Overslaan en naar de inhoud gaan Government logo | to homepageRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MenuIngeklaptMenu unfolted Zoek in Richtlijnen & Draaiboeken Zoeken Trefwoord
COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten Handleiding Bijlage bij de Uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie 2021 | Versie 13 januari 2021 (versiebeheer zie onderaan pagina)
Totstandkoming In december 2020 werd het eerste COVID-19-vaccin geregistreerd, waarna implementatie van vaccinatie kan volgen. Over de prioritering van groepen voor vaccinatie wordt door de Gezondheidsraad (GR) geadviseerd. De GR heeft geadviseerd te beginnen met oudere personen op basis van de strategie om primair reductie van sterfte en ziekenhuisopname te bereiken, omdat leeftijd de belangrijkste risicofactor is voor een gecompliceerd beloop van COVID-19. Daarnaast zullen zorgmedewerkers in verpleeghuizen worden gevaccineerd om zo mogelijk ook indirecte bescherming te kunnen bieden. Ook ziekenhuispersoneel wordt gevaccineerd.
Verder is er in de loop van de COVID-19-epidemie meer duidelijkheid gekomen over een verhoogd risico op gecompliceerd beloop als gevolg van onderliggende aandoeningen.
Omdat bij sommige groepen van immuungecompromitteerde patiënten sprake is van een duidelijk verhoogd risico op ernstige COVID-19, zullen ook deze personen bij voorrang gevaccineerd worden. Een substantieel deel van hen zal al op basis van leeftijd al worden geprioriteerd voor vaccinatie, personen jonger dan 60 jaar zullen op grond van hun medische indicatie volgen. Ook onder het zorgpersoneel dat gevaccineerd gaat worden, zullen personen zijn die immuungecompromitteerd zijn.
Om voor immuungecompromitteerde patiënten optimale adviezen te formuleren, is er door de LCI-RIVM gevraagd aan de medische beroepsgroepen om gemandateerde professionals af te vaardigen om tot een gezamenlijke handleiding te komen.
Aan dit overlegplatform participeerden behandelaars van de volgende verenigingen:
Nederlandse Internisten Vereniging, deelverenigingen: Nederlandse Vereniging voor Hematologie; M.D. Hazenberg, I. Nijhof Nederlandse Vereniging van hiv-behandelaren; J. Gisolf Nederlandse Vereniging voor Immunologie; V. Dalm, T.W. Kuijpers Nederlandse Vereniging voor Internist-infectiologen; A. Goorhuis, L.G. Visser Vereniging voor Medische Oncologie; R. van Alphen, A. van der Veldt, E.G.E. de Vries Nederlandse Federatie voor Nefrologie; H. van Hamersvelt, J.S. Sanders, O. Teng, J. Wetzels, R. Duivenvoorden Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde; P. Fraaij, N. Wulffraat Nederlandse Vereniging voor Reumatologie; R. Landewé, G.J. Wolbink Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen; A. van Bodegraven, H.H. Fidder Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie: zie namen van de betrokken artsen bij tabel Dermatologische patiënten; Nederlandse Vereniging voor Neurologie; D. van de Beek, J. Killestein Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose; R.E. Jonkers, R. Hoek
Het eerste overleg vond plaats 21 december 2020, op 7 januari 2021 werd de eerste draft gepresenteerd, waarna input van de verschillende behandelaren naar aanleiding van de vergaderingen werd verwerkt.
Na de uiteindelijke afstemming kon deze eerste handleiding worden gedeeld met de Gezondheidsraad en gepubliceerd op 14 januari 2021 op de LCI-website.
Periodieke updates zullen plaatsvinden op basis van nieuwe data over veiligheid en effectiviteit van COVID-19-vaccins bij deze patiëntencategorie, internationale ontwikkelingen op het terrein van optimale vaccinatie strategieën bij deze patiënten, het beschikbaar komen van nieuwe vaccins, en toediening-specifieke afwegingen.
Redactie: Marloes Bongers (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM), Lieke Sanders (Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM), Albert Vollaard (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM) Met medewerking van: prof. Leo Visser (afdeling infectieziekten LUMC), Bram Goorhuis (afdeling Infectieziekten, Centrum voor Tropische Geneeskunde & Reizigersgeneeskunde, Amsterdam UMC)
Contact: LCI-secretariaat Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Telefoon: 030-274 7000 E-mail: lci@rivm.nl
Samenvatting Op het moment van opstellen van deze handleiding (januari 2021) is er sprake van een hoge incidentie van COVID-19 met hoog infectierisico ook voor ernstig immuungecompromitteerde patiënten, die een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop van COVID-19. Vanwege de programmatische aanpak bij de vaccinatiecampagne worden alle immuungecompromitteerde patiënten opgeroepen voor vaccinatie.
Vanwege het belang van bescherming tegen ziekte en overlijden is prioritering van vaccinatie voor de patiënten belangrijk, ook al is er mogelijk sprake van verminderde effectiviteit van vaccinatie ten gevolge van immuundeficiëntie of immuunsuppressie door de fase van de onderliggende ziekte of behandeling, of door gebruik van immuunsuppressiva. In deze fase van de epidemie wordt geadviseerd om vaccinatie niet uit te stellen tot een moment dat er mogelijk een betere vaccinatierespons verwacht kan worden. Na vaccinatie blijven nog alle standaard preventieve maatregelen om infectie te voorkomen van kracht, omdat data over effectiviteit van vaccinatie bij deze groep ontbreken.
Er zijn meerdere vaccins tegen COVID-19 in ontwikkeling en er zijn nu twee mRNA-vaccins geregistreerd. Deze vaccins lijken op dit moment zeer effectief bij ouderen en zijn naar verwachting veilig bij immuungecompromitteerde patiënten. Het risico van eventuele bijwerkingen van vaccinatie weegt niet op tegen het risico van COVID-19 doormaken. Daarom worden deze mRNA-vaccins geadviseerd. De optie om naast de patiënt ook huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten te vaccineren, wordt nog uitgewerkt. Er zijn nog maar weinig data over de afname van transmissie na vaccinatie beschikbaar.
Deze handleiding zal periodiek worden herzien als andere effectieve vaccins geregistreerd worden en beschikbaar komen, en op basis van nieuw onderzoek over COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten.
Algemene principes Voor algemene informatie voor professionals over COVID-19-vaccinatie: https://www.rivm.nl/COVID-19vaccinatieprofessionals en https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19-vaccinatie.
Doelstelling De doelstelling van deze handleiding is om uitvoerende professionals bij de GGD, de huisartspraktijk, in verpleeghuizen en instellingen, en in het ziekenhuis een handvat te bieden bij de uitvoering van hun taak bij vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten tijdens de COVID-19-vaccinatiecampagne in de huidige fase van de pandemie.
Relatief risico op gecompliceerd beloop van verschillende patiëntencategorieën Niet van alle patiënten die immuungecompromitteerd zijn, is bekend of zij een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop bij SARS-CoV-2-infectie door de onderliggende aandoening en/of medicatie, of dat dat mede door andere risicofactoren (bijv. leeftijd, obesitas) bepaald wordt. Algemeen mag worden aangenomen dat naarmate iemand meer immuungecompromitteerd is, COVID-19 ernstiger zal verlopen en mogelijk de vaccinatie minder zal beschermen.
Voor de prioritering van COVID-19-vaccinatie is gekozen om te starten met vaccineren bij ouderen boven de 60 jaar (oudste groepen eerst) en daarna medische risicogroepen bij mensen tussen 18 en 60 jaar. Selectie hierbij vindt plaats volgens de brede indicaties die worden gehanteerd voor de jaarlijkse influenzavaccinatie bij de huisarts. Deze keuze is door de Gezondheidsraad geadviseerd vanwege het sterk verhoogde risico op ernstige ziekte en overlijden ten gevolge van COVID-19 met toename van de leeftijd.
Effectiviteit Afhankelijk van de mate van immuunsuppressie van patiënten, zal de effectiviteit van vaccinatie minder goed kunnen zijn. Gezien het hoge risico op infectie tijdens de COVID-19-pandemie in deze periode, en het verhoogde risico op een gecompliceerd beloop van COVID-19 juist bij deze patiënten, wordt ook gedeeltelijke protectie nog belangrijk geacht. Daarbij komt dat de COVID-19-vaccins naar verwachting veilig zijn. Dit leidt tot een gunstige benefit-risk-afweging.
Gezien de verwachte gereduceerde effectiviteit, blijven voor alle immuungecompromitteerde patiënten nog dezelfde maatregelen op het terrein van social distancing, hygiëne en testen bij klachten, onveranderd van kracht ook na de vaccinaties. Bij verandering in incidentie van COVID-19 of veranderingen op het terrein van (her)vaccinatie of profylaxe, zal worden aangegeven wanneer deze preventiestrategie kan worden aangepast.
Veiligheid De mRNA-vaccins, virusplatform-vaccins en subunit-vaccins bevatten geen levend (verzwakt) virus. Dit betekent dat er geen risico is op een vaccinvirus of platformvirusinfectie bij immuungecompromitteerde patiënten. De reactogeniciteit en bijwerkingen van het Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin zijn in het algemeen relatief mild van aard, van korte duur en van voorbijgaande aard. Vaccinatie met mRNA-vaccins is daarmee volgens de Gezondheidsraad naar verwachting veilig, ook bij immuungecompromitteerde patiënten.
Of de mRNA-vaccins resulteren in een verhoogd risico op immuungerelateerde bijwerkingen in specifieke groepen immuungecompromitteerde patiënten is onbekend, omdat dit niet onderzocht is. De bijsluitertekst van de mRNA-vaccins meldt daarom dat veiligheid bij deze patiënten niet gegarandeerd kan worden, hoewel men in theorie verwacht dat de veiligheid goed zal zijn en het risico van vaccinatie niet opweegt tegen het risico van COVID-19 doormaken. Internationale en nationale registratie van het optreden van specifieke bijwerkingen na vaccinatie met mRNA-vaccins zal moeten leiden tot meer gegevens over invloed van vaccinatie op het ziektebeloop bij de verschillende categorieën van immuungecompromitteerde patiënten (veiligheid) en het optreden van COVID-19-infectie ondanks vaccinatie (effectiviteit). Veronderstelde bijwerkingen na vaccinatie moeten worden doorgegeven aan het Lareb in Nederland.
Terwijl eerst de mRNA-vaccins gebruikt zullen worden, zal bij vrijgeven van andere typen vaccins ook het veiligheidsaspect voor immuungecompromitteerden worden besproken in deze handleiding, als deze alternatieve vaccins ook als optie worden gezien voor deze specifieke groep patiënten vanwege waarschijnlijk gelijke of betere effectiviteit. Ook zal in de handleiding worden opgenomen wanneer er bij specifieke groepen van immuungecompromitteerde patiënten reden is om van gebruik van een bepaald type vaccins af te zien.
Vaccin 1. Keuze bij prioritering COVID-19-vaccinatie: Bij de keuze van prioritering van vaccinatie spelen meerdere factoren:
de geformuleerde strategieën van de Gezondheidsraad (GR): verminderen van (ernstige) ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19; terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2; voorkomen van maatschappelijke ontwrichting de ernst van de epidemie op het moment, waarbij de noodzaak tot vaccinatie wordt beïnvloed door de wens om zo snel mogelijk (evt. partiële) bescherming te kunnen verkrijgen (risico op infectie); gepubliceerde effectiviteit en veiligheidsdata over een vaccin en de beoordeling per vaccin door de GR (op dit moment nog beperkt tot de mRNA-vaccins); beschikbaarheid: de aanwezigheid van voorraden van het vaccin en mogelijkheid het toe te dienen; prioritering van specifieke medische risicogroepen binnen de totale populatie vanwege een verhoogd risico op gecompliceerd beloop bij die patiëntengroepen (risico op complicaties).
Voor het mRNA BNT162b2-vaccin van BioNTech/Pfizer dat nu geregistreerd is en waarvan effectiviteit en de eerste reactogeniciteits- en veiligheidsdata voorhanden zijn, beoordeelde de GR de benefit-risk-afweging van mRNA-vaccinatie als gunstig bij medische hoogrisicogroepen. Dit omdat hoge effectiviteit ook bij ouderen en in de diverse subgroepen gezien werd, met een goede veiligheid (relatief beperkte bijwerkingen). Data zijn echter alleen beschikbaar binnen de huidige studieduur en alleen voor immuuncompetente personen tussen de 16 en 90 jaar. Samenvattend wordt op basis van de huidige beschikbare gegevens geadviseerd om tijdens deze fase van de epidemie met hoge incidentie hoogrisicopatiënten met ernstige immuunsuppressie te vaccineren met mRNA-vaccins vanwege hun bewezen hoge effectiviteit in immuuncompetente volwassenen en in ouderen, de verwachte goede veiligheid en de beschikbaarheid. Naar verwachting heeft het tweede mRNA-vaccin Moderna een zelfde profiel als het Pfizer/BioNTech-vaccin.
Over de prioritering van specifieke patiëntengroepen binnen de medische hoog-risicogroepen, wordt nog een volgend advies gegeven, evenals over andere vaccins die beschikbaar komen. Hiervoor moeten de data en registratie van deze andere vaccins worden afgewacht. Zodra andere typen COVID-19-vaccins beschikbaar komen, zal ook hierover worden geadviseerd door de GR.
Bij minder hoog risico op gecompliceerd beloop van COVID-19 vanwege een onderliggende aandoening, wordt het standaardproces gevolgd volgens de vaccinatiestrategie van VWS. Dat valt buiten deze handleiding.
Gebruik van één type vaccin: Bij vaccinatie van patiënten heeft het de voorkeur te vaccineren met 1 type vaccin en niet bij de tweede dosis een ander type vaccin of een vaccin van hetzelfde type maar van een andere producent te gebruiken. Geen uitgestelde 2e vaccinatie: bij massavaccinatiecampagnes wordt nu gesuggereerd dat vanwege beperkte voorraden van de nu beschikbare mRNA-vaccins langer uitstel van een tweede dosis een optie is om sneller bevolkingsimmuniteit te bereiken en te starten met zoveel mogelijk mensen met de eerste dosis te vaccineren. De berekeningen hierbij gaan uit van een goede effectiviteit enige weken na 1 dosis, op basis van (nog beperkte) gegevens uit fase 3 onderzoeken van de beide mRNA-vaccins. Echter, bij immuungecompromitteerde patiënten is mogelijk na één dosis van een dergelijke effectiviteit nog geen sprake. Daarom wordt geadviseerd niet af te wijken van de registratietekst bij immuungecompromitteerde patiënten: een tweede dosis is altijd nodig en moet ook niet worden uitgesteld langer dan de 3 weken (Pfizer-BioNTech) of 4 weken (Moderna). Deze termijnen zijn gebruikt in de fase-3-onderzoeken die onderzochten wat het effect was op bescherming tegen (ernstige) ziekte. Dit is ook de vaccinatiestrategie zoals nu geadviseerd door de GR. Geen dubbele dosis of 3e vaccinatie: Veiligheid is beperkt onderzocht van hogere doses mRNA-vaccins dan de huidige vaccins waarbij hogere reactogeniciteit werd waargenomen. Er is gekozen voor de huidige hoeveelheid mRNA in het fase-3-onderzoek vanwege een al hoge effectiviteit met deze dosis. Of en wanneer er nog geboosterd zou moeten worden met een 3e vaccinatie bij immuungecompromitteerden voor het mogelijk bereiken van betere effectiviteit of langduriger bescherming, is onbekend. Ook veiligheid/reactogeniciteit van een derde vaccinatie is onbekend. Daarom wordt geadviseerd geen hogere dosis en evenmin een 3e vaccinatie aan te bieden. Dat kan alleen in onderzoeksverband. Indien er nieuwe data komen, kan het huidige advies mogelijk worden aangepast voor specifieke patiëntengroepen indien er vaccins beschikbaar zijn. 3. Vaccintiming:
Bij een programmatische aanpak is er niet veel vrijheid om zelf keuzes te maken voor een specifiek tijdstip voor vaccinatie tijdens de campagne. De vaccinatie wordt geregeld via de GGD en de huisartspraktijk. Vanwege beperkte voorraden en houdbaarheid van de vaccins zal er vooralsnog weinig mogelijkheid zijn voor een individuele benadering, zoals tijdelijk uitstel van vaccinatie. Gezien de hoge incidentie van COVID-19 op het moment van het opstellen van deze handleiding en het hoge risico op complicaties bij infectie, is het belangrijk dat medische risicogroepen gevaccineerd worden zodra zij worden uitgenodigd en op het voorgestelde moment, ondanks mogelijk beperkte vaccineffectiviteit door immuunsuppressie op het moment van vaccinatie. Tijdelijk uitstel is logistiek nu te complex en zou zelfs het verkrijgen van gedeeltelijke bescherming kunnen vertragen. In deze handleiding wordt verder verhelderd bij specifieke patiëntengroepen bij welke termijnen rond therapie of transplantatie er een betere effectiviteit van het COVID-19-vaccin verwacht mag worden (zie beneden). Echter, zoals boven vermeld: op dit moment dient vaccineren binnen die termijn mogelijk te zijn binnen het programma. Bij een meer individuele benadering, in een andere fase van de epidemie en bij voldoende aantallen vaccins kunnen dergelijke termijnen wel een rol gaan spelen bij de timing van vaccinatie. Dat zal in nieuwe versies van deze Handleiding dan verder worden verhelderd en onderbouwd met bestaande literatuur en met nieuw verkregen data over vaccinatierespons bij immuungecompromitteerde patiënten. 4. Vaccinatieregistratie in het COVID-19-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem (CIMS): Registratie van vaccinatiestatus is vrijwillig en op basis van informed consent bij de GGD of huisarts. Bij personen met een verwachte beperkte vaccinatierespons ten gevolge van onderliggende aandoeningen of medicatie, is registratie echter van groot belang om hen snel te kunnen oproepen voor eventuele hervaccinatie, mocht dat nodig blijken. Voor het bepalen van de effectiviteit van de vaccinatie en het monitoren van specifieke bijwerkingen van vaccintypes of -batches is registratie ook essentieel. Registratie in CIMS wordt dus sterk aanbevolen. Daarbij wordt overigens niet genoteerd wat de onderliggende aandoening van de patiënt is.
Kinderen In de huidige strategie van VWS wordt een ondergrens van de leeftijd van 18 jaar gehanteerd voor de vaccinatie met mRNA -vaccins. Het nu beschikbare Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin is geregistreerd voor gebruik bij personen ouder dan 16 jaar, het Moderna mRNA-vaccin ouder dan 18 jaar. De vaccins kunnen daarom nog niet gebruikt worden voor immuungecompromitteerde kinderen en adolescenten beneden die leeftijd. De Gezondheidsraad zal nog nader adviseren of voor specifieke groepen adolescenten van 16-18 jaar een uitzondering kan worden gemaakt.
Daarnaast lopen er diverse studies naar vaccinatie bij kinderen en er zullen er nog meerdere volgen.
Interactie vaccinatie en medicatie Voor een overzicht van immuunsuppressieve medicatie inclusief doseringen bij chronisch inflammatoire aandoeningen en het effect hiervan op vaccinatie: check https://lci.rivm.nl/richtlijnen/vaccinatie-bij-chronisch-inflammatoire-aandoeningen.
Bij stabiele ziekte en gebruik van immuunsuppressiva is er geen noodzaak medicatie te staken of aan te passen op het moment van vaccinatie. Medicatie mag alleen gestaakt worden in overleg met de behandelaar van patiënt. In veel richtlijnen wordt standaard aanbevolen niet tijdens een actieve fase van een chronisch inflammatoire aandoening, zoals reumatoïde artritis of IBD, te vaccineren. Dit wordt in de huidige fase van de epidemie niet als contra-indicatie gezien. Deze benadering is conform die genoemd bij Vaccin-timing punt a (zie boven). Indien de mogelijkheid bestaat te wachten met starten van immuunsuppressiva, heeft het voorkeur minimaal 2 weken vóór start ervan te vaccineren voor het bereiken van betere effectiviteit. Dan is in elk geval de essentiële eerste dosis zonder immuunsuppressiva toegediend. Bij voorkeur wordt langer gewacht, zodat ook de tweede dosis kan worden gegeven vóór start (4-6 weken), maar dit zal in praktijk vaak niet mogelijk zijn. Bij specifieke immuunsuppressiva (b.v. B-cel-depleterende therapie) kan op basis van bestaande en nieuwe data voor een ander interval gekozen worden. Dat zal dan worden opgenomen in de onderstaande tabellen. Kortdurend gebruik van orale corticosteroïden gedurende minder dan 14 dagen (‘stootkuur’) is in algemeen geen reden om vaccinatie uit te stellen. Chemotherapie bij maligniteiten: in de meeste internationale richtlijnen (o.a. IDSA-richtlijn) wordt door experts geadviseerd in de 2 weken vóór start van chemotherapie en tot 3 maanden na de laatste kuur niet te vaccineren, om daarmee een zo optimaal mogelijke vaccinatierespons te krijgen. De vaccinatierespons binnen of buiten deze termijnen bij de verschillende typen chemotherapie is echter vaak niet goed onderzocht om dit advies voldoende te onderbouwen. Bij cyclische toediening van chemo- of immuunsuppressieve therapie of modulerende medicatie is ook niet goed bekend of vaccinatie bij voorkeur het beste net vóór, in de eerste week van of tussen cycli gegeven kan worden. Daarom is er geen noodzaak rekening te houden met deze termijnen bij de planning voor vaccinatie in deze hoogrisicofase van de vaccinatiecampagne. Alleen bij specifieke chemo/immunotherapie kan tijdelijk uitstel geadviseerd worden vanwege veronderstelde afwezigheid van vaccinatierespons (zie hieronder). Vaccinatie van huishoudcontacten De geregistreerde indicatie van de mRNA COVID-19-vaccins is preventie van ziekte, zoals dat in de fase-3-onderzoeken is vastgesteld. Of vaccinatie tegen COVID-19 asymptomatische infectie of milde infectie voorkomt, zodat transmissie van COVID-19 door uitscheiding van SARS-CoV2 virus beperkt kan worden, is nog onbekend. Daarmee is onbekend of de GR-strategie ‘terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2’ door ringvaccinatie van huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten kan worden bereikt met de mRNA-vaccins. Ringvaccinatie wordt wel geadviseerd voor de huidige influenzavaccinatie voor huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten. Vanwege de huidige schaarste aan COVID-19-vaccins wordt op dit moment geadviseerd eerst de kwetsbare patiënten te vaccineren met hopelijk enige directe bescherming tegen COVID-19. Voor een selecte groep van ernstige immuungecompromitteerde patiënten zal worden verzocht aan de Gezondheidsraad om te adviseren volwassen huishoudcontacten ook eerder in aanmerking te laten komen voor vaccinatie dan anderen in het leeftijdscohort beneden de 60 jaar. Dit betreft huishoudcontacten van:
Hematologische patiënten met ernstige immuunsuppressie; Transplantatiepatiënten in het eerste jaar na transplantatie; Patiënten met solide tumoren die celtherapie (CART) of autologe stamceltherapie ondergaan; Patiënten die B-cel depleterende therapie ondergaan of recent hebben ondergaan, inductiebehandelingen met hoge doses van specifieke immuunsuppressiva (b.v. cyclofosfamide), of na recente behandeling met ATG of alemtuzumab, vanwege de veronderstelde beperkte humorale vaccinatierespons. De termijn na laatste dosis die daarbij gehanteerd moet worden, wordt nog afgestemd.
Besluitvorming hierover zal volgen, net als de implementatie ervan, nadat de meest kwetsbare groep, de ouderen, zijn gevaccineerd.
In 2021 komen alle volwassenen jonger dan 60 jaar in aanmerking voor vaccinatie en daarmee zal mogelijk het infectierisico voor andere immuungecompromitteerde personen afnemen. Kinderen en jongeren (onder de 18 jaar) komen nog niet voor vaccinatie in aanmerking vanwege het ontbreken van registratie voor deze leeftijdsgroep, dus jongere huishoudcontacten kunnen nog niet gevaccineerd worden.
Bepaling van immuunmarkers en/of serologie Onderzoek naar de immunologische respons bij de verschillende vaccins kan plaatsvinden in onderzoeksverband via behandelend artsen. Vanuit het belang van mortaliteitsreductie en bestrijding van ernstige COVID-19 geldt het advies aan de patiënten met het hoogste risico op ernstige ziekte het naar verwachting meest effectieve vaccin toe te dienen, conform het advies van de GR. Er is nog geen gedefinieerde ‘correlate of protection’ bij COVID-19 en antistoftiters dalen standaard na infectie en na vaccinatie. Op basis van antistoftiters kan bescherming of juist gebrek aan immuniteit na een infectie of na vaccinatie vooralsnog niet worden bepaald. Groepsvaccinatie zoals nu voorgesteld wordt tijdens een uitbraak of pandemie, is wezenlijk anders dan individuele patiëntenzorg op maat. Gezien de ernst van de epidemie en het hoge risico op gecompliceerd beloop bij immuungecompromitteerde patiënten, wordt geadviseerd geen voorafgaande bepalingen van immuunmarkers/antistoffen te verrichten of af te wachten buiten onderzoeksverband en snel te vaccineren volgens de oproep. Ook na vaccinatie is bepaling van serologische respons aan de behandelend arts. Het kan een functie hebben in het kader van klinische zorg, of binnen onderzoeksverband, maar het mag een snelle implementatie van vaccinatie of toediening van een geïndiceerde tweede dosis niet vertragen. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk. Een eerdere bewezen SARS-CoV-2-infectie is geen reden om niet te vaccineren. De kans op een volgende SARS-CoV-2-infectie bij beperkte immuniteit bij immuungecompromitteerde patiënten kan verhoogd zijn; Ook in aanwezigheid van antistoftiters voorafgaand aan een COVID-19-vaccinatie wordt vaccinatie niet ontraden omdat een ‘correlate of protection’ op basis van een drempelwaarde van antistoftiters vooralsnog ontbreekt. Vaccinatie kan de immuniteit een booster geven. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk (bijv. advies tot jaarlijkse influenzavaccinatie ondanks doorgemaakte eerdere influenza-infectie met dezelfde virusstrain die in het vaccin zit). Bij veranderende inzichten op basis van onderzoeken naar bepalende (immunologische) factoren voor de vaccinatierespons, en ‘correlate of protection’ criteria (de cellulaire respons kan ook een rol spelen) zal dit worden aangepast. Specifieke adviezen Dermatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Psoriasis en hidradenitis suppurativa
Biologicals: anti-TNF-alpha, anti-IL12/23, anti-IL17, anti-IL23
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Anti-PDE4
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Conventionele systemische behandelingen: methotrexaat, cyclosporine, fumaarzuur, acitretine
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Eczeem en urticaria
Biologicals: anti-IL4/13, anti-IgE
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6 Gezien atopische constitutie mogelijk verhoogd risico op allergische / anafylactische reacties: standaard observatieduur van minimaal 15 minuten. Bij een geschiedenis van anafylaxie: 30 minuten. Setting voor vaccinatie dient te zijn waarin anafylaxie behandeld kan worden. Mogelijk is dit ook van belang voor patiënten met mastocytose.
JAK-remmers
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6
Conventionele systemische behandelingen: cyclosporine, methotrexaat, azathioprine, mycofenolzuur
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6
Auto- immuunziekten (SLE, dermato- myositis, vasculitis, sclerodermie)
Prednison, cyclosporine, azathioprine, methotrexaat, mycofenolaat-mofetil, HIVIG, plaquenil, dapson
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 6
Auto-immuun- blaarziekten
B-cel-depleterende therapie2
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Huid- maligniteiten
Cutane B-cel lymfomen
B-cel-depleterende therapie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Melanomen
Immune checkpoint inhibitoren (anti CTLA4 en/of anti PD-1)
Ja
Ja
In overleg met oncoloog
Gevorderde basaalcel- carcinomen
Hedgehog inhibitoren
Ja
Ja
Voor, tijdens of na
Superficiële basaalcel- carcinomen en actinische keratosen
Imiquimod
Ja
Ja
Voor of na
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Tijdelijk uitstellen is bij behandel indicaties voor imiquimod niet van belang. Een ander beleid bij meer geïndividualiseerd beleid kan nog volgen.
Cutane lymfomen
Chemotherapie
Ja
Ja
Advies (hemato)oncoloog voor chemotherapie bij lymfomen volgen
Documenten waarop dit advies gebaseerd is:
National Psoriasis Foundation (NPF) task force: COVID-19 Task Force Guidance Statements. National Psoriasis Foundation. December 12, 2020. https://www.psoriasis.org/covid-19-task-force-guidance-statements. Statement British Association of Dermatologists (BADBIR): https://www.bad.org.uk/shared/get-file.ashx?itemtype=document&id=6962 Statement International Psoriasis Council (IPC): https://www.psoriasiscouncil.org/blog/IPC-Statement-on-SARS-CoV-2-Vaccines-and-Psoriasis.htm Statement Skin Inflammation and psoriasis international network (SPIN):advice follows IPC ACAAI Guidance on Risk of Allergic Reactions to the Pfizer-BioNTech COVID-19 Vaccine. December 14, 2020. https://acaai.org/news/american-college-allergy-asthma-and-immunology-releases-guidance-risk-allergic-reactions-pfizer Information from the American College of Rheumatology Regarding Vaccination Against SARS-CoV-2. American College of Rheumatology. https://www.rheumatology.org/Portals/0/Files/ACR-Information-Vaccination-Against-SARS-CoV-2.pdf. Baker D et al. COVID-19 vaccine-readiness for anti-CD20-depleting therapy in autoimmune diseases Clinical and Experimental Immunology, 202: 149–161 Bijdragen: Inzake therapie Psoriasis en hidradenitis suppurativa: Prof. Dr. E.P. Prens; Prof. Dr. E.M.G.J. De Jong; Prof. Dr. P.I. Spuls; Dr. M. Seyger; Dr. E.M. Baerveldt. Inzake therapie eczeem en urticaria: Dr. M.S. de Bruin-Weller, Dr. M.L.A. Schuttelaar. Inzake therapie: HIVIG, Plaquenil en Dapson, rituximab: Dr. B. Horvath. Inzake therapie huidmaligniteiten: Dr. J.M. Muche, Dr. K. Mosterd, Dr. N.A. Kukutsch, Dr. M. Wakkee, Dr. M.B. Crijns, Drs. M. Tebbe.
Hematologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Hematologie
Chemotherapie inclusief tyrosine kinase remmers, IMiDs1
Ja
Ja
Zie algemene principes
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
B-cel-depleterende therapie2
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
Autologe en allogene stamcel-transplantatie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
Graft versus host disease
Ja
Ja
Geen voorkeur
CAR T celtherapie
Ja
Ja
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
1 Behalve B cel-depleterende therapie; 2 Rituximab, obinutumumab, ATG, alemtuzumab. * Op het moment van opstellen van deze Handleiding nog geen onderdeel van het vaccinatieprogramma.
Immuungecompromitteerde kinderen >16 jaar Vaccinatie zal alleen mogelijk zijn vanaf 18 jaar. Er zal mogelijk een uitzondering worden gemaakt voor specifieke patiëntengroepen van adolescenten >16 jaar. Daarover wordt nog bericht. Bij aanpassing van de minimum leeftijd voor vaccinatie, bij andere uitzonderingen of aanpassingen, zal dat in de Handleiding worden opgenomen in overleg met de kinderartsen.
Kankerpatiënten (solide tumoren) Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Solide tumoren
Alle
Ja
Ja
Onbekend, daarom geen specifiek advies
Het advies van de verschillende internationale oncologische organisaties is om patiënten met solide tumoren te laten vaccineren tegen COVID-19. Het is nog niet duidelijk of alle patiënten wel een goede immuunrespons kunnen ontwikkelen. Hier zal nog onderzoek naar gebeuren. Totdat meer bekend is, is men dus niet zeker van goede bescherming. Daarom zal het advies voor beschermde voorzorgsmaatregelen na vaccinatie nog steeds van toepassing zijn.
Hoge dosis chemotherapie met autologe en/of celtherapie: TIL / TCR / CAR
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Chemotherapie
Ja
Ja
Onbekend, daarom geen advies
Immuun therapie
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Tyrosine kinase remmers
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Radiotherapie
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Longpatiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Pulmonale oncologie
Systemische chemotherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Advies NVMO/sectie oncologie: Wij stellen voor om aan kankerpatiënten met chemotherapie te adviseren zich tegen het coronavirus te laten vaccineren analoog aan het griepvaccin en dit niet uit te stellen tot na de chemotherapie (zoals bv bij de pneumokokken vaccinatie)
Tyrosine kinase remmers
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Immunotherapie
Ja
Ja
n.v.t.
CPI
Ja
Ja
ILD / systeemziekte
Steroïden maintenance
Ja
Ja
Voor en na
Geen restricties t.a.v. timing, bij voorkeur vóór start therapie
Methyl-prednisolone pulse
Ja
Ja
Indien mogelijk voor of >1 maand na behandeling
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
MTX / AZA / MMF / anti-TNF-alpha
Ja
Ja
Bij voorkeur geven voor start therapie
Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk
B-cel depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
JAK-STAT-inhibitor
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Infectieziekten
CF
Ja
Ja
n.v.t.
Non-CF bronchiëctasieën
Ja
Ja
n.v.t.
PID/CVID
Ja
Ja
n.v.t.
Overlap met NVVI
Long-/hart transplantatie
Na LOTx / HTx / HLTx
Ja
Ja
Bij voorkeur na eerste 3 maanden
Advies LOTTO (NTV) Ook voor kinderen 16-18 jaar*
Voor LOTx / HTx / HLTx
Ja
Ja
Bij voorkeur vóór transplantatie geven
Ook voor kinderen 16-18 jaar*
Na ACR/AMR behandeling met methyl-prednisolone pulse (MPS)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: vóór of 1 maand na behandeling
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening,
Na ACR/AMR behandeling (ATG, rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.
Na ACR/AMR behandeling (alemtuzumab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.
Neurologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Multiple sclerosis
B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab, ocrelizumab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis rituximab. Indien mogelijk > 2 wkn na laatste dosis ocrelizumab
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
Injectables (interferon-beta, glatirameer)
Ja
Ja
n.v.t.
Sfingosine-1-fosfaat receptor modulatoren (Fingolimod, Siponimod, Ozanimod)
Ja
Ja
Niet onderbreken voor vaccinatie i.v.m. risico rebound
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Immuun- reconstitutie- therapie (B- en T-celdepletie) (alemtuzumab, cladribine, aHSCT)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Dimethylfumaraat
Ja
Ja
n.v.t.
Teriflunomide
Ja
Ja
n.v.t.
Nierpatiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Nier- transplantatie- patiënten
Pre-transplantatie
Ja
Ja
Bij voorkeur pre-transplantatie
Bij voorkeur eerste vaccinatie 2 weken vóór transplantatie
Standaard immuun- suppressie inclusief CNI, proliferatie- remmer en corticosteroïden
Ja
Ja
Bij voorkeur vanaf 6 weken na niertransplantatie
Conform Influenza
Rejectie- behandeling met methylprednisolon
Ja
Ja
Vanaf 2 weken na behandeling
Inductie- of rejectie- behandeling ATG dan wel alemtuzumab
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden na behandeling met alemtuzumab of ATG
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
B-cel-depleterende therapie (o.a. rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Auto-immuun- systeemziekte (zoals SLE en ANCA vasculitis) met renale betrokkenheid
Inductie- behandeling met cyclofosfamide
Ja
Ja
Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie
Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison
Ja
Ja
Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie
Behandeling met anti-CD20 zoals rituximab
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
Behandeling met andere biologicals
Ja
Ja
Glomerulaire ziektes
Inductie- behandeling met cyclofosfamide
Ja
Ja
Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison
Ja
Ja
Nog onvoldoende bekend over kans op relapse van de meeste zeldzame nierziektes
Onderhouds- behandeling met plasmaferese
Ja
Ja
Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese
aHUS
Inductie- behandeling met plasmaferese
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
Bij voorkeur na afronding van inductiebehandeling
Onderhouds- behandeling met plasmaferese
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese
Behandeling met eculizumab
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
In overleg met behandelend nefroloog
Gezien onzekerheid over invloed vaccin op activiteit aHUS alleen onder strikte controle
Patiënten met maag-darm-lever aandoeningen Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Idiopathische chronische inflammatoire darmontsteking (IBD)
Expectatief (niet medicamenteus)
Ja
Ja
n.v.t.
Corticosteroïden
Ja
Ja
n.v.t.
Bij onderhoudstherapie vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening
Mesalazine-derivaten
Ja
Ja
n.v.t.
Thiopurine-derivaten
Ja
Ja
n.v.t.
Methotrexaat
Ja
Ja
n.v.t.
Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering van pro-inflammatoire signalering, zoals anti-TNF-alpha)
Ja
Ja
n.v.t.
Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering cell trafficking, zoals a4b7-blokkade)
Ja
Ja
n.v.t.
Small molecules (JAK remmers: tofacitinib)
Ja
Ja
n.v.t.
Overig
Ja
In overleg met behandelend arts
Bij voorkeur vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening
Transplantatie- patiënten (lever / darm)
Remming afstotingsreactie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: vanaf 6 weken na transplantatie
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Chronische hepatitiden
Antivirale therapie
Ja
Ja
n.v.t.
Levercirrose
Supportief en antiportaal-hypertensief
Ja
Ja
n.v.t.
Ondervoeding
Voeding (oraal / enteraal / parenteraal)
Ja
Ja
Bij voorkeur na effectieve voedingstherapie (cf. priming voor operatieve ingreep)
Gastro- intestinale tumoren
Variërend
Ja
Ja
n.v.t.
Patiënten met primaire of secundaire immuundeficiëntie Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Primaire antistof- deficiënties (circa 60-70% van de primaire immuun- deficiënties betreft antistof- deficiënties
Immuunglobuline- suppletietherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Er is geen minimum interval nodig tussen toediening van bloedproducten (o.a. IVIG) en toediening van COVID19-vaccins
Primaire immuun- deficiënties
Diverse, van immuunglobuline- suppletietherapie tot immuun- suppressieve / immuun- modulerende medicatie
Ja
Ja
n.v.t.
Secundaire antistof- deficiënties
Immuunglobuline- suppletietherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Personen met hiv Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Personen met hiv
onbehandeld
Ja
Ja
n.v.t.
Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART
Behandeld CD4<200
Ja
Ja
n.v.t.
Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART
Behandeld CD4>200
Ja
Ja
n.v.t.
Reumatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Alle inflammatoire reumatische ziekten
Methotrexaat /conventional synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs
Ja
Ja
Alle inflammatoire reumatische ziekten
Biologicals / targeted synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs
Ja
Ja
Alle inflammatoire reumatische ziekten
B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Vasculitis / connective tissue disease
Cyclofosfamide / mycofenolaat mofetil
Ja
Ja
n.v.t.
Versiebeheer
Het dierenasiel t Julialaantje uit Rijswijk vangt al 40 jaar dieren op in de regio Haaglanden. Om aan de wettelijke eisen voor dierenwelstand te voldoen, is een grootschalige renovatie van het bestaande gebouw nodig.
Deelnemende gemeenten hebben het asiel nog een half jaar de tijd gegeven om het benodigde bedrag bijeen te brengen als dat niet lukt, dreigt sluiting voor het asiel. Een absolute ramp voor de dieren in onze regio. In december 2014 is daarom het actiecomité Renovatie dierenasiel t Julialaantje gestart. Enige doel van het comité is om geld bijeen te brengen voor een grootschalige renovatie van het dierenasiel. Daarvoor is ten minste nog 300.000 (!) euro nodig. Het actiecomité probeert met actief lobbywerk en acties om sponsoring en donaties van burgers en instellingen te verzamelen. In december 2014 zijn al enkele zinvolle gesprekken met bestuurders en (potentiële) sponsors en donateurs gevoerd. Ook groeit het aantal deelnemers aan actiecomité nog steeds. Met elkaar zetten de leden van het comité diverse acties en initiatieven op touw om geld in te zamelen. Financiële steun is heel hard nodig. Mensen kunnen een donatie doen op rekening NL71 INGB 003113509 t.n.v. Streekdierentehuis t Julialaantje onder vermelding van Nieuw dierenasiel Julialaantje. Of ga naar www.asieljulialaantje.nl/donatie en doneer online. De dieren zijn u zeer dankbaar!
Website 't JulialaantjeDirk Kloosterboer heeft op zijn blog en op Flickr.com een kaart gepubliceerd met de snelheden van auto's in Amsterdam, gebaseerd op data uit januari 2014. Op Twitter heeft Marco te Brömmelstroet gereageerd met een kaartje met snelheden van het verkeer in een aantal categoriën. Beide kaartjes laten zien dat er heel weinig wegen binnen de Amsterdamse ring zijn waar auto's gemiddeld 50 rijden.
Het is geen groot offer als men niet harder mag dan 30km/u binnen de hele ring. Maar volgens een vaak aangehaalde meting van de Fietsersbond rijden scooters gemiddeld wel 36km/u, op fietspaden. De auto's op de rijbaan rijden dus langzamer dan de scooters op de fietspaden. Zouden de scooters dus verbannen worden naar de rijbaan waar een maximum van 30km/u geldt dan moeten ze dus snelheid inleveren ten opzichte van wat ze nu gewend zijn op het fietspad. Je kan verwachten dat de snelheidsverschillen tussen auto en scooter niet zozeer slachtoffers zal opleveren, maar dat pogingen van scooters om die langzame auto's en vrachtwagens in te halen verkeerd zullen aflopen. Het verschil in gewicht tussen (vracht)auto en scooter in combinatie met een snelheid van minstens 30km/u en de beperkte wendbaarheid van auto's maakt dan de slachtoffers. Iets dat we nu al zien op kruisingen, daar knallen de scooters al regelmatig op de (trage) auto's. Automobilisten zijn wel beter beschermd tegen scooters dan fietsers. Weinig automobilisten lopen letsel op bij een botsing met een scooter, in tegenstelling tot fietsers die door een scooter geraakt worden. Ongelukken tussen scooter en auto komen ook betrouwbaar in de statistieken terecht omdat het bijna altijd gepaard gaat met blikschade of erger. Veel leed bij fietsers wordt niet geregistreerd omdat de scooteraar het vaak niet eens opmerkt dat fietsers na het passeren tegen het asfalt of straatmeubilair knallen. Aangifte heeft dan geen zin.
dirkmjk.nl: Scooters vaak sneller dan autosHet verslag zoals door Icare is vastgelegd.? --- Bewonersbijeenkomst Felixoord 11 december vond in Felixoord een presentatie plaats, verzorgd door de directie van Icare. De presentatie ging over de ontwikkelingen in de zorg en de betekenis daarvan voor Felixoord. Maatschappij en politiek De laatste jaren heeft de maatschappij zich ontwikkeld.
Meer en meer zijn burgers zelf verantwoordelijk geworden voor hun eigen leven. Er heeft een ontwikkeling plaatsgevonden van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. De kosten van de zorg zijn de laatste jaren sterk gestegen. De groep oudere Nederlanders groeit. Dat komt door de babyboom generatie, maar ook door de betere levensomstandigheden en gezondheidszorg, waardoor mensen ouder worden. Langzamerhand is de conclusie getrokken dat het bestaande zorgstelsel geen model is dat in de toekomst kan worden behouden. De politieke keuze die gemaakt is, is dat mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Dat sluit aan bij de wens van ouderen om zelfstandig te willen blijven en eigen regie te willen blijven voeren. Er zijn daarover een aantal zaken besloten, o.a.* In de toekomst zijn er geen verzorgingshuizen meer.* Het aantal plaatsen voor verpleeghuiszorg blijft beperkt.* De gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ondersteuning.* De algemene AWBZ zorg wordt vervangen door andere specifiekere wetgeving. Situatie Felixoord In Felixoord zijn 24 verpleeghuisplaatsen en dat aantal zal niet groeien. Er zijn nu 46 plaatsen verzorgingshuiszorg, en doordat er geen indicaties voor verzorgingshuiszorg meer afgegeven zullen worden, ontstaat er leegstand. Als je kijkt naar het huishoudboekje van Felixoord, zijn daar 3 hoofdpunten in te herkennen: 1. Gebouw, 2. Diensten (zoals de keuken, de was en de huishouding) en 3. de Zorg. 1. GebouwHet gebouw van Felixoord is in 1969 gebouwd en is ook wel gedateerd. In het verleden is er fors in het gebouw geïnvesteerd en daarvoor is een lening afgesloten. Deze lening is in de huidige financieringswijze helaas niet meer terug te betalen. Recent is onderzocht hoeveel er nodig zou zijn om het pand geschikt te maken om nog 10 of 20 jaar mee te kunnen. Om dat te kunnen betalen is er geen spaarpot beschikbaar en het gaat om bedragen van 1,5 tot 5,5 miljoen euro. Dat bedrag is dan nodig voor vervanging van het dak, de technische installatie, keuken, voegwerk enz. enz. Ook daarvoor geldt dat dit bedrag met de huidige financieringswijze nooit terugverdiend zal kunnen worden. Omdat deze bedragen nodig zijn om een gebouw te realiseren waarin langdurige huurcontracten mogelijk zijn, is dus ook de mogelijkheid van het scheiden van wonen en zorg uitgesloten. 2. Diensten Felixoord is maar een kleine zorglocatie. De kleine omvang maakt dat de diensten structureel duurder zijn dan dat er financiering voor is. Het kost dus structureel geld. De eigen keuken is natuurlijk een essentieel onderdeel van de levensvisie van de bewoner en dat maakt deze conclusie wel spannend. 3. Zorg Met inzet van veel extra mensen, motivatie en financiële middelen is de zorg de afgelopen periode steeds beter op orde gekomen. Aan de financieringskant is het minder gunstig. Er komt namelijk steeds minder geld voor de zorg beschikbaar. We weten zeker dat de salariskosten de komende periode zullen stijgen en we verwachten dat de vergoedingen zullen dalen. Voor 2015 is de zorg ingekocht en is de begroting gemaakt met een tekort op de begroting. Dat tekort zal de komende jaren groter worden. Besluit Gezien al deze ontwikkelingen moet de conclusie zijn dat de manier waarop Felixoord nu wordt georganiseerd niet kan doorgaan. Het leidt tot groeiende verliezen. Er moet dus gezocht worden naar een andere oplossing, een organisatievorm die anders is dan nu. Om de mogelijkheid daarvoor te onderzoeken is een externe adviseur aangesteld, Riek Siertsema, die de opdracht heeft om te onderzoeken wat de best mogelijke manier is om een alternatief te bieden voor de ouder wordende vegetariër zorg en ondersteuning te bieden. Zij is daarvoor begonnen een groot aantal gesprekken te plannen met mogelijke partijen. Dat zijn zorgorganisaties in de regio, zorgorganisaties voor bijzondere doelgroepen, organisaties met nieuwe zorgconcepten, kleinschalig georiënteerde organisaties, bedrijfsleven, kennisinstellingen, zorgverzekeraar, gemeente enz. Eind januari moeten de eerste gesprekken zijn gevoerd. Dan kan worden gekozen welke oplossingen het meest kansrijk zijn. Dan kunnen vervolggesprekken worden gevoerd. Het uitgangspunt is om te zoeken naar een oplossing voor de doelgroep vegetariërs, met respect voor de levensvisie van de vegetariër. Daar zal nadrukkelijk naar worden gezocht. Riek heeft heel regelmatig contact met de cliëntenraad, deonderdeelcommissie en het bestuur van de bewonersvereniging van het woonpark, om daardoor goed bij elkaar aangesloten te blijven. Vervolg !care heeft voor de bewoners van Felixoord een zorgplicht en het zal dus nooit gebeuren dat bewoners op straat komen. Alle energie is erop gericht om een oplossing te vinden voor oudere vegetariërs die zorg en ondersteuning nodig hebben. De cliëntenraad heeft een adviesrecht als er een oplossing kan worden voorgesteld. De bewoners en familie zullen over de ontwikkelingen worden geïnformeerd, via nieuwsbrieven of bijeenkomsten. Vragen: Zijn er al overnamekandidaten? Er zijn kandidaten waarmee gesproken wordt over een oplossing voor de doelgroep vegetariërs. Dat zijn zorgorganisaties in de regio. Maar er wordt ook gesproken met woningbouwcorporaties of investeerders. Op dit moment zijn de gesprekken heel breed en in januari kunnen we na de gesprekken concluderen welke oplossing het meest kansrijk is om een volgende stap te zetten. In elk geval wordt meegenomen met welke intentie de anderepartijen naar Felixoord kijken. Is het voor hun een mogelijkheid om zelf een grotere schaalgrootte te kunnen krijgen, of hebben zij hetzelfde doel voor ogen, namelijk goede zorg en ondersteuning voor de doelgroep met respect voor de levensvisie. Denkt Icare er aan om zelf andere partijen over te nemen? Nee, eigenlijk niet. Icare is in deze regio te klein om die onderhandelingspositie te kunnen innemen. Er is financiële druk en tekorten. Hoe lang houdt Felixoord dit vol? Er is een negatieve begroting en we gaan ervan uit dat als er een partij wordt gevonden die een oplossing kan bieden er 6 tot 9 maanden nodig is om een overdracht te realiseren. Uiterlijk najaar 2015 zullen we weten waar we staan. De eerste fase is het voeren van kennismakingsgesprekken en het kiezen van een vervolgrichting. Dat is eind januari. Collega-zorgorganisaties hebben geen eigen keuken, laat staat een vegetarische keuken. In hoeverre wordt in de onderhandelingen gekeken naar onze vegetarische keuken? De vegetarische keuken en de relatie met het woonpark worden meegenomen in degesprekken. Organisaties gaan daar zeer verschillend mee om en het is steedsonderwerp van gesprek. Daarnaast kijken we ook naar samenwerking tussenbedrijfsleven en zorg, bijvoorbeeld door mogelijke samenwerking met eenvegetarisch restaurant. Het kan ook zijn dat aan bewoners wordt gevraagd of menbereid zou zijn bij te dragen aan het voortzetten van de eigen vegetarischekeuken. Denkt u ook aan groepswonen, bijvoorbeeld met een eigen keuken per gang waar de bewoners zelf koken. De LVGO Landelijke vereniging voor groepswonen voor ouderen heeft daar ervaring mee. Dit soort ideeën is welkom, we gaan daar in het onderzoek mee aan de slag. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vegetariërs minder beroep doen op zorg. Een vegetariër kost de samenleving minder zorgkosten dan anderen. Wordt daar door Menzis rekening mee gehouden? Nee, helaas niet. Menzis maakt voor de toekenning van verpleeghuisplaatsen geen verschil tussen vegetariërs en niet vegetariërs. Als het zo is dat vegetariërs langer leven dan anderen, is de extra lange zorg die dan nodig is voor rekening en risico van de zorgorganisatie. Er zijn een aantal (kleinschalige) tehuizen in Nederland die er de laatste jaren in zijn geslaagd om na dreiging van sluiting open te blijven. Wordt daar naar gekeken en wordt dat ook onderzocht? Ja, op korte termijn heeft Riek een afspraak met een klein verpleeghuis in Flevoland. Het is een klein huis dat rendabel is. Riek hoopt daar te leren hoe men dat heeft georganiseerd dat dat mogelijk is. Als bewoners andere goede voorbeelden kennen, hoort Riek de suggesties graag. Over het gebouw zei u dat de veiligheid wordt gegarandeerd. Kunt u ook iets zeggen over de kwaliteit van zorg in tijden van financiële druk? Alle investeringen die nodig zijn voor de veiligheid van bewoners en personeel worden uitgevoerd. Ook wordt er niet bezuinigd op de kwaliteit van zorg. Er zijn recent twee HBO verpleegkundigen aangesteld om daar nog een verbeterslag te kunnen maken. Op de kwaliteit van zorg zullen wij geen concessies doen. Afhankelijk van de bezetting van het huis zal de benodigde groep medewerkers worden ingezet. We hebben een prachtige tuin van 6 ha. Kan daar niet iets mee gedaan worden zodat er geld binnen komt? Een deel van het grondgebied is eigendom van Felixoord. De rest van de ruimte is eigendom van Woonzorg Nederland. Riek voert met Woonzorg Nederland ook gesprekken. Is bekend dat op de wachtlijst voor de bungalows 180 mensen staan en dat er dus grote belangstelling bestaat om hier te komen wonen? Dank voor deze informatie. Wordt er in de onderhandelingen ook gedacht aan nieuwbouw? Er zijn nu nog geen onderhandelingen, maar het kan voorkomen dat eenovernamekandidaat aan nieuwbouw denkt.
Het ondertstaande verzoek is geplaatst in het blad "Leven" van de Vegetariërs Bond, editie 4e kwartaal 2014. ---- Hulp gevraagd voor behoud FelixoordIn de bosrijke omgeving van Oosterbeek ligt Felixoord. Dit unieke zorgcentrum voor vegetariërs dreigt door de eigenaar, zorginstelling Icare, uit financiële overwegingen te worden gesloten.
De leden van de werkgroep Felixoord blijft open doen er alles aan om dit tegen te gaan en kunnen daarbij veel hulp gebruiken.Het Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord is ontstaan uit het Vegetarisch Centrum, dat in 1948 in Oosterbeek met hulp van de Vegetariërsbond werd opgezet. Vanuit een kleine villa is Felixoord (zie www.felixoord.nl) uitgegroeid tot een zorgcentrum met een erkenning van 70 verblijven, waarvan 24 voor verpleging. In de eigen keuken worden dagelijks verse vegetarische en veganistische maaltijden bereid. In de loop der tijd zijn in de parkachtige omgeving rondom het gebouw 33 bungalows en 14 appartementen gebouwd. In Vegetarisch Woonpark Ommershof (www.vegetarischwoonpark.nl) wonen vegetarische 55+ers zelfstandig, met de belofte dat zij later eventueel in Felixoord terechtkunnen. Er bestaat dan ook een lange wachtlijst voor de bungalows en appartementen. Voor Felixoord is daarentegen geen wachtlijst meer (mensen moeten hiervoor wel over een geldige indicatie beschikken). Het woonpark is vanaf 2012 in bezit van Woonzorg Nederland. De bestuurlijke eigenaar van Stichting Felixoord is sinds 2009 Icare. Deze zorginstelling nam Felixoord indertijd verplicht over van Philadelphia. Icare valt onder Espria. Espria vormt met Woonzorg Nederland een personele unie. Hoewel juridisch en economisch dus gescheiden, ervaren de bewoners het zorgcentrum met de omliggende bungalows als één geheel. Dreigende sluiting Door het huidige overheidsbeleid, dat bepaalt dat ouderen zo lang mogelijk eventueel met hulp thuis moeten blijven wonen, zullen veel verzorgingshuizen in Nederland verdwijnen. Ook de zorg voor de bewoners in Felixoord staat onder druk. Kamers komen leeg te staan, waardoor de zorg te kostbaar gaat worden. En de tijd dringt, want inmiddels is eigenaar Icare op zoek naar een overnamepartner. Wanneer die zich niet aandient, moet het zorgcentrum misschien sluiten. Eventuele sluiting zou ook negatief doorwerken op de bezetting van het woonpark. Verder dreigt het gevaar dat de vegetarische signatuur van het zorgcentrum verloren gaat. Vrijwilligers gezocht De werkgroep Felixoord blijft open wil verlies van identiteit en sluiting van het zorgcentrum tegengaan. De groep, met bewoners van Felixoord en de Ommershof, zet zich actief in voor het behoud van dit zorgcentrum dat in Nederland uniek is in zijn soort: een toekomst waarin Felixoord een grotere rol kan spelen voor het vegetarisme in Nederland. De leden van de werkgroep hebben voldoende ideeën, maar vragen hierbij hulp om ze vorm te geven en te realiseren: financieel, juridisch, organisatorisch, inhoudelijk of op andere wijze met raad en daad. Ook is men op zoek naar ondernemende vegetariërs die iets kunnen betekenen voor Felixoord, bijvoorbeeld door overname van het zorgcentrum of de vegetarische keuken (met uitbreiding van de catering). Wanneer mensen in Felixoord willen komen wonen, horen de leden dat eveneens graag. Alle belangstellenden kunnen contact opnemen met Nico Stavast van de werkgroep Felixoord blijft open. Adres: Graaf van Rechterenweg40G, 6861 BR Oosterbeek,e-mail: nicostavast@gmail.com,tel. 026 - 840 62 77. De werkgroep financieel steunen kan via NL40 TRIO 2024 3535 25t.n.v. Bew. VWO te Oosterbeeko.v.v. giften FO.
Het Parool, zaterdag 27 december 2014, pagina 43Dertig kilometer in de stadDen Haag heeft gesproken. Geen helmplicht voor de snorfiets.
Dus uitangst voor een bloedbad door de grote snelheidsverschillen durftAmsterdam de scooter niet van het fietspad te verbannen. Jammer dan voorde fietsers en hun leed veroorzaakt door de veel snellere scooters enhun uitlaatgassen.Er zit niets anders op dan de maximumsnelheid op 30 te zetten in heelAmsterdam. Teken op amsterdam30km.petities.nl ook dit verzoek. Parijsging ons al voor.De meeste Amsterdammers zitten toch bijna nooit (binnen de ring) in eenauto, maar fietsen er wel. De scooterrijders worden ook bediend want zekunnen zonder helm de rijbaan op. Veel automobilisten rijdenprofessioneel Amsterdam in, die passen zich wel aan, ze zullen er nietminder om verdienen. Uiteindelijk zal het op de bevoorrading van de stadgeen invloed hebben, op je bestemming kom je wel. Maar met mindervervuiling, een vergroting van de wegcapaciteit door de kortere remweg,minder geluidsoverlast, minder doden en gewonden.Alleen het GVB moet de dienstregeling voor bussen en trams aanpassen.Maar dat sprookje heeft toch al weinig gelovigen.
screenshot Het Parool: Dertig kilometer in de stadDe wethouder schrijft onder andere over de metro naar en van Schiphol in een brief over de uitbreiding van het metronetwerk. Op pagina 5 van brief DIVV/UIT/201417044 als toelichting bij puntje 3: Ondanks dat de metroverbinding door het standpunt van de staatssecretaris op dit moment niet kansrijk is, acht ik het zinvol om deze lijn in de komende fase nader te onderzoeken om zodoende inzicht te krijgen wanneer en onder welke ontwikkelingvoorwaarden de lijn wel mogelijk wordt. Ondertussen kunt u de petitie dus blijven ondertekenen! .
Dagblad De Gelderlander heeft het nieuws over de sluiting van de kantine ook opgepikt. http://www.gelderlander.nl/regio/achterhoek/clubs-boos-over-sluiting-kantine-de-paasberg-1.4665449#.VIi7lVgXRhU.mailto .
Ouderenbescherming Nederland | De petitie Stop onderzorg, ontspoorde zorg en mishandeling dateert uit 2010. In 2012 is er tijdens een commissie vergadering zorg in de Tweede Kamer door Ouderenbescherming Nederland samen met een aantal klagers over mishandeling en ontspoorde zorg binnen zorginstellingen, een persoonlijk gesprek afgedwongen met voormalig staatssecretaris Marlies van Zanten (CDA). Marlies van Zanten beloofde toen, tijdens dat gesprek, dat ze alles op alles zou zetten de rechten van ouderen die zorg met verblijf ontvangen te borgen.
Ze gaf aan dat ze de IGZ de opdracht had gegeven tot het oprichten van een meldpunt en dat er scherper toezicht kwam op klachtafhandeling. Kort na dit gesprek vond er ook een gesprek plaats geinitieerd vanuit de IGZ tussen Ouderenbescherming Nederland en een aantal leiddinggevende van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Tijdens dit gesprek heeft Ouderenbescherming Nederland er op aangedrongen dat het van groot belang is dat zorgmedewerkers, naastbetrokkenen en ouderen die zorg met verblijf ontvangen niet alleen veilig kunnen melden, maar er ook van op aan kunnen dat hetgeen zij melden direct door de IGZ wordt opgepakt en dat de IGZ transparant is over de stappen die zij na een melding zetten. Helaas hebben de gesprekken met de toenmalige staatssecretaris en de IGZ niet het gewenste resultaat opgeleverd. De toenmalige staatssecretaris heeft volstrekt onvoldoende maatregelen genomen en hoe de IGZ meldingen afhandelt blijft vragen oproepen. Er blijven bij Ouderenbescherming Nederland via de facebookpagina meldingen binnenkomen van zorgmedewerkers, naastbetrokkenen en ouderen over ernstige klachten aan het bed van ouderen die zorg met verblijf ontvangen. Er blijven klachten binnenkomen over hoe de IGZ met meldingen omgaat. Ouderenbescherming signaleert net als tijdens de gesprekken met voormalig staatssecretaris van Zanten en de IGZ dat klachtprocedures niet of weinig adequaat werken en dat rechten van ouderen die zorg met verblijf ontvangen nog steeds geschonden worden. Op verzoek van diverse oud-ondertekenaars van de petitie 'Stop onderzorg, ontspoorde zorg en mishandeling' en van een groot aantal melders heeft Ouderenbescherming Nederland besloten de petitie 'Stop onderzorg, ontspoorde zorg en mishandeling' nieuw leven in te blazen. Ouderenbescherming Nederland streeft er naar om medio 2015 een afspraak te maken met de huidige staatssecretaris en opnieuw de inhoud van de petitie te bespreken en er op aan te dringen dat er sancties komen als klachten onbehandeld in een la verdwijnen. Van dit gesprek zal een verslag gemaakt worden wat te lezen is hier en op de facebookpagina van Ouderenbescherming Nederland te lezen zal zijn.8 december 2014
Petitie 'Stop onderzorg, ontspoorde zorg en mishandeling'