse kinderopvangorganisatie Triodus vragen met een petitie aandacht voor de pedagogische behoefte van het werkveld op het gebied van taal en interactie. De keuze voor de vijf gesubsidieerde trainingen moet niet gebaseerd zijn op financiële afwegingen, maar op kwalitatieve afwegingen, vinden zij.
De petitie wordt begin september overhandigd aan de Tweede Kamer. 'De impasse die is ontstaan binnen Bureau Kwaliteit Kinderopvang is geen visitekaartje voor de kinderopvang', schrijven de pedagogen Marieke Grijpink en Simon Hay. Zij maken zich zorgen of de 15 miljoen euro die straks beschikbaar is voor taal- en interactietrainingen wel effectief besteed wordt. De zorgen van Grijpink en Hay staan niet op zich. Eerder vertrokken er drie hoogleraren uit de adviescommissie van BKK omdat zij het niet eens waren met de keuze voor de vijf te subsidiëren taal- en interactietrainingen voor pedagogisch medewerkers. 'De Nederlandse kinderopvang, maar ook de BKK kan het zich niet veroorloven bijna 50 miljoen te besteden aan cursussen zonder enig bewijs voor de effectiviteit daarvan' vindt hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink. Breuk wetenschap en praktijk Grijpink en Hay vinden dat BKK met het programma 'Kwaliteitsimpuls: focus, effectiviteit en verbinding' iets anders voorschotelt dan het eigenlijk is. Ze missen bijvoorbeeld juist een focus omdat de trainingen inspelen op zowel de taal- als de interactievaardigheden. En in plaats van een verbinding, zien de twee een breuk ontstaan tussen wetenschap en praktijk. Effectieve trainingen Liever zien de pedagogen dat de trainingen waarvoor straks subsidie beschikbaar komt, bewezen effectief zijn. Ze vragen BKK met klem om de volgende trainingen in het programma op te nemen: (Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting Child Care (VIPP-CC) (voor gastouders), de DVIPP-CC (voor kindercentra) en de Caregiver Interaction Profile (CIP) Training). De twee gaan graag een gesprek aan met BKK of het ministerie van Sociale Zaken om de impasse te doorbreken. Sta je achter de oproep van deze pedagogen? Teken dan de petitie. door Marianne Velsink 10 jul 2014
Open brief Aan de Tweede Kamerleden Bontes, Berndsen, van der Steur en Recourt inzake Partner alimentatie Al sinds 2012 liggen er 2 wetsvoorstellen te wachten om behandeld te worden. Al die tijd zijn die niet samengevoegd.
Een voorstel is in het begin van dit jaar besproken. Maar veel voortgang is er niet geboekt. Al die jaren wacht ik maar af wat voor regeling er voor bestaande gevallen wordt getroffen. Ik wil een pleidooi houden voor de groep oudere mannen die op latere leeftijd trouwden en tot 12 jaar partneralimentatie zijn veroordeeld terwijl hun vrouw tijdens het huwelijk geen enkel nadeel heeft geleden - alleen maar voordelen heeft gehad. De vrouw heeft geen kinderen om voor te zorgen en heeft geen breuk in haar loopbaan. Het zou dus heel normaal zijn dat beiden direct na het einde van het huwelijk weer terugvallen op het inkomen dat voor hen beiden genoeg was voordat ze met elkaar trouwden. Ik kan me indenken dat een korte gewennings-overbrugging in bepaalde gevallen gewenst kan zijn; maar 12 jaar is absurd. Mijn eigen omstandigheden zijn een treffend voorbeeld van een dergelijke situatie, die naar mijn mening door velen herkend kan worden. Casus Op het moment dat mijn ex (toen 52) en ik (toen 60) trouwden, waren wij beiden op een leeftijd dat werken niet meer nodig was zij omdat ze na een soort burn out in het hoger onderwijs een goede uitkering had, ik omdat ik net met pre-pensioen was gegaan. Kinderen hadden we niet en zouden we ook niet krijgen. Mijn pensioen was ongeveer 40 % hoger dan haar uitkering en dat is zo gebleven gedurende de jaren dat we getrouwd waren. Toen zij na 10 jaar huwelijk een relatie met een vriendin aanging en een scheiding onvermijdelijk werd is door mediation geprobeerd duidelijk te krijgen dat zij geen inkomensverlies heeft geleden noch voor kinderen heeft hoeven zorgen en we dus alleen maar de overwaarde van het huis hoefden te verdelen. Door haar is categorisch geweigerd zich hiermee tevreden te stellen. Ze beet zich vast in de bestaande ruime mogelijkheid om ook nog langdurige alimentatie te kunnen krijgen. Een rechterlijke procedure bleek dus noodzakelijk, waar tot mijn verbazing mijn argumentatie zo van tafel werd geveegd en alleen maar de z.g. Trema-formule werd toegepast, waardoor mijn ex het recht kreeg om 12 jaar lang verder te leven in een financiële positie alsof we nog steeds onze beide inkomens gelijkelijk delen. Gelukkig is het me na eindeloos soebatten gelukt het te betalen bedrag met de helft te verminderen; maar het is onmogelijk gebleken mijn ex ervan te overtuigen de principieel onrechtvaardige ongelijkheid op te heffen. Dit duurt nu al meer dan 6 jaar en zal nog eens zo lang duren. Omdat ik nu 79 jaar ben, is het een verlammend gevoel dat ik met mijn huidige echtgenote over te weinig geld kan beschikken om nog een paar dingen meer te doen dan puur overleven. Hoe lang blijf ik nog gezond? Om dit voorbeeld nog wat schrijnender te maken, komt daar nog bij dat wanneer ik kom te overlijden mijn ex een flink nabestaandenpensioen van mij krijgt, terwijl mijn huidige vrouw, die samen met mij financiële risicos moet nemen vanwege ons gezamenlijk huishouden op dit moment, straks met lege handen staat en maar moet zien hoe ze dat oplost, omdat wij pas na mijn 65e getrouwd zijn. In plaats van voor deze situatie een buffer te kunnen opbouwen, gaat alles wat extra zou kunnen zijn naar mijn ex. Dat deze situatie als een reëel probleem wordt gezien door de rechterlijke macht blijkt uit het feit dat vorig jaar voor een nieuw geval van 2 gepensioneerden vooruit is gelopen op de inhoud van de wetsvoorstellen. De rechter besliste toen dat er geen 12 jaar hoeft te worden betaald, maar dat een jaarlijks dalend bedrag gedurende 5 jaar voldoende is. Ook in dat geval gaat het om een oudere man, die een beperkt aantal jaren - als tijdelijke overbrugging - zijn ex ondersteunt, die daarna weer terugvalt op het inkomen dat ze had voor ze trouwde en dat toen ook genoeg was. Deze uitspraak van het Hof te Arnhem is te vinden onder LJN BZ 8291. Mijn pleidooi is om in de nieuwe wet een duidelijke overgangsregeling te maken voor alle bestaande gevallen waarbij geen kinderen waren betrokken en er geen sprake was van een loopbaan-breuk. Een overgangsregeling die van rechtswege en automatisch ingaat en waarbij geen inmenging van (onbetaalbare) advocaten nodig is. Hoogachtend, P. Cremers 16 juli 2014