Geachte dames en heren, Sehr geehrte Damen und Herren,
Op donderdag 8 augustus 2019 19.30 uur wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd in het gemeentehuis, Voorstraat 31, Wissenkerke, over de "Repowering Jacobahaven". Wie tegen dit project is, moet van de gelegenheid gebruik maken om persoonlijk bezwaar aan te tekenen. Wij zullen ook ter plaatse zijn!
Uw schriftelijke zienswijze kunt u sturen aan het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland, Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke met onderwerp = het ontwerpbestemmingsplan planidentificatienummer NL.IMRO.1695.BPWindparkJacobahv-ON01
Die Gemeinde veranstaltet am Donnerstag, 8. August 2019 um 19:30 Uhr eine Informationsveranstaltung zum "Repowering Jacobahaven". Jeder, der gegen dieses Projekt ist, sollte die Gelegenheit nutzen und seine Einwände dort persönlich vorbringen. Wir werden auch vor Ort sein!
Wichtig ist auch, dass Sie bei der Gemeinde bis spätestens zum 14.08.2019 eine schriftliche Beschwerde einreichen. Die Adresse lautet: an het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland, Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke, Nederland mit Betreff (Wichtig!) = het ontwerpbestemmingsplan planidentificatienummer NL.IMRO.1695.BPWindparkJacobahv-ON01 (Fax: +31 113 377 300). Bitte auf Niederländisch einreichen (- auf Deutsch verfassen und z.B. mit deepl.comübersetzen).
De belangrijkste informatie over het project uit de toepassing Dit zijn alle citaten uit de documenten die door e-connection zijn voorgelegd / Opmerkingen & aanvullingen zijn ophet Website "red het Banjaardstrand" blauw gemarkeerd!
Die wichtigsten Informationen zu dem Projekt aus dem Antrag (Dies sind alles Zitate aus den eingereichten Dokumenten von e-connection / Kommentare & Ergänzungen sind auf der Website "Rettet den Banjaardstrand" blau gekennzeichnet)
De bouwkosten (windturbines en civiele werkzaamheden) worden op dit moment geschat op circa € 8.811.000,-
Die Baukosten (Windkraftanlagen und Tiefbauarbeiten) werden derzeit auf ca. 8.811.000 € geschätzt.
Bestemmingsplan Citaat „verordening ruimte provincie Zeeland" (augustus 2012!) - Bestemmingsplan Noord-Beveland = augustus 2013! "Art. 2.4 In dit artikel worden regels gegeven voor windturbines. Die mogen worden geplaatst binnen op kaart 3 aangegeven locaties. De kaart bevat overigens geen exacte begrenzing van de locaties. Er zijn slechts 'stippen' op de kaart aangegeven. Gemeenten mogen de locaties zelf in hun bestemmingsplannen begrenzen. Het beleidsdoel is hoge windturbines alleen toe te laten binnen begrensde locaties en niet overal in het landelijk gebied (aantasting landschap door verspreide ontwikkeling voorkomen). Kleinere turbines (tot 20 meter hoog) mogen gemeenten ook elders toelaten.“
In de regels van de provincie wordt uitdrukkelijk verwezen naar de mogelijkheid voor de gemeente om haar activiteiten individueel vorm te geven. Het besluit van de provincie dateert van augustus 2012 - het bestemmingsplan van de gemeente werd in augustus 2013 opgesteld. Het is dan ook oneerlijk waarom er nu een ontheffing zou moeten worden verleend!
In het Bestemmingsplan is zelfs de ashoogte beperkt tot maximaal 82 meter! - Bron: "Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Regels" "16.2 Bouwregels De gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels: a. de ashoogte van windturbines bedraagt maximaal 82 meter; b. de bouwhoogte van overige voorzieningen bedraagt maximaal 3 meter; c. de capaciteit per windturbine bedraagt maximaal 3 MegaWatt, met dien verstande dat de gezamenlijke capaciteit per windpark maximaal 14,9 MegaWatt bedraagt."
Daarom moet er een uitzondering worden gemaakt - wij verdedigen ons hiertegen!
Bestemmingsplan / Flächennutzungsplan Zitat " verordening ruimte provincie Zeeland" (August 2012!) - Bebauungsplan Noord-Beveland = August 2013! "Art. 2.4 In diesem Artikel werden Regeln für Windkraftanlagen gegeben. Diese können in folgenden Bereichen platziert werden: auf der Karte 3 angegebene Standorte. Die Karte enthält keine genaue Grenze der Standorte. Es gibt nur "Punkte" auf der Karte. Die Gemeinden dürfen die Standorte selbst in ihren Bebauungsplänen bestimmen. Das politische Ziel ist es, nur die Nutzung hoher Windturbinen durch die Betreiber zuzulassen innerhalb enger Grenzen und nicht überall im ländlichen Raum (Landschaftsschäden durch verstreute Standorte). (z.B. durch weitreichende Entwicklung). Kleinere Turbinen (bis zu 20 Meter hoch) können die Gemeinden auch anderswo erlauben."
Die Bestimmungen der Provinz verweisen ausdrücklich auf die individuelle Gestaltungsmöglichkeit der Gemeinde. Der Beschluss der Provinz stammt vom August 2012 - der Flächennutzungsplan der Gemeinde wurde im August 2013 erstellt. Wieso dann jetzt eine Ausnahmegenehmigung erteilt werden soll, ist unredlich!
Im Bestemingplan (entspricht dem deutschen Flächennutzungsplan) wird sogar die Masthöhe auf maximal 82 Meter begrenzt! - Quelle: "Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Regels":
"16.2 Bauvorschriften Für die Gebäude und Anlagen müssen folgende Regeln eingehalten werden: a. Die maximale Masthöhe von Windkraftanlagen beträgt 82 Meter; b. Die maximale Bauhöhe anderer Einrichtungen beträgt 3 Meter; c. die maximale Leistung pro Windturbine beträgt 3 MegaWatt, mit der Maßgabe, dass die kombinierte Kapazität pro Windpark 14,9 Megawatt nicht übersteigt."
Daher muss eine Ausnahmegenehmigung erteilt werden – gegen diese wehren wir uns!
Geluid / Lärm
Die Lärmkarte der neuen Turbinen
Cumulatieve geluidsbelasting na realisatie van de nieuwe windturbines (Lcum) In het MER is onderzocht wat de verandering wordt van het akoestische klimaat in het plangebied als gevolg van de nieuwe windturbineopstelling. Dit is gedaan door aan de hand van de methode Miedema alle relevante geluidsbronnen bij elkaar op te tellen en te vergelijken met de nieuwe situatie, zie figuur 5.2. Op basis van de methode Miedema wordt het huidige akoestische klimaat als zeer slecht beoordeeld. De nieuwe windturbines brengen daar qua geluidsbelasting geen verandering in.
Kumulative Lärmbelastung nach dem Bau der neuen Windkraftanlagen (Lcum)
Das MER untersuchte die Veränderung des akustischen Klimas im Planungsgebiet als Folge der neuen Aufstellung der Windturbinen. Dies geschah durch die Verwendung der Miedema-Methode, um alle relevanten Lärmquellen zu addieren und mit der neuen Situation zu vergleichen, siehe Bild 5.2. Basierend auf der Miedema-Methode wird das aktuelle akustische Klima als sehr schlecht bewertet. Daran ändern die neuen Windkraftanlagen nichts in Bezug auf den Geräuschpegel.
De geluidsbelasting van recreatiewoningen in het park de Banjaard en de camping Anna Friso is eveneens hoog. Recreatiewoningen en campings hoeven echter formeel niet aan geluidsnormen getoetst te worden. Gezien de hoge belasting beveelt de Commissie aan te onderzoeken of hier (toch) verbeteringen mogelijk zijn. Deze informatie kan dan nog een rol spelen bij afwegingen over dit deelproject.
Auch die Lärmpegel der Ferienhäuser im Banjaard-Park und auf dem Campingplatz Anna Friso sind hoch. Freizeithäuser und Campingplätze müssen jedoch nicht formell nach Lärmstandards geprüft werden. Angesichts des hohen Belastungniveaus empfiehlt die Kommission zu prüfen, ob in diesem Bereich Verbesserungen vorgenommen werden können oder nicht. Diese Informationen könnten dann bei der Betrachtung dieses Teilprojekts eine Rolle spielen.
Slagschaduw / Schlagschatten
Bij de normstelling ten aanzien van schaduwwerking wordt aangesloten bij de Activiteitenregeling. In de Activiteitenregeling is voorgeschreven dat een windturbine moet zijn voorzien van een automatische stilstandvoorziening indien de afstand tussen de windturbine(s) en woningen of andere slagschaduwgevoelige objecten minder dan 12x de rotordiameter bedraagt en indien de gemiddelde schaduw meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten valt op een raam van een gevoelig object. Dit is vertaald in een toetswaarde voor de maximale schaduwduur van 6 uur per jaar. Een dergelijke norm kan met een contour in een kaartbeeld worden weergegeven. De mate van slagschaduwhinder wordt in de Activiteitenregeling voorts enkel genormeerd voor geluidsgevoelige objecten. Recreatiewoningen, kampeerterreinen en de delen van het plangebied die in gebruik zijn voor de teelt van zeewier zijn geen geluidsgevoelige objecten.
Die Normen für Schattenwirkungen sind an die Aktivitätsverordnung angepasst. Die Aktivitätsverordnung schreibt vor, dass eine Windturbine mit einer automatischen Abschaltvorrichtung ausgestattet sein muss, wenn der Abstand zwischen der(n) Windturbine(n) und Häusern oder anderen Gegenständen, die empfindlich auf Schlagschatten reagieren, weniger als das Zwölffache des Rotordurchmessers beträgt und wenn der durchschnittliche Schatten mehr als 20 Minuten lang für mehr als 17 Tage pro Jahr auf ein Fenster eines empfindlichen Objekts fällt. Dies wird in einen Testwert für die maximale Schattendauer von 6 Stunden pro Jahr umgesetzt. Ein solcher Standard kann durch eine Kontur in einem Kartenbild dargestellt werden. Der Grad der Schlagschattenbelästigung ist nur für geräuschempfindliche Objekte in der Aktivitätskontrolle normiert. Ferienhäuser, Campingplätze und die für den Algenanbau genutzten Teile des Plangebietes sind keine lärmsensiblen Objekte.
Schlagschatten in der neuen Situation – die gelbe Linie gibt die Grenze vor, in deren Schlagschatten von mehr als 6 Stunden auftreten kann
Slagschaduw / Schlagschatten Het aantal slagschaduwuren in de nieuwe situatie is hoger dan in de bestaande situatie. Bij de uiteindelijke selectie van het nieuwe turbinetype moet een nieuwe stilstandsregeling bepaald worden.
Die Anzahl der Schlagschattenstunden in der neuen Situation ist höher als in der bestehenden Situation. Bei der Endauswahl des neuen Turbinentyps muss eine neue Stillstandsregelung festgelegt werden.
Natuurgebieden / Naturschutzgebiete Het project bevindt zich tussen twee beschermde natuurgebieden (Voordelta en Ooster-schelde). Uit het MER blijkt dat het project negatieve effecten heeft op beschermde soorten zoals meeuwen, steltlopers, vleermuizen en zeehonden. Ook is aangegeven dat sommige in-formatie over de gevolgen voor de natuur nog ontbreekt, zoals over vogel- en vleermuisaan-tallen. Maatregelen om effecten te beperken, zoals tijdelijk stilzetten van turbines, zijn vol-gens het MER vanwege kennisleemtes in ieder geval (voorlopig) nog nodig om slachtoffers onder vleermuizen te beperken. ...Uit voorzorg wordt daarom voorlopig ge-werkt met een stilstandvoorziening in de periode januari – augustus
Das Projekt liegt zwischen zwei Naturschutzgebieten (Voordelta und Oosterschelde). Die MER zeigt, dass das Projekt negative Auswirkungen auf geschützte Arten wie Möwen, Watvögel, Fledermäuse und Robben hat. Es wurde auch darauf hingewiesen, dass einige Informationen über die Folgen für die Natur noch fehlen, wie z.B. über Vogel- und Fledermauszahlen. Maßnahmen zur Begrenzung der Auswirkungen, wie z.B. die vorübergehende Abschaltung von Turbinen, sind nach der MER aufgrund von Wissenslücken zur Begrenzung der Opferzahlen bei Fledermäusen ohnehin (vorerst) noch erforderlich. ...Vorsichtshalber werden daher im Zeitraum Januar - August vorsorglich Stillstandseinrichtungen eingesetzt
**resultaat / Fazit: Door extra stilstandstijden voor de bescherming van de natuur (vleermuizen, etc.) en om te beschermen tegen nog meer schaduwen, wordt de efficiëntie van de installatie echter verminderd! Zonder subsidies geloven wij niet dat de investering economisch verantwoord is.
Daarom is de locatie niet geschikt volgens de beschikbare feiten.
Durch zusätzliche Stillstandzeiten zum Schutz der Natur (Fledermäuse, etc.) und zum Schutz vor noch mehr Schlagschatten, verringern aber die Effizienz der Anlage! Ohne Subventionen ist die Anlage unserer Einschätzung nach nicht wirtschaftlich.
Somit ist der Standort nach den vorliegenden Fakten ungeeignet.**
Bewaar het Banjaardstrand bij ons en dien een schriftelijke zienswijze in! Bitte retten Sie gemeinsam mit uns den Banjaardstrand und reichen Sie eine schriftliche Beschwerde auf niederländisch (z.B. übersetzt durch ein Online-Übersetzer wie deepl.com) ein!
Hartelijk dank! Anke Urban / Petitionaries - Initiatief "Red het Banjaardstrand"
Vielen Dank! Anke Urban / Petitionaries - Initiative "Rettet den Banjaardstrand"
Burgerinitiatief schriftelijke informatieplicht medische behandelingsovereenkomst vrijdag 11 januari 2013 Medische missers leiden niet zelden tot ernstige en blijvende schade. Patiënten weten over het algemeen niet of nauwelijks aan welke risicos ze bij een ingreep blootgesteld worden.
Artsen zijn wettelijk verplicht patiënten te informeren over de ingreep, de te verwachten gevolgen en risicos en de andere methoden van behandeling. Het is nu niet voldoende duidelijk en controleerbaar of dit ook gebeurt. Radar start daarom een burgerinitiatief. Het initiatief kun jehier ondertekenen. Als je medicijnen ophaalt bij de apotheek word je altijd gewezen op de bijsluiter. Je kunt die dan vervolgens thuis rustig nalezen. Maar wie geopereerd wordt en bijvoorbeeld een medisch hulpmiddel krijgt, moet het doen met de uitleg van de chirurg. Patiënten weten vaak niet of nauwelijks aan welke risicos ze bij een ingreep worden blootgesteld. Artsen zijn wettelijk verplicht patiënten te informeren over de ingreep, de te verwachten gevolgen en risicos en de andere mogelijke methoden van behandeling. Dit gebeurt nog niet goed genoeg en het is ook niet voldoende duidelijk en controleerbaar. Met de huidige communicatiemiddelen, medische standaarden en kennis van risicos kan dit in het belang van zowel de patiënt als de behandelaars veel beter worden georganiseerd. Een plicht tot verstrekking van schriftelijke informatie is daarvan de kern. In het TROS-programma Radar geven we leiding en uitvoering aan een burgerinitiatief op basis van de petitievan Maria Smit. We willen bewerkstelligen dat de geneeskundige hulpverlener niet op verzoek van de patiënt maar standaard vooraf schriftelijke informatie meegeeft aan de patiënt over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling. Hoe is het nu wettelijk geregeld?Het huidige artikel 7:448 BW (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst, hierna WGBO) omtrent de informatieplicht van de arts luidt: De hulpverlener licht de patiënt op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk in over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, de behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt. De hulpverlener licht een patiënt die de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt op zodanige wijze in als past bij zijn bevattingsvermogen. En in lid 2 staat: Bij het uitvoeren van de in lid 1 neergelegde verplichting laat de hulpverlener zich leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van: a de aard en het doel van het onderzoek of de behandeling die hij noodzakelijk acht en van de uit te voeren verrichtingen; b de te verwachten gevolgen en risicos daarvan voor de gezondheid van de patiënt; c andere methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen; d de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot diens gezondheid voor wat betreft het terrein van het onderzoek of de behandeling. De wetgever gaat er dus van uit dat de hulpverlener zich bij de informatie-overdracht laat leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient te weten. De huidige regeling van informatie aan patiënten in art. 7:448 BW (WGBO) en de voorgestelde regeling in de Wet Cliëntenrechten Zorg bevestigt hoe belangrijk goede informatie is en geeft al een recht daarop. De bestaande regeling is echter weinig concreet en beschermt patiënten nog onvoldoende. De informatie-overdracht kan eenvoudig concreter worden gemaakt en de patiënt beter informeren en voorbereiden op wat hem of haar te wachten staat. De wetgever gaat ervan uit dat de patiënt schriftelijke informatie vraagt. Mensen kunnen vragen om schriftelijke informatie, maar dat doen ze zelden en ze weten vaak ook niet van deze mogelijkheid. Artsen geven uit zichzelf nog te weinig schriftelijke informatie.Tijdens een consult moet er veel informatie met de patiënt besproken worden. Daarom is het ook zo belangrijk dit effectief en innovatief te organiseren. Nota bene: Er zijn gevallen waarin informatievoorziening problematisch is (patiënten die niet in staat zijn te beslissen, jongeren, informatie zou genezing bemoeilijken, patiënt wil geen informatie, et cetera.) Maar die zijn al wettelijk geregeld. Waarom is dit burgerinitiatief nodig?Goede en complete informatie over diagnose, voorgestelde behandeling, risicos en alternatieven en alle implicaties daarvan is moeilijk in een mondeling consult/gesprek over te brengen en te begrijpen. Schriftelijke informatie biedt de patiënt de mogelijkheid om zijn of haar situatie te overdenken, te bespreken en keuzes te heroverwegen. Met de schriftelijke informatie in de hand kan de patiënt zich makkelijk verder informeren via internet, door vragen aan de arts of middels gesprekken in de eigen omgeving. Schriftelijke informatie maakt het voor de arts ook makkelijker om een anders moeilijk uit te voeren taak te vervullen. Er kan geen twijfel over zijn dat goede informatie een zeer grote maatschappelijke waarde heeft. Het is niet alleen een middel voor de patiënt om weloverwogen afwegingen van risicos te maken en om baas te blijven over eigen lichaam en leven (autonomie). Goede informatie over de kwaliteit en risicos van medische diensten, hulpmiddelen en behandelingen verbetert ook de keuzes van patiënten en bevordert innovatie. Als economen het ergens over eens zijn, dan is het dat transparantie de kwaliteit van het aanbod versterkt. Goede informatie voorkomt ook dat mensen behandelingen ondergaan die onnodig risicovol zijn of niet werkelijk helpen. Welke informatie moet door de behandelaar worden verstrekt?Het gaat erom dat de patiënt de volgende informatie schriftelijk ter beschikking krijgt. Tijdens of onmiddellijk na afloop van het consult moet de behandelaar de patiënt in ieder geval schriftelijk informeren over: 1.De Nederlandse en (indien beschikbaar) de internationale naam van de aandoening. 2.De Nederlandse en (indien beschikbaar) de internationale naam van de ingreep of behandeling, het medische hulpmiddel (bij medisch hulpmiddel: naam fabrikant, productiejaar en productkenmerken). Dit zijn de gegevens die de arts toch al pleegt te noteren en het is dus eenvoudig dit ook aan de patiënt mee te geven. Het is een kwestie van nadere uitwerking hoe de volgende, eveneens essentiële informatie wordt verschaft. Dat kan ook tijdens of onmiddellijk na het consult door de behandelaar zelf of bijvoorbeeld via een verwijzing naar een website waarop up to date en volledige informatie te vinden is. Het gaat daarbij om: 3.De risicos van de ingreep, de te verwachten gevolgen en de (kans op) mogelijke complicaties van de ingreep. 4.De mogelijkheden om deze complicaties te verhelpen. 5.Andere methoden en alternatieven van de behandeling met vermelding van specifieke voor- en nadelen ten opzichte van de voorgestelde behandeling. 6.De manier waarop de ingreep uitgevoerd gaat worden. 7.Hoe lang de ingreep al wordt toegepast. 8.De wetenschappelijke basis van de ingreep. 9.Contra-indicaties. 10.De meest actuele informatie over de ingreep, het medische hulpmiddel, met de bekende risicos. De arts staat er voor in dat de schriftelijke informatie op deze websites adequaat is en dat al deze specifieke informatie daar te vinden is. Kosten en effectieve uitvoering van de schriftelijke informatieplichtDe vraag is vooral hoe die informatievoorziening goed en op een innovatieve wijze geregeld en georganiseerd kan worden tegen zo laag mogelijke kosten voor de gezondheidszorg en zo eenvoudig mogelijk voor de patiënt. De plicht voor de behandelaar om schriftelijke informatie te verschaffen zou zo kunnen worden uitgewerkt dat mensen naar huis gaan met informatie die ze in staat stelt om op tenminste één door arts/hulpverlener te noemen overzichtelijke website te vinden wat ze nodig hebben ( zie de bovengenoemde punten 1 t/m 10). Behandelprotocollen (in kader van Wetsvoorstel Cliëntenrechten Zorg: standaarden) komen steeds meer beschikbaar op internet en ook in versies die makkelijk te volgen zijn voor patiënten. Ook patiëntenorganisaties hebben informatie. Daar kunnen artsen naar verwijzen. (Internet)bedrijven kunnen artsen en ziekenhuizen helpen dit goed te organiseren, inclusief een helpdeskvoorziening voor mensen die nog nadere vragen hebben. Informatie zou standaard aanwezig moeten zijn bij de hulpverlener en moeten worden verstrekt als een bijsluiter die met één druk op de knop kan worden uitgeprint en aan de patiënt kan worden meegegeven. Artsen hoeven dit niet zelf te organiseren. De schriftelijke-informatieplicht zal ertoe leiden dat organisaties van specialisten dat gaan doen, geholpen door IT en medische informatie bedrijven die zich hierop toeleggen. Artsen en ziekenhuizen kunnen deze dienstverlening inkopen. SanctioneringOnderdeel van een verbeterde regeling moet ook de sanctionering zijn. Wat als een arts dit niet doet? Wat als het een keer niet lukt? Wat als de patiënt niet is geïnformeerd over risicos en er doet zich toch zon risico voor? Dit is een veel voorkomend probleem wat betreft medische aansprakelijkheid dat beter en praktischer kan worden opgelost. Handhaving van de schriftelijke-informatieplicht zal betrekkelijk eenvoudig zijn als het gebruikelijk wordt dat mensen schriftelijke informatie gaan meekrijgen na een bezoek aan een behandelaar. Doet de arts dit per mail, dan is bovendien ook makkelijk te bewijzen dat de informatie daadwerkelijk is gegeven. Verder is het binnen de al omvangrijke kwaliteitssystemen en toezichtsystemen in de zorg vrij eenvoudig om ook deze waarborg voor patiëntveiligheid in te passen. De wettelijke regeling zal daar op een goed doordachte manier bij moeten aansluiten. Behandelaars die hun systeem niet op orde hebben, moeten daarbij sterker ter verantwoording worden geroepen dan behandelaars die een enkele keer niet de juiste informatie hebben verschaft. Hoe de patiënt moet worden behandeld als onjuiste of onvolledige informatie is gegeven, kan ook beter worden uitgewerkt. Een protocol voor omgaan met slachtoffers van dit type medische fouten zou onder meer moeten regelen hoe de patiënt alsnog informatie krijgt, hoe verontschuldigingen en extra zorg worden verstrekt en hoe compensatie wordt vastgesteld op een manier die de patiënt niet verder belast. Als zich een onverwacht risico voordoet, moet de getroffen patiënt nu vaak aannemelijk maken dat hij of zij de ingreep niet zou hebben laten uitvoeren als er volledige informatie was geweest. Ook is er vaak lange discussie over de omvang van schadeloosstellingen. Dat kan ondervangen worden door gedetailleerde richtlijnen voor de hoogte van de compensatie. Naarmate het waarschijnlijker is dat de ingreep niet zou zijn uitgevoerd met de juiste informatievoorziening, zou de patiënt een meer volledige schadevergoeding moeten krijgen. Welke risicos moeten worden vermeld?Verder zou er een goed uitgewerkte en gedetailleerde regeling nodig zijn wat betreft de risicos die vermeld moeten worden. In buitenlandse jurisprudentie zijn daarvoor maatstaven ontwikkeld, die aansluiten bij de frequentie en de zwaarte van het risico in relatie tot de noodzakelijkheid van de behandeling. Daarbij gelden ongeveer de volgende uitgangspunten: Risicos kunnen het beste worden vermeld in woorden én in zo precies mogelijke percentages, bijvoorbeeld waarschijnlijk (groter dan 50%), regelmatig (10 tot 50%), af en toe (10-1%), zeldzaam (minder dan 1%), zeer zeldzaam (minder dan 0.1%). Risicos op dood, zware invaliditeit of ernstige gevolgen voor de leefwijze van de patiënt moeten al vermeld worden als ze zeldzaam of zeer zeldzaam zijn. Minder zware complicaties, die alleen tijdelijke gevolgen hebben, of die gemakkelijk te bestrijden zijn, moeten worden vermeld als zij zich af en toe of regelmatig voordoen. Bij niet noodzakelijke behandelingen (bijvoorbeeld sommige vormen van plastische chirurgie) of behandelingen waarvan onduidelijkheid bestaat over de effectiviteit moeten meer, zo niet alle risicos worden vermeld. TROS Radar Prof. Maurits Barendrecht, Universiteit Tilburg/HiiL Innovating Justice (adviseur) Maria SmitOnderteken het burgerinitiatief
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/2012/11/01/wetsvoorstel-forensische-zorg-32398 waardoor m.n. jongeren vanuit de gesloten jeugdzorgplus gevangenissen met hun 18e jaar linea recta door gaan stromen in een TBS-kliniek. waardoor gevangenen geen vrijheid meer hebben om medische en geestelijke behandeling te weigeren..
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/2012/11/01/wetsvoorstel-verplichte-geestelijke-gezondheidszorg-32399 waardoor m.n. geregeld wordt welke dwang mag en voorbij gegaan wordt aan de kwaliteit van de zorg. kwaliteit in de zin van 'warm' 'betrokken' 'liefdevol' 'in alle rust' 'ondersteunend ipv overheersend'..
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/2012/11/01/wetsvoorstel-verplichte-geestelijke-gezondheidszorg-32399 waarmee meer en meer op een overheersende manier zogenaamde hulp geboden wordt vanuit een medisch kader en niet vanuit sociale en emotionele empathie. waarbij de big business van big pharma een enorme schadelijke invloed heeft op onze geest en onze gezondheid. maar niet alleen big pharma, ook allerlei andersoortige 'behandelingen' zijn terug van weggeweest in een cosmetisch aangenamer jasje, zoals de electroshock therapie. onder dwang heb je niets meer in te brengen over je eigen lichaam, over je eigen 'state of mind'.psychiaters wil is wet. zonder dat de psychiater enige verantwoording neemt voor de schadelijke en zelfs dodelijke gevolgen.
De burgemeesters van Spijkenisse, Maassluis en Hellevoetsluis hebben minister Blok gevraagd om de waarborgstop van leningen voor woningcorporaties terug te draaien. Woningcorporatie Maasdelta heeft namelijk diverse bouwprojecten afgeblazen, èn vanwege het regeerakkoord, èn omdat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) vanaf 2014 niet meer garant staat voor nieuwe leningen aan corporaties. Dat Maasdelta heeft besloten een pas op de plaats te maken en de projecten in de koelkast te zetten, heeft ingrijpende gevolgen. Voor het Hart van Groenewoud in Spijkenisse was de verkoop van de eerste woningen bijvoorbeeld al gestart en had de KPN de kabels in de bouwrijp te maken grond al verlegd.
In Maassluis treft de maatregel het project Sluispolder West; in Hellevoetsluis gaat het om de Molshoek en de Parnassiaflats. De burgemeesters vinden volgens berichtgeving in het Weekblad Spijkenisse de opstelling van Maasdelta opvallend omdat het een corporatie is die door prudent beleid niet in de financiële gevarenzone verkeerd. Het nodeloos stilleggen van deze belangrijke investeerder en beheerder raakt ook ons als gemeente in het hart, aldus burgemeester Karssen namens de drie gemeenten in een brief aan minister Blok. Huurders de grote verliezers Minister Blok heeft inmiddels in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven alle doorrekeningen voorbarig te vinden. Hij stelt dat de plannen van het Regeerakkoord nog moeten worden ingevuld en uitgewerkt. Gezien de dreigende verhuurdersheffing van 2 miljard euro per jaar denken de corporaties daar duidelijk anders over. Huurders zijn uiteindelijk de grootste verliezers. Zij worden, als de plannen van Rutte II doorgaan, getroffen door enorme huurverhogingen, nog weer langere wachttijden voor betaalbare huurwoningen en minder onderhoud en dienstverlening. De Woonbond roept huurders, verhuurders, beleidsmakers en politici op om de petitie Huuralarm te ondertekenen. Houd huren betaalbaar en trek de woningmarkt uit het slop.
Nederlandse WoonbondEen woonvoorziening voor verstandelijk gehandicapte jongeren in het Overijsselse Vollenhove gaat op de valreep niet door. Woningcorporatie Wetland Wonen heeft het nieuwbouwproject stopgezet vanwege de verhuurdersheffing.
De betrokken ouders komen in actie: 'Dit mag niet gebeuren.' 'Het is de verhuurdersheffing die ons nekt', zegt Anja Weijs, een van de veertien ouders die al jaren bezig zijn om een woonvoorziening voor hun verstandelijk gehandicapte kinderen van de grond te krijgen. De bouwplannen in samenwerking met zorginstelling JP van den Bentstichting en woningcorporatie Wetland Wonen in de Kop van Overijssel waren zo goed als af. In april 2013 zou de eerste paal de grond in gaan. Maar plattelandscorporatie Wetland Wonen heeft net als de meeste andere woningcorporaties een groot aantal van haar geplande nieuwbouwprojecten stopgezet, vanwege de verhuurdersheffing. Geen leuk sinterklaascadeau 'We hoorden het op 3 december. We zaten er als een stel verslagen ouders bij. Dat was geen leuk Sinterklaascadeau', vertelt Anja die in 2005 het initiatief heeft genomen en op zoek is gegaan naar ouders in haar gemeente die net als zij een gehandicapt kind in huis hadden. Anja wilde graag een woonvoorziening voor gehandicapten in haar dorp, want dat was er nog niet. Ouderinitiatief Maar liefst veertien gezinnen hadden een verstandelijk gehandicapt kind in huis en wel oren naar zo'n project. Dat gold ook voor een zorginstelling, de woningcorporatie en de gemeente. Zo ontstond een samenwerkingsverband dat jaren intensief aan het werk is geweest om de woonvoorziening gerealiseerd te krijgen. Er waren in de loop der jaren de nodige hobbels, maar in 2012 waren de bouwtekeningen eindelijk af en alle vergunningen rond. Treurige mededeling Wetland Wonen zou vijftien appartementen bouwen in het stadje Vollenhove. Daar konden de veertien gehandicapte 'jongeren' in de leeftijd tussen 20 en 30 (waarvan er dertien nog bij hun ouders wonen) in 2013 gaan wonen. De JP van den Bentstichting stuurde eind november vorig jaar zelfs een brief aan alle ouders met daarin de mededeling welk appartement hun kind was toebedeeld. Maar krap twee weken later zag Wetland Wonen zich genoodzaakt om de ouders bijeen te roepen en hen een treurige mededeling te doen: het project (investeringskosten zo'n 2,2 miljoen euro) kon niet doorgaan. Tot grote verslagenheid van de ouders kon de corporatie zelfs niets zeggen over of, en zo ja wanneer, het project dan wel gerealiseerd zou worden. Wachtlijst 'Mijn zoon woont als enige van deze veertien jongeren al in een woonvorm met 24uurs zorg, maar dat is in Emmeloord, achttien kilometer verderop', vertelt Anja. 'Als hij in het dorp zou wonen, konden ik en zijn zus veel makkelijker en vaker eventjes langsgaan.' De andere ouders die deelnamen aan het project hadden zo gerekend op de realisatie van de woonvoorziening, dat zij hun kinderen niet eens hebben ingeschreven voor andere woonvoorzieningen. 'Zij kunnen nu alsnog vijf of zes jaar op een wachtlijst gaan staan tot er ergens een plekje vrijkomt', zegt Anja. 'Met een gehandicapt volwassen kind in huis ben je als ouders behoorlijk belemmerd in je bewegingsvrijheid. Sommige van de kinderen hebben 24 uur zorg nodig. Maar afgezien daarvan zou het voor de jongeren zelf veel leuker zijn als zij met hun eigen leeftijdsgenoten konden samenwonen.' Naar Den Haag Woensdag 19 december zijn Anja en andere ouders en ook de directies van de zorginstelling en corporatie naar Den Haag gegaan om een debat in de Tweede kamer bij te wonen over het woningmarktbeleid. Net als de Woonbond pleit Wetland Wonen voor een investeringsagenda voor corporaties in plaats van de verhuurdersheffing. De woonvoorziening voor gehandicapte jongeren zou dan alsnog gebouwd kunnen worden. Protestformulieren Wetland Wonen en de Huurdersvereniging Zwartewaterwiede leggen zich niet neer bij de voorgenomen maatregelen en vroegen onlangs (o.a. Via het huurderskrantje van Zwartewaterwiede) alle huurders samen met hen in actie te komen en bezwaar te maken tegen de regeringsplannen. Inmiddels zijn meer dan 800 protestformulieren ondertekend en aangeboden aan de Tweede Kamer via Sp-kamerlid Paulus Janssen, die onlangs een bezoek bracht aan Vollenhove. Besparingsplan Anja en de andere ouders zijn momenteel volop bezig om de lokale en landelijke politiek te benaderen om zoveel mogelijk partijen op hun hand te krijgen. Wetland Wonen stelt de komende maanden een besparingsplan op voor haar eigen organisatie en is op zoek naar oplossingen om de woonvoorziening toch te kunnen bouwen.
Nederlandse WoonbondDiverse kranten en websites berichten dat minister Blok per 1 juli de huren gaat verhogen met 1,5%, 2,5% en 6,5%. Dit is niet helemaal juist.
De minister heeft inderdaad een voorstel met die strekking naar de Tweede Kamer gestuurd, maar het besluit daarover is nog niet genomen. Minister Blok schrijft aan de Tweede Kamer dat hij het wetsvoorstel voor 1 maart in werking wil laten treden, zodat een huurverhoging per 1 juli mogelijk is. Maar voor het zover is moeten eerst de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hun goedkeuring nog geven. De Woonbond heeft de Actie Huuralarm in het leven geroepen om het parlement ervan te overtuigen dat deze huurverhogingen niet door mogen gaan. De petitie tegen de huurverhogingen kunt u hier tekenen.
Nederlandse WoonbondDe geplande extra huurverhogingen bedreigen de betaalbaarheid van huurwoningen voor lage en middeninkomens. In combinatie met andere bezuinigingen raken huurders in zeven jaar tijd bijna tien procent van hun koopkracht kwijt.
FNV en Woonbond willen daarom een betaalbaarheidscheck op de consequenties van extra huurverhogingen. In het Regeerakkoord wordt een forse verhuurdersheffing van twee miljard euro gecombineerd met een verruiming van het huurbeleid. De verhuurdersheffing leidt tot minder huurkwaliteit en minder investeringen, maar zet wel extra druk op verhuurders om de huren te verhogen. Voor alle huurders dreigt hierdoor een huurverhoging van minstens 1,5 procent boven inflatie en voor inkomens boven modaal zelfs 2,5 en 6,5 procent. Voor lage inkomens wordt tegelijkertijd de huurtoeslag steeds lager door voortdurende kortingen en de werking van de kwaliteitskorting bij hogere huren. De effecten hiervan voor veel huurders zijn rampzalig. Nu al kunnen bijna één miljoen huishoudens in een sociale huurwoning hun huis eigenlijk niet meer betalen, zo blijkt uit onderzoek van de TU Delft. Voor velen is de kale huurquote al boven de dertig procent en volgens de Nibud-normen houden ze onvoldoende over om overige minimaal noodzakelijke kosten te betalen. Met de extra huurverhogingen en de stijgende energielasten zullen de betaalbaarheidsproblemen de komende jaren alleen maar groter worden. Huurverhoging niet in koopkrachtcijfers De extra huurverhogingen zijn niet verwerkt in de koopkrachtoverzichten van het CPB en het kabinet. En in het inflatiecijfer worden ze uitgesmeerd over alle huishoudens, waardoor het effect voor de groep huurders in de cijfers onzichtbaar wordt. In werkelijkheid is sprake van extra aantasting van de koopkracht van huurders met lage en modale inkomens. Aantasting koopkracht Bij een gemiddelde huurquote (aandeel in het inkomen) van circa 25 procent en een structurele huurstijging van ruim 10 procentpunt in de periode 2013-2017 leiden de kabinetsmaatregelen tot een extra koopkrachtaantasting van 2,5 procent. Dit komt bovenop de algemene koopkrachtdaling van meer dan drie procent in de periode 2010-2012 en de verwachte koopkrachtdaling van bijna vier procent in de periode 2013-2017. Bij elkaar opgeteld een daling van bijna tien procent in zeven jaar tijd. Betaalbaarheidscheck nodig De FNV en Woonbond vragen minister Blok voor Wonen en Rijksdienst om vóór de behandeling van concrete wetsvoorstellen over de verhuurdersheffing eerst de koopkrachteffecten voor huurders in combinatie met extra huurstijgingen inzichtelijk te maken met behulp van een betaalbaarheidscheck. ?
Nederlandse Woonbond