U, de petitionaris

Nieuws

Verantwoording lobby

In het nieuwe jaar is het goed om nog eens terug te kijken naar het afgelopen jaar. 2016 stond in het teken van de inwerkingtreding van de nieuwe Erfgoedwet, maar ook het afschaffen van de fiscale aftrek was een belangrijk thema. Door samen te werken, zowel met andere erfgoedorganisaties, als met eigenaren van monumenten, hebben we als publiek met de politieke partijen daarin een mooi resultaat bereikt. De fiscale aftrek voor onderhoud aan rijksmonumenten blijft in 2017 gehandhaafd en de bezuiniging van 25 miljoen euro op het budget van OCW is teruggedraaid. Ook in 2017 blijft 57 miljoen op de balans staan voor de aftrekregeling. De Tweede Kamer heeft duidelijk gezegd: Minister, doe eerst gedegen onderzoek en ga met het veld en eigenaren praten over alternatieven voordat je een succesvolle regeling afschaft. Hieronder vindt u een verantwoording van ons lobbywerk.

Verloop

Met Prinsjesdag 2015 werd aangekondigd dat het Kabinet werk ging maken van het vereenvoudigen van de belastingen. Allerlei regelingen, zoals van de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden, zouden geëvalueerd worden en na een zorgvuldig besluitvormingsproces zou bekeken worden of en zo ja hoe de regeling zou kunnen veranderen. De middelen zouden behouden blijven. Met Prinsjesdag 2016 werden we allen verrast door het Kabinet dat ze middels een bezuiniging van 25 miljoen euro de fiscale aftrek voor onderhoud aan monumenten wilde afschaffen. Minister Bussemaker moest een bezuiniging op haar departement doorvoeren en koos voor het afschaffen van de fiscale aftrek. Ze diende samen met Staatssecretaris Wiebes een wetsvoorstel in om per 1 januari 2017 de fiscale aftrek te vervangen door een subsidieregeling. Ze vonden namelijk dat de fiscaliteit niet goed werkte. Er was sprake van oneigenlijk gebruik. Ook wilden ze het beheer en onderhoud van monumenten kunnen sturen. Daarnaast vonden ze de regeling niet eerlijk. Inmiddels weten we na de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer dat er geen evaluatieonderzoek had plaatsgevonden naar de werking van de fiscale aftrekregeling en dat er geen sprake was van een zorgvuldige besluitvorming. Het erfgoedveld en de eigenaren waren niet geraadpleegd. De overgangsregeling naar een subsidie moest nog worden uitgewerkt. Ook de motieven voor afschaffen klopten niet. De werkelijke reden voor afschaffing was de oplegging van een structurele bezuiniging van 25 miljoen euro aan het ministerie van OCW door het ministerie van Financiën.

Lobbywerk

Na het bekendmaken van de maatregel om de fiscale aftrek af te schaffen hebben een aantal organisaties, te weten Erfgoedvereniging Heemschut, Bewoond Bewaard, Hollandse Molen, Nederlandse Monumentenorganisatie, Federatie Grote Monumentengemeenten, Federatie Particulier Grondbezit, Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen, en de erfgoedkoepels Kunsten 92 en Federatie Instandhouding Monumenten de handen ineengeslagen. Doel was de structurele bezuiniging op monumentenzorg van tafel te krijgen en pleiten voor het aanhouden van de fiscale aftrek tot de gehele herziening van het financieringsstelsel in de monumentenzorg in 2018. We legden contact met Tweede Kamerleden en met het Ministerie van OCW. We zijn uitgebreid met de Kamerleden gaan praten. Tevens werden verkennende gesprekken gevoerd met het ministerie. Daarnaast starten we een petitie om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen. Via (lokale, regionale en landelijke) kranten, televisie en radio en nieuwsportals, werd aandacht gevraagd voor onze lobby. Ons doel was tweeledig: ten eerste het informeren van het publiek ten aanzien van de bezuinigingsmaatregel van het Kabinet en ten tweede de weerlegging van het beeld dat de fiscale aftrek van onderhoud aan monumenten oneigenlijk gebruikt werd en vooral ten goede kwam aan de mensen die het niet nodig hadden. Niet altijd kwam deze weerlegging van dat beeld in het begin goed naar voren. Daarom hebben we ook filmpjes laten maken om te laten zien dat de meeste monumenteigenaren een modaal inkomen hebben, liefde hebben voor hun eigendom en graag de oude panden willen behouden en in goede staat willen doorgeven aan de volgende generatie. Deze zijn via sociale media en Youtube verspreid. De fiscale aftrek is naast een bijdrage aan de meerkosten voor onderhoud ook een erkenning voor de inspanningen en inzet van de monumenteneigenaren. Ook voor historische binnensteden heeft de fiscale aftrek een enorme positief effect.

Resultaten

Allereerst heeft de petitie Stop de bezuinigingen op ons erfgoed!, via petities.nl, die 3 oktober 2016 is gestart tot 2 november 2016 ruim 11.000 handtekeningen opgehaald. De commissie Financiën van de Tweede Kamer heeft deze petitie op 2 november 2016 aangeboden gekregen. Daarnaast heeft onze lobby in de Tweede Kamer gezorgd dat zowel op maandag 31 oktober en maandag 7 november bij de behandeling van het Belastingplan 2017 de meeste aandacht en tijd uitging naar het wetsvoorstel tot afschaffing van de monumentenaftrek. Toen op 7 november bleek dat het Kabinet uit de Tweede en Eerste Kamer geen steun zou krijgen voor haar wetsvoorstel, heeft de minister het niet aan laten komen op een stemming, maar heeft ze op 9 november laten weten het plan aan te houden. Dat betekent dat de fiscale aftrek voor monumentenpanden in 2017 gehandhaafd blijft. Een amendement van Van Weyenberg van D66 om het wetsvoorstel terug te draaien is op 17 november door de Kamer nipt verworpen. Alleen de regeringspartijen VVD en PvdA stemden tegen. Gelukkig heeft de Kamer ook dekking gevonden voor de bezuiniging van 25 miljoen euro op monumentenzorg. Op 8 december 2016 stemde de Kamer voor een amendement van Mark Harbers (VVD) en Henk Nijboer (PvdA) die zorgt dat het budget van 57 miljoen voor monumentenaftrek gehandhaafd blijft. Alleen PVV, 50 PLUS en Lijst Roland van Vliet waren tegen.

Sociale media

Heemschut heeft via haar website, nieuwsbrief, twitteraccount en facebookaccount aandacht gevraagd voor de petitie, en heeft haar achterban geïnformeerd over haar lobbywerkzaamheden richting Tweede Kamer. Voor sociale media heeft Heemschut drie filmpjes laten maken die door een ieder verspreid konden worden. Vooral het bereik van Facebook was een groot succes. Via Facebook hebben we de filmpjes actief gepromoot onder geïnteresseerde doelgroepen. Met behulp van een kleine investering hebben we het bereik van de berichten vergroot. De filmpjes zijn ieder ongeveer 40.000 keer bekeken! Via twitter zijn de berichten over onze campagne ongeveer tot 5000 keer per keer bekeken. Onze website heeft ongeveer 1000 unieke bezoekers per bericht gehad. Een extra nieuwsbrief van Heemschut is uitgestuurd en heeft 2.500 mensen bereikt. Via televisie is Nieuwsuur op 6 oktober 2016 en 1 Vandaag op 1 november 2016 beiden ongeveer 600.000 keer bekeken.

Financiële verantwoording

Een aantal van u heeft via petities.nl aangegeven geld te storten voor onze campagne. Dat is ruimhartig gebeurd. Tot nog toe is aan giften een bedrag binnengekomen. € 3.984,75. Dank daarvoor! Een klein deel van dit bedrag is overgemaakt via www.geef.nl. Een groot deel is via de website van Heemschut binnen gekomen. Daarnaast is ook rechtstreeks geld gestort op de rekening van Heemschut.

We hebben voor de campagne afgerond de volgende (extra) kosten gemaakt:

  • 3.000 euro voor het maken van spotjes voor gebruik op YouTube, de social media (Facebook, Twitter) en op websites

  • 1.000 euro advertentieruimte op social media (Facebook, Twitter)

  • 400 euro donatie aan de Stichting Petities.nl

Vervolg

In 2017 blijft de aftrek voor onderhoud aan monumenten via de inkomstenbelasting bestaan. Blijft wel staan dat het wetsvoorstel daarmee niet van tafel is. Of en hoe verder wordt besloten hangt echter deels ook af van de Tweede Kamerverkiezingen in maart aanstaande. Het ministerie van OCW gaat de komende maanden met de erfgoedorganisaties praten over aanpassingen of veranderingen in de financiering van het stelsel van de monumentenzorg. De huidige minister lijkt hierin deels al een richting te hebben gegeven. Zo is het idee dat er geld komt voor langjarig onderhoud aan grote monumenten, duurzaamheidsmaatregelen en herbestemming. Onderhoud aan rijksmonumenten door particulieren lijkt de huidige minister minder belangrijk te vinden.

Heemschut zet in op behoud van de bestaande middelen en extra inzet van middelen uit andere aandachtsgebieden/beleidsterreinen. Alleen hierdoor kan de erfgoedzorg op peil blijven en een effectieve bijdrage blijven leveren aan onze samenleving. Om sterk te staan en ook om te zorgen dat uw belang wordt gehoord vragen wij u om ons te steunen en lid te worden van Heemschut. Erfgoedvereniging Heemschut bestaat sinds 1911 en is met bijna 5.000 leden een van de grotere erfgoedorganisaties.

Word ook lid van Heemschut

Update petitie Pumptrack Hulsbeek

Ondertussen hebben we al meer dan 600 handtekeningen, maar we hebben nog altijd jullie hulp nodig! Dus deel de link naar deze petitie en zorg ervoor dat deze nog vaker ondertekend wordt...

Deel deze link naar de petitie

Hartelijk bedankt namens alle urban sporters uit Oldenzaal en omgeving.

Ondertekenen blijft belangrijk!

Om bij een volgende lockdown niet weer aan de zijlijn te staan, blijft het verstandig de petitie te tekenen tot zeker 40.000 ondertekeningen. Pas bij dit aantal mogen wij de petitie aan de minister overhandigen en leggen we gewicht in de schaal om ook chiropractie in de categorie (para)medische zorg te laten vallen i.p.v.

+Lees meer...

contactberoep.

Dit is de oude petitie!

Graag de nieuwste petitie ondertekeningen: https://chiropractienoodzakelijk.petities.nl/.

Haarlem blundert met bekendmaking verkiezingsuitslagen: opkomst lijkt hoger dan 100 procent

Coalitie gemeenteraad Voerendaal legt deze petitie naast zich neer, maar wij gaan door!

In de raadsvergadering van afgelopen donderdag 11 maart is er helaas geen opvolging gegeven aan de oproep uit deze petitie om tot uitstel over te gaan m.b.t. aanleg van zonneweides. De coalitie in de gemeenteraad van Voerendaal heeft deze petitie direct naast zich neer gelegd.

+Lees meer...

Naast deze petitie werd ook geen gehoor gegeven aan een oproep tot opschorting van besluitvorming vanuit Stichting Natuurlijk Geuldal, Visit Zuid-Limburg (= de voormalige VVV) en de Cooperatie Ransdaal voor Elkaar. We willen alle petitie-ondertekenaars bedanken voor hun steun. Wij zien door de grote bereidwilligheid van mensen om tot ondertekening over te gaan, een duidelijk signaal dat mensen zich over dit onderwerp terecht zorgen maken. Des te teleurstellender was de constatering dat de coalitie van de gemeenteraad dit signaal vanuit de burgers volledig naast zich neerlegde. Wij gaan verder in onze strijd, want wij denken dat dit besluit van de gemeenteraad niet de juiste weg is. We zullen ons blijven inzetten voor een energietransitie die recht doet aan de Limburgse Zonneladder, waarbij prachtige landschappen, zoals het Heuvelland, ontzien blijven. Samen wij ons sterk maken voor het Groene Hart voor het Heuvelland.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, plan van aanpak

*officiële bekendmaking 23-03-2021

Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n) 

1

Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname

  Geachte voorzitter,

Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.

+Lees meer...

Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.

Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van

de theorie-examens en cursussen hervat.

  Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen. 

Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.

Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.

Plan van aanpak

Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief

treft u dit plan van aanpak aan.

  Maatregelen

De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk. 

De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.

Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn. 

Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan. 

Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.

Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen. 

Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%. 

Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.

Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig. 

•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt, 

•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet

aangeboden worden. 

•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.

Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd. 

Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.

Tot slot

Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.

  Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.

  Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, plan van aanpak

*officiële bekendmaking 23-03-2021

Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n) 

1

Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname

  Geachte voorzitter,

Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.

+Lees meer...

Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.

Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van

de theorie-examens en cursussen hervat.

  Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen. 

Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.

Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.

Plan van aanpak

Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief

treft u dit plan van aanpak aan.

  Maatregelen

De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk. 

De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.

Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn. 

Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan. 

Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.

Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen. 

Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%. 

Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.

Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig. 

•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt, 

•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet

aangeboden worden. 

•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.

Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd. 

Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.

Tot slot

Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.

  Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.

  Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga