Overslaan en naar de inhoud gaan Government logo | to homepageRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MenuIngeklaptMenu unfolted Zoek in Richtlijnen & Draaiboeken Zoeken Trefwoord
COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten Handleiding Bijlage bij de Uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie 2021 | Versie 13 januari 2021 (versiebeheer zie onderaan pagina)
Totstandkoming In december 2020 werd het eerste COVID-19-vaccin geregistreerd, waarna implementatie van vaccinatie kan volgen. Over de prioritering van groepen voor vaccinatie wordt door de Gezondheidsraad (GR) geadviseerd. De GR heeft geadviseerd te beginnen met oudere personen op basis van de strategie om primair reductie van sterfte en ziekenhuisopname te bereiken, omdat leeftijd de belangrijkste risicofactor is voor een gecompliceerd beloop van COVID-19. Daarnaast zullen zorgmedewerkers in verpleeghuizen worden gevaccineerd om zo mogelijk ook indirecte bescherming te kunnen bieden. Ook ziekenhuispersoneel wordt gevaccineerd.
Verder is er in de loop van de COVID-19-epidemie meer duidelijkheid gekomen over een verhoogd risico op gecompliceerd beloop als gevolg van onderliggende aandoeningen.
Omdat bij sommige groepen van immuungecompromitteerde patiënten sprake is van een duidelijk verhoogd risico op ernstige COVID-19, zullen ook deze personen bij voorrang gevaccineerd worden. Een substantieel deel van hen zal al op basis van leeftijd al worden geprioriteerd voor vaccinatie, personen jonger dan 60 jaar zullen op grond van hun medische indicatie volgen. Ook onder het zorgpersoneel dat gevaccineerd gaat worden, zullen personen zijn die immuungecompromitteerd zijn.
Om voor immuungecompromitteerde patiënten optimale adviezen te formuleren, is er door de LCI-RIVM gevraagd aan de medische beroepsgroepen om gemandateerde professionals af te vaardigen om tot een gezamenlijke handleiding te komen.
Aan dit overlegplatform participeerden behandelaars van de volgende verenigingen:
Nederlandse Internisten Vereniging, deelverenigingen: Nederlandse Vereniging voor Hematologie; M.D. Hazenberg, I. Nijhof Nederlandse Vereniging van hiv-behandelaren; J. Gisolf Nederlandse Vereniging voor Immunologie; V. Dalm, T.W. Kuijpers Nederlandse Vereniging voor Internist-infectiologen; A. Goorhuis, L.G. Visser Vereniging voor Medische Oncologie; R. van Alphen, A. van der Veldt, E.G.E. de Vries Nederlandse Federatie voor Nefrologie; H. van Hamersvelt, J.S. Sanders, O. Teng, J. Wetzels, R. Duivenvoorden Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde; P. Fraaij, N. Wulffraat Nederlandse Vereniging voor Reumatologie; R. Landewé, G.J. Wolbink Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen; A. van Bodegraven, H.H. Fidder Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie: zie namen van de betrokken artsen bij tabel Dermatologische patiënten; Nederlandse Vereniging voor Neurologie; D. van de Beek, J. Killestein Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose; R.E. Jonkers, R. Hoek
Het eerste overleg vond plaats 21 december 2020, op 7 januari 2021 werd de eerste draft gepresenteerd, waarna input van de verschillende behandelaren naar aanleiding van de vergaderingen werd verwerkt.
Na de uiteindelijke afstemming kon deze eerste handleiding worden gedeeld met de Gezondheidsraad en gepubliceerd op 14 januari 2021 op de LCI-website.
Periodieke updates zullen plaatsvinden op basis van nieuwe data over veiligheid en effectiviteit van COVID-19-vaccins bij deze patiëntencategorie, internationale ontwikkelingen op het terrein van optimale vaccinatie strategieën bij deze patiënten, het beschikbaar komen van nieuwe vaccins, en toediening-specifieke afwegingen.
Redactie: Marloes Bongers (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM), Lieke Sanders (Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM), Albert Vollaard (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM) Met medewerking van: prof. Leo Visser (afdeling infectieziekten LUMC), Bram Goorhuis (afdeling Infectieziekten, Centrum voor Tropische Geneeskunde & Reizigersgeneeskunde, Amsterdam UMC)
Contact: LCI-secretariaat Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Telefoon: 030-274 7000 E-mail: lci@rivm.nl
Samenvatting Op het moment van opstellen van deze handleiding (januari 2021) is er sprake van een hoge incidentie van COVID-19 met hoog infectierisico ook voor ernstig immuungecompromitteerde patiënten, die een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop van COVID-19. Vanwege de programmatische aanpak bij de vaccinatiecampagne worden alle immuungecompromitteerde patiënten opgeroepen voor vaccinatie.
Vanwege het belang van bescherming tegen ziekte en overlijden is prioritering van vaccinatie voor de patiënten belangrijk, ook al is er mogelijk sprake van verminderde effectiviteit van vaccinatie ten gevolge van immuundeficiëntie of immuunsuppressie door de fase van de onderliggende ziekte of behandeling, of door gebruik van immuunsuppressiva. In deze fase van de epidemie wordt geadviseerd om vaccinatie niet uit te stellen tot een moment dat er mogelijk een betere vaccinatierespons verwacht kan worden. Na vaccinatie blijven nog alle standaard preventieve maatregelen om infectie te voorkomen van kracht, omdat data over effectiviteit van vaccinatie bij deze groep ontbreken.
Er zijn meerdere vaccins tegen COVID-19 in ontwikkeling en er zijn nu twee mRNA-vaccins geregistreerd. Deze vaccins lijken op dit moment zeer effectief bij ouderen en zijn naar verwachting veilig bij immuungecompromitteerde patiënten. Het risico van eventuele bijwerkingen van vaccinatie weegt niet op tegen het risico van COVID-19 doormaken. Daarom worden deze mRNA-vaccins geadviseerd. De optie om naast de patiënt ook huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten te vaccineren, wordt nog uitgewerkt. Er zijn nog maar weinig data over de afname van transmissie na vaccinatie beschikbaar.
Deze handleiding zal periodiek worden herzien als andere effectieve vaccins geregistreerd worden en beschikbaar komen, en op basis van nieuw onderzoek over COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten.
Algemene principes Voor algemene informatie voor professionals over COVID-19-vaccinatie: https://www.rivm.nl/COVID-19vaccinatieprofessionals en https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19-vaccinatie.
Doelstelling De doelstelling van deze handleiding is om uitvoerende professionals bij de GGD, de huisartspraktijk, in verpleeghuizen en instellingen, en in het ziekenhuis een handvat te bieden bij de uitvoering van hun taak bij vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten tijdens de COVID-19-vaccinatiecampagne in de huidige fase van de pandemie.
Relatief risico op gecompliceerd beloop van verschillende patiëntencategorieën Niet van alle patiënten die immuungecompromitteerd zijn, is bekend of zij een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop bij SARS-CoV-2-infectie door de onderliggende aandoening en/of medicatie, of dat dat mede door andere risicofactoren (bijv. leeftijd, obesitas) bepaald wordt. Algemeen mag worden aangenomen dat naarmate iemand meer immuungecompromitteerd is, COVID-19 ernstiger zal verlopen en mogelijk de vaccinatie minder zal beschermen.
Voor de prioritering van COVID-19-vaccinatie is gekozen om te starten met vaccineren bij ouderen boven de 60 jaar (oudste groepen eerst) en daarna medische risicogroepen bij mensen tussen 18 en 60 jaar. Selectie hierbij vindt plaats volgens de brede indicaties die worden gehanteerd voor de jaarlijkse influenzavaccinatie bij de huisarts. Deze keuze is door de Gezondheidsraad geadviseerd vanwege het sterk verhoogde risico op ernstige ziekte en overlijden ten gevolge van COVID-19 met toename van de leeftijd.
Effectiviteit Afhankelijk van de mate van immuunsuppressie van patiënten, zal de effectiviteit van vaccinatie minder goed kunnen zijn. Gezien het hoge risico op infectie tijdens de COVID-19-pandemie in deze periode, en het verhoogde risico op een gecompliceerd beloop van COVID-19 juist bij deze patiënten, wordt ook gedeeltelijke protectie nog belangrijk geacht. Daarbij komt dat de COVID-19-vaccins naar verwachting veilig zijn. Dit leidt tot een gunstige benefit-risk-afweging.
Gezien de verwachte gereduceerde effectiviteit, blijven voor alle immuungecompromitteerde patiënten nog dezelfde maatregelen op het terrein van social distancing, hygiëne en testen bij klachten, onveranderd van kracht ook na de vaccinaties. Bij verandering in incidentie van COVID-19 of veranderingen op het terrein van (her)vaccinatie of profylaxe, zal worden aangegeven wanneer deze preventiestrategie kan worden aangepast.
Veiligheid De mRNA-vaccins, virusplatform-vaccins en subunit-vaccins bevatten geen levend (verzwakt) virus. Dit betekent dat er geen risico is op een vaccinvirus of platformvirusinfectie bij immuungecompromitteerde patiënten. De reactogeniciteit en bijwerkingen van het Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin zijn in het algemeen relatief mild van aard, van korte duur en van voorbijgaande aard. Vaccinatie met mRNA-vaccins is daarmee volgens de Gezondheidsraad naar verwachting veilig, ook bij immuungecompromitteerde patiënten.
Of de mRNA-vaccins resulteren in een verhoogd risico op immuungerelateerde bijwerkingen in specifieke groepen immuungecompromitteerde patiënten is onbekend, omdat dit niet onderzocht is. De bijsluitertekst van de mRNA-vaccins meldt daarom dat veiligheid bij deze patiënten niet gegarandeerd kan worden, hoewel men in theorie verwacht dat de veiligheid goed zal zijn en het risico van vaccinatie niet opweegt tegen het risico van COVID-19 doormaken. Internationale en nationale registratie van het optreden van specifieke bijwerkingen na vaccinatie met mRNA-vaccins zal moeten leiden tot meer gegevens over invloed van vaccinatie op het ziektebeloop bij de verschillende categorieën van immuungecompromitteerde patiënten (veiligheid) en het optreden van COVID-19-infectie ondanks vaccinatie (effectiviteit). Veronderstelde bijwerkingen na vaccinatie moeten worden doorgegeven aan het Lareb in Nederland.
Terwijl eerst de mRNA-vaccins gebruikt zullen worden, zal bij vrijgeven van andere typen vaccins ook het veiligheidsaspect voor immuungecompromitteerden worden besproken in deze handleiding, als deze alternatieve vaccins ook als optie worden gezien voor deze specifieke groep patiënten vanwege waarschijnlijk gelijke of betere effectiviteit. Ook zal in de handleiding worden opgenomen wanneer er bij specifieke groepen van immuungecompromitteerde patiënten reden is om van gebruik van een bepaald type vaccins af te zien.
Vaccin 1. Keuze bij prioritering COVID-19-vaccinatie: Bij de keuze van prioritering van vaccinatie spelen meerdere factoren:
de geformuleerde strategieën van de Gezondheidsraad (GR): verminderen van (ernstige) ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19; terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2; voorkomen van maatschappelijke ontwrichting de ernst van de epidemie op het moment, waarbij de noodzaak tot vaccinatie wordt beïnvloed door de wens om zo snel mogelijk (evt. partiële) bescherming te kunnen verkrijgen (risico op infectie); gepubliceerde effectiviteit en veiligheidsdata over een vaccin en de beoordeling per vaccin door de GR (op dit moment nog beperkt tot de mRNA-vaccins); beschikbaarheid: de aanwezigheid van voorraden van het vaccin en mogelijkheid het toe te dienen; prioritering van specifieke medische risicogroepen binnen de totale populatie vanwege een verhoogd risico op gecompliceerd beloop bij die patiëntengroepen (risico op complicaties).
Voor het mRNA BNT162b2-vaccin van BioNTech/Pfizer dat nu geregistreerd is en waarvan effectiviteit en de eerste reactogeniciteits- en veiligheidsdata voorhanden zijn, beoordeelde de GR de benefit-risk-afweging van mRNA-vaccinatie als gunstig bij medische hoogrisicogroepen. Dit omdat hoge effectiviteit ook bij ouderen en in de diverse subgroepen gezien werd, met een goede veiligheid (relatief beperkte bijwerkingen). Data zijn echter alleen beschikbaar binnen de huidige studieduur en alleen voor immuuncompetente personen tussen de 16 en 90 jaar. Samenvattend wordt op basis van de huidige beschikbare gegevens geadviseerd om tijdens deze fase van de epidemie met hoge incidentie hoogrisicopatiënten met ernstige immuunsuppressie te vaccineren met mRNA-vaccins vanwege hun bewezen hoge effectiviteit in immuuncompetente volwassenen en in ouderen, de verwachte goede veiligheid en de beschikbaarheid. Naar verwachting heeft het tweede mRNA-vaccin Moderna een zelfde profiel als het Pfizer/BioNTech-vaccin.
Over de prioritering van specifieke patiëntengroepen binnen de medische hoog-risicogroepen, wordt nog een volgend advies gegeven, evenals over andere vaccins die beschikbaar komen. Hiervoor moeten de data en registratie van deze andere vaccins worden afgewacht. Zodra andere typen COVID-19-vaccins beschikbaar komen, zal ook hierover worden geadviseerd door de GR.
Bij minder hoog risico op gecompliceerd beloop van COVID-19 vanwege een onderliggende aandoening, wordt het standaardproces gevolgd volgens de vaccinatiestrategie van VWS. Dat valt buiten deze handleiding.
Gebruik van één type vaccin: Bij vaccinatie van patiënten heeft het de voorkeur te vaccineren met 1 type vaccin en niet bij de tweede dosis een ander type vaccin of een vaccin van hetzelfde type maar van een andere producent te gebruiken. Geen uitgestelde 2e vaccinatie: bij massavaccinatiecampagnes wordt nu gesuggereerd dat vanwege beperkte voorraden van de nu beschikbare mRNA-vaccins langer uitstel van een tweede dosis een optie is om sneller bevolkingsimmuniteit te bereiken en te starten met zoveel mogelijk mensen met de eerste dosis te vaccineren. De berekeningen hierbij gaan uit van een goede effectiviteit enige weken na 1 dosis, op basis van (nog beperkte) gegevens uit fase 3 onderzoeken van de beide mRNA-vaccins. Echter, bij immuungecompromitteerde patiënten is mogelijk na één dosis van een dergelijke effectiviteit nog geen sprake. Daarom wordt geadviseerd niet af te wijken van de registratietekst bij immuungecompromitteerde patiënten: een tweede dosis is altijd nodig en moet ook niet worden uitgesteld langer dan de 3 weken (Pfizer-BioNTech) of 4 weken (Moderna). Deze termijnen zijn gebruikt in de fase-3-onderzoeken die onderzochten wat het effect was op bescherming tegen (ernstige) ziekte. Dit is ook de vaccinatiestrategie zoals nu geadviseerd door de GR. Geen dubbele dosis of 3e vaccinatie: Veiligheid is beperkt onderzocht van hogere doses mRNA-vaccins dan de huidige vaccins waarbij hogere reactogeniciteit werd waargenomen. Er is gekozen voor de huidige hoeveelheid mRNA in het fase-3-onderzoek vanwege een al hoge effectiviteit met deze dosis. Of en wanneer er nog geboosterd zou moeten worden met een 3e vaccinatie bij immuungecompromitteerden voor het mogelijk bereiken van betere effectiviteit of langduriger bescherming, is onbekend. Ook veiligheid/reactogeniciteit van een derde vaccinatie is onbekend. Daarom wordt geadviseerd geen hogere dosis en evenmin een 3e vaccinatie aan te bieden. Dat kan alleen in onderzoeksverband. Indien er nieuwe data komen, kan het huidige advies mogelijk worden aangepast voor specifieke patiëntengroepen indien er vaccins beschikbaar zijn. 3. Vaccintiming:
Bij een programmatische aanpak is er niet veel vrijheid om zelf keuzes te maken voor een specifiek tijdstip voor vaccinatie tijdens de campagne. De vaccinatie wordt geregeld via de GGD en de huisartspraktijk. Vanwege beperkte voorraden en houdbaarheid van de vaccins zal er vooralsnog weinig mogelijkheid zijn voor een individuele benadering, zoals tijdelijk uitstel van vaccinatie. Gezien de hoge incidentie van COVID-19 op het moment van het opstellen van deze handleiding en het hoge risico op complicaties bij infectie, is het belangrijk dat medische risicogroepen gevaccineerd worden zodra zij worden uitgenodigd en op het voorgestelde moment, ondanks mogelijk beperkte vaccineffectiviteit door immuunsuppressie op het moment van vaccinatie. Tijdelijk uitstel is logistiek nu te complex en zou zelfs het verkrijgen van gedeeltelijke bescherming kunnen vertragen. In deze handleiding wordt verder verhelderd bij specifieke patiëntengroepen bij welke termijnen rond therapie of transplantatie er een betere effectiviteit van het COVID-19-vaccin verwacht mag worden (zie beneden). Echter, zoals boven vermeld: op dit moment dient vaccineren binnen die termijn mogelijk te zijn binnen het programma. Bij een meer individuele benadering, in een andere fase van de epidemie en bij voldoende aantallen vaccins kunnen dergelijke termijnen wel een rol gaan spelen bij de timing van vaccinatie. Dat zal in nieuwe versies van deze Handleiding dan verder worden verhelderd en onderbouwd met bestaande literatuur en met nieuw verkregen data over vaccinatierespons bij immuungecompromitteerde patiënten. 4. Vaccinatieregistratie in het COVID-19-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem (CIMS): Registratie van vaccinatiestatus is vrijwillig en op basis van informed consent bij de GGD of huisarts. Bij personen met een verwachte beperkte vaccinatierespons ten gevolge van onderliggende aandoeningen of medicatie, is registratie echter van groot belang om hen snel te kunnen oproepen voor eventuele hervaccinatie, mocht dat nodig blijken. Voor het bepalen van de effectiviteit van de vaccinatie en het monitoren van specifieke bijwerkingen van vaccintypes of -batches is registratie ook essentieel. Registratie in CIMS wordt dus sterk aanbevolen. Daarbij wordt overigens niet genoteerd wat de onderliggende aandoening van de patiënt is.
Kinderen In de huidige strategie van VWS wordt een ondergrens van de leeftijd van 18 jaar gehanteerd voor de vaccinatie met mRNA -vaccins. Het nu beschikbare Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin is geregistreerd voor gebruik bij personen ouder dan 16 jaar, het Moderna mRNA-vaccin ouder dan 18 jaar. De vaccins kunnen daarom nog niet gebruikt worden voor immuungecompromitteerde kinderen en adolescenten beneden die leeftijd. De Gezondheidsraad zal nog nader adviseren of voor specifieke groepen adolescenten van 16-18 jaar een uitzondering kan worden gemaakt.
Daarnaast lopen er diverse studies naar vaccinatie bij kinderen en er zullen er nog meerdere volgen.
Interactie vaccinatie en medicatie Voor een overzicht van immuunsuppressieve medicatie inclusief doseringen bij chronisch inflammatoire aandoeningen en het effect hiervan op vaccinatie: check https://lci.rivm.nl/richtlijnen/vaccinatie-bij-chronisch-inflammatoire-aandoeningen.
Bij stabiele ziekte en gebruik van immuunsuppressiva is er geen noodzaak medicatie te staken of aan te passen op het moment van vaccinatie. Medicatie mag alleen gestaakt worden in overleg met de behandelaar van patiënt. In veel richtlijnen wordt standaard aanbevolen niet tijdens een actieve fase van een chronisch inflammatoire aandoening, zoals reumatoïde artritis of IBD, te vaccineren. Dit wordt in de huidige fase van de epidemie niet als contra-indicatie gezien. Deze benadering is conform die genoemd bij Vaccin-timing punt a (zie boven). Indien de mogelijkheid bestaat te wachten met starten van immuunsuppressiva, heeft het voorkeur minimaal 2 weken vóór start ervan te vaccineren voor het bereiken van betere effectiviteit. Dan is in elk geval de essentiële eerste dosis zonder immuunsuppressiva toegediend. Bij voorkeur wordt langer gewacht, zodat ook de tweede dosis kan worden gegeven vóór start (4-6 weken), maar dit zal in praktijk vaak niet mogelijk zijn. Bij specifieke immuunsuppressiva (b.v. B-cel-depleterende therapie) kan op basis van bestaande en nieuwe data voor een ander interval gekozen worden. Dat zal dan worden opgenomen in de onderstaande tabellen. Kortdurend gebruik van orale corticosteroïden gedurende minder dan 14 dagen (‘stootkuur’) is in algemeen geen reden om vaccinatie uit te stellen. Chemotherapie bij maligniteiten: in de meeste internationale richtlijnen (o.a. IDSA-richtlijn) wordt door experts geadviseerd in de 2 weken vóór start van chemotherapie en tot 3 maanden na de laatste kuur niet te vaccineren, om daarmee een zo optimaal mogelijke vaccinatierespons te krijgen. De vaccinatierespons binnen of buiten deze termijnen bij de verschillende typen chemotherapie is echter vaak niet goed onderzocht om dit advies voldoende te onderbouwen. Bij cyclische toediening van chemo- of immuunsuppressieve therapie of modulerende medicatie is ook niet goed bekend of vaccinatie bij voorkeur het beste net vóór, in de eerste week van of tussen cycli gegeven kan worden. Daarom is er geen noodzaak rekening te houden met deze termijnen bij de planning voor vaccinatie in deze hoogrisicofase van de vaccinatiecampagne. Alleen bij specifieke chemo/immunotherapie kan tijdelijk uitstel geadviseerd worden vanwege veronderstelde afwezigheid van vaccinatierespons (zie hieronder). Vaccinatie van huishoudcontacten De geregistreerde indicatie van de mRNA COVID-19-vaccins is preventie van ziekte, zoals dat in de fase-3-onderzoeken is vastgesteld. Of vaccinatie tegen COVID-19 asymptomatische infectie of milde infectie voorkomt, zodat transmissie van COVID-19 door uitscheiding van SARS-CoV2 virus beperkt kan worden, is nog onbekend. Daarmee is onbekend of de GR-strategie ‘terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2’ door ringvaccinatie van huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten kan worden bereikt met de mRNA-vaccins. Ringvaccinatie wordt wel geadviseerd voor de huidige influenzavaccinatie voor huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten. Vanwege de huidige schaarste aan COVID-19-vaccins wordt op dit moment geadviseerd eerst de kwetsbare patiënten te vaccineren met hopelijk enige directe bescherming tegen COVID-19. Voor een selecte groep van ernstige immuungecompromitteerde patiënten zal worden verzocht aan de Gezondheidsraad om te adviseren volwassen huishoudcontacten ook eerder in aanmerking te laten komen voor vaccinatie dan anderen in het leeftijdscohort beneden de 60 jaar. Dit betreft huishoudcontacten van:
Hematologische patiënten met ernstige immuunsuppressie; Transplantatiepatiënten in het eerste jaar na transplantatie; Patiënten met solide tumoren die celtherapie (CART) of autologe stamceltherapie ondergaan; Patiënten die B-cel depleterende therapie ondergaan of recent hebben ondergaan, inductiebehandelingen met hoge doses van specifieke immuunsuppressiva (b.v. cyclofosfamide), of na recente behandeling met ATG of alemtuzumab, vanwege de veronderstelde beperkte humorale vaccinatierespons. De termijn na laatste dosis die daarbij gehanteerd moet worden, wordt nog afgestemd.
Besluitvorming hierover zal volgen, net als de implementatie ervan, nadat de meest kwetsbare groep, de ouderen, zijn gevaccineerd.
In 2021 komen alle volwassenen jonger dan 60 jaar in aanmerking voor vaccinatie en daarmee zal mogelijk het infectierisico voor andere immuungecompromitteerde personen afnemen. Kinderen en jongeren (onder de 18 jaar) komen nog niet voor vaccinatie in aanmerking vanwege het ontbreken van registratie voor deze leeftijdsgroep, dus jongere huishoudcontacten kunnen nog niet gevaccineerd worden.
Bepaling van immuunmarkers en/of serologie Onderzoek naar de immunologische respons bij de verschillende vaccins kan plaatsvinden in onderzoeksverband via behandelend artsen. Vanuit het belang van mortaliteitsreductie en bestrijding van ernstige COVID-19 geldt het advies aan de patiënten met het hoogste risico op ernstige ziekte het naar verwachting meest effectieve vaccin toe te dienen, conform het advies van de GR. Er is nog geen gedefinieerde ‘correlate of protection’ bij COVID-19 en antistoftiters dalen standaard na infectie en na vaccinatie. Op basis van antistoftiters kan bescherming of juist gebrek aan immuniteit na een infectie of na vaccinatie vooralsnog niet worden bepaald. Groepsvaccinatie zoals nu voorgesteld wordt tijdens een uitbraak of pandemie, is wezenlijk anders dan individuele patiëntenzorg op maat. Gezien de ernst van de epidemie en het hoge risico op gecompliceerd beloop bij immuungecompromitteerde patiënten, wordt geadviseerd geen voorafgaande bepalingen van immuunmarkers/antistoffen te verrichten of af te wachten buiten onderzoeksverband en snel te vaccineren volgens de oproep. Ook na vaccinatie is bepaling van serologische respons aan de behandelend arts. Het kan een functie hebben in het kader van klinische zorg, of binnen onderzoeksverband, maar het mag een snelle implementatie van vaccinatie of toediening van een geïndiceerde tweede dosis niet vertragen. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk. Een eerdere bewezen SARS-CoV-2-infectie is geen reden om niet te vaccineren. De kans op een volgende SARS-CoV-2-infectie bij beperkte immuniteit bij immuungecompromitteerde patiënten kan verhoogd zijn; Ook in aanwezigheid van antistoftiters voorafgaand aan een COVID-19-vaccinatie wordt vaccinatie niet ontraden omdat een ‘correlate of protection’ op basis van een drempelwaarde van antistoftiters vooralsnog ontbreekt. Vaccinatie kan de immuniteit een booster geven. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk (bijv. advies tot jaarlijkse influenzavaccinatie ondanks doorgemaakte eerdere influenza-infectie met dezelfde virusstrain die in het vaccin zit). Bij veranderende inzichten op basis van onderzoeken naar bepalende (immunologische) factoren voor de vaccinatierespons, en ‘correlate of protection’ criteria (de cellulaire respons kan ook een rol spelen) zal dit worden aangepast. Specifieke adviezen Dermatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Psoriasis en hidradenitis suppurativa
Biologicals: anti-TNF-alpha, anti-IL12/23, anti-IL17, anti-IL23
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Anti-PDE4
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Conventionele systemische behandelingen: methotrexaat, cyclosporine, fumaarzuur, acitretine
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Eczeem en urticaria
Biologicals: anti-IL4/13, anti-IgE
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6 Gezien atopische constitutie mogelijk verhoogd risico op allergische / anafylactische reacties: standaard observatieduur van minimaal 15 minuten. Bij een geschiedenis van anafylaxie: 30 minuten. Setting voor vaccinatie dient te zijn waarin anafylaxie behandeld kan worden. Mogelijk is dit ook van belang voor patiënten met mastocytose.
JAK-remmers
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6
Conventionele systemische behandelingen: cyclosporine, methotrexaat, azathioprine, mycofenolzuur
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6
Auto- immuunziekten (SLE, dermato- myositis, vasculitis, sclerodermie)
Prednison, cyclosporine, azathioprine, methotrexaat, mycofenolaat-mofetil, HIVIG, plaquenil, dapson
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 6
Auto-immuun- blaarziekten
B-cel-depleterende therapie2
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Huid- maligniteiten
Cutane B-cel lymfomen
B-cel-depleterende therapie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Melanomen
Immune checkpoint inhibitoren (anti CTLA4 en/of anti PD-1)
Ja
Ja
In overleg met oncoloog
Gevorderde basaalcel- carcinomen
Hedgehog inhibitoren
Ja
Ja
Voor, tijdens of na
Superficiële basaalcel- carcinomen en actinische keratosen
Imiquimod
Ja
Ja
Voor of na
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Tijdelijk uitstellen is bij behandel indicaties voor imiquimod niet van belang. Een ander beleid bij meer geïndividualiseerd beleid kan nog volgen.
Cutane lymfomen
Chemotherapie
Ja
Ja
Advies (hemato)oncoloog voor chemotherapie bij lymfomen volgen
Documenten waarop dit advies gebaseerd is:
National Psoriasis Foundation (NPF) task force: COVID-19 Task Force Guidance Statements. National Psoriasis Foundation. December 12, 2020. https://www.psoriasis.org/covid-19-task-force-guidance-statements. Statement British Association of Dermatologists (BADBIR): https://www.bad.org.uk/shared/get-file.ashx?itemtype=document&id=6962 Statement International Psoriasis Council (IPC): https://www.psoriasiscouncil.org/blog/IPC-Statement-on-SARS-CoV-2-Vaccines-and-Psoriasis.htm Statement Skin Inflammation and psoriasis international network (SPIN):advice follows IPC ACAAI Guidance on Risk of Allergic Reactions to the Pfizer-BioNTech COVID-19 Vaccine. December 14, 2020. https://acaai.org/news/american-college-allergy-asthma-and-immunology-releases-guidance-risk-allergic-reactions-pfizer Information from the American College of Rheumatology Regarding Vaccination Against SARS-CoV-2. American College of Rheumatology. https://www.rheumatology.org/Portals/0/Files/ACR-Information-Vaccination-Against-SARS-CoV-2.pdf. Baker D et al. COVID-19 vaccine-readiness for anti-CD20-depleting therapy in autoimmune diseases Clinical and Experimental Immunology, 202: 149–161 Bijdragen: Inzake therapie Psoriasis en hidradenitis suppurativa: Prof. Dr. E.P. Prens; Prof. Dr. E.M.G.J. De Jong; Prof. Dr. P.I. Spuls; Dr. M. Seyger; Dr. E.M. Baerveldt. Inzake therapie eczeem en urticaria: Dr. M.S. de Bruin-Weller, Dr. M.L.A. Schuttelaar. Inzake therapie: HIVIG, Plaquenil en Dapson, rituximab: Dr. B. Horvath. Inzake therapie huidmaligniteiten: Dr. J.M. Muche, Dr. K. Mosterd, Dr. N.A. Kukutsch, Dr. M. Wakkee, Dr. M.B. Crijns, Drs. M. Tebbe.
Hematologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Hematologie
Chemotherapie inclusief tyrosine kinase remmers, IMiDs1
Ja
Ja
Zie algemene principes
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
B-cel-depleterende therapie2
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
Autologe en allogene stamcel-transplantatie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
Graft versus host disease
Ja
Ja
Geen voorkeur
CAR T celtherapie
Ja
Ja
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
1 Behalve B cel-depleterende therapie; 2 Rituximab, obinutumumab, ATG, alemtuzumab. * Op het moment van opstellen van deze Handleiding nog geen onderdeel van het vaccinatieprogramma.
Immuungecompromitteerde kinderen >16 jaar Vaccinatie zal alleen mogelijk zijn vanaf 18 jaar. Er zal mogelijk een uitzondering worden gemaakt voor specifieke patiëntengroepen van adolescenten >16 jaar. Daarover wordt nog bericht. Bij aanpassing van de minimum leeftijd voor vaccinatie, bij andere uitzonderingen of aanpassingen, zal dat in de Handleiding worden opgenomen in overleg met de kinderartsen.
Kankerpatiënten (solide tumoren) Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Solide tumoren
Alle
Ja
Ja
Onbekend, daarom geen specifiek advies
Het advies van de verschillende internationale oncologische organisaties is om patiënten met solide tumoren te laten vaccineren tegen COVID-19. Het is nog niet duidelijk of alle patiënten wel een goede immuunrespons kunnen ontwikkelen. Hier zal nog onderzoek naar gebeuren. Totdat meer bekend is, is men dus niet zeker van goede bescherming. Daarom zal het advies voor beschermde voorzorgsmaatregelen na vaccinatie nog steeds van toepassing zijn.
Hoge dosis chemotherapie met autologe en/of celtherapie: TIL / TCR / CAR
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Chemotherapie
Ja
Ja
Onbekend, daarom geen advies
Immuun therapie
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Tyrosine kinase remmers
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Radiotherapie
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Longpatiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Pulmonale oncologie
Systemische chemotherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Advies NVMO/sectie oncologie: Wij stellen voor om aan kankerpatiënten met chemotherapie te adviseren zich tegen het coronavirus te laten vaccineren analoog aan het griepvaccin en dit niet uit te stellen tot na de chemotherapie (zoals bv bij de pneumokokken vaccinatie)
Tyrosine kinase remmers
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Immunotherapie
Ja
Ja
n.v.t.
CPI
Ja
Ja
ILD / systeemziekte
Steroïden maintenance
Ja
Ja
Voor en na
Geen restricties t.a.v. timing, bij voorkeur vóór start therapie
Methyl-prednisolone pulse
Ja
Ja
Indien mogelijk voor of >1 maand na behandeling
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
MTX / AZA / MMF / anti-TNF-alpha
Ja
Ja
Bij voorkeur geven voor start therapie
Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk
B-cel depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
JAK-STAT-inhibitor
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Infectieziekten
CF
Ja
Ja
n.v.t.
Non-CF bronchiëctasieën
Ja
Ja
n.v.t.
PID/CVID
Ja
Ja
n.v.t.
Overlap met NVVI
Long-/hart transplantatie
Na LOTx / HTx / HLTx
Ja
Ja
Bij voorkeur na eerste 3 maanden
Advies LOTTO (NTV) Ook voor kinderen 16-18 jaar*
Voor LOTx / HTx / HLTx
Ja
Ja
Bij voorkeur vóór transplantatie geven
Ook voor kinderen 16-18 jaar*
Na ACR/AMR behandeling met methyl-prednisolone pulse (MPS)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: vóór of 1 maand na behandeling
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening,
Na ACR/AMR behandeling (ATG, rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.
Na ACR/AMR behandeling (alemtuzumab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.
Neurologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Multiple sclerosis
B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab, ocrelizumab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis rituximab. Indien mogelijk > 2 wkn na laatste dosis ocrelizumab
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
Injectables (interferon-beta, glatirameer)
Ja
Ja
n.v.t.
Sfingosine-1-fosfaat receptor modulatoren (Fingolimod, Siponimod, Ozanimod)
Ja
Ja
Niet onderbreken voor vaccinatie i.v.m. risico rebound
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Immuun- reconstitutie- therapie (B- en T-celdepletie) (alemtuzumab, cladribine, aHSCT)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Dimethylfumaraat
Ja
Ja
n.v.t.
Teriflunomide
Ja
Ja
n.v.t.
Nierpatiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Nier- transplantatie- patiënten
Pre-transplantatie
Ja
Ja
Bij voorkeur pre-transplantatie
Bij voorkeur eerste vaccinatie 2 weken vóór transplantatie
Standaard immuun- suppressie inclusief CNI, proliferatie- remmer en corticosteroïden
Ja
Ja
Bij voorkeur vanaf 6 weken na niertransplantatie
Conform Influenza
Rejectie- behandeling met methylprednisolon
Ja
Ja
Vanaf 2 weken na behandeling
Inductie- of rejectie- behandeling ATG dan wel alemtuzumab
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden na behandeling met alemtuzumab of ATG
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
B-cel-depleterende therapie (o.a. rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Auto-immuun- systeemziekte (zoals SLE en ANCA vasculitis) met renale betrokkenheid
Inductie- behandeling met cyclofosfamide
Ja
Ja
Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie
Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison
Ja
Ja
Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie
Behandeling met anti-CD20 zoals rituximab
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
Behandeling met andere biologicals
Ja
Ja
Glomerulaire ziektes
Inductie- behandeling met cyclofosfamide
Ja
Ja
Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison
Ja
Ja
Nog onvoldoende bekend over kans op relapse van de meeste zeldzame nierziektes
Onderhouds- behandeling met plasmaferese
Ja
Ja
Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese
aHUS
Inductie- behandeling met plasmaferese
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
Bij voorkeur na afronding van inductiebehandeling
Onderhouds- behandeling met plasmaferese
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese
Behandeling met eculizumab
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
In overleg met behandelend nefroloog
Gezien onzekerheid over invloed vaccin op activiteit aHUS alleen onder strikte controle
Patiënten met maag-darm-lever aandoeningen Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Idiopathische chronische inflammatoire darmontsteking (IBD)
Expectatief (niet medicamenteus)
Ja
Ja
n.v.t.
Corticosteroïden
Ja
Ja
n.v.t.
Bij onderhoudstherapie vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening
Mesalazine-derivaten
Ja
Ja
n.v.t.
Thiopurine-derivaten
Ja
Ja
n.v.t.
Methotrexaat
Ja
Ja
n.v.t.
Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering van pro-inflammatoire signalering, zoals anti-TNF-alpha)
Ja
Ja
n.v.t.
Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering cell trafficking, zoals a4b7-blokkade)
Ja
Ja
n.v.t.
Small molecules (JAK remmers: tofacitinib)
Ja
Ja
n.v.t.
Overig
Ja
In overleg met behandelend arts
Bij voorkeur vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening
Transplantatie- patiënten (lever / darm)
Remming afstotingsreactie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: vanaf 6 weken na transplantatie
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Chronische hepatitiden
Antivirale therapie
Ja
Ja
n.v.t.
Levercirrose
Supportief en antiportaal-hypertensief
Ja
Ja
n.v.t.
Ondervoeding
Voeding (oraal / enteraal / parenteraal)
Ja
Ja
Bij voorkeur na effectieve voedingstherapie (cf. priming voor operatieve ingreep)
Gastro- intestinale tumoren
Variërend
Ja
Ja
n.v.t.
Patiënten met primaire of secundaire immuundeficiëntie Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Primaire antistof- deficiënties (circa 60-70% van de primaire immuun- deficiënties betreft antistof- deficiënties
Immuunglobuline- suppletietherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Er is geen minimum interval nodig tussen toediening van bloedproducten (o.a. IVIG) en toediening van COVID19-vaccins
Primaire immuun- deficiënties
Diverse, van immuunglobuline- suppletietherapie tot immuun- suppressieve / immuun- modulerende medicatie
Ja
Ja
n.v.t.
Secundaire antistof- deficiënties
Immuunglobuline- suppletietherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Personen met hiv Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Personen met hiv
onbehandeld
Ja
Ja
n.v.t.
Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART
Behandeld CD4<200
Ja
Ja
n.v.t.
Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART
Behandeld CD4>200
Ja
Ja
n.v.t.
Reumatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Alle inflammatoire reumatische ziekten
Methotrexaat /conventional synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs
Ja
Ja
Alle inflammatoire reumatische ziekten
Biologicals / targeted synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs
Ja
Ja
Alle inflammatoire reumatische ziekten
B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Vasculitis / connective tissue disease
Cyclofosfamide / mycofenolaat mofetil
Ja
Ja
n.v.t.
Versiebeheer
Ik heb gisteren een gesprek gehad met de Wethouder. Hij is volop aan het zoeken naar een oplossing. Onder voorbehoud zal de overhandiging van de handtekeningen en de petitie plaats vinden op 20 mei om 18.45 uur. .
Reacties van politieke partijen op de petitie.Willen zij ook een ander (naar onze mening beter) Europees landbouwbeleid? Toen wij de petitie aanboden hebben wij de politieke partijenal laten weten dat we er graag hun mening over hoorden, en daarna hebben we nog een mail gestuurd. Daar kregen we een paar reacties op.
Daarna hebben we verschillende partijen gebeld. Sommigen beloofden een reactie die vervolgens niet kwam, maar de meesten wilden er (aan de telefoon ) niet op ingaan, want ze hadden het allemaal druk met programma, campagne, etc. Ze zeiden: kijk maar naar ons programma,op internet. Op onze site www.aardeboerconsument.nl staan op de homepage (‘stemwijzer voor de verkiezingen’ ) in een schema stukjes uit de verschillende programma’s , gerangschikt op 5 onderwerpen. Hieronder de kern daaruit. Er staat niet zoveel over landbouw in de programma’s, en vooral weinig over de lange-termijn zaken die in de petitie genoemd worden, zoals klimaat, voedselzekerheid in de rest van de wereld, lage inkomens in de Europese landbouw en elders, machtsconcentratie in de voedselketen, ongezonde eetpatronen etc. Men denkt eerder over de korte termijn (subsidies tegen 2013 afbouwen of niet, bio-industrie of biologisch, snel exportsubidies afschaffen, etc.) Hieronder is de oogst (vooral uit de programma’s) (Grotendeels) VOOR(alleen de eerste twee noemen regulering in de vorm van productiebeperking, bijv. melkquota’s. ‘Overschotten worden tegengegaan’ zegt GroenLinks. De SP spreekt ook over importtarieven om foute producten tegen te houden. ‘De SP staat vol achter de petitie’, aldus Hugo Polderman, kamerlid. Zie verder onderaan. GroenLinks: een aantal punten uit de petitie komen in het programma aan de orde. Wat betreft vrije markt of regulering: 'We willen een ingrijpende herziening van het EU-landbouwbeleid, waarbij exportsubsidies onmiddellijk worden afgeschaft en structurele overschotten worden tegengegaan. Overproductie scheept boeren af met lage prijzen.' Christen Unie: De ChristenUnie blijft terughoudend ten aanzien van verdere liberalisering van het landbouwbeleid. Men wil een beter inkomen voor de boeren halen uit een hogere consumentenprijs, en uit toeslagen per hectare. SGP: wil het Gemeenschappelijk landbouwbeleid en inkomenssteun voor de boeren handhaven (maar die steun wordt door Europa afgeschaft, red.) (Grotendeels) TEGEN Het CDA: De heer Joop Atsma, fractievoorzitter, schrijft: 'Het CDA-fractie is voor handhaving van het Gemeenschappelijk landbouw Beleid 9d.w.z. voortze;tting liberalisering, redactie.) , en kiest voor afschaffing van de melkquotering.(= productie beheersing, red.) .... Dat regionalisering verder kan worden gestimuleerd, delen wij met u. Voor het overige verwijs ik u naar het programma'. D66 : Is voor zoveel mogelijk markt, en noemt dat ze de natuur willen gebruiken als grondstof voor economische activiteiten zoals de productie van overwegend duurzame textiel, afbreekbare plastic en duurzame energie. Ze streven wel naar een meer bilogische landbouw. De PvdD is fel tegen de bio-industrie en zegt dat de boeren een beter inkomen moeten verdienen, maar is niet duidelijk over hoe dat allemaal zou moeten. ‘Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en daarmee samenhangende subsidies en vergoedingen aan boeren en de agrarische sector worden afgeschaft.’ (Wat dan wel? red.) PVDA wil verduurzaming van ons voedsel en van de landbouw door belastingmaatregelen. Geen regulering of subsidies die met de productie te maken hebben, alleen voor ‘publieke diensten’ (biologische landbouw, waterbeheer etc) en alleen als het nodig is. De VVD laat weten dat zij het niet met ons eens kunnen zijn.De PVV Programma: we moeten landbouw bevrijden uit de klauwen van Europa.Trots op N: Wij betalen niet meer mee aan Europese landbouwsubsidies en structuurfondsen, want die houden een inefficiënte markt in stand. De Heer Polderman van de SP had de langste bijdrage: De SP staat vol achter de ABC petitie. De SP was overigens in 2000 een van de oprichters van ABC.De SP is voor boerenlandbouw en niet voor doorgeschoten industrialisatie van de landbouw met eindeloze schaalvergroting en excessen als megastallen. Europese landbouwsubsidies komen vooral terecht bij de rijken en benadelen ook nog eens ontwikkelingslanden. Wij willen dat boeren een eerlijke prijs krijgen door middel van prijsregulering, quotering en eerlijke handelspraktijken. Daarnaast vinden we het prima dat boeren betaald worden voor milieu- en waterbeheer. De SP wil een einde maken aan dumping van landbouwoverschotten in ontwikkelingslanden en aan de landbouwsubsidies die ontwikkelingslanden benadelen. Importtarieven voor goede, duurzame producten moeten worden verlaagd of afgeschaft. Importtarieven op foute producten niet. De SP is voor regionalisering van de landbouw en voedselsoevereiniteit. De groeiende macht van multinationals over boeren, zaaigoed en voedsel moet worden tegengegaan. Boeren horen een eerlijke prijs te krijgen voor een eerlijk product. Het verschil tussen de prijs die de boer krijgt en de prijs in de supermarkt is te groot. Verkoop onder de kostprijs wordt aangepakt, eventueel in combinatie met quoteringsmaatregelen. De SP zet zich in voor armoedebestrijding op het platteland. Geld van de overheid moet niet gaan naar de rijkste (die nu vaak de subsidies ontvangen) maar naar de armste. We willen een diverse en levendige plattelandseconomie waar ook kleinere ondernemers én duurzame ondernemers kansen en kredieten krijgen. De SP zet zich in voor een leefbaar platteland. Voorzieningen als winkels, scholen, buslijnen en pinautomaten moeten blijven. De SP ziet geen heil in de huidige genetisch gemodificeerde landbouw gewassen: middels patenten op gentech gewassen verdwijnt gemeenschappelijk bezit in de zakken van multinationals, er is geen maatschappelijk nut, maar er zijn wel risico’s. De SP is tegen patent op leven.
Vorige week (28 april) zijn 'ruim 100 hoogleraren' ook een actie gestart , www.duurzameveeteelt.nl, en die kregen meteen een goed podium: een stuk in de NRC, in de uitzending bij NOVA etc. Ook een goed initiatief, maar onze petitie is breder (niet alleen veeteelt) en is concreter over beleidswijzigingen die nodig zijn.
(Dus men mag die van hen ook tekenen, maar EERST die van ons!) Onze reactie op hun initiatief (zie hieronder) is jammer genoeg niet geplaatst in de NRC of Volkskrant. Daarom maar hier. (Inmiddels is er al een levendige email wisseling op gang gekomen met Roos Vonk, de woordvoerder, en we zullen zeker contact houden.) PARADIGMA VERANDERING IN DE LANDBOUW 'De vee-industrie moet stoppen' vinden ruim 100 hoogleraren (www.duurzameveeteelt.nl). 'Het is tijd voor verandering'. Goed initiatief! De hooglerearen leggen de zwarte piet bij de overheid, en niet bij de boeren. En terecht. We kunnen de boeren er niet op aankijken, zij moeten werken binnen de grenzen van het huidige beleid en door dit beleid zit de helft van de boeren op het minimum-inkomen of minder. Er zijn boeren die het lukt het heft in eigen handen te nemen door vorming van nieuwe coöperaties waarmee ze de tussenhandel kunnen omzeilen. Voor de boeren van de coöperatie 'Oregional' bij Nijmegen die vooral mikken op grote afnemers zoals zorginstellingen scheelt het minstens 15 % in hun winstmarge. Voor menigeen betekent dat het verschil tussen overleven en omvallen. En de milieu-doelstellingen van die coöperatie werpen hun vruchten al af: een varkensbedrijf in de Ooijpolder voert de hun biggen en zeugen nu met graan van eigen grond. Eerst werden de biggen verkocht aan een handelaar, maar nu houden ze minder zeugen en ze laten de biggen op hun eigen bedrijf verder groeien in hun ‘gesloten kringloop’ (voer - varken - mest op eigen bedrijf) . Voor die boer is het prettig te weten dat deze goede kwaliteit varkensvlees waar geen Braziliaanse soja aan te pas is gekomen niet als kiloknaller eindigt maar tegen een betere, redelijke prijs op de borden van de patiënten van de St Maartenskliniek in Nijmegen belandt. Maar het is voor de boeren wel een enorme klus, zo'n nieuwe distributielijn opzetten, alleen maar omdat ze langs de normale route nauwelijks kunnen overleven. Er is inderdaad iets mis met het beleid. En verbeteringen horen niet alleen van de boeren zelf of van de consumenten te komen. Dus wij zijn het eens met de hoogleraren: de overheid moet vanwege onze gezondheid en ons milieu een ander beleid voeren. En dan hoort het probleem van de schaalvergroting niet bij de provincies, waar het nu is neergelegd, zoals o.a. bleek in Brabant. Het hoort op het bordje van onze regering te liggen, en van Europa. De hoogleraren pleiten voor een paradigma-verandering (= verandering van wetenschappelijke theorie) , maar welke verandering dat is wordt op de site niet uitgewerkt. 'De overheid speelt een sturende rol....via regelgeving duurzaamheid afdwingen.... boeren helpen zich aan te passen door middel van flankerend beleid...' Niet echt een paradigma verandering. Het kan duidelijker. Het huidige beleid werkt grootschaligheid in de hand: we richten ons naar de wereldmarktprijzen dankzij de 'vrije' markt ideologie, ook al gaat maar 10% van de Europese producten uiteindelijk naar de wereldmarkt. Dat betekent dat de laagste prijzen de richtprijzen zijn. Dus zo goedkoop mogelijk produceren is het devies, in plaats van dat we onze gezondheid, het milieu, een fatsoenlijk inkomen voor de boer, en eerlijkheid tegenover de ontwikkelingslanden als richtsnoer nemen. Op andere terreinen hebben we inmiddels ingezien dat die zogenaamd vrije markt helemaal niet zo ideaal is, denk aan de banken, de zorg, de spoorwegen. Waarom is dan die eerste levensbehoefte, ons voedsel, nog steeds aan die waan onderworpen? De politiek kan ook andere keuzes maken. In Canada bijvoorbeeld bepalen boeren en de overheid samen dat er van bepaalde producten, genoeg geproduceerd wordt voor het eigen gebied, en wat de prijs en kwaliteit zijn. De agrifood bedrijven en de supermarkten mogen meepraten maar zij krijgen niet het heft in handen, zoals hier in Europa. Resultaat? Prima kwaliteit, een consumentenprijs zoals in andere landen, en een fatsoenlijk inkomen voor de boer. En heus wel ruimte voor import. Neem de melk. Afgelopen zomer kregen de Canadese boeren nog steeds 40 cent voor een liter melk, terwijl het hier 20 cent was dankzij overproductie op de wereldmarkt. Veel Nederlandse melkveehouders moesten ophouden, en hun grond kwam te koop voor grootschaliger bedrijven. Willen we verder die kant op, of gaan we de Canadese kant op van meer overheidsregulering? Als de boer een fatsoenlijke prijs krijgt kun je eisen stellen wat betreft afmetingen van het bedrijf, milieu, dumping naar ontwikkelingslanden, en onderhoud van het platteland. De hoogleraren willen dat Nederland voortrekker van Europa wordt. Dat is echter precies tegengesteld aan de werkelijkheid. Gerda Verburg voert samen met Denemarken de neoliberalen onder de landbouwministers aan. Dit jaar staat het Gemeenschappelijk landbouwbeleid in Europa ter discussie. Hoe muurvast het beleid de afgelopen decennia ook zat, de nieuwe Landbouwcommissaris Ciolos nodigt nu iedereen uit om voor 3 juni ideeën aan te dragen, en in juli staat een grote conferentie hierover op het programma. Maatschappelijke organisaties zoals Friends of the Earth en Via Campesina hebben Europese wetenschappers gevraagd een analyse te maken en alternatieven aan te dragen. Ook de European Milk Board is voorstellen aan het uitwerken. Het lijkt me een prima idee dat de Nederlandse hoogleraren daar binnenkort ook naar kijken. En iedereen die zijn stem wil laten horen kan óók tekenen op www.voedselbeleid.petities.nl, een petitie die meer omvat dan alleen de vee-industrie, gestart door Platform Aarde Boer consument en gesteund door Milieudefensie, ontwikkelingsorganisatie ICCO, e.a. Goed dat nu van verschillende kanten het debat over ons voedsel en onze landbouw op gang komt. Greet Goverde-Lips, secretaris van Platform Aarde Boer Consument, www.aardeboerconsument.nl
Zoals u zich misschien herinnert is onze petitie gericht tot alle Kamerleden om een parlementaire enquête naar de effecten van marktwerking in de zorg te starten. Dit is zo, omdat het alleen op initiatief van Kamerleden, en met een meerderheid van stemmen mogelijk is om tot een dergelijk onderzoek te komen. Nu hebben wij de voorzitster van de Tweede Kamer, die officieel de vertegenwoordigster is van alle Kamerleden, niet bereid gevonden om uw handtekeningen (ondertussen bijna 15.000!) in ontvangst te nemen.
Zij heeft de petitie doorgespeeld naar de vaste Kamercommissie Zorg, en ook deze wil de petitie niet ontvangen. Er werd ons aangeraden om deze of gene fractie te vinden die de petitie wel in ontvangst wil nemen. Zeker is er wel een fractie te vinden die dat wil doen, maar dan schiet de hele petitie aan zijn doel voorbij, namelijk, dat we alle Kamerleden oproepen om initiatief te nemen of degeen die het neemt te ondersteunen. Wij zijn van mening dat de situatie in de zorg momenteel zó urgent is, dat onderzoek naar structurele verbetering de partij en portefeuille grenzen van de Kamerleden overstijgt. Om de petitie toch in de handen te krijgen van degenen tot wie de petitie is gericht, hebben wij besloten om eigenhandig de petitie aan de balie van de tweede Kamer af te geven, en een ontvangstbevestiging te vragen. We maken 150 kopieën, van de tekst, met een begeleidend schrijven, en brengen ook de handtekeningen daar waar ze horen: bij onze volksvertegenwoordigers. Binnen zes weken is de Kamer dan verplicht om antwoord te geven op de petitie. Wij zullen u op de hoogte houden van de voortgang en van onze volgende stappen, afhankelijk van de inhoud van dat antwoord natuurlijk. Wanneer us dat wilt volgen, en u bent nog niet op onze nieuwsbrief geabbonneerd, dan kan dat alsnog op de website van www.zorgcrisis.info Tijdens onze gang naar 12 mei zijn we in contact gekomen met andere actiegroepen en initiatieven. Zo is er nog een petitie die zich sterk maakt om de ontzieling in de zorg een halt toe te roepen. Ook deze wordt 12 Mei aangeboden. Samen zijn we dan al goed voor 20.000 (!) ondertekeningen. Dit is toch een geluid dat serieus genomen zou moeten worden! Zeker nu de SER in haar advies ‘SER 20100319 Advies Overheid én markt - het resultaat telt’ aangeeft dat er een dieper en breder onderzoek dan dat de SER uit kan voeren nodig is om een antwoord te kunnen geven op de vraag naar de feitelijke gevolgen van marktwerking in de zorg. Wij hopen dat u massaal het aanbieden van ook uw handtekening kracht bij wilt zetten door 12 Mei ook om 11.00 uur op het Plein in Den Haag te verschijnen en deel te nemen aan de zorgmanifestatie die tot 14.00 zal duren. vreedzaam strijdbare groet; de petitionaris
‘Qua milieu wordt het er alleen maar beter op met die nieuwe stal’, zegt varkensboer Peters in Wijchen. Zou het? De vergunning voor het grote kippenbedrijf in Groesbeek is geschorst omdat de ventilatoren niet sterk genoeg zijn om van zoveel kippen de geur tegen te houden.
En om tegen te houden wat je NIET ruikt: het fijnstof, en micro-organismen. Het blijkt dat luchtwassers heel precies moeten worden schoongehouden om goed te functioneren, en daar komt het vaak niet van. Maar het grootste bezwaar, ook van de vijf of zes varkensbedrijven in de buurt van Wijchen. is nog dat dieren vatbaar voor ziektes worden als ze levenslang worden opgesloten zonder bewegingsruimte, daglicht of frisse lucht. Dus het antibioticagebruik is heel sterk toegenomen, en door het uitrijden van mest zitten er in Nederland zelfs overal in de grond bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. Veel mensen die er werken of wonen hebben MRSA onder de leden. Als de stallen nog groter worden moeten er buitenlandse werknemers aangetrokken worden, zoals de Polen in de Rips, waarvoor extra huisvesting moest worden gevonden. Het is eentonig en stoffig werk dat Nederlanders liever niet doen. De werknemers krijgen gezondheidsklachtenklachten, zoals klachten aan de luchtwegen. We kunnen er de boeren er niet op aankijken, zij moeten werken binnen de grenzen van het huidige beleid en door dit beleid zit de helft van de boeren op het minimum-inkomen of minder. De nieuwe initiatieven voor coöperatieve samenbundeling en directe verkoop zoals 'Oregional' doet, bieden sommige boeren uitkomst, want dat scheelt hen 15 à 30 % in de winstmarge. En de milieu-doelstellingen van die coöperatie werpen hun vruchten al af: een varkensbedrijf in de Ooij voert nu hun biggen en zeugen met graan van eigen grond. Eerst werden de biggen verkocht aan een handelaar, maar nu houden ze minder zeugen en ze laten de biggen op hun eigen bedrijf verder groeien in hun ‘gesloten kringloop’ (voer - varken - mest op eigen bedrijf) . Voor die boer is het prettig te weten dat deze goede kwaliteit varkensvlees waar geen Braziliaanse soja aan te pas is gekomen niet als kiloknaller eindigt maar tegen een betere, redelijke prijs op de borden van de patiënten van de St Maartenskliniek in Nijmegen belandt. Maar dit soort ontwikkelingen moet niet alleen van onderop komen, en dat kan ook niet altijd. Onze overheid moet vanwege onze gezondheid en ons milieu een ander beleid voeren. En dan hoort het probleem van de schaalvergroting niet bij de provincies, waar het nu is neergelegd. Het hoort op het bordje van onze regering te liggen, en van Europa. Daar moeten ze het beleid een andere kant op gaan sturen, en daar kunnen de burgers op aandringen. Zeker dit jaar, nu het Gemeenschappelijk landbouwbeleid in Euraopa ter discussie staat. Het huidige beleid werkt grootschaligheid in de hand: we richten ons naar de wereldmarktprijzen dankzij de 'vrije' markt ideologie, ook al gaat maar 10% van de Europese producten uiteindelijk naar de wereldmarkt. Dat betekent dat de laagste prijzen de richtprijzen zijn. Dus zo efficiënt mogelijk produceren is het devies, in plaats van dat we onze gezondheid, het milieu, een fatsoenlijk inkomen voor de boer, en eerlijkheid tegenover de ontwikkelingslanden als richtsnoer nemen. Op andere terreinen hebben we inmiddels ingezien dat die zogenaamde vrije markt helemaal niet zo ideaal is, denk aan de banken, de zorg, de spoorwegen. Waarom is dan die eerste levensbehoefte, ons voedsel, nog steeds aan die waan onderworpen? De politiek kan ook andere keuzes maken. In Canada bijvoorbeeld bepalen boeren en de overheid samen dat er van bepaalde producten, genoeg geproduceerd wordt voor het eigen gebied, en wat de prijs en kwaliteit zijn. De agrifood bedrijven en de supermarkten mogen meepraten maar zij krijgen niet het heft in handen, zoals hier in Europa. Resultaat? Prima kwaliteit, een consumentenprijs zoals in andere landen, en een fatsoenlijk inkomen voor de boer. Neem de melk. Afgelopen zomer kregen de Canadese boeren nog steeds 40 cent voor een liter melk, terwijl het hier 20 cent was dankzij overproductie op de wereldmarkt. Veel Nederlandse melkveehouders moesten ophouden, en hun grond kwam te koop voor grootschaliger bedrijven. Willen we verder die kant op, of gaan we de Canadese kant op van meer overheidsregulering? Als de boer een fatsoenlijke prijs krijgt kun je eisen stellen wat betreft afmetingen van het bedrijf, milieu en onderhoud van het platteland. Dit jaar wordt in Europa over het landbouwbeleid gepraat. Wil je je stem daarover laten horen teken dan s.v.p. op www.voedselbeleid.petities.nl G.Goverde-Lips, secretaris van Platform Aarde Boer Consument, www.aardeboerconsument.nl
Wanneer u flyers wilt verspreiden over het aanbieden van de petitie , dan kunt u deze opvragen via de e-mail: secretariaat@zorgcrisis.info Vergeet niet uw adres erbij te vermelden.
NIJMEGEN - De intensieve veehouderij moet worden gesaneerd en omgevormd tot een dier-, mens- en milieuvriendelijk systeem dat tegemoetkomt aan de natuur en behoeftes van alle levende wezens. Dit schrijven ruim honderd hoogleraren in een artikel in NRC Handelsblad. De hoogleraren mengen zich in een debat dat de laatste jaren aan intensiteit wint door een groeiend besef van bedreigingen voor de volksgezondheid (antibioticaresistentie, Q-koorts of vogelgriep) of het klimaat (uitstoot van broeikasgassen).Volgens de hoogleraren wil het ministerie van Landbouw slechts kleine stappen zetten naar een duurzamere veehouderij, waarbij het vooral gaat om dierenwelzijn en belasting voor het milieu.
Tot dusver heeft de landbouwlobby in het parlement grootschalige aanvallen op de veehouderij, zoals het burgerinitiatief ‘Stop Fout Vlees’ van Milieudefensie in 2007, weten af te slaan. De toekomst van de veehouderij staat binnenkort opnieuw op de agenda van de Tweede Kamer in verband met de effecten op de volksgezondheid waar het ministerie nu onderzoek naar laat doen. Teken het manifest: www.duurzameveeteelt.nl