De petitionaris heeft haar studie Mediarecht afgerond en wacht op haar cijfer. Tijd voor een overzicht van gerechtelijke dwalingen die fototrollen gebruiken om mensen onder druk te zetten en te laten betalen.
Op eigen naam schade vorderen
Ik zie steeds meer blafbrieven namens grote partijen als ANP, Reuters, AFP en Alamy. Partijen die op eigen naam schade vorderen en waar de fotograaf zelf vermoedelijk geen cent van ziet.
Nieuw voor mij was dat Copytrack namens DPG Media meer dan duizend brieven in één week verstuurt. Vermoedelijk blijven de ‘boetes’ van DPG Media onder de € 500,- en die worden niet aan mij voorgelegd, vandaar dat ik het niet wist.
DPG Media krijgt weliswaar een vrijwel onbeperkte licentie van de fotograaf, maar fotografen behouden hun auteursrecht en dragen het niet over.
Helaas vragen gedupeerden zelden naar bewijs dat eisers gerechtigd zijn om op eigen naam schade te vorderen en moet ik de eerste kantonrechter nog tegenkomen die geen genoegen neemt met een bewijsaanbod. Een bewijsaanbod dat tegenwoordig bijna standaard is terwijl de wet voorschrijft dat alle bewijsmiddelen bij dagvaarding moeten worden overlegd, de substantiëringsplicht, art. 111.3 Rv.
Vraag je wél naar bewijs, dan win je.
Verwijtbaarheid
De term diefstal voor een onopzettelijke inbreuk is ongepast. Diefstal is een misdrijf, daar doe je aangifte van en dat valt onder strafrecht. Fototrollen willen geen straf maar schadevergoedingen. Ze beschuldigen je van een onrechtmatige handeling. Dat is geen misdrijf, je dient enkel schade te vergoeden en het valt onder civielrecht.
Een inbreuk moet verwijtbaar zijn om voor schadevergoeding in aanmerking te komen. Cruciale vraag is of jij wist, of redelijkerwijs had kunnen weten dat je rechten schond. Voor foto’s die automatisch verschijnen via een feed of een link die je deelt is de uitgever aansprakelijk. Voor foto’s die een ander plaatst de ander. En bij foto’s die anoniem zijn uitgegeven kun je mijn inziens niet verwachten dat je voor niet-commercieel gebruik uitgebreid onderzoek doet naar de rechthebbende.
Bij deze recente zaak zou ik zelf ingezet hebben op verwijtbaarheid.
Naamsvermelding
Alleen de fotograaf zelf heeft recht op naamsvermelding en op schadevergoeding voor het ontbreken van naamsvermelding. Het is een persoonlijkheidsrecht dat niet overgedragen kan worden. Een werkgever, een uitgever, opdrachtgever of rechtenbeheerder heeft geen recht op naamsvermelding, noch op schadevergoeding voor het ontbreken ervan. Daar is duidelijke jurisprudentie over.
Zo heeft Roel Dijkstra geen recht op schadevergoeding wegens ontbreken naamsvermelding bij de beroemde foto’s van Bokito.
Het recht op naamsvermelding vervalt zodra de foto met toestemming van de fotograaf zonder naamsvermelding is uitgegeven. Een aantal partijen geven bewust foto's anoniem uit om vervolgens blafbrieven te versturen.
Onderbouwing schade
De wet gaat uit van daadwerkelijke schade. Schadevergoedingen zijn zelden deugdelijk onderbouwd en rechters gaan ondanks gemotiveerde betwisting vaak mee in de opgeklopte bedragen. Fototrollen gebruiken dat om hoge bedragen af te dwingen.
Helaas vragen gedaagden zelden naar bewijs van het tarief dat ten tijde van de inbreuk gold. Rechter schat dan het tarief of sluit aan bij de tarieven van Stichting Beeld Anoniem of bij tarieven uit eerdere jurisprudentie.
Het door professionals vaak gegeven advies, betaal het normale tarief met een kleine opslag, raad ik ten zeerste af. Je verhoogt mijn inziens de kans dat ze je voor de rechter slepen. Je betwist immers niet dat zij gerechtigd zijn èn erkent verwijtbaar gehandeld te hebben.
Fotograaf zonder blafjurist
Het gevolg van de toenemende hoeveelheid blafbrieven voor partijen die de rechten niet hebben is dat het voor de fotograaf met een serieuze claim steeds lastiger wordt om zelf zijn rechten te handhaven.
Waardeer het als de fotograaf zelf contact opneemt en probeer het zonder tussenkomst van een jurist op te lossen. Voor beide kanten lopen de kosten anders snel op.
Mijn advies als de fotograaf je zelf benaderd is zonder enige discussie een billijke schadevergoeding over te maken. Voor een particulier, kleine stichting of sportvereniging €25 tot €50,-. Voor commercieel gebruik €100 tot €250,-.
Nieuwe afleveringen Kafka
Tot slot, de serie artikelen op LinkedIn over mijn ervaringen met de overheid is aangevuld met deel 4 over Rechtbanken en deel 5 over de Nationale Ombudsman.
Nog een lange weg te gaan. Promoot de petitie en deel je ervaringen met fototrollen online.
Groet!
De petitionaris
Beste betrokken inwoners van Aarle-Rixtel en andere belangstellenden,
Er zijn vele brieven gestuurd en telefoontjes gepleegd en vanuit meerdere kanten en hoeken hebben wij heel veel steun ontvangen. Op woensdag 28 juni j.l.
is de petitie voor het behouden van de fysieke bibliotheek in Aarle-Rixtel door ons aangeboden met een begeleidend schrijven richting B&W, raadsleden en alle politieke partijen en hun achterban.
Gisteren is tijdens de raadsvergadering door de PvdA en CDA naar aanleiding van de kadernota een Amendement ingediend met het verzoek tot uitstel van de pilot van de Bibliotheek in Aarle-Rixtel naar een servicepunt van 1 jaar. Deze is inhoudelijk hier na te lezen: https://laarbeek.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/180b449c-3028-44a7-abac-131b508ad819?documentId=d96a7dcf-743a-4091-b9d1-884aff8b4660&agendaItemId=0ef5b123-5bb5-487f-85f6-1755ac7c6652
Helaas is bij hoofdelijke stemming geen meerderheid akkoord gegaan met dit voorstel. Dit houdt in dat de fysieke bibliotheek per 1 januari 2024 verdwijnt in Aarle-Rixtel en wordt omgezet naar een servicepunt. Wij balen enorm...
Wij willen iedereen bedanken voor de enorme steun die wij hebben ontvangen. Er is veel over gesproken en veel over te doen geweest in het dorp. Ook danken wij PvdA Laarbeek, CDA Laarbeek, Ouderen Appél Hart Voor Laarbeek, OBS De Driehoek, PlatOO Kindcentrum Breinplein, Dorpsplatform Aarle-Rixtel en alle andere betrokkenen voor hun strijd en steun in het behouden van de huidige bibliotheek. Uiteraard zullen wij de ontwikkelingen en resultaten van de pilot op nauwe voet blijven volgen en weer opstaan wanneer wij nodig achten.
Nogmaals, enorm veel dank voor jullie steun!
Inge en Marloes
Beste ondertekenaar, het bestuur van Coherente wil u enorm bedanken voor uw steun en ondertekening van de petitie. We mochten in totaal 1220 handtekeningen ontvangen.
De handtekeningen zijn via de raadsgriffier overhandigd aan de gemeenteraad. Ondertussen is er in de gemeenteraadsvergadering een amendement aangenomen op het bezuinigingsvoorstel van het college van B&W. De raadsleden willen met Coherente en het college in gesprek over hoe het Welzijnswerk in de gemeente Ouder-Amstel eruit zou moeten zien. Pas daarna wordt er een beslissing genomen over de budgetten die daarbij passen. Bij de behandeling van de gemeentebegroting 2024 in het najaar van 2023 wil de gemeente de uitkomsten van de gesprekken betrekken. Aan Coherente de schone taak om duidelijk voor het voetlicht te brengen wat het Welzijnswerk in Ouder-Amstel zou moeten inhouden; nu en in de komende jaren. Wij blijven aan de slag voor u en hopen daarbij opnieuw op uw steun te mogen rekenen!
Bron: 2023Z12906
Vragen van de leden Mutluer en Mohandis (beiden PvdA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over discriminerende spreekkoren in de stadions (ingezonden 5 juli 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de petitie «Stop discriminerende spreekkoren in de stadions» van COC Nederland en met het bericht «Nog geen concrete afspraken voor homospreekkoren in nieuwe voetbalseizoen: «Ligt niet zo simpel»»?
1, 2
Vraag 2
Kunt u zich vinden in de eis in de petitie dat voetbalclubs, de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en overheden er vanaf komend seizoen voor moeten zorgen dat wedstrijden consequent worden stilgelegd en indien nodig gestaakt bij discriminerende spreekkoren? Zo ja, hoe gaat u hier uitvoering aan geven? Zo nee, waarom niet? Heeft u een beeld van hoe vaak wedstrijden zijn stilgelegd bij discriminerende spreekkoren?
Vraag 3
Hoe kan het dat er nog steeds geen concrete afspraken zijn voor homospreekkoren tijdens voetbalwedstrijden, ondanks de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld» die de KNVB heeft opgesteld om discriminerende en kwetsende spreekkoren in stadions rechtstreeks aan te pakken?
3
Vraag 4
Wordt op dit moment door de betaald voetbalorganisaties (BVO’s) consequent uitvoering gegeven aan de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld»? Zo ja, hoe precies? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Bent u nog met de KNVB in gesprek om discriminatoire, racistische, antisemitische en andersoortige spreekkoren onder de aandacht te brengen van de BVO’s? Zo ja, hoe verlopen die gesprekken en wat zijn de concrete uitkomsten van die gesprekken? Zo nee, waarom niet en bent u van plan deze gesprekken weer op te pakken?
Vraag 6
Is hetgeen gebeurd dat u in mei vorig jaar aan de Kamer schreef, dat in samenwerking met drie BVO’s slimme technologie zou worden getoetst in een realistische (stadion)setting om discriminerende of kwetsende uitingen in stadions beter te kunnen registreren? Zo ja, wat was de uitkomst daarvan?
1 Petities.nl, «Stop discriminerende spreekkoren in de voetbalstadions» https://petities.nl/petitions/stop-discriminerende-spreekkoren-in-de-voetbalstadions.
2 AD, 27 juni 2023, «Nog geen concrete afspraken voor homospreekkoren in nieuwe voetbalseizoen: «Ligt niet zo simpel»» https://www.ad.nl/nederlands-voetbal/nog-geen-concrete-afspraken-voor-homospreekkoren-in-nieuwe-voetbalseizoen-ligt-niet-zo-simpel~aa8e47aa/).
3 Kamerstuk 30 234, nr. 299.
kv-tk-2023Z12906
Bron: 2023D30995
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Datum 5 juli 2023
Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de petitie 'Een voldoende gebleken uiterste wil moet, ook zonder testament, worden gevolgd'
In antwoord op uw brief van 19 juni, nr. 2023Z11196, deel ik u mede dat de vragen van het lid van Ginneken (D66) van uw Kamer over de petitie 'Een voldoende gebleken uiterste wil moet, ook zonder testament, worden gevolgd' worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M.
Weerwind
In antwoord op uw brief van 19 juni, nr. 2023Z11196, deel ik u mede dat de vragen van het lid van Ginneken (D66) van uw Kamer over de petitie 'Een voldoende gebleken uiterste wil moet, ook zonder testament, worden gevolgd' worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de petitie 'Een voldoende gebleken uiterste wil moet, ook zonder testament, worden gevolgd' die de Stichting Theo Niekus op 13 juni 2023 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden?
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u het wenselijk dat de wet bepaalt dat een uiterste wil per definitie nietig is als de ondertekening door de erflater ontbreekt?
Antwoord op vraag 2
Het overlijden van een naaste is een droevige gebeurtenis. Daarbovenop is het verdrietig en moeilijk te verwerken als de erflater bezig was met zijn uiterste wil, maar door het plotselinge overlijden deze niet meer heeft kunnen ondertekenen waardoor het concepttestament geen juridische gelding heeft en nietig is.
Rechtshandelingen zijn in het vermogensrecht als hoofdregel vormvrij, maar de wet maakt hierop enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor de uiterste wil. Voor de rechtsgeldigheid van een uiterste wil moet de akte waarin de uiterste wilsbeschikking is vervat, worden ondertekend door de erflater. Dit vormvoorschrift, dat op straffe van nietigheid is voorgeschreven, vind ik in het belang van de rechtszekerheid en voor de bescherming van de erflater wenselijk. Een uiterste wilsbeschikking is een eenzijdige, hoogstpersoonlijke rechtshandeling waarin een persoon (de toekomstig erflater) vastlegt aan wie hij welk deel van zijn vermogen wil nalaten.
Voordat de notaris de akte passeert waarin de uiterste wil van de erflater is vervat, kunnen een of meer concepttestamenten zijn opgesteld. De erflater kan zich hierop bezinnen, hij kan die eventueel met derden bespreken en (laten) aanpassen. De tussenkomst van de notaris waarborgt de vrije wilsvorming door de erflater bij het definitief vaststellen van zijn uiterste wil. Voorafgaand aan het passeren van de akte doet de notaris mededeling van de zakelijke inhoud van de akte en geeft hij daarop nog een toelichting. Hierbij heeft de notaris de plicht zich ervan te vergewissen dat wat in de akte is opgenomen op dat moment ook daadwerkelijk de uiterste wil van de erflater is en dat de erflater zich bewust is van wat hij ondertekent. De ondertekening van de uiterste wil door de erflater ten overstaan van de notaris biedt zo een belangrijke waarborg dat hetgeen in de akte is opgenomen de ware wil van de erflater weergeeft. Zolang deze ondertekening niet heeft plaatsgevonden en alleen een concept van een testament bestaat, bestaat geen zekerheid dat de uiterste wil van de erflater overeenstemt met het concept op het moment van diens overlijden. Juist bij een uiterste wil is deze rechtszekerheid van groot belang, omdat de uiterste wil pas werking krijgt op het moment dat de erflater zich daarover niet meer zelf kan uitlaten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat mogelijk zou moeten worden dat onder omstandigheden, bijvoorbeeld in een situatie zoals omschreven in de petitie, geen sprake is van nietigheid indien een concepttestament voldoende duidelijk maakt wat de wil van de erflater is?
Antwoord op vraag 3
Ik vind het van groot belang dat de uiterste wil wordt uitgevoerd overeenkomstig hetgeen de erflater werkelijk heeft gewild. Zo moet bij de uitleg van een uiterste wilsbeschikking worden gelet op de verhoudingen die de erflater met zijn uiterste wil kennelijk heeft willen regelen en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt. Tot die omstandigheden kan worden begrepen de situatie dat de erflater vanwege zijn plotselinge overlijden het concept van een testament niet meer heeft kunnen ondertekenen en daarmee zijn uiterste wil niet meer rechtsgeldig heeft kunnen vastleggen. Het ontbreken van het formele passeermoment bij de notaris waarbij de erflater de akte ondertekent en daarmee zijn uiterste wil bevestigt, brengt echter mee dat niet de voor de uiterste wil vereiste zekerheid bestaat dat hetgeen in een concepttestament staat overeenstemt met wat de erflater daadwerkelijk heeft gewild.
Het is aan de rechter om in individuele gevallen te beslissen of onder de bijzondere omstandigheden van het gegeven geval aanleiding bestaat om voorbij te gaan aan het vereiste van ondertekening van de uiterste wil en de nalatenschap af te wikkelen overeenkomstig een concepttestament dat de erflater door zijn overlijden niet meer heeft kunnen ondertekenen. Een algemene regel die onder bepaalde omstandigheden afwijkt van het vereiste van ondertekening door de erflater en een concepttestament juridische gelding geeft, acht ik vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid en de bescherming van de laatste wil van erflaters onwenselijk en praktisch onuitvoerbaar. De situatie dat de uiterste wil niet is ondertekend vergt een rechterlijke beoordeling van alle omstandigheden van het geval. Die beoordelingsruimte heeft de rechter reeds binnen het bestaande wettelijke kader.
Vraag 4
Zijn er volgens u ook nog andere vormen van niet-geformaliseerde wilsverklaringen die een rechtsgeldige betekenis zouden moeten hebben?
Antwoord op vraag 4
Mijn antwoorden op de vragen 2 en 3 gaan uit van de uiterste wil in een notariële akte. Naast dit notarieel testament is het mogelijk om een onderhandse uiterste wil bij de notaris in bewaring te geven. Voor dit depot-testament stelt de wet eveneens de eis dat de uiterste wil door de erflater is ondertekend en aan een notaris ter hand wordt gesteld. Hierbij moet de erflater aan de notaris verklaren dat het aangeboden stuk zijn uiterste wil bevat en dat aan het vereiste van ondertekening is voldaan. Van de bewaargeving en de verklaringen van de erflater maakt de notaris een akte op die door de erflater en de notaris wordt ondertekend. Net als het notarieel testament blijft de onderhandse uiterste wil berusten bij de notaris die deze akte heeft ontvangen. Het notarieel testament en het depot-testament waarborgen dat de uiterste wil van de erflater duurzaam bewaard blijft (totdat deze door de erflater wordt herroepen) en pas bekend wordt na het overlijden van de erflater. Zoals ik hiervoor in mijn antwoord op vraag 2 heb vermeld, biedt de tussenkomst van de notaris daarnaast de waarborg dat de erflater in alle vrijheid kan beschikken over zijn vermogen na overlijden. Met de ondertekening van de akte en de daarin vervatte wilsverklaringen van de erflater bevestigt de erflater ten overstaan van de notaris zijn laatste wil.
Voor het maken van laatste wilsbeschikkingen van betrekkelijk gering vermogensrechtelijk belang en bepaalde beschikkingen zonder vermogensrechtelijk belang (een codicil) voorziet de wet in een uitzondering op de notariële tussenkomst. Wel stelt de wet hierbij de eis dat het onderhandse stuk geheel met de hand is geschreven en door de erflater gedagtekend en ondertekend is. Ook deze eisen zie ik als belangrijke waarborgen dat de erflater zich bewust is van wat hij aan wie nalaat. Daaraan wil ik dan ook vasthouden.
Vraag 5
Bent u bereid te inventariseren/onderzoeken of de wettelijke regeling zou kunnen worden aangepast en wat de meest wenselijke vorm is waarin deze dan zou moeten worden gewijzigd?
Antwoord op vraag 5
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3 heb vermeld, zie ik geen reden om buiten de genoemde testamentsvormen en het codicil andere vormen van niet-geformaliseerde wilsverklaringen rechtsgeldigheid toe te kennen of de vormvoorschriften bij een uiterste wil los te laten. Hoezeer het ook voor de petitionaris te betreuren is dat de erflater het concepttestament niet meer in de vereiste vorm heeft kunnen opmaken, zonder het passeren van het testament bij de notaris kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het concept de werkelijke, vrije wil van de erflater weergeeft. Het zou bovendien afbreuk doen aan de rechtszekerheid en het ordelijk verloop van het rechtsverkeer als rechtsgevolgen kunnen worden verbonden aan concepten van wilsverklaringen en kunnen worden afgedwongen. In het belang van de rechtszekerheid behoort aan akten alleen rechtskracht en bewijskracht toe te komen als deze geschriften zijn ondertekend en, voor zover van toepassing, zijn opgemaakt in de wettelijk vereiste vorm. Dit geldt in het bijzonder voor de uiterste wil waarin iemand beschikt over zijn gehele vermogen na overlijden en die pas wordt geopenbaard en werking krijgt na het overlijden. Het is aan de rechter om te bezien of bijzondere omstandigheden aanleiding geven om hiervan in een specifiek geval af te wijken.
Beste ondertekenaar en/of donateur,
Wat ongelooflijk fijn dat jullie de petitie getekend hebben en wat fijn dat we al in zo'n korte tijd zoveel donaties binnen hebben gekregen en het gaat maar door! Top.
Dat betekent ook dat we met elkaar de strijd blijven aangaan om Mc Donalds geen schijn van kans te geven in Oosterwold.
De vraag van de advocaat is nu of je niet alleen wil tekenen en/of doneren maar ook onderstaand formulier wil invullen.
Voor een gerechtelijke procedure zijn gegevens belangrijk. We zullen er zorgvuldig mee omgaan.
Of als bovenstaand formulier niet lukt dan deze
Met vriendelijke groet,
Femke, Sascha, Renske, Karin
Op 4 juli j.l. hebben wij, de Werkgroep Dijksgracht Oost, vooralsnog niet de petitie Stop Dijksgracht Oost ingediend, hoewel we op 29 juni hadden gezegd dat wel te doen.
Maar kort voor de betreffende vergadering bleek dat de Stadsdeelcommissie Centrum alsnog zou adviseren tot een traject voorafgaand aan de ter inzage legging van het concept bestemmingsplan Dijksgracht Oost - een traject dat zij noodzakelijk acht om een juiste afweging te kunnen maken tussen de vermeende nut en noodzaak van een haven op de Dijksgracht enerzijds en de belangen van de omwoners en ondernemers anderzijds. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft dat advies overgenomen. Het traject was een wens van ons, de bewoners. Voor het eerst zal nu in dat traject onze stem gehoord worden, zal van echte buurtparticipatie sprake kunnen zijn. Daarom hebben we besloten de Petitie Stop Dijksgracht Oost in ieder geval niet op 4 juli al te overhandigen.
www.rijksoverheid.nl, Ons kenmerk 3604077-1049184-J
Datum document 31 mei 2023
Datum 4 juli 2023
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Onderwijs, de antwoorden op de
vragen van de leden Tielen, Paul en Verkuijlen (allen VVD) over het bericht ‘Ouders
eisen verbod op autismebehandeling voor kinderen’ (2023Z09662).
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Maarten van Ooijen
Antwoorden op Kamervragen van de leden Tielen, Paul en Verkuijlen (allen VVD) over het bericht ‘Ouders eisen verbod op autismebehandeling voor kinderen’
(2023Z09662, ingezonden 31 mei 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Ouders eisen verbod op autismebehandeling voor
kinderen’ 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2:
Hoeveel aanbieders van behandelingen die vallen onder de noemer Applied
Behavior Analysis (ABA) zijn er momenteel in Nederland? Hoeveel meer zijn dat er
dan in 2020 en in 2015? Klopt het dat er speciale ABA-scholen zijn? Waaraan
moeten professionals voldoen om dit soort behandelingen te mogen uitvoeren?
Antwoord 2:
ABA is niet één behandeling. Op basis van ABA en de uitgangspunten van ABA zijn
meerdere behandelingen ontstaan, die onderling van elkaar kunnen verschillen.
Zo kan bijvoorbeeld de intensiteit van de behandeling verschillen van zeer
intensief (20-40 uur per week) tot meer ambulante vormen van behandelingen.
Ook het doel van de behandelingen en de betrokkenheid van ouders bij
behandelingen kan verschillen per afgeleide behandeling.
Het is niet bekend hoeveel aanbieders ABA gebruiken.
Er zijn aanbieders met “ABA” in hun naam, maar er zijn ook reguliere ggz-instellingen die behandelingen aanbieden die afgeleid zijn van ABA en/of waarbij elementen van ABA onderdeel kunnen zijn van de behandeling. Het is daarom niet zonder meer mogelijk te bepalen hoeveel aanbieders onder de noemer ABA zijn.
Met betrekking tot ABA-scholen heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) navraag gedaan bij de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie geeft aan dat zij geen beeld heeft van de aard van de interventies die plaatsvinden in het kader van een behandeling tijdens onderwijstijd. Zij heeft ook geen wettelijke basis om dat te doen. Het is daarom niet bekend of er speciale ABA-scholen zijn.
Zoals hierboven uitgelegd zijn er veel verschillende behandelingen die in meer of mindere mate zijn afgeleid van ABA en/of waarbij elementen van ABA onderdeel kunnen zijn van de behandeling. Jeugdigen die zorg nodig hebben, kunnen deze ontvangen vanuit de Jeugdwet of de Wlz. Passende zorg wordt ingezet op basis van de hulpvraag van een jeugdige en het gezin, onderdeel hiervan kan zijn dat er behandeling wordt ingezet met elementen vanuit de ABA visie. Om vergoede zorg aan te bieden in het kader van de Jeugdzorg vragen gemeenten doorgaans om een BIG of SKJ-geregistreerde professional. Daarbij wordt uitgegaan van de norm verantwoorde werktoedeling. Daarin wordt gesteld dat een werkgever ‘verantwoorde hulp’ moet bieden. In het kwaliteitskader Jeugd wordt uitgelegd wanneer een geregistreerd professional moet worden ingezet.
Bij zorg vanuit de Wlz is de professionele standaard leidend. In deze situatie zijn de Zorgstandaard Autisme en het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ relevant. Daarin staat dat behandelingen altijd moeten worden uitgevoerd door bekwame en bevoegde behandelaren. De verantwoordelijkheid ligt bij de regiebehandelaar: een GZ-psycholoog, orthopedagoog of vergelijkbare deskundige. Medebehandelaars, zoals een ABA- of PRT-therapeut, voeren hun aandeel in de behandeling en begeleiding uit zoals vooraf vastgelegd in het individuele behandelplan, het zorgprogramma of voortvloeiend uit de wet- en regelgeving.
Vraag 3
Zijn er – naast de 450 klachten die het Leerlingen Belang Voortgezet Speciaal
Onderwijs (LBVSO) heeft ontvangen – meer klachten binnengekomen bij andere
instanties, zoals de inspecties, over deze behandelingen? Hoeveel zijn dat er en
wat is de aard van deze klachten? Wat wordt er met deze klachten gedaan?
Antwoord 3
De IGJ meldt dat zij recent 1 signaal heeft ontvangen waarbij de ABA methode
onderdeel was van het signaal. De IGJ kan niet op de inhoud van signalen ingaan.
Bij de inspectie van het onderwijs zijn geen signalen specifiek over ABA-
behandelingen bekend.
Vraag 4
Zijn er signalen dat deze behandelingen worden aangeboden op, door of via
scholen? Bent u bereid dit te onderzoeken?
Antwoord 4
Ik heb in gesprek met de LBVSO toegezegd om in het algemeen een onderzoek te
starten naar de effecten die ABA behandelingen kunnen hebben op jongeren. Het
ministerie van OCW neemt de signalen over ABA serieus sluit daarom vanuit de
verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan bij de stappen die vanuit VWS
genomen worden.
Jeugdhulp of zorg uit de WLZ kan geboden worden op school, hierbij kan de behandeling zich richten op het kind in de schoolcontext.
De LBVSO heeft aangegeven signalen te ontvangen over ABA-behandelingen die worden aangeboden op school. Zoals ook aangegeven in de beantwoording van vraag 2 is er geen (systematisch) zicht op welke type behandelingen er op scholen worden gegeven.
Het is belangrijk dat er altijd samen met ouders en de jeugdige wordt gekeken naar welke vorm van ondersteuning het meest passend is. Ook als daar zorg bij nodig is. Daarbij is maatwerk en keuzevrijheid ontzettend belangrijk. En er kan dus nooit sprake zijn van enige dwang vanuit de school en het is ook niet goed wanneer ouders of het kind zich onder druk gezet voelen voor een bepaalde behandeling te kiezen als voorwaarde om toegelaten te worden tot of onderwijs te mogen volgen op school.
Vraag 5
Hoe kijkt u na publicatie van dit bericht terug op uw werkbezoek aan een ABA-huis
in Rotterdam vorig jaar? Zijn deze behandelingen en de zorgen van ouders toen
ter sprake gekomen?
Antwoord 5
Ik vind het belangrijk om jeugdigen en ouders te spreken. Daarom leg ik
regelmatig werkbezoeken af. In het kader van de Onderwijs en Zorg proeftuinen
(inmiddels overal afgerond) ben ik vorig jaar, samen met de minister voor Primair
en Voortgezet Onderwijs op bezoek geweest bij het ABA-huis in Rotterdam omdat
zij deelnamen aan zo’n proeftuin. Ik heb toen ook met een jongere en met twee
ouders gesproken. Op het moment van het werkbezoek waren mij nog geen
negatieve signalen bekend over ABA en op ABA gebaseerde behandelingen. Indien
dit wel het geval was geweest had ik ze tijdens dat werkbezoek geagendeerd.
Vraag 6
Hoe worden ouders geïnformeerd over deze behandeling? Worden zij voldoende
op de hoogte gesteld dat het om een ABA-behandeling gaat?
Antwoord 6
In de jeugdhulp is door beroepsverenigingen en het NJi een richtlijn opgesteld
“samen beslissen”. Daarin staat dat jeugdprofessionals samen met de ouders en
jeugdige moeten beoordelen wat de aard en ernst van hun vraag of probleem is en
samen moeten beslissen over passende hulp. Ik vind het zeer belangrijk dat dit
proces wordt gevolgd en dat samen met ouders en met de jeugdige gekeken
wordt naar een behandeling die past bij de zorgvraag van de jongere.
Kortom, wanneer hulp op de goede manier wordt ingezet, dan zijn ouders niet
alleen op de hoogte van een behandeling, maar worden daar ook actief bij
betrokken door de zorgprofessional.
Vraag 7
Klopt het dat in sommige situaties een ABA-behandeling vergoed wordt? Zo ja, in
welke situaties en via welke stelselwet?
Antwoord 7
In de Jeugdwet is bepaald dat zorg en ondersteuning wordt ingezet wanneer dit
nodig is. Hiervoor zorgen gemeenten voor een dekkend aanbod van jeugdhulp.
Gemeenten sluiten hiervoor contracten met aanbieders die voldoen aan de
wettelijke kwaliteitseisen. Wanneer deze aanbieders de ABA behandeling of
elementen hiervan aanbieden, is er in dat geval sprake van een vergoeding vanuit
de Jeugdwet. Welke zorg en ondersteuning er nodig is, bepaalt een professional
samen met de jeugdige en het gezin, waarna de gemeente hiervoor een
beschikking afgeeft en de zorg vergoedt.
Daarnaast kan vanuit de Wet Langdurige Zorg een ABA behandeling of elementen daarvan vergoed worden. Zie daarvoor ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 8
Op welke manier heeft de beoordeling plaatsgevonden om deze behandeling aan
te merken als te vergoeden zorg?
Antwoord 8
Binnen de Jeugdwet zijn gemeenten gebonden aan de jeugdhulpplicht en hebben
zij daarbinnen de vrijheid om te bepalen wat passende hulp is voor jongeren. Voor
Jeugdhulp bestaat geen landelijk vastgesteld pakket. Wel gelden wettelijke
kwaliteitseisen. Gemeenten sluiten contracten af met aanbieders die voldoen aan
deze wettelijke eisen. Daarnaast beslissen professionals gezamenlijk welke
kwaliteitsstandaarden leidend zijn binnen hun vakgebied. Zo is er o.a. een GGZ standaard voor autisme en een richtlijn autismespectrumstoornissen bij jongeren
in de richtlijndatabase van de federatie van medisch specialisten.
Vraag 9
Welke (wetenschappelijke) onderzoeken zijn reeds gedaan naar deze
behandelingen? Hoe verhouden deze behandelingen zich tot de stand van
wetenschap en praktijk? Is er naar uw oordeel voldoende bewijs dat het hier om
effectieve en veilige behandelingen gaat? Zo nee, vindt u dat dit soort
behandelingen tot een vorm van kwakzalverij kunnen worden gerekend? Zo niet,
waarom niet?
Antwoord 9
De afgelopen tijd zijn er signalen geweest over de negatieve effecten van ABA
behandelingen op jongeren. Deze signalen neem ik heel serieus en vind ik
zorgelijk. Mogelijk hangt dit af van de soort behandeling en de deskundigheid van
de professional, maar er is op dit moment nog niet voldoende informatie om daar
een uitspraak over te doen. Ik ga daarom onderzoek laten doen naar de impact
van ABA en behandelingen waar elementen van ABA in zitten op jongeren. Dit heb
ik ook toegezegd tijdens een recent gevoerd gesprek met de voorzitter van de
LBVSO.
Het onderzoeken van de effectiviteit van behandelingen is een taak die bij het veld zelf ligt. Er zijn meerdere wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar ABA behandelingen, vooral in de Verenigde Staten, naar de effecten van ABA bij jongeren met o.a. een licht verstandelijke beperking, jongeren met autisme en jongeren met een combinatie van gedragsstoornissen1. Deze onderzoeken zijn gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Uit het onderzoek blijkt dat deze behandelingen effectief kunnen zijn bij het aanleren van bepaalde vaardigheden en gedrag. Er is ook specifiek onderzoek gedaan naar de Nederlandse context en de behandelingen die in Nederland effectief zijn.
Er is wetenschappelijk discussie over de lange termijn effecten van ABA behandelingen en van ABA afgeleide behandelingen. Sommige wetenschappers zijn van mening dat de lange termijn effecten er zijn, andere wetenschappers zijn daar kritisch over. Dit is een discussie die in het veld zelf en door middel van wetenschappelijk onderzoek beslecht moet worden.
Vraag 10
Op welke manier wordt de veiligheid van kinderen die deze behandeling
ondergaan geborgd? En hoe zorgt u ervoor dat aanbieders geen misbruik maken
van de soms wanhopige zoektocht van ouders naar oplossingen voor hun
kinderen?
Antwoord 10
Aanbieders zijn gehouden aan kwaliteitseisen die genoemd staan in de Jeugdwet
en voor de Wlz de eisen zoals genoemd in Wkkgz. De IGJ houdt toezicht op zowel
aanbieders die jeugdhulp als Wlz bieden. In de toetsingskaders die zij gebruiken zijn kwaliteitseisen uit de wetten en ook veldnormen verwerkt. Een professional
die behandeling biedt of kinderen met complexe problematiek begeleidt, moet
beschikken over een SKJ en/of BIG registratie, beschikken over de juiste
opleidingen en daarnaast zijn professionals gehouden aan hun professionele
standaard.
Vraag 11
Wat bent u bereid te doen om te voorkomen dat dergelijke onbewezen en
potentieel onveilige behandelingen worden aangeboden?
Antwoord 11
Jeugdigen en ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat de zorg die zij
ontvangen passend is en hen daadwerkelijk helpt. Zoals genoemd bij vraag 10 zijn
aanbieders gehouden aan kwaliteitseisen die genoemd staan in de Jeugdwet en
voor de Wlz de eisen zoals genoemd in Wkkgz. De IGJ houdt toezicht op
aanbieders die zowel jeugdhulp als Wlz bieden. In de toetsingskaders die zij
gebruiken zijn kwaliteitseisen uit de wetten en ook veldnormen verwerkt en
professionals zijn gehouden aan hun professionele standaard. Daarnaast is de
kwaliteit van de jeugdhulp een belangrijk thema in de Hervormingsagenda. Er
wordt een gezamenlijke werkstructuur ingericht door en voor partners in het
jeugdveldom om er onder andere voor te gaan zorgen dat voor het brede veld van
de jeugdhulp kwaliteitskaders bestaan die de laatste stand van de kennis
weergeven en die gebruikt worden in de praktijk.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 9 zijn meerdere wetenschappelijke onderzoeken verricht en gepubliceerd, vooral in de Verenigde Staten naar de effecten van ABA bij jongeren. Uit deze onderzoeken blijkt dat deze behandelingen effectief kunnen zijn bij het aanleren van bepaalde vaardigheden en gedrag. Er is ook specifiek onderzoek gedaan naar de Nederlandse context en de behandelingen die in Nederland effectief zijn. Er is echter weinig inzicht op in de (langere termijn) impact van ABA en behandelingen waar elementen van ABA in zitten op jongeren. Hiernaar ga ik een onderzoek uitzetten.
Vraag 12
Hoe is het toezicht op deze behandelingen geregeld? Vindt u ook dat het toezicht
geïntensiveerd dient te worden en dat inspecties meer moeten doen met
meldingen?
Antwoord 12
De bestuurder van een instelling of organisatie is verantwoordelijk voor de
kwaliteit en veiligheid van de geboden zorg en behandeling. De IGJ doet geen
uitspraken over de (on)wenselijkheid van specifieke behandelmethodes zoals de
ABA-methodiek. Het is aan het veld/zorgaanbieders om te bepalen of deze
methodiek wenselijk is en te reflecteren op de manier waarop de ABA-methodiek
professioneel ingezet kan worden. De IGJ kijkt (op basis van signalen en
meldingen) in het toezicht wel naar de deskundigheid van personeel en of ze
bevoegd en bekwaam zijn om een gekozen behandelmethode op professionele
wijze toe te passen.
Vraag 13
Wat is uw reactie op de vraag in de petitie om over te gaan tot een verbod op
ABA-behandelingen voor kinderen met autisme?
Antwoord 13
Ik neem de 450 signalen heel serieus, deze verhalen raken mij. Jongeren moeten
zichzelf kunnen zijn en zich uiten zoals zij dat prettig vinden. Een eventuele
behandeling moet altijd een vrije keuze zijn, in samenspraak met ouders.
Tegelijkertijd is, zoals ik heb beschreven onder vraag 9, wetenschappelijk
onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze behandelingen. Daarnaast zijn er
ook signalen van ouders dat hun kind baat heeft gehad bij een behandeling die
van ABA is afgeleid, en stellen professionals dat ervaringen afhankelijk kunnen zijn
van de specifieke behandelingen die jongeren ondergaan en de deskundigheid van
de professional.
Ik wil recht doen aan al deze signalen en deze beter kunnen duiden. Daarom ga ik onderzoek laten doen naar het effect van behandelingen die afgeleid zijn van ABA op kinderen en jongeren. Ik wil weten of deze behandelingen schadelijke effecten kunnen hebben op jongeren.
1 Zie o.a. Roth, M.E., Gillis, J.M. & DiGennaro Reed, F.D. (2014). A meta-analysis of behavioral interventions for adolescents and adults with autism spectrum disorders.; Peters-Scheffer, N., Didden, R., Korzilius, H. & Sturmey, P. (2011): A meta-analytic study on the effectiveness of comprehensive ABA-based early intervention programs for children with autism spectrum disorders.
1) Trouw, 24 mei 2023 (https://www.trouw.nl/zorg/ouders-eisen-verbod-op- autismebehandeling-voor-kinderen~b7ef01d1/).
Venezuela ondergaat een economische recessie, die startte in 2014. Directe oorzaak is de wereldwijd gedaalde olieprijs, een belangrijke inkomstenbron voor de eerst welvarende oliestaat Venezuela.
Maar ook economisch wanbeleid, corruptie, werkloosheid en mensenrechtenschendingen dragen bij aan de crisis. Het leven van de eens welvarende Venezolanen is verwoest. Basismiddelen zijn onbetaalbaar geworden. Mensen zijn op zoek naar voedsel, onderdak en medische voorzieningen. Ondervoeding is een groot probleem en maandelijks sterven honderden Venezolanen door gebrek aan medicijnen en ander medisch materiaal. Meerdere organisatie vormen een betrouwbare partner om de retour medicatie veilig over te brengen.