You, the petitioner

Updates

Antwoord van HEEMwonen op de petitie

Bedankt voor het aanbieden van de petitie tegen de huurverhoging door HEEMwonen.

In deze reactie delen wij onze overwegingen om de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli door te voeren.

Huurverhoging is nodig om te blijven investeren in woningen en wijken

Met de petitie roept u ons op om af te zien van de jaarlijkse huurverhoging. Uiteraard hebben wij dit jaar nagedacht om de huurverhoging uit te stellen, of zelfs helemaal niet door te voeren. De coronacrisis raakt ons allemaal en het zijn moeilijke tijden. De inkomsten van huur, onze enige inkomsten, zijn echter hard nodig om te blijven investeren in de leefbaarheid in onze wijken, maar ook in verduurzaming, renovatie en onderhoud van onze woningen. Investeringen in verduurzaming dragen tevens bij aan verlaging van de woonlasten van de bewoner. Bewoners van huizen met groene energielabels hebben over het algemeen een lagere energierekening. De verwachting is dat energielasten de komende jaren verder toenemen. Door te blijven investeren in verduurzaming nemen de woonlasten (huur plus energierekening) af.Op dit moment werken we in Landgraaf aan de verduurzaming van 104 woningen in het Lauradorp en 121 woningen in Abdissenbosch. In de Lichtenberg leverden we begin juli 100 duurzame woningen op. Ook de komende jaren blijven we investeren in het verduurzamen van woningen, waardoor steeds meer bewoners een lagere energierekening en daarmee lagere woonlasten krijgen. Daar hebben huurders nu en in de toekomst profijt van.

HEEMwonen houdt de huurverhoging elk jaar zo laag mogelijk

Elk jaar houden we de huurverhoging zo laag mogelijk. We volgen daarin het Sociaal Huurakkoord. Dat zijn afspraken tussen de Woonbond en Aedes (de vereniging van woningcorporaties). De afspraken zijn bedoeld om de huren betaalbaar te houden. In het Sociaal Huurakkoord is afgesproken om de huren dit jaar gemiddeld met 2,60% te verhogen. Het betreft een inflatievolgende huurverhoging. Bewoners van een sociale huurwoning van HEEMwonen krijgen dit jaar een gemiddelde huurverhoging van 2,30%. Dat is een lagere huurverhoging dan afgesproken in het Sociaal Huurakkoord. Dat doen we omdat HEEMwonen het belangrijk vindt om de huur zo betaalbaar mogelijk te houden.

Maatwerkoplossingen voorhuurders die getroffen worden door coronacrisis

We zijn ons er net als u van bewust dat sommige huurders door de coronacrisis te maken krijgen met betalingsproblemen. Voor hen staan we klaar. Direct aan het begin van de coronacrisis hebben we huurders opgeroepen om contact met ons op te nemen als zij verwachten problemen te krijgen met het betalen van de huur. Met hen gaan we in gesprek om samen tot een individuele maatwerkoplossing te komen. Tot nu toe geldt dit slechts voor een beperkt aantal huurders. Het merendeel van onze huurders heeft een stabiel inkomen, bijvoorbeeld door werk, (AOW)uitkering of pensioen.

We vertrouwen er op dat we u middels deze brief een onderbouwd antwoord hebben gegeven op uw vragen en zorgen.

Met vriendelijke groet, Wilfried Stribos

Bestuurder HEEMwonen

EINDE ANTWOORD

REACTIE PETITIONARIS

In de Nationale Actieweek kwamen honderden huurders en meer dan 50 afdelingen van de SP in actie. Toch is de huurverhoging ingevoerd. Dat is geen eindpunt, maar het begin van een brede huurdersbeweging.

De druk op minister Ollongren is nog steeds hoog. Het moet in haar belang worden om wél naar huurders te luisteren, omdat haar beleid en positie anders in gevaar komen. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we doorgaan.

Kijk regelmatig op de site www.sp.nl en volg de ontwikkelingen aangaande de huurverhoging.

Voor nu, bedankt voor uw steun en uw inzet.

Met vriendelijke groet, Paul Sour SP Landgraaf

EINDE REACTIE

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, plan van aanpak

*officiële bekendmaking 23-03-2021

Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n) 

1

Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname

  Geachte voorzitter,

Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.

+Read more...

Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.

Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van

de theorie-examens en cursussen hervat.

  Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen. 

Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.

Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.

Plan van aanpak

Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief

treft u dit plan van aanpak aan.

  Maatregelen

De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk. 

De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.

Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn. 

Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan. 

Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.

Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen. 

Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%. 

Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.

Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig. 

•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt, 

•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet

aangeboden worden. 

•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.

Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd. 

Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.

Tot slot

Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.

  Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.

  Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, plan van aanpak

*officiële bekendmaking 23-03-2021

Pagina 1 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Bijlage(n) 

1

Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 23 maart 2021 Betreft Plan van aanpak – CBR Taskforce Examenafname

  Geachte voorzitter,

Covid-19 heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dat geldt ook voor de rijschoolbranche en in het verlengde daarvan de examinering bij het CBR.

+Read more...

Doordat de dienstverlening in een jaar tijd tweemaal is stilgelegd als gevolg van de maatregelen die in verband met COVID-19 genomen moesten worden, is een grote voorraad aan kandidaten ontstaan die langer moeten wachten voordat zij aan de rijopleiding kunnen beginnen en voordat zij examen kunnen doen. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat vraagt om een gezamenlijke oplossing van alle betrokkenen.

Op 16 februari jl. (Kamerstuk 29398, nr. 899) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stilleggen van de dienstverlening van het CBR op de reserveringstermijnen voor examens, toetsen en rijtesten. Inmiddels kan het CBR sinds 3 maart jl. weer praktijkexamens afnemen. Op 16 maart is ook een deel van

de theorie-examens en cursussen hervat.

  Voordat de eerste lockdown (15 maart – medio mei 2020) van kracht werd, gold dat alle reserveringstermijnen voor de examens binnen de afgesproken kritische prestatie-indicator (KPI) vielen. Door het stilleggen van de dienstverlening gedurende ruim 4 maanden zijn deze fors opgelopen. 

Met deze brief informeer ik u over de set aan maatregelen die het CBR heeft opgesteld om de reserveringstermijnen weer binnen de normen van de afgesproken KPI te krijgen.

Zonder aanvullende maatregelen zal het bijvoorbeeld voor de praktijkexamens mogelijk tot 2026 duren voordat de situatie weer genormaliseerd is. Met de voorgestelde maatregelen is het streven voor het einde van 2022 weer binnen de afgesproken KPI voor de reserveringstermijnen van praktijkexamens te komen.

Plan van aanpak

Met de twee lockdowns gezamenlijk waren er op 3 maart, voor de gedeeltelijke hervatting van de dienstverlening, 610.000 examens en rijtesten die op enig moment ingehaald moeten worden. Dit is circa 40% van de reguliere capaciteit in een jaar. Van de 610.000 uitgestelde examen- en rijtestmomenten zijn ongeveer de helft (305.000) theorie-examens, 12.000 zijn rijtesten, en 293.000 zijn praktijkexamens. Deze omvang is dusdanig dat dit niet is op te lossen met één simpele maatregel. Daarom heeft het CBR de Taskforce Examenafname ingesteld met de opdracht een plan van aanpak te ontwikkelen. In de bijlage bij deze brief

treft u dit plan van aanpak aan.

  Maatregelen

De taskforce heeft zowel maatregelen ontwikkeld die zich richten op de uitbreiding van de examencapaciteit van het CBR, als maatregelen die gericht zijn op het beheersbaar maken van de instroom aan kandidaten. De maatregelen met betrekking tot het vergroten van de examencapaciteit heeft het CBR al in werking gesteld. Dit betreft onder andere de werving van 100 extra examinatoren en het inzetten van overwerk. 

De maatregelen gericht op het beheersbaar maken van de instroom zijn tot stand gekomen na een verkenning met partijen, zoals de rijschoolbranche en jongeren.

Kort gezegd is gekozen voor maatregelen die een flinke impact hebben op het terugbrengen van de reserveringstermijn, die niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en die uitvoerbaar zijn. 

Varianten van maatregelen die niet voldeden aan deze criteria, zijn afgevallen. Een overzicht hiervan staat in de bijlage van het plan. 

Het CBR wijst erop dat de gekozen maatregelen een samenhangend pakket vormen dat echt nodig is om de reserveringstermijnen zo snel als mogelijk binnen de afgesproken termijnen te brengen.

Een belangrijke maatregel om de instroom te beperken is het verhogen van de slagingspercentages: minder herexamens betekent meer capaciteit. De doelstelling die in het plan staat is dat de slaginspercentages voor alle praktijkexamens B met 10%-punt stijgen. 

Elke stijging met 1%-punt vertegenwoordigt een vermindering van 8.000 examens op jaarbasis. De drempelwaarde om te besluiten aanvullende maatregelen in te zetten, is dat er eind mei minimaal een verbetering van 4%-punt van het huidige slagingspercentages van categorie B (het gemiddelde van alle B-examens ultimo 2020 lag op 50,4%) is gerealiseerd en dat er goed onderbouwde plannen van de rijschoolbranche liggen hoe het slagingspercentage in de maanden daarna verder zal stijgen tot 60%. 

Deze datum is gekozen om enerzijds de branche de tijd te geven het slagingspercentage omhoog te krijgen en anderzijds het CBR in staat te stellen voldoende snel met aanvullende maatregelen te kunnen komen als dat nodig is.

Op deze wijze krijgen rijschoolhouders en leerlingen de mogelijkheid om bij te dragen aan het voorkomen van aanvullende maatregelen. Indien de slagingspercentages eind mei echter niet voldoende zijn gestegen, zijn aanvullende maatregelen nodig. 

•In eerste instantie zal tijdelijk de tussentijdse toets worden geschrapt (per 1 juni 2021). Als het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets onvoldoende blijkt, 

•dan zal tijdelijk het faalangstexamen niet

aangeboden worden. 

•Mocht dit tenslotte nog onvoldoende zijn, dan wil het CBR de examenleeftijd voor de categorie B tijdelijk verhogen naar 18 jaar.

Deze maatregelen worden zoveel als mogelijk beperkt in de tijd. 

Het CBR wil tevens voorkomen dat mensen door lange reserveringstermijnen in de knel komen. Daarom houdt het CBR conform bestaande coulanceregelingen ruimte beschikbaar in de examencapaciteit voor schrijnende gevallen. Ik ondersteun de voorgestelde aanpak met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de rijschoolbranche, het CBR en kandidaten. Ik roep de branche op om alles

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ons kenmerk IENW/BSK-2021/67733 Pagina 2 van 2 in het werk te stellen om de lage slagingspercentages in de komende periode substantieel te verhogen. Kandidaten roep ik op pas examen te doen als ze er ook echt klaar voor zijn. In dit verband wordt ook gewezen op het binnenkort te verwachten advies van de heer Roemer, dat onder meer voorstellen zal bevatten voor het structureel verhogen van de slagingspercentages op langere termijn.

Tot slot

Met dit plan van aanpak ligt er een perspectief om de opgelopen reserveringstermijnen als gevolg van het stilliggen van de dienstverlening te keren. De opgave is groot en zal dit jaar, en volgend jaar, flinke inspanningen vergen van de rijschoolbranche en het CBR.

  Ik heb het CBR gevraagd mij periodiek te informeren over de ontwikkeling van de reserveringstermijnen van de examens en zal dit ook delen met uw Kamer. Het CBR verwacht in de eerste helft van april een eerste beeld te kunnen geven. De financiële gevolgen voor het CBR als gevolg van COVID-19 worden betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming. Het CBR biedt aanvullend de Kamer aan om dit plan toe te lichten in een technische briefing in aanloop naar het nota-overleg van 19 april.

  Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Zo'n gek voorstel is dit niet...

Wist je dat dit al vaker is voorgekomen? In onze recente geschiedenis werd vaker de Minister-President gekozen uit een tweede of derde partij.

Van Agt (CDA, 49 zetels) werd in 1977 gezozen als Minister-President, terwijl de PvdA dat jaar de grootste partij was met 53 zetels.

Hetzelfde geldt voor Lubbers (CDA) in 1982: Ook dat jaar won PvdA de verkiezingen met 47 zetels tegenover 45 van het CDA.

2021-03-23 | Petition Rutte stapt Opzij

volg de pagina https://www.facebook.com/GeenMacinDeventer/

Meer informatie en update volg je op onze pagina https://www.facebook.com/GeenMacinDeventer/

Hier houden we jullie op de hoogte van de stand van zaken en vervolg stappen.

Met vriendelijke groet,

De initiatiefgroep Geen Mac in Deventer binnenstad.

Eerste resultaten van het Wob-onderzoek

...en toen kregen we twee volle rode mappen met stukken van de gemeente Amersfoort als antwoord op ons Wob-verzoek. 1200 pagina's willekeurig in de tijd uitgedraaid en met deels weggelakte tekst.

+Read more...

En wat je niet weet, daar kun je ook niet naar vragen.

Enfin, een paar algemene conclusies kunnen we wel trekken: De gemeente Amersfoort heeft vanaf 2015 al met initiatiefnemer Profin bv samengewerkt om zonnevelden in Over de Laak mogelijk te maken. Dus ver voordat de gemeenteraad op 23 mei 2017 een akkoord had gegeven om met de zeven zoekgebieden (waaronder Over de Laak) aan de slag te gaan. Daar horen nog een paar saillante details bij, maar die komen later wel in de publiciteit.

Wat ook duidelijk blijkt is dat Profin bv voorwaarden heeft gesteld bij het intrekken van de vergunningaanvraag in juli 2018, onder druk van de gemeente, nadat wij in protest waren gegaan. Eén van de voorwaarden was het behouden van een voorkeurspositie om 20 ha zonnevelden later in de tijd alsnog neer te mogen leggen. We hebben geen schriftelijke bevestiging van de gemeente gezien, maar uit de stukken blijkt wel dat de gemeente ver is meegegaan met deze claim en Profin lang aan het lijntje gehouden heeft. Tot op vandaag is dit nog steeds een verhaal van '2 waarheden'.

Uit een plan van het OBV (OntwikkelingsBedrijf Vathorst), waar de gemeente Amersfoort 50% aandeelhouder van is, blijkt dat Renewi positief stond om op de hellingen van de vuilstort ('de berg van Smink') zonnevelden te installeren. Waarom daar niet op doorgepakt is is niet duidelijk. Dat zou toch een acceptabel alternatief zijn geweest.

En tot slot worstelt de gemeente nog steeds met het uitbrengen van 'kaders' voor zonnevelden in Vathorst-Noord. In concept-voorstellen wordt gesteld dat Vathorst 17ha zonnevelden zou moeten leveren en het lijkt alsof er een interne strijd woedt over de vraag of er een integrale (groen-)ontwikkeling met woningbouw ('rode functies') en zonnevelden moet komen, of dat er een deelontwikkeling moet komen met alleen zonnevelden.

Volg ook de discussies op twitter via @BehoudDe, ons twitteraccount. We houden u op de hoogte.

Teken op www.labtoekomstigegeneraties.nl/water

De petitie is niet meer hier te ondertekenen maar op www.labtoekomstigegeneraties.nl/water.