De petitionaris heeft haar studie Mediarecht afgerond en wacht op haar cijfer. Tijd voor een overzicht van gerechtelijke dwalingen die fototrollen gebruiken om mensen onder druk te zetten en te laten betalen.
Op eigen naam schade vorderen
Ik zie steeds meer blafbrieven namens grote partijen als ANP, Reuters, AFP en Alamy. Partijen die op eigen naam schade vorderen en waar de fotograaf zelf vermoedelijk geen cent van ziet.
Nieuw voor mij was dat Copytrack namens DPG Media meer dan duizend brieven in één week verstuurt. Vermoedelijk blijven de ‘boetes’ van DPG Media onder de € 500,- en die worden niet aan mij voorgelegd, vandaar dat ik het niet wist.
DPG Media krijgt weliswaar een vrijwel onbeperkte licentie van de fotograaf, maar fotografen behouden hun auteursrecht en dragen het niet over.
Helaas vragen gedupeerden zelden naar bewijs dat eisers gerechtigd zijn om op eigen naam schade te vorderen en moet ik de eerste kantonrechter nog tegenkomen die geen genoegen neemt met een bewijsaanbod. Een bewijsaanbod dat tegenwoordig bijna standaard is terwijl de wet voorschrijft dat alle bewijsmiddelen bij dagvaarding moeten worden overlegd, de substantiëringsplicht, art. 111.3 Rv.
Vraag je wél naar bewijs, dan win je.
Verwijtbaarheid
De term diefstal voor een onopzettelijke inbreuk is ongepast. Diefstal is een misdrijf, daar doe je aangifte van en dat valt onder strafrecht. Fototrollen willen geen straf maar schadevergoedingen. Ze beschuldigen je van een onrechtmatige handeling. Dat is geen misdrijf, je dient enkel schade te vergoeden en het valt onder civielrecht.
Een inbreuk moet verwijtbaar zijn om voor schadevergoeding in aanmerking te komen. Cruciale vraag is of jij wist, of redelijkerwijs had kunnen weten dat je rechten schond. Voor foto’s die automatisch verschijnen via een feed of een link die je deelt is de uitgever aansprakelijk. Voor foto’s die een ander plaatst de ander. En bij foto’s die anoniem zijn uitgegeven kun je mijn inziens niet verwachten dat je voor niet-commercieel gebruik uitgebreid onderzoek doet naar de rechthebbende.
Bij deze recente zaak zou ik zelf ingezet hebben op verwijtbaarheid.
Naamsvermelding
Alleen de fotograaf zelf heeft recht op naamsvermelding en op schadevergoeding voor het ontbreken van naamsvermelding. Het is een persoonlijkheidsrecht dat niet overgedragen kan worden. Een werkgever, een uitgever, opdrachtgever of rechtenbeheerder heeft geen recht op naamsvermelding, noch op schadevergoeding voor het ontbreken ervan. Daar is duidelijke jurisprudentie over.
Zo heeft Roel Dijkstra geen recht op schadevergoeding wegens ontbreken naamsvermelding bij de beroemde foto’s van Bokito.
Het recht op naamsvermelding vervalt zodra de foto met toestemming van de fotograaf zonder naamsvermelding is uitgegeven. Een aantal partijen geven bewust foto's anoniem uit om vervolgens blafbrieven te versturen.
Onderbouwing schade
De wet gaat uit van daadwerkelijke schade. Schadevergoedingen zijn zelden deugdelijk onderbouwd en rechters gaan ondanks gemotiveerde betwisting vaak mee in de opgeklopte bedragen. Fototrollen gebruiken dat om hoge bedragen af te dwingen.
Helaas vragen gedaagden zelden naar bewijs van het tarief dat ten tijde van de inbreuk gold. Rechter schat dan het tarief of sluit aan bij de tarieven van Stichting Beeld Anoniem of bij tarieven uit eerdere jurisprudentie.
Het door professionals vaak gegeven advies, betaal het normale tarief met een kleine opslag, raad ik ten zeerste af. Je verhoogt mijn inziens de kans dat ze je voor de rechter slepen. Je betwist immers niet dat zij gerechtigd zijn èn erkent verwijtbaar gehandeld te hebben.
Fotograaf zonder blafjurist
Het gevolg van de toenemende hoeveelheid blafbrieven voor partijen die de rechten niet hebben is dat het voor de fotograaf met een serieuze claim steeds lastiger wordt om zelf zijn rechten te handhaven.
Waardeer het als de fotograaf zelf contact opneemt en probeer het zonder tussenkomst van een jurist op te lossen. Voor beide kanten lopen de kosten anders snel op.
Mijn advies als de fotograaf je zelf benaderd is zonder enige discussie een billijke schadevergoeding over te maken. Voor een particulier, kleine stichting of sportvereniging €25 tot €50,-. Voor commercieel gebruik €100 tot €250,-.
Nieuwe afleveringen Kafka
Tot slot, de serie artikelen op LinkedIn over mijn ervaringen met de overheid is aangevuld met deel 4 over Rechtbanken en deel 5 over de Nationale Ombudsman.
Nog een lange weg te gaan. Promoot de petitie en deel je ervaringen met fototrollen online.
Groet!
De petitionaris
Goed nieuws voor zzp-trainers: de deadline voor inschrijving in het register is uitgesteld! We hebben dus nog even tijd om actie te ondernemen. Het complete bericht is te vinden op de site van PZO. Uitstel voor deadline aanmelding register CRKBO voor btw-vrijstelling kortdurend beroepsonderwijs Omdat er nog te veel onduidelijkheid is over de regels voor aanmelding voor het Centraal Register Kortdurend Beroepsonderwijs (CRKBO) om in aanmerking te komen voor btw-vrijstelling voor diensten in het kader van kortdurend beroepsonderwijs wordt de eerdere deadline uitgesteld tot vermoedelijk 1 december 2010, maar misschien zelfs tot 1 januari 2011..
ZZP-TRAINERS WILLEN OOK 0% BTW Nieuwe regeling benadeelt zzp-trainers en werkt oneerlijke concurrentie in de hand Zzpers, zelfstandigen zonder personeel, zijn de dupe van de nieuwe btw-regeling op het gebied van trainingen. Sinds 1 juli zijn zelfstandige trainers en opleidingsinstellingen verplicht btw te heffen over hun trainingen, tenzij ze zich inschrijven in het nieuwe Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO).
Aangezien inschrijving voor veel zzp-trainers geen realistische optie is, raken zij klanten kwijt. Een petitie moet de overheid daarom bewegen tot aanpassing van de regels. Op last van Europese wetgeving is de mogelijkheid om opleidingen aan te bieden zonder 19% btw per 1 juli vervallen. De Nederlandse wetgever heeft echter wel een ontsnappingsroute gemaakt waarbij alsnog gefactureerd kan worden zonder btw. Deze regeling valt uiterst gunstig uit voor trainingsinstituten en onderwijsinstellingen, maar zeer ongunstig voor de vele zzp-trainers in Nederland. Het CRKBO hanteert een definitie van het begrip zzper die niet aansluit bij de praktijk. Volgens dit register werkt een zzper uitsluitend als onderaannemer in opdracht van instellingen, zoals trainingsinstituten en onderwijsinstellingen. Veel zelfstandigen verzorgen echter ook trainingen voor eigen klanten. Deze trainers worden om onduidelijke redenen niet als zzper aangemerkt en kunnen zich dus niet als zodanig inschrijven. De enige andere theoretische mogelijkheid voor zzpers om in het CRKBO te worden opgenomen, is als instelling. Voor de meeste eenmanszaken is dit vanwege de financiële en inhoudelijke hindernissen geen haalbare kaart. Kortom, zzp-trainers zijn feitelijk uitgesloten van inschrijving en daarmee ook van de btw-vrijstelling. Trainers die niet in het register staan ingeschreven, zijn verplicht btw te heffen over hun trainingen. Hun concurrentiepositie wordt hierdoor ondermijnd: zij zijn 19% duurder dan opleidingsinstituten. Dit heeft onvermijdelijk een groot verlies van opdrachten tot gevolg. Particuliere klanten zullen immers minder snel met hen in zee willen gaan. Verder worden zzp-trainers die ook zelf opdrachtgevers hebben, niet meer ingeschakeld door trainingsinstituten, want ook aan deze instellingen moeten zij verplicht btw in rekening brengen. Alternatief is dat zzp-trainers hun tarieven met 19% verlagen Er doen weliswaar andere opties de ronde, zoals het oprichten van twee eenmanszaken naast elkaar, maar ook deze zijn verre van zaligmakend. Bovendien schept het CRKBO, noch de belastingdienst, helderheid over deze ideeën. Het lijkt erop dat er niet goed is nagedacht over de problemen die de nieuwe regeling voor een aanzienlijk aantal zzp-trainers teweegbrengt. Met de petitie Zzp-trainers willen 0% verzoeken de zzp-trainers de inschrijfvoorwaarden van het CRKBO aan te passen zodat de huidige situatie verbetert. Door meer ruchtbaarheid aan deze btw-kwestie en de oneerlijke concurrentie te geven, hopen zij dat er aan hun wensen gehoor wordt gegeven.
AMSTERDAM - De rechtbank heeft de Hogeschool Rotterdam verboden om een student een hoger collegegeld te vragen voor een tweede studie. Zij mag nu voor 1.672 euro een masterstudie volgen aan de hogeschool en hoeft geen 6.500 euro te betalen.
Dat blijkt uit een recent vonnis in een kort geding van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs, een onafhankelijke instantie die rechtszaken behandelt op het terrein van het hoger onderwijs.Mogelijk gevolg van deze uitspraak is dat een grote groep studenten waarschijnlijk toch een tweede studie mag doen tegen betaling van het wettelijk collegegeld. Een wetswijzing van voor de zomer bepaalde dat hogescholen en universiteiten vanaf dit collegejaar hogere collegegelden mogen vragen aan studenten die een tweede bachelor of masterstudie doen. De overheid betaalt niet langer mee aan een tweede studie. Onderwijsinstellingen zijn in principe vrij om de kosten voor een tweede studie in te vullen. Collegegelden kunnen oplopen tot wel 30.000 euro voor een master van een jaar. Torenhoge collegegeldenVeel studenten werden vervolgens met torenhoge collegegelden geconfronteerd. Zo ook de studente, met een hbo-diploma uit 2002, die een masteropleiding pedagogiek aan de Hogeschool van Rotterdam wilde doen. Zij moest plotseling 6.500 euro betalen, maakte bezwaar en kreeg gelijk. De redenering van de rechter luidde als volgt: 'de opleiding die de studente in juni 2002 afrondde valt niet onder het regime zoals dat op 1 september 2002 is ingevoerd'. Hij doelt daarmee op de bachelor-masterstructuur. 'Dit zou betekenen dat aan alle studenten die voor september 2002 zijn afgestudeerd geen hoger collegegeld kan worden gevraagd', zegt advocaat Willem Lindeboom, die de studente bijstond. Kort gedingDe rechter deed de uitspraak in een kort geding, een spoedprocedure, aangezien de studente per 1 oktober uitgeschreven dreigde te worden. Advocaat Lindeboom: 'Maar het is onwaarschijnlijk dat de rechter op deze voorlopige uitspraak terugkomt.' De student mag inderdaad tegen betaling van 1.672 euro haar studie starten, laat een woordvoerder van de Hogeschool Rotterdam weten. Wel benadrukt de woordvoerder dat het gaat om een voorlopige uitspraak. Nader bestuderenEen woordvoerder van het ministerie van Onderwijs laat weten dat zij de zaak nader bestuderen en verder net als de hogeschool de bodemprocedure, waaruit de definitieve uitspraak volgt, afwachten.
Rechter: Hoger collegegeld vragen verbodenKijk op deze website om nog meer nieuwsberichten te lezen over geweld tegen hulpverleners. .
Hulpverleners opnieuw in het nauw bij hulpverlening
Rotterdam - Bij een ongeval op de Beijerlandsestraat in Rotterdam heeft de politie maandagmiddag de wapenstok moeten gebruiken om omstanders bij een ongeval met een gewonde op afstand te houden.Twee voertuigen waren op een kruispunt op elkaar gebotst. Omdat de bestuurder nekklachten had werd de brandweer gealarmeerd om de patiënt medisch verantwoord uit het voertuig te bevrijden.
Tijdens de inzet van de hulpdiensten ontstond er tussen de politie en wat toeschouwers een wat tumult. Met de wapenstok moest het publiek op afstand worden gebracht. Daarbij werd één persoon gearresteerd waarna de rust terug keerde. Het slachtoffer is overgebracht naar het ziekenhuis.
'Meer geweld tegen vrijwillige brandweer'
Gepubliceerd: woensdag 11 augustus 2010 09:15Update: woensdag 11 augustus 2010 10:45 De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers ( VBV) maakt zich ernstig zorgen over het toenemend geweld tegen vrijwillige brandweerlieden. Uit onderzoek van de NOS en de VBV onder 6500 VBV-leden blijkt dat bijna 60 procent een of meerdere keren te maken heeft gehad met bedreiging, mishandeling of scheldpartijen.
Van de ondervraagden vindt 75 procent dat het geweld fors is toegenomen. Dat bevestigde voorzitter Cees van Beek van de VBV woensdag. De VBV wil op korte termijn overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens Van Beek worden vrijwillige brandweerlieden in dorpen en wijken vaker dan andere hulpverleners in hun dagelijks leven geconfronteerd met de raddraaiers. ,,Ze komen ze tegen in het postkantoor, de kerk of de supermarkt. Dat heeft een enorme impact op hun sociale leven.'' Van Beek wil met Binnenlandse Zaken nagaan hoe deze problemen kunnen worden aangepakt. Volgens de cijfers van de VBV zijn in Nederland 22.000 vrijwillige brandweerlieden actief. Er zijn vijfduizend beroepskrachten. De afgelopen tien jaar zijn er duizend vrijwilligers afgehaakt. Of dat te maken heeft met het toenemend geweld, is volgens Van Beek nooit onderzocht. Het wordt wel steeds moeilijker om vrijwilligers te werven, aldus de VBV-voorzitter. Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken wees erop dat de vrijwillige brandweer al via de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) gesprekspartner is van de overheid. ,,Met de NVBR wordt al gesproken over het uitvoeren van maatregelen om geweld tegen hulpverleners terug te dringen'', aldus de woordvoerder.
Geweld tegen hulpverlener Assen, 02-10-2010 Bij het ziekenhuis in Assen hield de politie in de nacht van vrijdag op zaterdag een 19-jarige man uit Beilen aan. De man mishandelde een ambulancechauffeur. De jongeman was met ademhalingsklachten, per ambulance voor onderzoek overgebracht naar de huisartsenpost bij het ziekenhuis in Assen.
Daar aangekomen wenste de man niet onderzocht te worden. Hij werd agressief, stapte van de brancard en duwde een verpleegkundige weg. Toen de ambulancechauffeur hem probeerde te kalmeren pakte hij deze hulpverlener bij zijn jas, die daarbij kapot scheurde, en gaf hem een knietje. Met hulp van een beveiligingsmedewerker van het ziekenhuis werd de man onder controle gebracht en even later overgedragen aan de politie. Hij is voor nader onderzoek ingesloten. De ambulancechauffeur deed aangifte.
Geweld tegen hulpverleners houdt aan Den Haag, 8 okt. Werknemers met een publieke taak worden onverminderd vaak geconfronteerd met agressie en geweld.
Onderzoek leert dat vorig jaar 65 procent van die werknemers te maken heeft gehad met ongewenst gedrag. De agressie en het geweld zijn daarmee nauwelijks afgenomen ten opzichte van 2007, ondanks veel extra aandacht voor het probleem.
Het kabinet wil agressie en geweld tegen onder meer hulpverleners terugdringen tot 51 procent in 2011. Om dat doel alsnog te bereiken, moeten werkgevers zich meer inzetten. Dat hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid donderdag aan de Tweede Kamer geschreven. Ze kondigen aan dat de Arbeidsinspectie extra zal controleren op de bescherming van werknemers tegen agressie en geweld.
Vooral personeel bij de NS, in gevangenissen, in de jeugdzorg en op ambulances had vorig jaar vaak te maken met agressie en geweld, zo blijkt uit het onderzoek van de Universiteit van Tilburg. Gemiddeld werden werknemers vijftien keer geconfronteerd met ongewenst gedrag. Dat is evenveel als in 2007. De omvang van fysiek geweld is wel gedaald. Werknemers bij de NS, uitkeringsinstantie UWV en in gevangenissen hebben nu beduidend meer last van agressie en geweld dan in 2007. Bij de politie is het probleem juist een stuk minder geworden. De onderzoekers concluderen dat ondanks twee jaar extra aandacht het probleem niet in alle publieke sectoren hoog op de agenda staat. Die tekortkoming speelt zowel onder leidinggevenden als onder het personeel op de werkvloer. Daarnaast blijven geweld en agressie moeilijk aan te pakken, omdat werknemers maar mondjesmaat aangifte doen van incidenten. Minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) concludeert in een brief aan de Tweede Kamer dat de vele aandacht ervoor heeft gezorgd dat het probleem duidelijk op de kaart is gezet. Ze stelt dat de tolerantie voor agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak is afgenomen. De bewindsvrouw constateert echter ook dat ze de doelstelling om agressie en geweld fors terug te dringen, niet dreigt te halen. Dat komt mede doordat werkgevers de daders onvoldoende aanpakken, bijvoorbeeld door aangiftes aan te moedigen en schade te verhalen. Ter Horst neemt daarom een reeks maatregelen om werkgevers aan te sporen meer actie te ondernemen.