AMSTERDAM - In de voortdurende strijd om de veiligheid op de werkplek te waarborgen, wordt steeds vaker de noodzaak benadrukt van de aanwezigheid van een Automatische Externe Defibrillator (AED) op elke werkplek. Deze apparaten, die levensreddende schokken kunnen toedienen aan personen die een hartstilstand hebben gehad, zijn momenteel nog geen verplicht onderdeel van de Arbowet. Gezondheidsexperts, hulpverleners en beleidsmakers pleiten er echter sterk voor om dit te veranderen.
Uit recent onderzoek is gebleken dat hartstilstanden op de werkplek helaas een al te vaak voorkomend scenario zijn. Volgens de Hartstichting treft plotselinge hartstilstand jaarlijks meer dan 15.000 mensen in Nederland, met een significant deel daarvan op de werkplek. Een snelle reactie is cruciaal - elke minuut vertraging in de behandeling vermindert de overlevingskans met 7 tot 10%.
Met de inzet van een AED binnen enkele minuten na een hartstilstand kan de overlevingskans met wel 70% toenemen. Desondanks blijkt uit een recente enquête dat bijna de helft van de Nederlandse bedrijven nog geen AED in huis heeft. Dit suggereert dat er een aanzienlijk potentieel is voor verbetering van de veiligheid op de werkplek.
Ondanks de hoge aanschafkosten is de implementatie van een AED in de Arbowet een kosteneffectieve manier om werknemersveiligheid te verbeteren. Het biedt niet alleen een vangnet voor werknemers in geval van een medische noodsituatie, maar draagt ook bij aan een algemene cultuur van veiligheid en welzijn op de werkplek.
"De kosten van een AED zijn klein in vergelijking met de prijs van een mensenleven. Met de juiste training kunnen medewerkers deze apparaten bedienen en mogelijk een leven redden," zegt Dr. Pieter van den Hoek, cardioloog en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie.
Daarnaast kunnen AED's de druk op de noodhulpdiensten verlichten, die vaak worstelen met krappe middelen en toenemende vraag. "Met de inzet van AED's op de werkplek kan de eerste noodhulp vaak ter plaatse worden gegeven, waardoor kostbare tijd wordt bespaard," voegt Van den Hoek toe.
Veiligheidsmaster vindt het tijd dat de Nederlandse overheid de Arbowet actualiseert om de veiligheid van werknemers te waarborgen. Een verplichte AED op elke werkplek kan talloze levens redden, de druk op de zorg verminderen en bijdragen aan een veiligere, gezondere werkomgeving voor iedereen.
Ondersteunt u deze petitie en wilt u nog meer doen om ons te steunen in de strijd tegen Onderwijs2032 en vóór een beter curriculum en beter onderwijs?
Word lid van de vereniging Beter Onderwijs Nederland!
Als u nog geen lid was, kunt u dat heel makkelijk worden via bovenstaande link. Voor slechts 15 euro per jaar steunt u hiermee dit initiatief, blijft u op de hoogte van onze activiteiten en ontvangt u ons ledentijdschrift Vakwerk.
Beter Onderwijs Nederland (BON) is een organisatie van vrijwilligers, met als enige belang: goed onderwijs.
Spoort u ook zoveel mogelijk collega's, familieleden en kennissen aan om lid te worden van BON. Hoe meer leden BON heeft, hoe sterker we staan, en hoe groter de kans dat we deze desastreuze plannen kunnen tegenhouden, en dat we ervoor kunnen zorgen dat een nieuw curriculum gebaseerd is op een realistische analyse van de huidige situatie. Versterk de vakken, niet het vakoverstijgend onderwijs!
U kunt de uitzending van Buitenhof van zondag 10 april waarin BON-bestuurslid en docent wiskunde Karin den Heijer in discussie gaat met Paul Schnabel hier terugkijken..
https://t.co/WTiWY4sBZQ nieuwe #petitie "Stop de bezuinigingen in de langdurige zorg"— petities (@petities) April 12, 2016 .
De petitionaris heeft de petitie overhandigd aan de gemeente. Het is nu aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen..
Het antwoord op deze petitie: de sluis is er nooit gekomen..
De provincie Utrecht heeft de petitie op 4 april 2016 ontvangen uit handen van de petitionaris. De ondertekenaars ontvangen nog gedetailleerd nieuws per e-mail.
Tenzij u heeft aangegeven geen e-mail te willen ontvangen.
Zou het meer stemmen opleveren?.
Het antwoord van de staatssecretaris wordt op 15 juni 2016 besproken in de Tweede Kamer. Volgens de agenda van 15 juni 2016.