Iemand denkt het beter te weten en schreef me:
“Met een gesubsidieerde advocaat en kleine rechtszaken komen we er niet, dat is in het verleden meermaals gebleken. (…) Ik wil je erop wijzen dat het uurtarief van het betreffende advocatenkantoor behoorlijk afwijkt van die van een gesubsidieerde jurist. Wij zijn bezig om landelijke aandacht te vragen via de media en doormiddel van een civiele zaak en een zeer gespecialiseerde jurist. Daarnaast is er contact met een online programma dat misstanden in de Nederlandse samenleving onderzoekt en met een bekende talkshow, om aan te kunnen schuiven voor ons verhaal.”
Blijkbaar weet de schrijver niet dat er geen gesubsidieerde jurist te vinden is die slachtoffers van fototrollen wil bij staan. En dat alle no cure no pay juristen aan de andere zijde zitten. Dat is nou net de reden waarom ik hier nog mee bezig ben.
Autoriteit Consument en Markt
Bizar die toestemming voor de overname van RTL door DPG Media. Nog meer samenklontering van de mediamacht. Arme, arme auteursrechthebbende freelancers.
Daarmee vergeleken valt mijn recente aanvaring met ACM weer mee. Ik had me, naar aanleiding van de boete in Italië voor fototrol Photoclaim, laten verleiden om nogmaals een handhavingsverzoek in te dienen. In tegenstelling tot de vorige keer heb ik nu namelijk een actueel en persoonlijk belang; de herroepingszaak! En het is echt de hoogste tijd dat de autoriteiten eens gaan ingrijpen. Omdat het onverteerbaar is dat ANP straffeloos kan blijven wapperen met de rechten van de bij haar aangesloten freelancers. Die daar vermoedelijk geen cent van terugzien.
Helaas, afgewezen! In eerste instantie omdat ik naast een persoonlijk belang ook een onderscheidend belang moet hebben. En na mijn protest beweren ze doodleuk dat ik geen persoonlijk belang heb.
Zomertijd
Ik zat destijds in de eerste lichting gedaagde fotogebruikers die opgespoord waren door Permission Machine. Zover ik weet ontving de hele groep in juni de dagvaarding. Afgelopen maand juni lijkt ANP weer een hele lichting ‘wanbetalers’ voor de rechter te slepen, want ik kreeg twee meldingen. Juni is een gunstige tijd voor deurwaarders om achter geld aan te gaan. Zo vlak voor de zomervakantie hebben mensen geen zin in gedoe en willen ze ervan af. Zo niet de twee melders.
Bij de een treed ik op als gemachtigde. Bij de ander was dat ook het plan, maar die ging halverwege door met een doorgewinterde jurist. Wat ik snap, want ik bezit geen diplomatieke kwaliteiten en heb weinig geduld. Dat zijn geen pluspunten in de rechtszaal. Want daar moet je oeverloos kunnen zwammen of een handhavingsverzoek aan de ACM nu ongegrond of niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Herroepingszaak
Na de zomer gaat mijn eigen rechtszaak met ANP weer verder. Het is spijtig dat ik mijn pijlen moet richten op de formele rechtsopvolger van Hollandse Hoogte. Omdat dat een ander BV is dan die van de beeldbank ANP, waar ik een vuistdik dossier van heb met lelijke zaken. Pluspunt is dan wel weer dat alle fotografen (afkomstig van Hollandse Hoogte) dus blijkbaar geen contract hebben met de partij die hun foto’s exploiteert...
Inhoudelijk win ik de zaak. Maar er ligt nog een tweede niet-inhoudelijk verweer. Dat ik te laat zou zijn met herroepen. Wat ik betwist want ik heb binnen 3 maanden nadat ik het contract met de fotograaf onder ogen kreeg, waaruit blijkt dat er namens hem geprocedeerd had moeten worden, de juiste BV gedagvaard. De tot nu toe gemaakte kosten zijn bijna bij elkaar gesprokkeld. Waarvoor dank. Doch de kosten gaan verder oplopen, donaties blijven welkom.
Aangifte laster en smaad
Op LinkedIn ging een post over een fotoclaim van ANP viraal en die heb ik, met de naam van de auteur van die post, gebruikt om uit te leggen dat foto’s die automatisch verschijnen als je een hyperlink deelt geen inbreuk is. De dame in kwestie, stuurde agressieve mails dat ik haar naam moest verwijderen en toen ik daar niet gelijk gehoor aan gaf deed ze een melding bij de politie. Inmiddels heeft ze naar eigen zeggen aangifte gedaan.
Het is de dame van de grootste plannen om ANP aan te pakken uit het begin van dit nieuwsbericht. Aandacht voor de strijd tegen de fototrollerij is hard nodig, dus ik hoop haar spoedig te zien in een bekende talkshow. Heel benieuwd met welke dure advocaat ze zal verschijnen en of het er eentje is waarmee ik al eens in contact kwam.
Gratis foto’s
Flickr werkte nog met een sterk verouderde CC-licentie, namelijk de 2.0, die in 2004 geïntroduceerd is. De nieuwste versie (4.0) stamt uit 2013 en daarbij krijg je 30 dagen om een inbreuk te herstellen. Pas daarna handel je onrechtmatig. Flickr biedt sinds afgelopen juni eindelijk de 4.0 aan. Maar de oude variant kan ook nog steeds gebruikt worden. Sterker, fotografen kunnen switchen tussen de licenties. En dan mag de fotogebruiker jaren later gaan bewijzen dat er andere voorwaarden golden toen hij of zij de foto overnam. Het was voor mij aanleiding om nog maar eens te waarschuwen voor gratis foto’s.
Een onnozele fotograaf
De grootste claim die ik ooit zag, kreeg nog een venijnig staartje. Fototrol VAAAM is in hoger beroep gegaan, de advocaat is er tussenuit gepiept en het gerechtshof weigert, net als de rechtbank eerder, te benoemen dat er sprake is van misbruik van recht. Ik vond en vind dat overduidelijk.
Het arrest geeft een aardig inkijkje hoe malafide het eraan toe gaat. Zover ik kan afleiden uit de stukken, is er enkel een machtiging met de fotograaf overgelegd. Dat betekent dat VAAAM namens de fotograaf schadevergoeding had moeten vorderen en dat deed VAAAM niet. VAAAM vordert uit eigen naam en passeert daarmee de fotograaf.
In eerste aanleg ging het om één foto van de fotograaf. Het hof wijst echter schadevergoeding toe aan VAAAM voor zeven foto’s. Er bleken namelijk zes foto’s te zijn die via beeldbank Blaubut in het dossier terecht waren gekomen. De fotograaf heeft verklaringen afgelegd dat hij de foto’s bij Blaubut heeft weggehaald en VAAAM gemachtigd heeft om namens hem schadevergoeding te vorderen. Maar VAAAM vordert dus op EIGEN naam. De fotograaf helpt doodleuk VAAAM met het misbruiken van zijn auteursrechten. Hoe onnozel.
De uitspraak van zowel de rechtbank als het hof had moeten zijn dat VAAAM de wet overtreedt om schade te vorderen voor vermeende inbreuken op de rechten van een ander. VAAAM wappert met de auteursrechten van fotografen… En VAAAM is daar zeer zeker niet de enige in. Doch nu vind ik het nieuwsbericht wel weer lang genoeg ;-).
Deel de petitie! Deel je ervaringen online. Een desinfecterend zonnetje is alles wat we kunnen doen.
Groet! De petitionaris
Inmiddels 240 steunbetuigingen! Dank aan allemaal! En nu het nieuws:
Zoals u wellicht weet is er al veel gesloopt, maar nog niet alles. Staand in de Haarlemmerstraat met de rug naar C&A is links een zijmuur te zien uit het jaar 1400, met daar in twee dichtgemetselde ramen met een houten balk er boven.
De contouren van de tuitgevel zijn nog te zien. Vroeger stonden de daken met de schuine kant op de Haarlemmerstraat. Die zijmuur heeft het Leids ontzet nog meegemaakt.
Inmiddels is er een brandbrief naar het college van burgemeester en wethouders gestuurd. Ook is er antwoord, vrij samengevat: Economische belangen hebben voorrang gekregen, en als je alles maar documenteert leidt dit tot inzicht in en ontsluiting van de historie. Dat roept bij mij de vraag op: Mag je dan dus ook het stadhuis of de Burcht slopen voor nog een parkeergarage, mits je het documenteert?
Verder heb ik een paar links toegevoegd: het interview op Omroep West, en twee gemeentelijke documenten uit de vergunning: het bodemonderzoek en de bouwhistorisch verkenning uit 2011. Let vooral op bladzijde 5 uit het bodemonderzoek: er gaat een kelder van 5 meter diep en 806 m2 gegraven worden, terwijl de bodem resten vanaf de 12e eeuw bevat over een dikte van enkele meters. Dan kunnen er meer kledingrekken in de winkel.
Groeten,
Tjalling Schuttenhelm stopsloopinleiden-2018@yahoo.com
Ik wil heel graag duidelijk laten horen dat mensen met een beperking niet met zich laten sollen en geen stempel willen krijgen van het CIZ.
Amsterdam 5 september 2018
Naar aanleiding van het inspreken van het comité 30 juni - 1 juli in de Raadscommissie Werk Inkomen en Onderwijs van de gemeente Amsterdam, spreekt wethouder Rutger Groot Wassink van onrechtvaardigheid en vindt dat Nederlandse staatsburgers door foute wetgeving in de problemen worden geholpen. Hun bestaanszekerheid komt hierdoor in gevaar, aldus de wethouder.
Verder belooft Groot Wassink deze problematiek aan te kaarten in zijn overleg met ministers.
Het comité 30 juni - 1 juli heeft al in 2017 aan de vaste Kamercommissie de petitie aangeboden, die op dit moment al door meer dan 10:000 mensen is ondertekend.
Omdat Amsterdam, historisch, cultureel en economisch al eeuwenlang verbonden is met onze herkomstlanden, de Nederlandse Antillen & Suriname, heeft het comité zich ook tot Amsterdam gericht. Het comité is van mening, dat de Gemeente Amsterdam de meest gerede gemeente is om zich achter deze petitie te scharen en draagvlak te genereren in de Tweede Kamer en bij de andere drie grote steden en Almere.
Stichting Eer en Herstel, UCF en AOW Surneds hebben zich bij het comité 30 juni - 1 juli aangesloten en zullen vanaf nu gezamenlijk optrekken. De actie wordt ook ondersteund door de FNV Vakbond
Omdat wethouder Atzema via de media laat weten dat ze niet begrijpt aan wie de petitie is gericht, licht ik graag e.e.a. nader toe: Een petitie is vormvrij.
Artikel 5 van de Grondwet zegt dat elke burger het recht heeft een petitie te starten. De petitie zal officieel worden overhandigd aan de gemeenteraad zodat het wordt behandeld als een formeel ingekomen stuk. De petitie kan worden getekend door mensen die in Waddinxveen e.o. wonen en/of verblijven.
In dezelfde week waarin Annemarie Boom afscheid nam van de fysiotherapiepraktijk waar ze twintig jaar had gewerkt, kwam haar moeder bij haar in huis wonen. Een beslissing die haar nog dagelijks vreugde brengt, en die haar moeder duidelijk goed heeft gedaan.
Maar in de zestien jaar die eraan voorafgingen, is heel veel gebeurd dat ze graag anders had gezien.
Oude mensen hebben een wijsheid waarvan jongere mensen heel veel kunnen leren, vindt Boom. Die conclusie trekt ze niet alleen op basis van de zeven jaar waarin ze nu haar moeder in huis heeft. ‘Ik merkte het in het verleden al, en ook nu nog, aan het werk dat ik als fysiotherapeut in verpleeg- en verzorgingshuizen doe’, vertelt ze. ‘Ik heb een passie voor ouderen.’ Met haar moeder ging het rond het midden van de jaren negentig in de thuissituatie al een tijd niet goed meer. Dit had deels te maken met het problematische huwelijk waarin zij verkeerde, en deels ook met de herinneringen aan haar getroebleerde jeugd. In 1996 belandde ze op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis, waar een diagnose werd gesteld waarvan Boom enorm schrok: dementie met een sombere prognose. ‘Ik had meteen het idee dat dit niet klopte’, zegt ze. ‘Het was de slechte situatie waarin ze zo lang had verkeerd die haar parten speelde, maar ze had niet de kenmerken die bij dementie passen’. Het vergrootte haar gevoel van eenzaamheid.
Naar het verpleeghuis In haar medische dossier – dat Boom pas jaren later onder ogen kreeg – stond ook dat zij en haar broer het niet met de diagnose dementie eens waren. Maar het medisch team hield er onwrikbaar aan vast en gaf hun moeder een verpleeghuisindicatie. Zo begon een proces dat tot 2011 zou voortduren. ‘Ik had veel liever gezien dat mijn moeder naar een herstellingsoord zou gaan’, zegt Boom, ‘maar voor het gesprek daarover werd geen ruimte geboden. Door mijn medische achtergrond werd ik gezien als een betweter. Het ontbrak aan communicatie, er was geen ruimte om naar het andere verhaal te luisteren, het verhaal over de persoonlijke achtergrond van mijn moeder. In het verpleeghuis werd ze vanaf dag één behandeld als iemand met dementie. Ze werd daar met medicatie gesedeerd, terwijl ze juist begrip voor haar situatie, waarin vertrouwen en veiligheid centraal staat, nodig had. Zij diende gestimuleerd te worden met dagactiviteiten en beweging. Maar ze werd immobiel behandelbaar gemaakt, iets wat ik als fysiotherapeut heel moeilijk vond om te zien.’ Haar broer, niet medisch onderlegd, stelde zich op het standpunt “De dokters zullen het toch wel weten”.
Lastig gevonden Het verpleeghuis voelde zich gehinderd door de tegenstrijdige signalen van Boom en haar broer en drong aan op het aanstellen van één mentor en één bewindvoerder. ‘Ik ging ermee akkoord de rol van mentor op me te nemen, zegt ze, ‘maar achteraf concludeer ik dat we hierin veel te meegaand zijn geweest. Ik heb ook veel te laat haar medisch dossier opgevraagd. En ik heb me verbaasd over het feit dat daarin beschreven stond dat mijn moeders geheugen niet te testen was. Heel tegenstrijdig aan de diagnosestelling dementie.’ Boom nam zitting in de cliëntenraad van het verpleeghuis waar haar moeder woonde en vervolgens ook in de centrale cliëntenraad. ‘Maar ik werd er na een poos uitgezet op basis van onduidelijke argumentatie die er feitelijk op neerkwam dat ik te lastig was’, zegt ze. ‘In de periode daarvoor had de locatiemanager me ook al verboden om met de Inspectie te praten. Dit terwijl mijn moeder in veertien maanden tijd twee breuken en een zeer zware kneuzing had opgelopen, zonder aanwijsbare oorzaak. Met de zwartbrief die ik hierover aanbood aan LOC en ActiZ, bleken die partijen niet zoveel te kunnen. Extern onderzoek werd niet toegestaan, en intern onderzoek wekte de suggestie dat ik zelf mijn moeder wel eens die letsels kon hebben toegebracht.’
Moeizaam overleg Het was voor Boom de druppel die de emmer deed overlopen. Via haar werk voor de Stichting Cliënt en Kwaliteit kwam ze ook in andere verpleeghuizen, onder andere in een huis waarvan ze dacht dat haar moeder daar beter op haar plaats zou zijn. Ze regelde voor haar de overstap naar dit nieuwe huis en nam haar dossier mee. ‘Mijn fout was dat ik dit ongeopend in de envelop afgaf aan dat nieuwe verpleeghuis’, zegt ze. ‘Daarna stond ik meteen weer als lastig te boek, want er stonden natuurlijk nare dingen over mij in.’ Haar verwachting dat het hier beter zou zijn voor haar moeder kwam niet uit. De contacten verliepen vanaf het begin stroef en haar moeder moest wegens personeelsgebrek een keer acht dagen onafgebroken op bed doorbrengen. Ze vertelt: ‘Toen ik vroeg waarom kreeg ik nota bene als antwoord: “Voor ons moet het ook nog leuk blijven”. Ik wist niet wat ik hoorde. Mijn moeders zelfstandigheid en stafunctie werden op geen enkele manier gestimuleerd. Nadat ik erop had aangedrongen aanwezig te zijn bij het multidisciplinair overleg heb ik best goede gesprekken gevoerd met de artsen die verantwoordelijk voor haar waren. Maar er was achter de schermen veel aan de hand in dat huis, personeelsverloop zorgde voor onrust en dat had zijn weerslag op de bewoners.’ Geen van de specialisten ouderengeneeskunde, zoals de verpleeghuisartsen tegenwoordig heten, nam verantwoording voor de situatie waarin mijn moeder verkeerde.
Opname Boom’s moeder was vaak ziek, had vooral last van urineweginfecties en kreeg dan steeds antibiotica toegediend. Op een zaterdagnacht in 2011 leek het mis te gaan. Het was een half uur na middernacht toen Boom een telefoontje kreeg met de boodschap: ”Uw moeder is pre-terminaal”. Ze belde haar broer en beiden zorgden zo snel mogelijk in het verpleeghuis te zijn. ‘Daar drong ik aan op ziekenhuisopname voor mijn moeder, maar de weekendarts weigerde daaraan mee te werken’, vertelt ze. ‘Dus belde ik zelf 112, en even later hoorde ik gelukkig dat de ambulancebroeders ook vonden dat een opname nodig was. Na de opname was mijn moeder door adequaat ingrijpen binnen vijf uur weer koortsvrij.’ Vanuit het verpleeghuis wachtten Boom echter twee onaangename verrassingen. Ze vertelt: ‘De eerste was een brief waarin werd gesteld dat mijn moeder “mocht ze onverhoopt beter worden” mocht terugkeren naar het huis, maar dat mijn broer en ik dan niet meer welkom waren. De tweede was een aangifte door de weekendarts wegens bedreiging. Gelukkig werd ik daarvan vrijgesproken. Terecht, ik was gewoon overstuur, meer niet.’
Naar huis Voor Boom was de maat vol. Terwijl haar moeder nog in het ziekenhuis lag, besloot ze dat ze haar bij haar ontslag mee naar huis zou nemen. Ze had inmiddels een advocaat in de hand genomen, en die regelde dat het ziekenhuis haar moeder een paar dagen langer een bed bood, zodat ze snel de eerste zaken kon regelen om haar thuis adequaat onderdak te bieden. Ze vond snel een huisarts voor haar moeder, en regelde een bed en thuiszorg. ‘Mijn doel was haar te laten aansterken en dan zou ik wel weer verder zien’, zegt ze, ‘maar ze is nooit meer weggegaan. Na verloop van tijd ben ik gestopt met de reguliere thuiszorg en ben ik zelf mensen gaan zoeken om de zorg te kunnen bieden die mijn moeder nodig heeft. Sinds 2012 maken we gebruik van het PGB.’ Het team dat nu voor haar moeder zorgt is divers: verpleegkundigen, studenten hbo-v, verzorgenden fysiotherapeuten en naasten. ‘Allemaal mensen die wat anders in het leven staan’, zegt ze, ‘dat trek je toch aan. Er is een groot wederzijds respect en er is vertrouwen. Open communicatie is het uitgangspunt bij ons. Als je denkt dat iets anders kan, zeg het me.’
Een mogelijk vervolg Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Boom’s moeder is nu 89. Boom heeft bereikt dat de diagnose dementie formeel is doorgehaald. De huidige diagnose luidt dat ze achteruit gegaan is door de gevolgen van een zestien jarige sederende behandeling in een verpleeghuis op basis van de verkeerde indicatie, plus de gevolgen van een onbehandelde post-traumatische stressstoornis. ‘Ze is enorm opgeknapt in de jaren dat ze nu bij mij woont’, zegt Boom. ‘In het eerste jaar is ze tien kilo aangekomen en in al die jaren heeft ze welgeteld één urineweginfectie gehad. Verder is ze nooit ziek geweest.’ Soms krijgt Boom nu van anderen de vraag of ze niet ook voor hun vader of moeder kan zorgen, op dezelfde grondslag als ze nu al zeven jaar voor haar eigen moeder doet. Ze zegt: ‘Dan denk ik: waarom niet, als ik ergens een pand kan vinden. Ik zou best een kleinschalig verpleeghuis willen beginnen voor vier of vijf bewoners. Het is gewoon nog niet het moment geweest. Wat hierin meespeelt is dat ik in mijn directe woonomgeving dezelfde mensen tegenkom met wie ik voor 2011 in het verpleeghuis zoveel problemen heb gehad. Van al deze mensen werkzaam in de wereld van de zorg heeft nooit iemand haar of zijn verantwoording jegens mijn moeder genomen. Door haar vanuit een noodsituatie in huis te nemen, draag ik nu, gesteund door mijn directe omgeving, de gevolgen hiervan. Ik verbaas me er tot op de dag van vandaag over dat nooit iemand er bij mijn moeder of mij op teruggekomen is. Ook de IGZ, waar wij diverse gesprekken mee hebben gevoerd laat ons in de kou staan; “voor individuele gevallen kunnen zij niets doen en tijdens één van de gesprekken werd mij gezegd dat ik de grens van, het kunnen, van de IGZ heb bereikt”. Dat vind ik heel jammer, het had nooit zover mogen komen. Daarom ben ik ook erg blij dat ik nu mijn verhaal kan vertellen. En wie weet is de volgende stap dat ik inderdaad een kleinschalig initiatief start waarin mijn moeder samen kan leven met drie of vier anderen. Daar is ze nu wel weer aan toe.’
Meer weten
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.
Wij zijn te bereiken op tel.nr. 06-24643191 en tel.nr. 06-54651979.