In het nieuwe jaar is het goed om nog eens terug te kijken naar het afgelopen jaar. 2016 stond in het teken van de inwerkingtreding van de nieuwe Erfgoedwet, maar ook het afschaffen van de fiscale aftrek was een belangrijk thema. Door samen te werken, zowel met andere erfgoedorganisaties, als met eigenaren van monumenten, hebben we als publiek met de politieke partijen daarin een mooi resultaat bereikt. De fiscale aftrek voor onderhoud aan rijksmonumenten blijft in 2017 gehandhaafd en de bezuiniging van 25 miljoen euro op het budget van OCW is teruggedraaid. Ook in 2017 blijft 57 miljoen op de balans staan voor de aftrekregeling. De Tweede Kamer heeft duidelijk gezegd: Minister, doe eerst gedegen onderzoek en ga met het veld en eigenaren praten over alternatieven voordat je een succesvolle regeling afschaft. Hieronder vindt u een verantwoording van ons lobbywerk.
Met Prinsjesdag 2015 werd aangekondigd dat het Kabinet werk ging maken van het vereenvoudigen van de belastingen. Allerlei regelingen, zoals van de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden, zouden geëvalueerd worden en na een zorgvuldig besluitvormingsproces zou bekeken worden of en zo ja hoe de regeling zou kunnen veranderen. De middelen zouden behouden blijven. Met Prinsjesdag 2016 werden we allen verrast door het Kabinet dat ze middels een bezuiniging van 25 miljoen euro de fiscale aftrek voor onderhoud aan monumenten wilde afschaffen. Minister Bussemaker moest een bezuiniging op haar departement doorvoeren en koos voor het afschaffen van de fiscale aftrek. Ze diende samen met Staatssecretaris Wiebes een wetsvoorstel in om per 1 januari 2017 de fiscale aftrek te vervangen door een subsidieregeling. Ze vonden namelijk dat de fiscaliteit niet goed werkte. Er was sprake van oneigenlijk gebruik. Ook wilden ze het beheer en onderhoud van monumenten kunnen sturen. Daarnaast vonden ze de regeling niet eerlijk. Inmiddels weten we na de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer dat er geen evaluatieonderzoek had plaatsgevonden naar de werking van de fiscale aftrekregeling en dat er geen sprake was van een zorgvuldige besluitvorming. Het erfgoedveld en de eigenaren waren niet geraadpleegd. De overgangsregeling naar een subsidie moest nog worden uitgewerkt. Ook de motieven voor afschaffen klopten niet. De werkelijke reden voor afschaffing was de oplegging van een structurele bezuiniging van 25 miljoen euro aan het ministerie van OCW door het ministerie van Financiën.
Na het bekendmaken van de maatregel om de fiscale aftrek af te schaffen hebben een aantal organisaties, te weten Erfgoedvereniging Heemschut, Bewoond Bewaard, Hollandse Molen, Nederlandse Monumentenorganisatie, Federatie Grote Monumentengemeenten, Federatie Particulier Grondbezit, Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen, en de erfgoedkoepels Kunsten 92 en Federatie Instandhouding Monumenten de handen ineengeslagen. Doel was de structurele bezuiniging op monumentenzorg van tafel te krijgen en pleiten voor het aanhouden van de fiscale aftrek tot de gehele herziening van het financieringsstelsel in de monumentenzorg in 2018. We legden contact met Tweede Kamerleden en met het Ministerie van OCW. We zijn uitgebreid met de Kamerleden gaan praten. Tevens werden verkennende gesprekken gevoerd met het ministerie. Daarnaast starten we een petitie om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen. Via (lokale, regionale en landelijke) kranten, televisie en radio en nieuwsportals, werd aandacht gevraagd voor onze lobby. Ons doel was tweeledig: ten eerste het informeren van het publiek ten aanzien van de bezuinigingsmaatregel van het Kabinet en ten tweede de weerlegging van het beeld dat de fiscale aftrek van onderhoud aan monumenten oneigenlijk gebruikt werd en vooral ten goede kwam aan de mensen die het niet nodig hadden. Niet altijd kwam deze weerlegging van dat beeld in het begin goed naar voren. Daarom hebben we ook filmpjes laten maken om te laten zien dat de meeste monumenteigenaren een modaal inkomen hebben, liefde hebben voor hun eigendom en graag de oude panden willen behouden en in goede staat willen doorgeven aan de volgende generatie. Deze zijn via sociale media en Youtube verspreid. De fiscale aftrek is naast een bijdrage aan de meerkosten voor onderhoud ook een erkenning voor de inspanningen en inzet van de monumenteneigenaren. Ook voor historische binnensteden heeft de fiscale aftrek een enorme positief effect.
Allereerst heeft de petitie Stop de bezuinigingen op ons erfgoed!, via petities.nl, die 3 oktober 2016 is gestart tot 2 november 2016 ruim 11.000 handtekeningen opgehaald. De commissie Financiën van de Tweede Kamer heeft deze petitie op 2 november 2016 aangeboden gekregen. Daarnaast heeft onze lobby in de Tweede Kamer gezorgd dat zowel op maandag 31 oktober en maandag 7 november bij de behandeling van het Belastingplan 2017 de meeste aandacht en tijd uitging naar het wetsvoorstel tot afschaffing van de monumentenaftrek. Toen op 7 november bleek dat het Kabinet uit de Tweede en Eerste Kamer geen steun zou krijgen voor haar wetsvoorstel, heeft de minister het niet aan laten komen op een stemming, maar heeft ze op 9 november laten weten het plan aan te houden. Dat betekent dat de fiscale aftrek voor monumentenpanden in 2017 gehandhaafd blijft. Een amendement van Van Weyenberg van D66 om het wetsvoorstel terug te draaien is op 17 november door de Kamer nipt verworpen. Alleen de regeringspartijen VVD en PvdA stemden tegen. Gelukkig heeft de Kamer ook dekking gevonden voor de bezuiniging van 25 miljoen euro op monumentenzorg. Op 8 december 2016 stemde de Kamer voor een amendement van Mark Harbers (VVD) en Henk Nijboer (PvdA) die zorgt dat het budget van 57 miljoen voor monumentenaftrek gehandhaafd blijft. Alleen PVV, 50 PLUS en Lijst Roland van Vliet waren tegen.
Heemschut heeft via haar website, nieuwsbrief, twitteraccount en facebookaccount aandacht gevraagd voor de petitie, en heeft haar achterban geïnformeerd over haar lobbywerkzaamheden richting Tweede Kamer. Voor sociale media heeft Heemschut drie filmpjes laten maken die door een ieder verspreid konden worden. Vooral het bereik van Facebook was een groot succes. Via Facebook hebben we de filmpjes actief gepromoot onder geïnteresseerde doelgroepen. Met behulp van een kleine investering hebben we het bereik van de berichten vergroot. De filmpjes zijn ieder ongeveer 40.000 keer bekeken! Via twitter zijn de berichten over onze campagne ongeveer tot 5000 keer per keer bekeken. Onze website heeft ongeveer 1000 unieke bezoekers per bericht gehad. Een extra nieuwsbrief van Heemschut is uitgestuurd en heeft 2.500 mensen bereikt. Via televisie is Nieuwsuur op 6 oktober 2016 en 1 Vandaag op 1 november 2016 beiden ongeveer 600.000 keer bekeken.
Een aantal van u heeft via petities.nl aangegeven geld te storten voor onze campagne. Dat is ruimhartig gebeurd. Tot nog toe is aan giften een bedrag binnengekomen. € 3.984,75. Dank daarvoor! Een klein deel van dit bedrag is overgemaakt via www.geef.nl. Een groot deel is via de website van Heemschut binnen gekomen. Daarnaast is ook rechtstreeks geld gestort op de rekening van Heemschut.
We hebben voor de campagne afgerond de volgende (extra) kosten gemaakt:
3.000 euro voor het maken van spotjes voor gebruik op YouTube, de social media (Facebook, Twitter) en op websites
1.000 euro advertentieruimte op social media (Facebook, Twitter)
400 euro donatie aan de Stichting Petities.nl
In 2017 blijft de aftrek voor onderhoud aan monumenten via de inkomstenbelasting bestaan. Blijft wel staan dat het wetsvoorstel daarmee niet van tafel is. Of en hoe verder wordt besloten hangt echter deels ook af van de Tweede Kamerverkiezingen in maart aanstaande. Het ministerie van OCW gaat de komende maanden met de erfgoedorganisaties praten over aanpassingen of veranderingen in de financiering van het stelsel van de monumentenzorg. De huidige minister lijkt hierin deels al een richting te hebben gegeven. Zo is het idee dat er geld komt voor langjarig onderhoud aan grote monumenten, duurzaamheidsmaatregelen en herbestemming. Onderhoud aan rijksmonumenten door particulieren lijkt de huidige minister minder belangrijk te vinden.
Heemschut zet in op behoud van de bestaande middelen en extra inzet van middelen uit andere aandachtsgebieden/beleidsterreinen. Alleen hierdoor kan de erfgoedzorg op peil blijven en een effectieve bijdrage blijven leveren aan onze samenleving. Om sterk te staan en ook om te zorgen dat uw belang wordt gehoord vragen wij u om ons te steunen en lid te worden van Heemschut. Erfgoedvereniging Heemschut bestaat sinds 1911 en is met bijna 5.000 leden een van de grotere erfgoedorganisaties.
Orde wil geen operatiebijsluiter De Orde van Medisch Specialisten vindt het verplichten van schriftelijke uitleg aan patiënten over een medische behandeling een onnodige belasting voor de arts. De OMS reageert hiermee op het burgerinitiatief waarmee consumentenprogramma Tros Radar het schriftelijk informeren van patiënten bij operatieve ingrepen wil verplichten. Lilian Jansen, hoofd Communicatie OMS: Wij zijn geen voorstander van dit initiatief, omdat dokters hun patiënten al voorlichten over behandelingen.
Patiënten moeten adequaat uitleg krijgen van artsen over de behandeling, deze informatieplicht is ook wettelijk vastgelegd (WGBO, Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst). Tros Radar stelt dat artsen weliswaar wettelijk verplicht zijn om patiënten te informeren over ingreep, gevolgen, risicos en alternatieven, maar volgens Radar moeten artsen verplicht worden dit schriftelijk te doen. De wetgever gaat ervan uit dat de patiënt schriftelijke informatie vraagt. Volgens Radar doen patiënten dit zelden omdat ze vaak niet op de hoogte zouden zijn van deze mogelijkheid, terwijl artsen uit zichzelf nog te weinig schriftelijke informatie geven. Volgens de OMS bestaat er voldoende schriftelijke uitleg over medische behandelingen. Jansen: Voor alle ziektes en behandelingen bestaan publieksvriendelijke folders die artsen kunnen meegeven en die beschikbaar zijn in ziekenhuizen. Het verplicht stellen van een schriftelijke uitleg over de medische behandeling is dus niet nodig en een onnodige belasting voor de arts. Radar stelt dat verplichting controleerbaar maakt of artsen hun patiënten wel adequaat hebben geïnformeerd. Het programma noemt het onbegrijpelijk dat consumenten bij de aankoop van medicijnen standaard een schriftelijke uitleg krijgen, terwijl ze het bij een operatie moeten doen met de mondelinge uitleg van de behandelaars. Patiënten zouden vaak niet in staat zijn om alle informatie die in de behandelkamer wordt gedeeld ook daadwerkelijk te bevatten. Schriftelijke informatie komt volgens Radar ook de doelmatigheid van behandelingen ten goede en kan bijdragen aan een betere afhandeling van calamiteiten. Via het burgerinitiatief wil Radar 40.000 steunbetuigingen verzamelen. Met dit quotum is de Tweede Kamer verplicht om zich over het voorstel uit te spreken. Arts en Auto. 15-01-2013
Actie operatie-bijsluiter succesvol »Radar-presentatrice Antoinette Hertsenberg ANP Toegevoegd: donderdag 17 jan 2013, 14:40Update: donderdag 17 jan 2013, 14:58 De oproep van het tv-programma Radar om bij medische operaties een 'bijsluiter' verplicht te stellen, heeft een karrevracht aan steunbetuigingen opgeleverd. Binnen 24 uur waren de 40.000 handtekeningen binnen die nodig zijn om het als burgerinitiatief op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen. Een bijsluiter bij medicijnen is al langer verplicht, maar bij medische ingrepen mag een arts volstaan met mondelinge informatie.
Volgens Radar nemen patiënten die informatie echter moeilijk op, vanwege de stress rond een operatie. Daarom wil het programma dat artsen worden verplicht om patiënten schriftelijk te wijzen op de risico's van een ingreep. Steunbetuigingen Het burgerinitiatief van het TROS-programma werd maandag gelanceerd en heeft sindsdien meer dan 56.000 steunbetuigingen gekregen. Volgens de TROS is het voor het eerst dat een burgerinitiatief zo snel het aantal benodigde handtekeningen heeft opgeleverd. Presentatrice en eindredacteur Antoinette Hertsenberg is blij dat haar programma een bijdrage heeft kunnen leveren. "Het burgerinitiatief is een fantastisch middel voor burgers om een eigen idee te laten bespreken door de Tweede Kamer," zegt ze. "Maar in de uitvoering is het zo ingewikkeld dat gewone burgers dit bijna niet op eigen kracht kunnen uitvoeren."
Genoeg handtekeningen voor burgerinitiatief Radar 17/01/13, 14:03 ? bron: ANP © anp. Presentatrice Antoinette Hertsenberg van het tv-programma TROS Radar. Meer dan 55.000 mensen steunen het burgerinitiatief van consumentenprogramma Radar waarin gepleit wordt voor een verplichte bijsluiter voor ingrepen en hulpmiddelen. Dat meldde de TROS donderdag.
Omdat er meer dan de benodigde 40.000 handtekeningen zijn verzameld, komt het idee automatisch op de agenda van de Tweede Kamer te staan. Radar wil dat artsen verplicht worden om schriftelijke informatie te verstrekken over een ingreep of medisch hulpmiddel, waarin patiënten gewezen wordt op mogelijke risico's. Momenteel volstaat het om die informatie mondeling te geven. Volgens Radar gebeurt dat vaak in een 'zeer stressvolle situatie' waardoor een patiënt niet alles onthoudt of begrijpt.Ook van implantaten zouden de juiste gegevens op papier gezet moeten worden, zoals fabrikant, typenummer en materiaal. ,,Veelal hebben patiënten geen idee wat er in hun lichaam geplaatst wordt'', aldus Radar. Bij het verstrekken van medicijnen is zo'n bijsluiter al verplicht.Nadat het idee maandagavond in de Radar-uitzending werd gelanceerd, ontving het programma binnen 24 uur de benodigde 40.000 handtekeningen. Nog nooit eerder kreeg een burgerinitiatief zo snel voldoende steunbetuigingen. De Tweede Kamer is nu verplicht om het onderwerp te bespreken, maar wanneer dat zal gebeuren is nog niet bekend.De Nederlandse Orde van Medisch Specialisten (OMS) vindt het bijsluiterplan een 'sympathiek idee, maar dan moet het wel goed geregeld worden', benadrukt een woordvoerder. 'Het moet een toevoeging zijn en geen administratieve rompslomp die artsen extra belast of voor hogere kosten of vollere wachtkamers zorgt.' En misschien is wettelijke verankering niet eens nodig, omdat er nu al in de wet staat dat dokters hun patiënten zo goed mogelijk moeten informeren, stelt de Orde.
Burgerinitiatief schriftelijke informatieplicht medische behandelingsovereenkomst vrijdag 11 januari 2013 Medische missers leiden niet zelden tot ernstige en blijvende schade. Patiënten weten over het algemeen niet of nauwelijks aan welke risicos ze bij een ingreep blootgesteld worden.
Artsen zijn wettelijk verplicht patiënten te informeren over de ingreep, de te verwachten gevolgen en risicos en de andere methoden van behandeling. Het is nu niet voldoende duidelijk en controleerbaar of dit ook gebeurt. Radar start daarom een burgerinitiatief. Het initiatief kun jehier ondertekenen. Als je medicijnen ophaalt bij de apotheek word je altijd gewezen op de bijsluiter. Je kunt die dan vervolgens thuis rustig nalezen. Maar wie geopereerd wordt en bijvoorbeeld een medisch hulpmiddel krijgt, moet het doen met de uitleg van de chirurg. Patiënten weten vaak niet of nauwelijks aan welke risicos ze bij een ingreep worden blootgesteld. Artsen zijn wettelijk verplicht patiënten te informeren over de ingreep, de te verwachten gevolgen en risicos en de andere mogelijke methoden van behandeling. Dit gebeurt nog niet goed genoeg en het is ook niet voldoende duidelijk en controleerbaar. Met de huidige communicatiemiddelen, medische standaarden en kennis van risicos kan dit in het belang van zowel de patiënt als de behandelaars veel beter worden georganiseerd. Een plicht tot verstrekking van schriftelijke informatie is daarvan de kern. In het TROS-programma Radar geven we leiding en uitvoering aan een burgerinitiatief op basis van de petitievan Maria Smit. We willen bewerkstelligen dat de geneeskundige hulpverlener niet op verzoek van de patiënt maar standaard vooraf schriftelijke informatie meegeeft aan de patiënt over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling. Hoe is het nu wettelijk geregeld?Het huidige artikel 7:448 BW (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst, hierna WGBO) omtrent de informatieplicht van de arts luidt: De hulpverlener licht de patiënt op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk in over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, de behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt. De hulpverlener licht een patiënt die de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt op zodanige wijze in als past bij zijn bevattingsvermogen. En in lid 2 staat: Bij het uitvoeren van de in lid 1 neergelegde verplichting laat de hulpverlener zich leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van: a de aard en het doel van het onderzoek of de behandeling die hij noodzakelijk acht en van de uit te voeren verrichtingen; b de te verwachten gevolgen en risicos daarvan voor de gezondheid van de patiënt; c andere methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen; d de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot diens gezondheid voor wat betreft het terrein van het onderzoek of de behandeling. De wetgever gaat er dus van uit dat de hulpverlener zich bij de informatie-overdracht laat leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient te weten. De huidige regeling van informatie aan patiënten in art. 7:448 BW (WGBO) en de voorgestelde regeling in de Wet Cliëntenrechten Zorg bevestigt hoe belangrijk goede informatie is en geeft al een recht daarop. De bestaande regeling is echter weinig concreet en beschermt patiënten nog onvoldoende. De informatie-overdracht kan eenvoudig concreter worden gemaakt en de patiënt beter informeren en voorbereiden op wat hem of haar te wachten staat. De wetgever gaat ervan uit dat de patiënt schriftelijke informatie vraagt. Mensen kunnen vragen om schriftelijke informatie, maar dat doen ze zelden en ze weten vaak ook niet van deze mogelijkheid. Artsen geven uit zichzelf nog te weinig schriftelijke informatie.Tijdens een consult moet er veel informatie met de patiënt besproken worden. Daarom is het ook zo belangrijk dit effectief en innovatief te organiseren. Nota bene: Er zijn gevallen waarin informatievoorziening problematisch is (patiënten die niet in staat zijn te beslissen, jongeren, informatie zou genezing bemoeilijken, patiënt wil geen informatie, et cetera.) Maar die zijn al wettelijk geregeld. Waarom is dit burgerinitiatief nodig?Goede en complete informatie over diagnose, voorgestelde behandeling, risicos en alternatieven en alle implicaties daarvan is moeilijk in een mondeling consult/gesprek over te brengen en te begrijpen. Schriftelijke informatie biedt de patiënt de mogelijkheid om zijn of haar situatie te overdenken, te bespreken en keuzes te heroverwegen. Met de schriftelijke informatie in de hand kan de patiënt zich makkelijk verder informeren via internet, door vragen aan de arts of middels gesprekken in de eigen omgeving. Schriftelijke informatie maakt het voor de arts ook makkelijker om een anders moeilijk uit te voeren taak te vervullen. Er kan geen twijfel over zijn dat goede informatie een zeer grote maatschappelijke waarde heeft. Het is niet alleen een middel voor de patiënt om weloverwogen afwegingen van risicos te maken en om baas te blijven over eigen lichaam en leven (autonomie). Goede informatie over de kwaliteit en risicos van medische diensten, hulpmiddelen en behandelingen verbetert ook de keuzes van patiënten en bevordert innovatie. Als economen het ergens over eens zijn, dan is het dat transparantie de kwaliteit van het aanbod versterkt. Goede informatie voorkomt ook dat mensen behandelingen ondergaan die onnodig risicovol zijn of niet werkelijk helpen. Welke informatie moet door de behandelaar worden verstrekt?Het gaat erom dat de patiënt de volgende informatie schriftelijk ter beschikking krijgt. Tijdens of onmiddellijk na afloop van het consult moet de behandelaar de patiënt in ieder geval schriftelijk informeren over: 1.De Nederlandse en (indien beschikbaar) de internationale naam van de aandoening. 2.De Nederlandse en (indien beschikbaar) de internationale naam van de ingreep of behandeling, het medische hulpmiddel (bij medisch hulpmiddel: naam fabrikant, productiejaar en productkenmerken). Dit zijn de gegevens die de arts toch al pleegt te noteren en het is dus eenvoudig dit ook aan de patiënt mee te geven. Het is een kwestie van nadere uitwerking hoe de volgende, eveneens essentiële informatie wordt verschaft. Dat kan ook tijdens of onmiddellijk na het consult door de behandelaar zelf of bijvoorbeeld via een verwijzing naar een website waarop up to date en volledige informatie te vinden is. Het gaat daarbij om: 3.De risicos van de ingreep, de te verwachten gevolgen en de (kans op) mogelijke complicaties van de ingreep. 4.De mogelijkheden om deze complicaties te verhelpen. 5.Andere methoden en alternatieven van de behandeling met vermelding van specifieke voor- en nadelen ten opzichte van de voorgestelde behandeling. 6.De manier waarop de ingreep uitgevoerd gaat worden. 7.Hoe lang de ingreep al wordt toegepast. 8.De wetenschappelijke basis van de ingreep. 9.Contra-indicaties. 10.De meest actuele informatie over de ingreep, het medische hulpmiddel, met de bekende risicos. De arts staat er voor in dat de schriftelijke informatie op deze websites adequaat is en dat al deze specifieke informatie daar te vinden is. Kosten en effectieve uitvoering van de schriftelijke informatieplichtDe vraag is vooral hoe die informatievoorziening goed en op een innovatieve wijze geregeld en georganiseerd kan worden tegen zo laag mogelijke kosten voor de gezondheidszorg en zo eenvoudig mogelijk voor de patiënt. De plicht voor de behandelaar om schriftelijke informatie te verschaffen zou zo kunnen worden uitgewerkt dat mensen naar huis gaan met informatie die ze in staat stelt om op tenminste één door arts/hulpverlener te noemen overzichtelijke website te vinden wat ze nodig hebben ( zie de bovengenoemde punten 1 t/m 10). Behandelprotocollen (in kader van Wetsvoorstel Cliëntenrechten Zorg: standaarden) komen steeds meer beschikbaar op internet en ook in versies die makkelijk te volgen zijn voor patiënten. Ook patiëntenorganisaties hebben informatie. Daar kunnen artsen naar verwijzen. (Internet)bedrijven kunnen artsen en ziekenhuizen helpen dit goed te organiseren, inclusief een helpdeskvoorziening voor mensen die nog nadere vragen hebben. Informatie zou standaard aanwezig moeten zijn bij de hulpverlener en moeten worden verstrekt als een bijsluiter die met één druk op de knop kan worden uitgeprint en aan de patiënt kan worden meegegeven. Artsen hoeven dit niet zelf te organiseren. De schriftelijke-informatieplicht zal ertoe leiden dat organisaties van specialisten dat gaan doen, geholpen door IT en medische informatie bedrijven die zich hierop toeleggen. Artsen en ziekenhuizen kunnen deze dienstverlening inkopen. SanctioneringOnderdeel van een verbeterde regeling moet ook de sanctionering zijn. Wat als een arts dit niet doet? Wat als het een keer niet lukt? Wat als de patiënt niet is geïnformeerd over risicos en er doet zich toch zon risico voor? Dit is een veel voorkomend probleem wat betreft medische aansprakelijkheid dat beter en praktischer kan worden opgelost. Handhaving van de schriftelijke-informatieplicht zal betrekkelijk eenvoudig zijn als het gebruikelijk wordt dat mensen schriftelijke informatie gaan meekrijgen na een bezoek aan een behandelaar. Doet de arts dit per mail, dan is bovendien ook makkelijk te bewijzen dat de informatie daadwerkelijk is gegeven. Verder is het binnen de al omvangrijke kwaliteitssystemen en toezichtsystemen in de zorg vrij eenvoudig om ook deze waarborg voor patiëntveiligheid in te passen. De wettelijke regeling zal daar op een goed doordachte manier bij moeten aansluiten. Behandelaars die hun systeem niet op orde hebben, moeten daarbij sterker ter verantwoording worden geroepen dan behandelaars die een enkele keer niet de juiste informatie hebben verschaft. Hoe de patiënt moet worden behandeld als onjuiste of onvolledige informatie is gegeven, kan ook beter worden uitgewerkt. Een protocol voor omgaan met slachtoffers van dit type medische fouten zou onder meer moeten regelen hoe de patiënt alsnog informatie krijgt, hoe verontschuldigingen en extra zorg worden verstrekt en hoe compensatie wordt vastgesteld op een manier die de patiënt niet verder belast. Als zich een onverwacht risico voordoet, moet de getroffen patiënt nu vaak aannemelijk maken dat hij of zij de ingreep niet zou hebben laten uitvoeren als er volledige informatie was geweest. Ook is er vaak lange discussie over de omvang van schadeloosstellingen. Dat kan ondervangen worden door gedetailleerde richtlijnen voor de hoogte van de compensatie. Naarmate het waarschijnlijker is dat de ingreep niet zou zijn uitgevoerd met de juiste informatievoorziening, zou de patiënt een meer volledige schadevergoeding moeten krijgen. Welke risicos moeten worden vermeld?Verder zou er een goed uitgewerkte en gedetailleerde regeling nodig zijn wat betreft de risicos die vermeld moeten worden. In buitenlandse jurisprudentie zijn daarvoor maatstaven ontwikkeld, die aansluiten bij de frequentie en de zwaarte van het risico in relatie tot de noodzakelijkheid van de behandeling. Daarbij gelden ongeveer de volgende uitgangspunten: Risicos kunnen het beste worden vermeld in woorden én in zo precies mogelijke percentages, bijvoorbeeld waarschijnlijk (groter dan 50%), regelmatig (10 tot 50%), af en toe (10-1%), zeldzaam (minder dan 1%), zeer zeldzaam (minder dan 0.1%). Risicos op dood, zware invaliditeit of ernstige gevolgen voor de leefwijze van de patiënt moeten al vermeld worden als ze zeldzaam of zeer zeldzaam zijn. Minder zware complicaties, die alleen tijdelijke gevolgen hebben, of die gemakkelijk te bestrijden zijn, moeten worden vermeld als zij zich af en toe of regelmatig voordoen. Bij niet noodzakelijke behandelingen (bijvoorbeeld sommige vormen van plastische chirurgie) of behandelingen waarvan onduidelijkheid bestaat over de effectiviteit moeten meer, zo niet alle risicos worden vermeld. TROS Radar Prof. Maurits Barendrecht, Universiteit Tilburg/HiiL Innovating Justice (adviseur) Maria SmitOnderteken het burgerinitiatief
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/2012/11/01/wetsvoorstel-forensische-zorg-32398 waardoor m.n. jongeren vanuit de gesloten jeugdzorgplus gevangenissen met hun 18e jaar linea recta door gaan stromen in een TBS-kliniek. waardoor gevangenen geen vrijheid meer hebben om medische en geestelijke behandeling te weigeren..
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/2012/11/01/wetsvoorstel-verplichte-geestelijke-gezondheidszorg-32399 waardoor m.n. geregeld wordt welke dwang mag en voorbij gegaan wordt aan de kwaliteit van de zorg. kwaliteit in de zin van 'warm' 'betrokken' 'liefdevol' 'in alle rust' 'ondersteunend ipv overheersend'..
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/2012/11/01/wetsvoorstel-verplichte-geestelijke-gezondheidszorg-32399 waarmee meer en meer op een overheersende manier zogenaamde hulp geboden wordt vanuit een medisch kader en niet vanuit sociale en emotionele empathie. waarbij de big business van big pharma een enorme schadelijke invloed heeft op onze geest en onze gezondheid. maar niet alleen big pharma, ook allerlei andersoortige 'behandelingen' zijn terug van weggeweest in een cosmetisch aangenamer jasje, zoals de electroshock therapie. onder dwang heb je niets meer in te brengen over je eigen lichaam, over je eigen 'state of mind'.psychiaters wil is wet. zonder dat de psychiater enige verantwoording neemt voor de schadelijke en zelfs dodelijke gevolgen.
De burgemeesters van Spijkenisse, Maassluis en Hellevoetsluis hebben minister Blok gevraagd om de waarborgstop van leningen voor woningcorporaties terug te draaien. Woningcorporatie Maasdelta heeft namelijk diverse bouwprojecten afgeblazen, èn vanwege het regeerakkoord, èn omdat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) vanaf 2014 niet meer garant staat voor nieuwe leningen aan corporaties. Dat Maasdelta heeft besloten een pas op de plaats te maken en de projecten in de koelkast te zetten, heeft ingrijpende gevolgen. Voor het Hart van Groenewoud in Spijkenisse was de verkoop van de eerste woningen bijvoorbeeld al gestart en had de KPN de kabels in de bouwrijp te maken grond al verlegd.
In Maassluis treft de maatregel het project Sluispolder West; in Hellevoetsluis gaat het om de Molshoek en de Parnassiaflats. De burgemeesters vinden volgens berichtgeving in het Weekblad Spijkenisse de opstelling van Maasdelta opvallend omdat het een corporatie is die door prudent beleid niet in de financiële gevarenzone verkeerd. Het nodeloos stilleggen van deze belangrijke investeerder en beheerder raakt ook ons als gemeente in het hart, aldus burgemeester Karssen namens de drie gemeenten in een brief aan minister Blok. Huurders de grote verliezers Minister Blok heeft inmiddels in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven alle doorrekeningen voorbarig te vinden. Hij stelt dat de plannen van het Regeerakkoord nog moeten worden ingevuld en uitgewerkt. Gezien de dreigende verhuurdersheffing van 2 miljard euro per jaar denken de corporaties daar duidelijk anders over. Huurders zijn uiteindelijk de grootste verliezers. Zij worden, als de plannen van Rutte II doorgaan, getroffen door enorme huurverhogingen, nog weer langere wachttijden voor betaalbare huurwoningen en minder onderhoud en dienstverlening. De Woonbond roept huurders, verhuurders, beleidsmakers en politici op om de petitie Huuralarm te ondertekenen. Houd huren betaalbaar en trek de woningmarkt uit het slop.
Nederlandse Woonbond