U, de petitionaris

Nieuws

De rechtszaak met ANP

Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen bij de rechter…
Mijn verzoek aan de rechter om het vonnis van de legbatterijfoto te herroepen leek mij een te behappen risico. Het ergste dat er kon gebeuren is dat ANP bewijs overlegt waaruit blijkt dat ze uit eigen naam schade mocht vorderen. Zo’n bewijs is er wel of niet en dat kost geen uren om dat uit te zoeken. Ik had ingeschat dat ik bij verlies hooguit €1.000,- aan proceskosten kwijt zou zijn.
‘Je denkt nog steeds dat je gaat winnen hè?’ zei mijn gemachtigde toen hij weken later telefonisch een bericht van de advocaat van ANP doorgaf.
Eerlijk gezegd denk ik dat helemaal niet, ik vrees een achterkamertjesvonnis. Publiciteit kan dat voorkomen, dus het petitie-nieuwsbericht is dit keer geheel gewijd aan het opmerkelijke verloop.

De deurwaarder
De eerste deurwaarder die ik benaderde, zaak aangemeld per mail en paar uur later erachteraan gebeld, weigerde de zaak. Na nog 5 belletjes vond ik pas een deurwaarder.
Hollandse Hoogte B.V. bleek uitgeschreven in het handelsregister. Omdat Hollandse Hoogte al voor mijn rechtszaak was samengegaan met ANP gaf ik telefonisch door dat ANP B.V. gedaagd moest worden. Of ik dat per mail wilde bevestigen zei de deurwaarder. Met de wetenschap van nu had ik de deurwaarder uit moeten laten zoeken wie de rechtsopvolger is van Hollandse Hoogte B.V..
Ik had de deurwaarder opdracht gegeven de zaak aan te brengen bij de rechtbank. Omdat mijn gemachtigde aangaf nog steeds geen factuur voor het griffierecht te hebben ontvangen belde ik naar de rechtbank en kwam ik er zo nog net op tijd achter dat het aanbrengen niet gebeurd was.

De advocaat
Vooropgesteld. Voor het eerst in mijn ‘carrière’ dat ik een fatsoenlijke advocaat tref. Wellicht omdat hij in iets anders gespecialiseerd is dan Intellectueel Eigendom ;-).
De advocaat gaf aan dat de verkeerde rechtspersoon is gedaagd en stelde een ‘verzoeningsgesprek’ voor. Ik heb de advocaat vriendelijk bedankt voor de uitnodiging.
Vervolgens gaf de advocaat aan dat ANP zich zal verzetten tegen wijziging van de rechtspersoon en dat ANP inzet op een volledige proceskostenveroordeling. Of ik de procedure niet beter kon intrekken? Dit keer antwoordde ik kort, NEE.

Het verweer van ANP
Als eerste verweer uiteraard dat de verkeerde rechtspersoon is gedaagd. Dat is een onverwachts kadootje. Er blijkt een hele kerstboom te zijn opgetuigd, zoals mijn gemachtigde het prachtig verwoordde. Door Bas van Beek, mijn inziens het brein van de fototrollerij bij ANP. Hopelijk is dat voor de rechter voldoende reden om mijn verzoek de rechtspersoon te wijzigen te honoreren.
Als tweede verweer dat ik te laat ben met herroepen. Daarna het inhoudelijke verweer.
De eis van een volledige proceskostenveroordeling heeft ANP laten vervallen. Een hele geruststelling dat het me geen godsvermogen gaat kosten als de rechter de zaak niet-ontvankelijk verklaart omdat ik de verkeerde rechtspersoon heb gedaagd.

De rechtbank
Ik had mijn repliek (= de reactie op de verweren) al bijna klaar toen er bericht kwam dat de kantonrechter de zaak wil bespreken in een zitting. In deze fase van de procedure is dat ongebruikelijk en ik verzuchtte tegen mijn gemachtigde: “Tentakels ANP zijn lang”. Hij appte terug: “Die van jou zijn plakkerig haha”.
Met een zitting lopen de proceskosten stevig op en het lijkt me zinloos om het geschil inhoudelijk te bespreken als er nog niet geoordeeld is over de twee niet-inhoudelijke verweren van ANP. We hebben een verzoek ingediend om daar eerst uitspraak over te doen. Mocht de rechtbank dat verzoek niet honoreren neem ik het zekere voor het onzekere. Dan trek ik de zaak in en daag de juiste rechtspersoon.

Privatieve lastgevingsovereenkomst
Er kwam nog een onverwachts kadootje voorbij: Een uitspraak met een andere fototrol. De rechter legt helder uit dat als je een recht niet bezit dat je dat recht alleen op eigen naam uit kunt oefenen met een privatieve lastgevingsovereenkomst, art. 7:423 BW. Vertaald naar fotoclaims betekent dat: Een rechthebbende fotograaf moet opdracht gegeven hebben aan de fototrol om te procederen en tegelijkertijd zijn recht op schadevergoeding opgeven. No way dat een fotograaf dat doet.

Ik weet al langere tijd dat als de rechten nog bij de fotograaf liggen dat een fototrol mede namens de fotograaf schadevergoeding moet vorderen. Het overgrote deel van de onredelijke fotoclaims dat ik onder ogen krijg zijn ermee af te wimpelen. In mijn verweren kan ik dat vanaf nu onderbouwen met het wetboek én jurisprudentie.

Van foto’s van ANP weet je niet of ANP ze bezit of beheert. ANP koopt foto’s aan, ANP had in het verleden fotografen in dienst waardoor ANP automatisch de rechten verwierf en freelancers kunnen de rechten overdragen.
Een rechter weet ook niet of een eiser de rechten bezit. En als je het als gedaagde niet betwist komt het als feit vast te staan. Breng je het wel ter sprake en de eiser blijkt de rechten slechts te beheren, dan win je als het goed is. Maar daarvoor moet je dus een dure jurist inschakelen of zelf juridisch onderlegd zijn. Dat maakt een rechtvaardig vonnis onhaalbaar voor de leek. Zo heeft de van ANP winnende gedaagde meer dan €7.000 uitgegeven aan een advocaat en slechts €150,- vergoed gekregen.

In dit kader: Copytrack heeft blijkbaar een nieuwe client, Yay Images, en heeft massaal sommaties verstuurd. Yay Images is een agency waar fotografen hun rechten behouden. De blafmails van Copytrack namens Yay Images kun je dus gerust negeren.

Wordt vervolgd
Ik heb in ieder geval veel zin in een zitting. Ik hoop dat er te zijner tijd wat mensen mee willen zodat ik niet zoals bijna 6 jaar geleden in mijn eentje tegenover 3 gemachtigden van ANP en een geïrriteerde rechter sta. Herstel, bijna in mijn eentje. Mijn man was destijds mee maar die probeerde me over te halen toch maar te schikken omdat hij meende dat de rechter de wet volgde...

Overig nieuws

Strijd mee tegen de fototrollen
Promoot de petitie en deel je ervaringen met fototrollen online! Of steun mijn werk met een financiële bijdrage.

Groet! De petitionaris

14-08-2024 | Petitie Stop onredelijke fotoclaims

Dit is de oude petitie!

Graag de nieuwste petitie ondertekeningen: https://chiropractienoodzakelijk.petities.nl/.

Haarlem blundert met bekendmaking verkiezingsuitslagen: opkomst lijkt hoger dan 100 procent

Coalitie gemeenteraad Voerendaal legt deze petitie naast zich neer, maar wij gaan door!

In de raadsvergadering van afgelopen donderdag 11 maart is er helaas geen opvolging gegeven aan de oproep uit deze petitie om tot uitstel over te gaan m.b.t. aanleg van zonneweides. De coalitie in de gemeenteraad van Voerendaal heeft deze petitie direct naast zich neer gelegd.

+Lees meer...

Naast deze petitie werd ook geen gehoor gegeven aan een oproep tot opschorting van besluitvorming vanuit Stichting Natuurlijk Geuldal, Visit Zuid-Limburg (= de voormalige VVV) en de Cooperatie Ransdaal voor Elkaar. We willen alle petitie-ondertekenaars bedanken voor hun steun. Wij zien door de grote bereidwilligheid van mensen om tot ondertekening over te gaan, een duidelijk signaal dat mensen zich over dit onderwerp terecht zorgen maken. Des te teleurstellender was de constatering dat de coalitie van de gemeenteraad dit signaal vanuit de burgers volledig naast zich neerlegde. Wij gaan verder in onze strijd, want wij denken dat dit besluit van de gemeenteraad niet de juiste weg is. We zullen ons blijven inzetten voor een energietransitie die recht doet aan de Limburgse Zonneladder, waarbij prachtige landschappen, zoals het Heuvelland, ontzien blijven. Samen wij ons sterk maken voor het Groene Hart voor het Heuvelland.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, plan van aanpak

*officiële bekendmaking 23-03-2021

Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n) 

1

Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname

  Geachte voorzitter,

Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.

+Lees meer...

Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.

Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van

de theorie-examens en cursussen hervat.

  Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen. 

Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.

Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.

Plan van aanpak

Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief

treft u dit plan van aanpak aan.

  Maatregelen

De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk. 

De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.

Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn. 

Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan. 

Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.

Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen. 

Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%. 

Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.

Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig. 

•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt, 

•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet

aangeboden worden. 

•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.

Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd. 

Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.

Tot slot

Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.

  Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.

  Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, plan van aanpak

*officiële bekendmaking 23-03-2021

Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n) 

1

Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname

  Geachte voorzitter,

Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.

+Lees meer...

Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.

Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van

de theorie-examens en cursussen hervat.

  Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen. 

Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.

Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.

Plan van aanpak

Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief

treft u dit plan van aanpak aan.

  Maatregelen

De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk. 

De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.

Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn. 

Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan. 

Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.

Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen. 

Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%. 

Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.

Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig. 

•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt, 

•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet

aangeboden worden. 

•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.

Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd. 

Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.

Tot slot

Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.

  Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.

  Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Zo'n gek voorstel is dit niet...

Wist je dat dit al vaker is voorgekomen? In onze recente geschiedenis werd vaker de Minister-President gekozen uit een tweede of derde partij.

Van Agt (CDA, 49 zetels) werd in 1977 gezozen als Minister-President, terwijl de PvdA dat jaar de grootste partij was met 53 zetels.

Hetzelfde geldt voor Lubbers (CDA) in 1982: Ook dat jaar won PvdA de verkiezingen met 47 zetels tegenover 45 van het CDA.

23-03-2021 | Petitie Rutte stapt Opzij