De petitionaris van de petitie Oproep om erkenning, gecoördineerd onderzoek en behandeling langdurige covid vraagt u de petitie te ondertekenen:
"Uit onderzoek blijkt dat ruim 10% van alle mensen die een COVID-19 besmetting oplopen hier langdurige klachten aan overhouden. Dit met vaak invaliderende, levensontwrichtende gevolgen voor hun werkzame, sociale en voorheen sportieve leven. Graag vragen wij jouw steun. Met jou bedoelen wij de PASC patient, hun naasten (vrienden, familie en collegae) en verder iedereen die dit initiatief een warm hart toedraagt.
PASC staat voor 'post-acute sequelae of SARS-CoV-2 infection'. Symptomen behelzen o.a. extreme vermoeidheid, geheugen- en concentratieproblemen, kortademigheid, spier- en gewrichtspijnen, druk op de borst, hoofdpijnen, maag- en darmproblemen, hartkloppingen en slapeloosheid. Geschat wordt dat er momenteel zo'n 100.000 PASC patiënten in Nederland zijn.
In de VS maakt het NIH (the National Institutes of Health) de komende 4 jaar 1,1 miljard dollar vrij voor onderzoek naar PASC. In het VK investeert NICE (the National Institute for Health and Care Excellence) in de opzet van 81 klinieken speciaal voor PASC-patiënten plus onderzoek met een budget van 18,5 miljoen pond.
Teken jij ook, zodat we een duidelijk signaal kunnen geven met het verzoek om meer erkenning, gecoördineerd onderzoek en een betere behandeling van PASC?"
Wilt u deze of een andere petitie ook aandacht geven hier?
Amsterdam 5 september 2018
Naar aanleiding van het inspreken van het comité 30 juni - 1 juli in de Raadscommissie Werk Inkomen en Onderwijs van de gemeente Amsterdam, spreekt wethouder Rutger Groot Wassink van onrechtvaardigheid en vindt dat Nederlandse staatsburgers door foute wetgeving in de problemen worden geholpen. Hun bestaanszekerheid komt hierdoor in gevaar, aldus de wethouder.
Verder belooft Groot Wassink deze problematiek aan te kaarten in zijn overleg met ministers.
Het comité 30 juni - 1 juli heeft al in 2017 aan de vaste Kamercommissie de petitie aangeboden, die op dit moment al door meer dan 10:000 mensen is ondertekend.
Omdat Amsterdam, historisch, cultureel en economisch al eeuwenlang verbonden is met onze herkomstlanden, de Nederlandse Antillen & Suriname, heeft het comité zich ook tot Amsterdam gericht. Het comité is van mening, dat de Gemeente Amsterdam de meest gerede gemeente is om zich achter deze petitie te scharen en draagvlak te genereren in de Tweede Kamer en bij de andere drie grote steden en Almere.
Stichting Eer en Herstel, UCF en AOW Surneds hebben zich bij het comité 30 juni - 1 juli aangesloten en zullen vanaf nu gezamenlijk optrekken. De actie wordt ook ondersteund door de FNV Vakbond
Omdat wethouder Atzema via de media laat weten dat ze niet begrijpt aan wie de petitie is gericht, licht ik graag e.e.a. nader toe: Een petitie is vormvrij.
Artikel 5 van de Grondwet zegt dat elke burger het recht heeft een petitie te starten. De petitie zal officieel worden overhandigd aan de gemeenteraad zodat het wordt behandeld als een formeel ingekomen stuk. De petitie kan worden getekend door mensen die in Waddinxveen e.o. wonen en/of verblijven.
In dezelfde week waarin Annemarie Boom afscheid nam van de fysiotherapiepraktijk waar ze twintig jaar had gewerkt, kwam haar moeder bij haar in huis wonen. Een beslissing die haar nog dagelijks vreugde brengt, en die haar moeder duidelijk goed heeft gedaan.
Maar in de zestien jaar die eraan voorafgingen, is heel veel gebeurd dat ze graag anders had gezien.
Oude mensen hebben een wijsheid waarvan jongere mensen heel veel kunnen leren, vindt Boom. Die conclusie trekt ze niet alleen op basis van de zeven jaar waarin ze nu haar moeder in huis heeft. ‘Ik merkte het in het verleden al, en ook nu nog, aan het werk dat ik als fysiotherapeut in verpleeg- en verzorgingshuizen doe’, vertelt ze. ‘Ik heb een passie voor ouderen.’ Met haar moeder ging het rond het midden van de jaren negentig in de thuissituatie al een tijd niet goed meer. Dit had deels te maken met het problematische huwelijk waarin zij verkeerde, en deels ook met de herinneringen aan haar getroebleerde jeugd. In 1996 belandde ze op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis, waar een diagnose werd gesteld waarvan Boom enorm schrok: dementie met een sombere prognose. ‘Ik had meteen het idee dat dit niet klopte’, zegt ze. ‘Het was de slechte situatie waarin ze zo lang had verkeerd die haar parten speelde, maar ze had niet de kenmerken die bij dementie passen’. Het vergrootte haar gevoel van eenzaamheid.
Naar het verpleeghuis In haar medische dossier – dat Boom pas jaren later onder ogen kreeg – stond ook dat zij en haar broer het niet met de diagnose dementie eens waren. Maar het medisch team hield er onwrikbaar aan vast en gaf hun moeder een verpleeghuisindicatie. Zo begon een proces dat tot 2011 zou voortduren. ‘Ik had veel liever gezien dat mijn moeder naar een herstellingsoord zou gaan’, zegt Boom, ‘maar voor het gesprek daarover werd geen ruimte geboden. Door mijn medische achtergrond werd ik gezien als een betweter. Het ontbrak aan communicatie, er was geen ruimte om naar het andere verhaal te luisteren, het verhaal over de persoonlijke achtergrond van mijn moeder. In het verpleeghuis werd ze vanaf dag één behandeld als iemand met dementie. Ze werd daar met medicatie gesedeerd, terwijl ze juist begrip voor haar situatie, waarin vertrouwen en veiligheid centraal staat, nodig had. Zij diende gestimuleerd te worden met dagactiviteiten en beweging. Maar ze werd immobiel behandelbaar gemaakt, iets wat ik als fysiotherapeut heel moeilijk vond om te zien.’ Haar broer, niet medisch onderlegd, stelde zich op het standpunt “De dokters zullen het toch wel weten”.
Lastig gevonden Het verpleeghuis voelde zich gehinderd door de tegenstrijdige signalen van Boom en haar broer en drong aan op het aanstellen van één mentor en één bewindvoerder. ‘Ik ging ermee akkoord de rol van mentor op me te nemen, zegt ze, ‘maar achteraf concludeer ik dat we hierin veel te meegaand zijn geweest. Ik heb ook veel te laat haar medisch dossier opgevraagd. En ik heb me verbaasd over het feit dat daarin beschreven stond dat mijn moeders geheugen niet te testen was. Heel tegenstrijdig aan de diagnosestelling dementie.’ Boom nam zitting in de cliëntenraad van het verpleeghuis waar haar moeder woonde en vervolgens ook in de centrale cliëntenraad. ‘Maar ik werd er na een poos uitgezet op basis van onduidelijke argumentatie die er feitelijk op neerkwam dat ik te lastig was’, zegt ze. ‘In de periode daarvoor had de locatiemanager me ook al verboden om met de Inspectie te praten. Dit terwijl mijn moeder in veertien maanden tijd twee breuken en een zeer zware kneuzing had opgelopen, zonder aanwijsbare oorzaak. Met de zwartbrief die ik hierover aanbood aan LOC en ActiZ, bleken die partijen niet zoveel te kunnen. Extern onderzoek werd niet toegestaan, en intern onderzoek wekte de suggestie dat ik zelf mijn moeder wel eens die letsels kon hebben toegebracht.’
Moeizaam overleg Het was voor Boom de druppel die de emmer deed overlopen. Via haar werk voor de Stichting Cliënt en Kwaliteit kwam ze ook in andere verpleeghuizen, onder andere in een huis waarvan ze dacht dat haar moeder daar beter op haar plaats zou zijn. Ze regelde voor haar de overstap naar dit nieuwe huis en nam haar dossier mee. ‘Mijn fout was dat ik dit ongeopend in de envelop afgaf aan dat nieuwe verpleeghuis’, zegt ze. ‘Daarna stond ik meteen weer als lastig te boek, want er stonden natuurlijk nare dingen over mij in.’ Haar verwachting dat het hier beter zou zijn voor haar moeder kwam niet uit. De contacten verliepen vanaf het begin stroef en haar moeder moest wegens personeelsgebrek een keer acht dagen onafgebroken op bed doorbrengen. Ze vertelt: ‘Toen ik vroeg waarom kreeg ik nota bene als antwoord: “Voor ons moet het ook nog leuk blijven”. Ik wist niet wat ik hoorde. Mijn moeders zelfstandigheid en stafunctie werden op geen enkele manier gestimuleerd. Nadat ik erop had aangedrongen aanwezig te zijn bij het multidisciplinair overleg heb ik best goede gesprekken gevoerd met de artsen die verantwoordelijk voor haar waren. Maar er was achter de schermen veel aan de hand in dat huis, personeelsverloop zorgde voor onrust en dat had zijn weerslag op de bewoners.’ Geen van de specialisten ouderengeneeskunde, zoals de verpleeghuisartsen tegenwoordig heten, nam verantwoording voor de situatie waarin mijn moeder verkeerde.
Opname Boom’s moeder was vaak ziek, had vooral last van urineweginfecties en kreeg dan steeds antibiotica toegediend. Op een zaterdagnacht in 2011 leek het mis te gaan. Het was een half uur na middernacht toen Boom een telefoontje kreeg met de boodschap: ”Uw moeder is pre-terminaal”. Ze belde haar broer en beiden zorgden zo snel mogelijk in het verpleeghuis te zijn. ‘Daar drong ik aan op ziekenhuisopname voor mijn moeder, maar de weekendarts weigerde daaraan mee te werken’, vertelt ze. ‘Dus belde ik zelf 112, en even later hoorde ik gelukkig dat de ambulancebroeders ook vonden dat een opname nodig was. Na de opname was mijn moeder door adequaat ingrijpen binnen vijf uur weer koortsvrij.’ Vanuit het verpleeghuis wachtten Boom echter twee onaangename verrassingen. Ze vertelt: ‘De eerste was een brief waarin werd gesteld dat mijn moeder “mocht ze onverhoopt beter worden” mocht terugkeren naar het huis, maar dat mijn broer en ik dan niet meer welkom waren. De tweede was een aangifte door de weekendarts wegens bedreiging. Gelukkig werd ik daarvan vrijgesproken. Terecht, ik was gewoon overstuur, meer niet.’
Naar huis Voor Boom was de maat vol. Terwijl haar moeder nog in het ziekenhuis lag, besloot ze dat ze haar bij haar ontslag mee naar huis zou nemen. Ze had inmiddels een advocaat in de hand genomen, en die regelde dat het ziekenhuis haar moeder een paar dagen langer een bed bood, zodat ze snel de eerste zaken kon regelen om haar thuis adequaat onderdak te bieden. Ze vond snel een huisarts voor haar moeder, en regelde een bed en thuiszorg. ‘Mijn doel was haar te laten aansterken en dan zou ik wel weer verder zien’, zegt ze, ‘maar ze is nooit meer weggegaan. Na verloop van tijd ben ik gestopt met de reguliere thuiszorg en ben ik zelf mensen gaan zoeken om de zorg te kunnen bieden die mijn moeder nodig heeft. Sinds 2012 maken we gebruik van het PGB.’ Het team dat nu voor haar moeder zorgt is divers: verpleegkundigen, studenten hbo-v, verzorgenden fysiotherapeuten en naasten. ‘Allemaal mensen die wat anders in het leven staan’, zegt ze, ‘dat trek je toch aan. Er is een groot wederzijds respect en er is vertrouwen. Open communicatie is het uitgangspunt bij ons. Als je denkt dat iets anders kan, zeg het me.’
Een mogelijk vervolg Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Boom’s moeder is nu 89. Boom heeft bereikt dat de diagnose dementie formeel is doorgehaald. De huidige diagnose luidt dat ze achteruit gegaan is door de gevolgen van een zestien jarige sederende behandeling in een verpleeghuis op basis van de verkeerde indicatie, plus de gevolgen van een onbehandelde post-traumatische stressstoornis. ‘Ze is enorm opgeknapt in de jaren dat ze nu bij mij woont’, zegt Boom. ‘In het eerste jaar is ze tien kilo aangekomen en in al die jaren heeft ze welgeteld één urineweginfectie gehad. Verder is ze nooit ziek geweest.’ Soms krijgt Boom nu van anderen de vraag of ze niet ook voor hun vader of moeder kan zorgen, op dezelfde grondslag als ze nu al zeven jaar voor haar eigen moeder doet. Ze zegt: ‘Dan denk ik: waarom niet, als ik ergens een pand kan vinden. Ik zou best een kleinschalig verpleeghuis willen beginnen voor vier of vijf bewoners. Het is gewoon nog niet het moment geweest. Wat hierin meespeelt is dat ik in mijn directe woonomgeving dezelfde mensen tegenkom met wie ik voor 2011 in het verpleeghuis zoveel problemen heb gehad. Van al deze mensen werkzaam in de wereld van de zorg heeft nooit iemand haar of zijn verantwoording jegens mijn moeder genomen. Door haar vanuit een noodsituatie in huis te nemen, draag ik nu, gesteund door mijn directe omgeving, de gevolgen hiervan. Ik verbaas me er tot op de dag van vandaag over dat nooit iemand er bij mijn moeder of mij op teruggekomen is. Ook de IGZ, waar wij diverse gesprekken mee hebben gevoerd laat ons in de kou staan; “voor individuele gevallen kunnen zij niets doen en tijdens één van de gesprekken werd mij gezegd dat ik de grens van, het kunnen, van de IGZ heb bereikt”. Dat vind ik heel jammer, het had nooit zover mogen komen. Daarom ben ik ook erg blij dat ik nu mijn verhaal kan vertellen. En wie weet is de volgende stap dat ik inderdaad een kleinschalig initiatief start waarin mijn moeder samen kan leven met drie of vier anderen. Daar is ze nu wel weer aan toe.’
Meer weten
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.
Wij zijn te bereiken op tel.nr. 06-24643191 en tel.nr. 06-54651979.
Beste voorstander,
Mede door jouw stem heeft de petitie nu al effect! De verantwoordelijke wethouder heeft als doel gesteld een oplossing te vinden voor het behouden van de festivals voor de komende tien jaar. Wat ons betreft een fantastisch streven!
Een streven is mooi, een concrete oplossing voor de komende tien jaar is beter! Hoe meer voorstanders zich verenigen op ons platform, des te sterker we staan met z’n allen.
Deel daarom de petitie zo vaak je kan: https://festivalsinleeuwarden.petities.n
Tot het moment dat er een concrete oplossing is gevonden en er met zekerheid kan worden gezegd dat de festivals en evenementen in Leeuwarden blijven, volgen wij ontwikkelingen op de voet. Inmiddels zijn wij als belanghebbende aangeschoven bij relevante overleggen en bijeenkomsten.
Wil je als voorstander op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen? Like en volg dan onze Facebookpagina: "Leeuwarder festivals en evenementen horen in ónze stad." Dit is de link: https://www.facebook.com/LeeuwardenLevendig
Hartelijke groet, Leeuwarden Levendig!
Aletta Groeneveld (Petitionaris) en John Moerland
Sommige mensen worden geboren met een beperking en anderen krijgen een beperking tijdens hun levensloop door slijtage of door bijvoorbeeld een ongeluk thuis, op het werk, op school, tijdens het sporten, op vakantie of elders. Maar men kan ook een beperking krijgen doordat iets gebeurt met je lichaam of geest waarbij je eigen controle verliest.
In mijn geval kreeg ik een (geestelijk) beperking na deelname aan een groepstherapie in het kader van een opleiding in de hulpverlening. De therapie in groepsverband heeft mij toen geestelijk ziekgemaakt. Sindsdien heb ik ervaren dat het moeilijk is om te blijven werken als je géén WSW-indicatie (wsw = wet sociale werkvoorziening) hebt. Toen ik nog geen wsw-indicatie had en een terugval kreeg door mijn geestelijk gezondheid werd ik min of meer onder dwang ontslagen. Wat ben ik blij dat ik sinds het jaar 2010 een baan heb met een wsw-indicatie! Tenslotte wil ik men benadrukken hoe belangrijk het is om zo een indicatie te hebben. Tevens wil men verzoeken deze petitie te ondertekenen en te delen.
Anderen verdienen ook zo een kans, doe de wsw-deur opnieuw open voor alle mensen met een beperking!
Chemelot in haar Visie aangeeft dat er in 2025 wel incidenten op Chemelot kunnen voorkomen maar dat de veiligheid van omwonenden nooit in het geding mag zijn.
Wij zijn het daar grondig mee eens ! Geen woorden maar daden ! .
De plannen om het leven van mensen met een beperking moeilijker te maken is voor mij de drijfveer geweest te starten met de petitie. Mijn zorgen begonnen toen men had besloten om de deur van de Sociale Werkvoorziening te sluiten voor de nieuwkomers.
Maar later bleek het ook te gelden voor sommige mensen die al een de WSW-indicatie hadden door het sluiten van Sociale Werkplaatsen. Omdat ik zorgen maakte over onze doelgroep nam ik in januari van dit jaar het initiatief te starten met een petitie. Ik begon in mijn eentje met de petitie en kondigde dit aan op Facebook. Na een tip van iemand op Facebook kwam ik in contact met Rayeed Nasibdar. Rayeed heeft in het verleden een petitie aangeboden tegen het korten op de Wajong uitkering. Tijdens dit traject en dankzij Rayeed ben ik in contact gekomen met de juiste mensen die de petitie ondersteunen. Met zijn ervaring, kennis en connecties is er een nieuw leven ingeblazen en werd de petitie tevens een actie (online en offline). Met vallen en opstaan ging ik door met mijn strijd samen met Rayeed. Ik ben zeer dankbaar aan alle mensen die mij hebben gesteund met de petitie zoals, collega’s, gepensioneerden, familieleden, politieke partijen, FNV, vrienden, buren en sympathisanten. Voor de mensen die petitie hebben ondertekend en ook de mensen die andere mensen hebben gevraagd om de petitie te ondertekenen is mijn dank heel groot.
Deze week is het de laatste week dat de petitie ondertekend kan worden. Volgende week dinsdag 11 september 2018 wordt petitie aangeboden aan de Tweede Kamer.
Allemaal nogmaals bedankt voor jullie steun!