Antwoord op de petitie van de wethouder, misschien een stopverbod in de Spuistraat.
Behandeld door Bestuurlijke zaken V&OR
TA2022-000642/ZD2022-008765
Uw petitie/raadsadres van 20 juni 2022 over “Geef het fietspad terug in de Spuistraat”
Beste Amsterdammers,
Hartelijk dank voor uw petitie aan de gemeenteraad van 20 juni 2022 met als onderwerp “Geef het fietspad terug in de Spuistraat”.
In uw petitie vraagt u in de eerste plaats om zo snel mogelijk een tijdelijk fietspad af te tekenen op het nieuw aangelegde trottoir in de Spuistraat. In de tweede plaats doet u een procedurevoorstel om tot een nieuw besluit te komen in de gemeenteraad over een definitieve inrichting.
Daarbij doet u ook een suggestie voor een inrichtingsprincipe waarbij de rijbaan wordt verschoven en een nieuw fietspad wordt aangelegd. Dit gaat ten koste van de parkeerplaatsen aan beide zijden van de weg.
Op 13 juli 2022 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden.
Ik zal achtereenvolgens ingaan op de voorgeschiedenis en uw vragen.
Voorgeschiedenis
Tijdens de afgelopen coronaperiode, toen er ‘anderhalvemeter’-maatregelen moesten worden getroffen in de openbare ruimte, is het fietspad in de Spuistraat afgesloten om meer ruimte aan de voetganger te geven door de fietser gebruik te laten maken van de rijbaan. Dit is grotendeels als positief ervaren door zowel de buurt als de verkeersdeelnemers in de Spuistraat.
Daarnaast waren er ook kritische geluiden.
De stadsdeelcommissie Centrum heeft op 2 november 2021 nadrukkelijk verzocht om de Spuistraat definitief in te richten als fietsstraat waar de auto te gast is.
Vervolgens is de buurt geconsulteerd, is het voorstel onder andere besproken in de stadsdeelcommissie - met inspraak van voor- en tegenstanders –, besproken met Fietsersbond en getoetst in de Centrale Verkeerscommissie (CVC).
Dit heeft op 17 januari 2022 geresulteerd in een besluit van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum waarin is besloten de Spuistraat definitief in te richten als fietsstraat, waar de auto te gast is. Ook de positieve en negatieve ervaringen uit de coronaperiode zijn meegewogen in het besluit.
De afgelopen maanden is het fietspad verwijderd en omgezet in trottoir. Ook wordt nieuwe bebording geplaatst en nieuwe markering op de rijbaan aangebracht, waaruit duidelijk blijkt dat de auto te gast is in de fietsstraat.
Andere afwegingen om definitief tot een inrichting als fietsstraat te besluiten
1. Historisch veranderende situatie
De Spuistraat met vrijliggend fietspad komt voort uit de situatie van de jaren ‘90 van de vorige eeuw waarbij de Spuistraat nog als hoofdnet voor auto’s fungeerde richting Raadhuisstraat, Rokin, Amstel en Vijzelstraat. Dit was een 50km/u hoofdweg met een veelvoud van de huidige hoeveelheid gemotoriseerd verkeer.
De afgelopen decennia is de functie van de Spuistraat en de wijze waarop de verkeerscirculatie in het stadshart is georganiseerd, veranderd. Zo is van de vroegere doorgaande ontsluitingswegen alleen de Raadhuisstraat nog bereikbaar via de Spuistraat en is de Nieuwezijds Voorburgwal de voornaamste en aangewezen hoofdroute om vanuit het noorden de Raadhuisstraat te bereiken. Dit betekent dat de Spuistraat voornamelijk een buurtfunctie heeft gekregen waar maximaal 30 km per uur mag worden gereden. De Spuistraat vervult nu dus een ondergeschikte rol ten opzichte van het hoofdnet auto. Dit moet ook duidelijk zijn in de wijze waarop een straat is ingericht. Een geasfalteerde vrijliggende rijbaan voor auto’s met een vrijliggend fietspad is niet de juiste indeling.
2. Toekomstbestendigheid
Wanneer het project de Oranje Loper is afgerond, met name de werkzaamheden op de Nieuwezijds Voorburgwal, is er een verdere afname van gemotoriseerd verkeer in de Spuistraat. Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum heeft nadrukkelijk toegezegd, de punten die door de stadsdeelcommissie zijn gevraagd in het ontwerp voor herinrichting mee te nemen. Deze punten overlappen met uw petitie en betreffen:
a. Fietsverkeer richting het noorden mogelijk maken
b. Meer ruimte voor voetganger en fietser
c. Rekening houden met bewoners met een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.
Huidige situatie
Ik deel uw mening dat de huidige situatie in de Spuistraat niet ideaal is. Er wordt frequent geladen en gelost op de rijbaan, waarbij zowel het gemotoriseerd verkeer als het fietsverkeer wordt gehinderd en er soms zelfs gevaarlijke situaties ontstaan. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat dit met name in de ochtendspits tot problemen leidt en het buiten deze periode de doorstroming voldoende is en de situatie goed functioneert.
De problemen in de Spuistraat zijn te wijten aan de minimale breedte van de rijbaan. Ondanks het grote aantal laad- en losplekken waar gebruik van kan worden gemaakt, wordt nog veel stilgestaan op de rijbaan, waardoor fietsers gaan uitwijken over het trottoir.
Stadsdeel Centrum kijkt voortdurend naar mogelijkheden voor verdere verbeteringen om de verkeersveiligheid te vergroten en de situatie voor fietsers comfortabeler te maken. Nu wordt onderzocht of een stopverbod, dat samenvalt met de venstertijden voor laden en lossen, soelaas kan bieden. Daarnaast is stadsdeel Centrum in gesprek met Afval & Grondstoffen om te onderzoeken of andere ophaaltijden of -methoden voor het huis- en bedrijfsafval mogelijk zijn.
Volledige herinrichting voorlopig niet mogelijk
Het is de ambitie van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum dat bij de eerstvolgende mogelijkheid de rijbaan van de Spuistraat te verbreden en dat de Spuistraat officieel tweerichtingsverkeer voor fietsers wordt. Er zijn meerdere redenen dat dit niet vóór 2027 kan worden opgepakt.
Denk aan de vele werkzaamheden die al plaatsvinden in dit gedeelte van de binnenstad aan zowel de weginfrastrucutuur (zoals Nieuwezijds Voorburgwal, Raadhuisstraat en Rozengracht) als aan de kademuren en bruggen, de lange voorbereidingstijd die een herinrichting met zich mee brengt en tenslotte de financiële uitdagingen waar de gemeente Amsterdam voor staat.
Geen nieuw besluit door de gemeenteraad
Zoals hiervoor gezegd, is een volledige herinrichting van de Spuistraat de komende jaren helaas niet aan de orde. De bevoegdheid om een besluit te nemen over een nieuwe inrichting van de Spuistraat ligt sinds de verkiezingen van 17 maart dit jaar bij het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum.
Daarom zal de gemeenteraad niet betrokken worden in de besluitvorming. Wél zal de projectvoorbereiding als het zover is de normale participatie- en inspraakprocedures doorlopen en zal het Dagelijks Bestuur, zoals gebruikelijk, de stadsdeelcommissie consulteren voorafgaand aan het besluit.
Het door u voorgestelde inrichtingsprincipe
Ik wil in deze brief niet vooruitlopen op hoe de nieuwe inrichting van de Spuistraat er uit moet komen te zien. Ik kan daarom niet ingaan op de door u voorgestelde definitieve oplossing. Er zijn wel enkele basisprincipes waar bij een nieuwe inrichting rekening mee moet worden gehouden. Denk aan de vele bedrijven en instellingen (o.a. OLVG) die in de Spuistraat gevestigd zijn en hun behoefte om te kunnen laden en lossen, de inrichtingsprincipes van Duurzaam Veilig en de transformatie van Amsterdam tot een Autoluwe Stad.
Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
De gemeente is fel tegenstander van een windpark nabij de Pingjujmer Gulden Halsband. De gemeente is voornemens de Pingjumer Halsban in 2016 te beschermen als gemeentelijk monument.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed adviseert hierbij minimaal een afstand van 1800 à 2000 meter te hanteren. In het plan van ''Wynkrêft Fiif''/ ''Mei-inoar foar de Wyn'' komen de turbines tot minder dan 100 m vanaf de Pingjumer Halsband te staan. Dat is voor de gemeente onacceptabel. http://sudwestfryslan.raadsinformatie.nl/vergadering/220965/kommisje%20Doarp%2C%20Stêd%20en%20Omkriten%2015-03-2016
Kom dinsdag 8 maart 19.00u naar Meandertoren 2 op parkeerplaats achter busstation. Hier kunnen wij onze zorgen overbrengen naar raadsleden. .
De gemeente Bergeijk wil in het buurtschap De Pielis vergunning verlenen voor een Mega-stal waar 87.000 nertsen per jaar. Wij bezorgde bewoners van Bergeijk verzetten ons tegen dit onnodige dierenleed. Ook vrezen wij ernstige overlast door de helse stank en het fijnstof dat vanuit de 12 schoorstenen op de stallen zal uitwaaien over de dorpen Luijksgestel en Weebosch. Wist je dat de gemeente dit niet hoeft te vergunnen? Wist je dat de gemeente CDA beleid meer nertsen wil vergunnen als dat er daar gehouden mogen worden? Er mogen maar 48.000 nertsen gehouden worden i.p.v.
87.000 nertsen. Steun ons a.u.b. in ons verzet en help mee 87.000 nertsen per jaar te behoeden voor een rotleven en een akelige dood!
http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2016Z04625&did=2016D09524
Onze referentie: 882302
Uw brief van 11 januari 2016
Geachte heer Schutjes,
Ik heb de brief van u en uw collega’s van 8 januari over de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale examens op 11 januari ontvangen en kennis genomen van de inhoud. U vraagt mij te reageren op uw pleidooi voor de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens.
Ik waardeer het initiatief dat u neemt en uw grote betrokkenheid bij examinering die hieruit spreekt. In deze brief ga ik achtereenvolgens in op het onderscheid in typen reacties op examens die samenkomen bij het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE), de specifieke casus uit 2012 die de aanleiding vormt voor uw schrijven en tot slot ga ik in op de manier waarop inspraak in het examenproces georganiseerd is en hoe dit verbeterd wordt.
Onderscheid in typen van reacties naar aanleiding van de examens Het CvTE is als zelfstandig bestuursorgaan belast met de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming en afname van de centrale examens in Nederland. Reacties op de examens en de afname daarvan komen bij hen terecht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een tweetal typen van reacties die belanghebbenden (leerlingen en docenten) in het examenproces kunnen geven. Het betreft feedback op examens enerzijds (waar inhoudelijke klachten deel van uitmaken) en het indienen van klachten over de bejegening door het CvTE anderzijds. Zoals u terecht opmerkt in uw brief wordt het onderscheid getypeerd doordat u zich alleen ten aanzien van de bejegening door het CvTE kunt wenden tot een onafhankelijke instantie als u het niet eens bent met de klachtenbeoordeling. Dat gaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de Nationale Ombudsman.
Feedback op de inhoud van examens en correctievoorschriften Jaarlijks verzamelt het CvTE tijdens de examenperiode feedback op examens. Dit bestaat uit: de reacties van leerlingen die het CvTE via het LAKS krijgt; de inhoudelijke klachten, vragen en opmerkingen over examenopgaven en correctie-voorschriften van docenten die binnenkomen via de toets- en examenlijn van het CvTE; de inbreng van vakdocenten bij examenbesprekingen georganiseerd door vakverenigingen; een quickscan over het examen voor alle CE vakken; een uitgebreide vragenlijst voor een aantal vakken waar wijzigingen zijn opgetreden wordt uitgezet bij docenten die gegevens hebben ingevoerd in het programma Wolf.
Inhoudelijke vragen en opmerkingen, zowel positief als kritisch, maken daarmee deel uit van de feedback op examens. Deze meldingen worden vaak automatisch getypeerd als klacht. Zeker als er een inhoudelijk bezwaar wordt geuit. De kritische feedback die wordt geuit bij een examenbespreking of een kritische inhoudelijke vraag die is gesteld bij de Toets- en Examenlijn zijn echter geen officiële klachten. Dit geldt ook voor het bezwaar dat u in 2012 heeft geuit. Vragen en opmerkingen over de inhoud van examens of over de normering worden door het CvTE altijd behandeld als een inhoudelijke vraag. Hiertegen kan niet in beroep worden gegaan, omdat het een besluit betreft van een zelfstandig bestuursorgaan. De Algemene wet bestuursrecht sluit dat uit.
Klachten over bejegening door het CvTE Zoals gezegd kunnen belanghebbenden een officiële klachtenprocedure starten wanneer zij vinden dat zij niet goed behandeld zijn door het CvTE. Specifiek gaat het dan om de dienstverlening van het CvTE of over de behandeling door een medewerker van het CvTE. Naar aanleiding van de situatie die u schetst in 2012 is er door u geen klacht ingediend, zoals hiervoor beschreven.
Feedback op het vwo wiskunde examen A en C uit 2012 Over de examenvraag 19 (wiskunde a) waar u in uw brief aan refereert, hebben destijds zeven docenten bij de Examenlijn een inhoudelijke melding gedaan. Dit wijst navraag bij het CvTE uit. Van die zeven docenten zijn er vier medeondertekenaar van de brief die u mij recent stuurde. Zoals u in die brief aangeeft, richtte uw bezwaar zich destijds op de vraagstelling van de opgaven. Het CvTE heeft destijds op alle vragen gereageerd, maar zag geen aanleiding om het bijbehorende correctievoorschrift aan te vullen. Het ging niet om foute examenopgaven, maar het betrof een meningsverschil over de interpretatie van de vraag. Het CvTE heeft mij gemeld nog steeds achter het besluit te staan dat destijds genomen is om het correctievoorschrift niet aan te vullen.
Inspraak in het examenproces van de centrale examens Ondanks dat uw feedback op het examen wiskunde uit 2012 niet heeft geleid tot een voor u bevredigende reactie heeft de feedback een belangrijke functie in het examenproces. Tijdens de lopende examenperiode wordt het enerzijds gebruikt om een goede correctie mogelijk te maken en anderzijds bij de onderbouwing van het normeringsadvies. Dit gebeurt binnen een zeer kort tijdsbestek. Zoals u weet kent een examenperiode een strakke planning. Tussen het afnamemoment van een examen en de correctie zit weinig tijd. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van de feedback binnen de beschikbare tijd maakt het niet mogelijk om dit proces uit te breiden met een extra stap waarin over elke vraag een inhoudelijk beroep kan worden ingesteld. Deze stap wordt daarom ondervangen door de betrokkenheid van vakinhoudelijk deskundigen bij de beantwoording van de vragen. Na afloop van een examenperiode wordt de feedback meegenomen bij het maken van examenopgaven, bij het vaststellen van examens en bij het opstellen van correctievoorschriften voor komende jaren.
Als gevolg van meldingen door één of meer docenten bij de examenlijn van het CvTE, van meldingen uit de examenbesprekingen, maar ook van meldingen van leerlingen via het LAKS kan het CvTE besluiten een correctievoorschrift aan te vullen. De zorgvuldige afweging van de ontvangen signalen wordt gemaakt door medewerkers van het bureau CvTE in afstemming met leden of voorzitters van de vaststellingscommissies van de verschillende vakken. Vaak vindt er ook raadpleging plaats van vak-experts uit het hoger onderwijs. Dat betekent dat vakdocenten nauw betrokken zijn bij de afweging van deze signalen en bij het besluit tot het aanvullen van een correctievoorschrift. De bedoeling van een aanvulling is om eventuele onduidelijkheden in de correctie van het gemaakte werk op te lossen. Het draagt bij aan het zo goed en gelijk mogelijk corrigeren van het gemaakte examenwerk. Dit is in het belang van de leerlingen. Een aanpassing van een correctievoorschrift betreft vaak een nadere specificatie van wat er goed gerekend moet worden. Het komt daarnaast voor dat, als een vraag echt niet goed blijkt te zijn, via een aanvulling op het correctievoorschrift wordt meegedeeld dat alle leerlingen het maximale aantal scorepunten moet worden toegekend. Daarmee wordt de vraag geneutraliseerd.
De rol van feedback bij de beoordeling van examens In Nederland is de inspraakmogelijkheid van belanghebbenden in het examenproces zorgvuldig vorm gegeven. Feedback wordt actief verzameld en wordt door het CvTE gebruikt om tot een afgewogen beoordeling en normering van door eindexamenkandidaten gemaakt werk te komen.
Dat neemt niet weg dat er altijd sprake zal blijven van leerlingen en docenten die zich niet zullen herkennen in bepaalde beslissingen die worden genomen of het niet eens zijn met de inhoud van een examen of correctievoorschrift. Verschillen van mening blijven bestaan al is het alleen al vanwege de diversiteit aan opvattingen die kunnen heersen binnen één vakgebied. Daarom kunnen vragen over de inhoud niet altijd tot ieders tevredenheid beantwoord worden. Ik ben van mening dat wij een goed examensysteem hebben met daarin de prominente rol van docenten en onderwijsprofessionals in het proces van totstandkoming en beoordeling van examens. Ook ben ik van mening dat de manier waarop inspraak in dit proces georganiseerd is en de manier waarop feedback onder grote tijdsdruk wordt verzameld en ingezet wordt ten behoeve van de correctie bijdraagt aan een zo goed mogelijke beoordeling van het gemaakte werk van eindexamenkandidaten. Het is uiteindelijk de rol en verantwoordelijkheid van de leden van het College om een eindoordeel te vellen.
Verbetering in de behandeling van reacties en in de afhandeling van klachten Het CvTE heeft eerder aangegeven kritisch te blijven kijken naar de manier waarop feedback in het examenproces georganiseerd is, naar hoe het CvTE haar kwaliteitszorg vorm geeft en naar de kwaliteit van de producten van het CvTE.
Het CvTE is bezig met de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Het Examenloket is geïntroduceerd in 2014 en sinds 2012 is de dienstverlening van de Examenlijn geprofessionaliseerd, o.m. door jaarlijkse evaluaties met alle ketenpartners. Een interne audit op het functioneren van de Toets- en Examenlijn 2016 is in voorbereiding. Daarnaast wordt in het kader van de uitvoering van de motie Jadnanansing een onderzoek uitgevoerd naar de dienstverlening door het CvTE en naar de validiteit van centrale examens. Dit wordt door een onafhankelijk onderzoeksbureau gedaan. De Inspectie van het Onderwijs is bij de opzet en uitvoering van het onderzoek betrokken. In de eerste onderzoeksfase wordt gekeken naar de wijze waarop het CvTE klachten over de centrale examens afhandelt en in de tweede fase worden één of meerdere centrale examens onderzocht op hun inhoudsvaliditeit.
Tot slot Ik heb begrepen dat het CvTE u heeft uitgenodigd om op 22 maart met u over uw brief van gedachten te wisselen en dat u hier positief tegenover staat.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sander Dekker
Aankomende maandagavond 7 maart worden de handtekeningen en petities overhandigd aan de wethouder Flors Voorink op de interactieve bijeenkomst voor Plan Emmastraat in Gooiland. Meer dan duizend lieve reacties hebben we mogen ontvangen.
Wij danken u voor uw ondersteuning op dit moment, maar weten dat we voor de belangen van de Emmastraat nog een lange weg hebben te gaan. Namens de Emmastraat ondernemers en bewoners
In minder dan 24 uur al meer dan 15000 ondertekeningen! Ga zo door en vergeet niet om te delen!.
Hoogleraar Bert van Wee bekritiseert het rapport wat aan de snelheidsverhoging vooraf is gegaan. "Dit stelt dat de voordelen van reistijdvermindering groter zijn dan de nadelen van snelheidsverhoging" vat hij dat rapport samen.
Hij voegt ook een interessant weetje toe:
"Boven de 120 km mag een auto veel schadelijke stoffen uitstoten. En dat gebeurt ook: om de motor te beschermen, schakelen veel auto’s op hogere snelheden de katalysator uit. Juist bij sommige auto’s met kleine, zuinige motoren, gebeurt dit al bij snelheden nauwelijks boven 120 km."