Iemand verweet mij dat ik niet helder genoeg schrijf, anders waren die perverse afpersingspraktijken allang opgepikt door de pers. Nou, draag zelf dan je steentje bij en deel je ervaring denk ik dan. Het probleem is juist dat de pers met ANP en DPG Media onderdeel is van de auteursrechtlobby en volop meedoet met het afdwingen van buitenproportionele schadevergoedingen. En dan ook nog op een wijze dat de fotograaf er nauwelijks wat van terugziet. Daarvoor loopt dus al jaren deze petitie...
Semantius.nl
Internet waar internet ooit voor bedoeld was! Voor wie zich wil verweren en jurisprudentie zoekt is er nu de slimme zoekmachine voor gerechtelijke uitspraken: Semantius. Met van elke uitspraak een (leken)samenvatting gemaakt met ai. Foute aannames en verdraaiingen van rechters zitten niet langer meer verstopt in wollige stukken vol vakjargon.
Fairlicensing
Helaas worden de opspoor- en beheertools voor fototrollen ook steeds geavanceerder. Een vrij nieuwe speler is Fairlicensing. Onder andere ANP en Alamy gebruiken de tool. De tool stuurt phishing mailtjes en probeert je te laten inloggen en een peperdure licentie aan te smeren. Als je reageert blijkt het ineens een schikkingsvoorstel te zijn voor een inbreuk en wordt er gedreigd met gerechtelijke stappen. Het beste negeer je zolang het mails zijn. Want het maakt niet uit hoe goed je verweer is, ze blijven een bewijs van onschuld eisen. Je komt in een geautomatiseerd incassotraject terecht met reacties van een ai-bot.
ANP Holding BV
Trouwe lezers weten dat ik de herroepingszaak verloren heb omdat ik de verkeerde rechtspersoon had gedagvaard, ik daagde de werkmaatschappij van ANP. De procedure wordt vervolgd met de rechtsopvolger van Hollandse Hoogte BV: dat bleek ANP Holding BV. Blijkbaar is die naamgeving een vermomming want de claims van de afdeling Fairlicensing worden dus verstuurd vanuit ANP Holding BV. Kan ik mooi meenemen in de lopende zaak, dat ANP Holding BV de praktijken van Hollandse Hoogte BV voortzet.
Tuchtklacht
Goed om te zien dat er nog steeds dappere dodo’s zijn die de strijd met de auteursrechtlobby aangaan. Er is een klacht ingediend tegen een Nederlandse advocaat die een claim van een buitenlandse fototrol overnam. Ik vermoed dat die trol Copytrack is. De klacht is afgewezen. Ik vind dat schandalig maar dat zal de trouwe lezer niet verwonderen. Als iemand de naam van de advocaat weet? Dan zet ik het erbij, een desinfecterend zonnetje is het enige middel dat ik heb.
Regelrechter
Er is een laagdrempelige wijze van procederen bijgekomen: de regelrechter. Kwestie van digitaal een formulier invullen, een deurwaarder is niet nodig. Er wordt dan een hoorzitting gelast die bedoeld is om te schikken. Dat lijkt op de commissie waar deze petitie om verzoekt! Nu nog iemand die het aandurft!
Overigens probeert de rechtspraak eenvoudige fotogeschillen al jarenlang laagdrempelig op te lossen. Je mag zelf een brief naar de rechter sturen, een jurist is niet verplicht als je gedaagd wordt. En vaak gelast de rechter ook nu al een zitting om te schikken. Fototrollen weten dat en dagen alleen de ‘inkoppertjes’ voor de rechter; de mensen waarvan ze weten dat die zich niet goed kunnen verweren. Ze gaan echt niet iemand met een goed verweer voor de rechter slepen. Met de regelrechter kun je nu terug dreigen. Een fototrol wil uiteraard niet naar de rechter met zaken waar de kans groot is dat hij verliest.
Autoriteit Consument en Markt
Ooit nam de ACM contact met mij op over de afpersingspraktijken met fotorechten en ik gaf ze alle informatie waar ze om verzochten. Lange tijd dacht ik dat ze bezig waren met een onderzoek en dat ze de fototrollen aan zouden pakken. Totdat ik hun hulp in een schrijnende zaak inriep. Mijn kafka-ervaring deelde ik op LinkedIn en ik liet het verder rusten. Een zaak met een lelijke fototrol, conceptdagvaarding met meer dan € 5.000 schade voor een futiliteit, was echter aanleiding om maar weer eens een melding te doen. In plaats van hulp kreeg ik een mailtje dat het niet tot hun takenpakket behoorde. En tot mijn schrik krijgen nieuwe melders nu een zelfde soort bericht. Waar hebben we in hemelsnaam zo’n duur instituut als de ACM voor?
Voorlopig moet ik dus nog even door met aan de bel trekken en slachtoffers helpen… Geen ambtenaar te vinden die wil helpen, laat staan dat er opgetreden wordt.
Teken en deel de petitie! Deel je ervaringen online. Een desinfecterend zonnetje is hard nodig met een pers die onderdeel is van het probleem.
En steun mijn gerechtelijke stappen tegen ANP door een donatie te doen of bekendheid te geven aan de crowdfunding: alle kleine beetjes helpen.
Groet! De petitionaris
Check en onderteken en help Hakim Ziyech voor Ajax te behouden!.
Woensdag 15 mei is er wederom een commissievergadering op het gemeentehuis begint om 19.00 uur. Komt allen, liefst in het wit gekleed en steun de actie ‘pas op de plaats’ voor het beste plan voor Hilversum!.
De petitie is onlangs overhandigd en we wachten op het antwoord.
Slecht nieuws over de rechtzaak Berghuis vs. SUL.
De uitspraak is tegen alle verwachtingen in: het Berghuis moet worden verkocht aan SUL...! Het toegankelijke, gastvrije en gemoedelijke Berghuis zoals wij dat kennen gaat nu definitief verloren!
Overigens gaat de eigenares in Hoger Beroep, maar dat zal de sluiting deze zomer niet kunnen voorkomen.
Opnieuw zien wij dat SUL schenkingen van natuurliefhebbers en de Postcodeloterij misbruikt voor rechtzaken tegen kleine ondernemers.
Zodra er nader nieuws is zullen wij u op de hoogte houden.
Parnassia betreurt nieuwe publiciteit over oude sterfgevallen op terrein in Den Haag
REGIO - Den Haag - De psycho-medische instelling Parnassia in Den Haag betreurt het in hoge mate dat zaterdag opnieuw onrust is ontstaan naar aanleiding van een publicatie in De Telegraaf. Het dagblad suggereert in de zaterdageditie dat er een seriemoordenaar zou rondlopen op en rond de instelling met onder meer een omvangrijk complex aan de Haagse Albardastraat.
'Wij betreuren het dat oude feiten opnieuw naar boven worden gehaald', aldus woordvoerster Marjolein Timmer tegenover Omroep West.
'Dit brengt opnieuw onrust bij medewerkers, patiënten en familieleden van patiënten.'
Telegraaf noemt verdachte De Telegraaf stelt dat eigen onderzoek een verdachte in beeld brengt in bizarre sterfgevallen rond de Haagse instelling. Hierover werd al eerder uitvoerig gepubliceerd en door onder meer door Peter R. de Vries vergeefs onderzoek gedaan. De Telegraaf refereert aan kwetsbare vrouwen die ‘zomaar’ in ondiepe sloten belandden en ‘verdronken’. De krant plaatst opnieuw vraagtekens bij die gevallen en het onderzoek ernaar door de politie.
Parnassia: 'Bekende feiten' 'Het gaat om bekende feiten waarnaar veel onderzoek is gedaan,' aldus Timmer. 'Het gaat om ingewikkelde en vervelende zaken. Alle onderzoeken daarnaar lagen en liggen bij de politie, wij geven informatie waar het kan en zijn zo open mogelijk. Betreurenswaardig dat dit opnieuw naar boven wordt gehaald, omdat betrokkenen er verdriet van hebben,'
Politie: 'Uitvoerig onderzoek gedaan' In een reactie stelt de politie dat in alle door de krant genoemde zaken uitvoerig onderzoek is gedaan. 'Veelal door een team met veel mensen en onder leiding van een officier van justitie,” aldus een woordvoerder zaterdagochtend. De politie spreekt de suggestie van de krant tegen dat ‘moorden als ongelukken worden weggewuifd’. 'Voor zover zaken worden gelinkt is het onderzoek gesloten of doen we nog grondig onderzoek.'
https://www.omroepwest.nl/nieuws/2665786/Parnassia-betreurt-nieuwe-publiciteit-over-oude-sterfgevallen-op-terrein-in-Den-Haag
Inhoudsindicatie Beschikking raadkamer over bij Parnassia in beslag genomen patiëntendossier.
Tekst RECHTBANK'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
parketnummer: 09/758574-07
kenmerk RK: 08/969
Beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, meervoudige raadkamer in strafzaken, op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
(klaagster 1) De STICHTING PARNASSIA BAVO GROEP gevestigd te'sGravenhage
en
(klager 2) de heer [A], psychiater, werkzaam in Parnassia,
beiden domicilie kiezende ten kantore van advocaat mr. M.J.
de Groot, Ramstraat 31-33 te Utrecht,
blijkens een daarvan opgemaakte akte op 24 april 2008 ter griffie van deze rechtbank ingediend, ertoe strekkende het openbaar ministerie kennisneming van de inhoud van een in beslag genomen gesloten envelop met de dagrapporten uit het elektronisch patiëntendossier betreffende de heer [X] te verbieden en het beslag op te heffen, met last tot teruggave aan klagers.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de navolgende processen-verbaal van politiekorps Haaglanden:
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking gevoelige gegevens d.d. 20 maart 2008 (nr. PL 1603/2007/67326);
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2008 (nr. PL 1534/2007/67326-298);
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 februari 2008 (nr. PL 1534/2007/67325-201); Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 februari 2008 (nr. PL 1534/2007/67325-214);
Een proces-verbaal aanvraag doorzoeking d.d. 14 april 2008 (nr. PL 1534/2007/67325) alsmede van het proces-verbaal van de door [B] op 19 maart 2008 tegenover de rechtercommissaris afgelegde getuigenverklaring.
De rechtbank heeft op 3 juni 2008 dit klaagschrift in raadkamer behandeld.
Klaagster 1 heeft zich door mevrouw [C], geneesheer-directeur van Parnassia, laten vertegenwoordigen. Klager 2 is in persoon verschenen.
Klaagster 1 en klager 2, bijgestaan door mr. M.J. de Groot, advocaat te Utrecht, zijn in raadkamer gehoord.
De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het klaagschrift.
Beoordeling van het klaagschrift.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift. Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De officier van justitie heeft op 31 maart 2008 op grond van artikel 126nf van het Wetboek van Strafvordering verstrekking gevorderd van de dagrapporten uit het electronisch patiëntendossier van [X]) die relateren over het precieze tijdstip waarop en de omstandigheden waaronder [X] de open inrichting heeft verlaten op 6 december 2007 en over het precieze tijdstip waarop en de omstandigheden waaronder de heer [X] na dat vertrek voor de eerste maal is teruggekeerd in de open inrichting.
Op 16 april 2008 is met machtiging van de rechter-commissaris bedoelde gesloten envelop met de dagrapporten uit het elektronisch patiëntendossier betreffende de heer [X] in beslag genomen.
Tussen partijen is niet in geschil en ook voor de rechtbank staat vast, dat klagers een verschoningsrecht ex artikel 218 van het Wetboek van Strafvordering toekomt, dan wel een afgeleid verschoningsrecht.
Ten aanzien van het geschil overweegt de rechtbank als volgt.
Aan het verschoningsrecht ligt ten grondslag dat het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. Ingevolge artikel 98, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, mogen bij personen met een bevoegdheid tot verschoning als bedoeld in artikel 218 van het Wetboek van Strafvordering zonder hun toestemming brieven of andere geschriften tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt, niet in beslag worden genomen. Wel mogen, ook zonder hun toestemming, in beslag worden genomen brieven of geschriften die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend, nu dergelijke brieven en geschriften geen object zijn van de aan evenbedoelde personen toekomende bevoegdheid tot verschoning.
De aard van de hier aan de orde zijnde bevoegdheid tot verschoning brengt. mee dat het oordeel omtrent de vraag of brieven of geschriften object van de bevoegdheid tot verschoning uitmaken, in beginsel toekomt aan de tot verschoning bevoegde persoon (vgl. HR 29 maart 1994, NJ 1994, 537). Wanneer deze zich op het standpunt stelt dat het gaat om brieven of geschriften die noch voorwerp van het strafbare feit uitmaken, noch tot het begaan daarvan hebben gediend en waarvan kennisneming zou leiden tot schending van het beroepsgeheim, dient dit standpunt door de organen van politie en justitie te worden geëerbiedigd, tenzij redelijkerwijze geen twijfel erover kan bestaan dat dit standpunt onjuist is.
Het verschoningsrecht van onder meer de psychiater is echter in zoverre niet absoluut, dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt - ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap hem als zodanig is toevertrouwd - moet prevaleren boven het verschoningsrecht (vgl. HR 30 november 1999, NJ 2002, 438). De beantwoording van de vraag welke omstandigheden als zeer uitzonderlijk moeten worden aangemerkt is niet in een algemene regel samen te vatten. Daarbij geldt voorts dat indien moet worden geoordeeld dat het belang van de waarheidsvinding dient te prevaleren, die inbreuk op het verschoningsrecht niet verder mag gaan dan strikt nodig is voor het aan het licht brengen van de waarheid van het desbetreffende feit.
Desgevraagd hebben klagers in raadkamer verklaard bereid te zijn mondeling het precieze tijdstip waarop de heer [X] de open inrichting heeft verlaten op 6 december 2007 en het precieze tijdstip waarop de heer [X] na dat vertrek is teruggekeerd in de open inrichting, mee te delen, omdat volgens klagers deze gegevens niet vallen onder het verschoningsrecht. Gelet op dit standpunt en gezien de bereidheid van klagers deze gegevens te verstrekken, is er voor wat betreft de tijdstippen waarop de heer [X] de open inrichting heeft verlaten op 6 december 2007 en na vertrek is teruggekeerd, geen sprake van gegevens waarover het verschoningsrecht zich uitstrekt en zal de rechtbank het beklag met betrekking tot die gegevens ongegrond verklaren.
Ten aanzien van de gegevens die zien op de omstandigheden waaronder de heer [X] de open inrichting op 6 december 2007 heeft verlaten en de omstandigheden waaronder de heer [X] daarna voor de eerste maal is teruggekeerd, beroepen klagers zich op hun verschoningsrecht.
Vast staat, dat het in casu niet gaat om geschriften (of andere gegevensdragers) die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend. Het standpunt van klagers dat hen een verschoningsrecht toekomt, dient dan ook in principe te worden geëerbiedigd. Klagers en de officier van justitie verschillen echter van mening over de vraag of in casu sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden waarin het belang van de waarheidsvinding zou moeten prevaleren boven dit verschoningsrecht.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat dit het geval is, en heeft daartoe aangevoerd dat er sprake is van een ernstig misdrijf en dat ten aanzien daarvan de waarheid nog niet aan het licht is gekomen, ondanks een sedert 6 december 2007 verricht intensief en langdurig rechercheonderzoek.
Ter beantwoording van de vraag of in het onderhavige geval de waarheidsvinding moet prevaleren boven het verschoningsrecht zijn de volgende omstandigheden van belang.
Op 6 en 7 december 2007 zijn in een sloot op het terrein van de vestiging van Parnassia aan de Albardastraat te Den Haag de stoffelijke overschotten aangetroffen van een man en een vrouw. De man had ernstige verwondingen aan voorhoofd en schedel. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het gaat om de lichamen van een moeder en haar zoon, die op 6 december 2007 een afspraak hadden bij de crisisdienst van Parnassia omdat de zoon in psychische nood verkeerde.
Op 20 februari 2008 is de heer [X], die is opgenomen bij Parnassia, in deze zaak als getuige gehoord. Volgens zijn begeleidster zou [X] gedurende enige tijd, maar in ieder geval in de avond van 6 december 2007 en mogelijk tot de volgende ochtend, niet aanwezig zijn geweest in het psychiatrisch ziekenhuis Parnassia.
Desgevraagd heeft de officier van justitie in raadkamer verklaard dat [X] niet is aangemerkt als verdachte.
Vorenstaande bevindingen brengen mee dat sprake kan zijn van een zeer ernstig strafbaar feit, te weten de mogelijke doodslag op twee personen, begaan door een onbekende derde.
Dit brengt op zichzelf evenwel nog niet met zich mee dat het verschoningsrecht ten aanzien van [X] doorbroken dient te worden. Daartoe overweegt de rechtbank dat, naar de officier van justitie in raadkamer heeft medegedeeld, het onderzoek nog in volle gang is en daarin ook nog andere personen, aan wie niet een verschoningsrecht toekomt, zullen worden gehoord. Derhalve is geenszins uitgesloten dat op andere wijze dan door doorbreking van het verschoningsrecht, de ten behoeve het onderzoek verlangde gegevens verkregen zullen worden. Voorts overweegt de rechtbank dat de door de officier van justitie gevraagde gegevens betrekking hebben op een persoon die niet als verdachte wordt aangemerkt en zich mitsdien, in relatie tot het vermoedelijk gepleegde misdrijf, niet wezenlijk onderscheidt van andere patiënten die in de betreffende inrichting verblijven of destijds verbleven. Doorbreking van het verschoningsrecht ten aanzien van [X] zal onder deze omstandigheden kunnen meebrengen dat andere patiënten, daarvan kennisnemend, de vrees zullen koesteren dat verstrekking van gegevens die hen betreffen evenzeer, met doorbreking van het medisch verschoningsrecht, ter beschikking van vervolgende instanties kunnen komen. Een dergelijke vrees zou tot het onwenselijk gevolg kunnen leiden dat die andere patiënten zich belemmerd zouden voelen zich vrijelijk tot hun behandelaars te wenden. Ook dit mogelijk gevolg staat naar het oordeel van de rechtbank in de weg aan doorbreking van het verschoningsrecht waarop klagers een beroep doen.
Het voornoemde in aanmerking genomen, is de rechtbank van oordeel dat in het onderhavige geval geen sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden die meebrengen dat het belang dat de waarheid aan het licht komt, moet prevaleren boven het verschoningsrecht van klagers.
Het vorenstaande brengt mee dat het beklag gedeeltelijk als ongegrond en gedeeltelijk als gegrond moet worden aangemerkt. Kennisneming van de dagrapporten ten aanzien van de gegevens omtrent de tijdstippen van aan- en afwezigheid van [X] in de inrichting, zal, naar valt te vrezen, evenwel niet kunnen plaatshebben, zonder kennisneming van gegevens waarover het verschoningsrecht zich uitstrekt. Nu de dagrapporten niettemin gegevens bevatten waarvan kennisneming de officier van justitie niet onthouden mag worden, zal de teruggave van het beslagene eerst geëffectueerd kunnen worden nadat door de inrichting de gegevens die betrekking hebben op de precieze tijdstippen waarop de heer [X] op 6 december 2007 de open inrichting heeft verlaten en na dat vertrek weer is teruggekeerd, zoals vermeld in de dagrapporten uit het elektronisch patiëntendossier ter beschikking van de officier van justitie zijn gesteld.
De rechtbank beslist mitsdien als volgt.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart het klaagschrift gegrond voor zover de gegevens geen betrekking hebben op de precieze tijdstippen waarop de heer [X] op 6 december 2007 de open inrichting heeft verlaten en na dat vertrek weer is teruggekeerd, zoals vermeld in de dagrapporten uit het elektronisch patiëntendossier;
verbiedt de officier van justitie in zoverre kennis te nemen van de inhoud van de beslag genomen envelop;
heft op het beslag en gelast de teruggave van de gesloten envelop met de dagrapporten uit het elektronisch patiëntendossier betreffende de heer [X] aan klagers, onmiddellijk nadat door de officier van justitie aan de rechtercommissaris schriftelijk is medegedeeld dat voormelde gegevens omtrent de tijdstippen van aan-en afwezigheid van [X] in de inrichting door de inrichting aan de officier van justitie ter beschikking zijn gesteld.;
verklaart het klaagschrift ongegrond ten aanzien van de melding van de precieze tijdstippen waarop de heer [X] op 6 december 2007 de open inrichting heeft verlaten en na dat vertrek weer is teruggekeerd.
Aldus gedaan te 's-Gravenhage door mrs Hoek, voorzitter, Eisses en Honée, rechters, in tegenwoordigheid van mr Braams, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 17 juni 2008.
Mr Honée is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
https://linkeddata.overheid.nl/front/portal/document-viewer?ext-id=ECLI:NL:RBSGR:2008:BH2222
Beroepsgeheim in psychiatrie hindert moordonderzoek
Ivo Barends– 6 februari 2009
De politie kan twee moorden niet oplossen, omdat een psychiatrisch ziekenhuis weigert medische gegevens van een verdachte te verstrekken.
Boos en gefrustreerd, zo kan de stemming in het Haagse rechercheteam dat de dood van een 32-jarige man en zijn 60-jarige moeder onderzocht, het best worden omschreven. Het team werd ontbonden: het onderzoek liep stuk op het medisch beroepsgeheim waar betrokkenen zich op beriepen.
Op de avond van 6 december 2007 worden de lichamen van een zoon en zijn moeder gevonden in een sloot op het terrein van psycho-medisch centrum Parnassia in Den Haag.
Ze zijn verdronken en het lichaam van de zoon vertoont sporen van geweld die niet door hemzelf of zijn moeder veroorzaakt kunnen zijn.
Meteen wordt een rechercheteam geformeerd. En al snel komt een verdachte in beeld: een patiënt van Parnassia, die bekendstaat als gewelddadig en onvoorspelbaar. Bovendien hebben wel drie agenten deze man op 6 december bij de plaats delict gezien.
Maar het onderzoek komt niet veel verder, omdat Parnassia weigert medische informatie over de man te verstrekken. De recherche wil bijvoorbeeld weten hoe laat hij welke behandeling kreeg. Maar, stelt Parnassia, dat valt onder het medisch dossier en dat is vertrouwelijk.
De politie stapt naar de rechter om het dossier in handen te krijgen, maar die geeft Parnassia gelijk. „Het medisch beroepsgeheim weegt kennelijk zwaarder dan het oplossen van een moordzaak”, klaagt de leider van het rechercheteam Gijs Folsche in de korpskrant van Haaglanden.
„Ik begrijp wel dat de politie gefrustreerd is”, zegt A. Kruseman, voorzitter van artsenorganisatie KNMG. „Maar ik heb ook begrip voor Parnassia. Het beroepsgeheim is van groot belang voor het vertrouwen dat mensen in de gezondheidszorg hebben. Daar moeten we niet lichtvaardig mee omgaan.”
Medische dossiers zijn vertrouwelijk. „Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen mag de politie zo’n dossier inzien”, legt Kruseman uit. „Twee zaken zijn van belang: de ernst van het misdrijf en de zwaarte van de verdenking.” Aan de ernst van het misdrijf zal het niet gelegen hebben in dit geval, veronderstelt Kruseman. „Dus zal de verdenking die de politie had niet zwaar genoeg geweest zijn, naar het oordeel van de rechter.”
„Het was voor ons ook een rare spagaat”, zegt een woordvoerder van Parnassia. „Enerzijds willen we geen politieonderzoek frustreren, anderzijds zijn wij de bewakers van de privacy van onze patiënten. En medische gegevens zijn zeker in de geestelijke gezondheidszorg nogal privacygevoelig. We hebben de politie op allerlei manieren geholpen. Onze medewerkers hebben vragen beantwoord, maar het medisch dossier krijgen ze niet.”
https://www.trouw.nl/home/beroepsgeheim-in-psychiatrie-hindert-moordonderzoek~a2d9a919/
Dossier moorden uit nood gesloten
De Politie Haaglanden heeft een onderzoek naar vier moorden stopgezet, mede omdat zij het medisch dossier niet mag inzien van een patiënt van de psychiatrische instelling Parnassia in Den Haag.
Van onze verslaggeefster Maartje van Hoek5 februari 2009, 23:58
De man is volgens de politie verdachte van zeker twee, en wellicht vier moorden in de buurt van de instelling. Volgens de politie Haaglanden is het dossier van groot belang om de zaken op te lossen, maar loopt de verdachte nog vrij rond.
In december 2007 werden een moeder (60) en zoon (32) dood in een sloot op het terrein van Parnassia gevonden, nadat zij niet kwamen opdagen voor een consult op de kliniek.
Maanden daarvoor verdween een 59-jarige vrouw van het terrein en werd zij later in een sloot ergens in Den Haag gevonden. Op 18 april 2008 werd het vierde slachtoffer gevonden in een sloot aan de rand van het Parnassiaterrein.
Volgens de politie gaan alle aanwijzingen in de richting van één verdachte, een man die ‘uiterst gewelddadig blijkt, maar wiens emoties niet zijn te lezen’. Daarom vroeg de politie het medisch dossier van de man in te zien.
Parnassia weigerde dat op grond van het medisch beroepsgeheim. ‘We hebben meegewerkt aan de onderzoeken zolang we konden, maar een medisch beroepsgeheim schenden wij niet’, licht een woordvoerder van de kliniek toe.
De politie stapte daarna naar de rechter-commissaris, die toestemming gaf voor inzage in het dossier. Maar Parnassia tekende bezwaar aan en won de zaak uiteindelijk bij de hoogste rechter.
‘De zaak blijft hierdoor vooralsnog onopgelost’, zegt de politie.
Johan Legemaate, juridisch adviseur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), zegt dat alleen bij zeer uitzonderlijke omstandigheden door de rechter toestemming wordt gegeven tot inzage in een medisch dossier. ‘Bijvoorbeeld als een arts wordt verdacht van een strafbaar feit.’
Er zit volgens Legemaate voor de politie niets anders op dan op andere manieren verder te werken aan de zaak. De politie Haaglanden heeft het team dat de moorden onderzocht echter ontbonden bij gebrek aan aanknopingspunten.
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/dossier-moorden-uit-nood-gesloten~b76ed448/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F