Naar aanleiding van uw petitie aangaande het behoud van schelpenpaden bericht ik u, namens de verantwoordelijke wethouder de heer J. Hagen, het volgende.
De schelpenpaden behoren tot de meest aansprekende paden. Toch zijn het juist deze schelpenpaadjes die de Waddenzee belasten. Schelpen worden gewonnen in de wadden en worden steeds schaarser. Zo schaars dat het niet meer verantwoord is om schelpen te gebruiken voor fietspaden. Schelpen als basismateriaal voor een fietspad is eindig. Daarom streven de Waddeneilanden er naar duurzame materialen te gebruiken, die zoveel mogelijk circulair zijn en een lange levensduur hebben.
Hierbij is er oog voor technologische ontwikkelingen. De ontwikkeling van nieuwe verhardingsmaterialen die duurzamer en veiliger in gebruik zijn en een innovatief karakter hebben, bijvoorbeeld de combinatie met het opwekken van energie. Dergelijke innovaties bieden kansen om de Waddeneilanden als “fietsmekka” en als duurzaam voorbeeld voor de rest van de wereld nog meer op de kaart te zetten.
Kortom uit oogpunt van natuurbehoud hebben de gezamenlijke Waddeneilanden dit project “fietspaden” opgestart. Een project dat door de vereniging Natuurmonumenten én de gemeente Schiermonnikoog wordt ondersteund.
Vers van de pers is dit onderzoek. Het is een samenwerking van:
1 Health and Lifestyle Research Unit, Wolfson Institute of Preventive Medicine, Queen Mary University of London, London, UK.
2 King's Clinical Trials Unit, Institute of Psychiatry, King's College London, London, UK.
3 Department of Health Sciences, University of York, York, UK.
4 Centre for Addictive Behaviours Research, School of Applied Sciences, London South Bank University, London, UK.
5 Leicester City Council, Leicester, UK.
6 Department of Health Behavior, Division of Cancer Prevention and Population Sciences, Roswell Park Comprehensive Cancer Center, Buffalo, NY, USA.
Nederlandse samenvatting van dit onderzoek :
Een groot aantal rokers in het Verenigd Koninkrijk is gestopt met roken met behulp van e-sigaretten, maar het is niet bekend of e-sigaretten net zo nuttig zijn als geneesmiddelen voor stoppen met roken (NRT=Nicotine Replacement Therapy) die worden aangeboden door de UK Stop Smoking Services (SSS's). Deze informatie is nodig om te beslissen of SSS's al dan niet e-sigaretten in hun behandelingsopties moeten opnemen.
In totaal zijn 886 rokers die hulp zochten bij het stoppen met roken geworven. Geen van de deelnemers had bezwaar of ze met behulp van nicotinevervangende therapie (NRT), zoals nicotinepleisters of met behulp van e-sigaretten zouden proberen te stoppen met roken. De rokers werden willekeurig toegewezen in een van deze twee groepen. De eerste groep, 447 mensen, kreeg wekelijkse gedragsondersteuning en een NRT naar keuze (één enkel NRT-product of productcombinaties) De tweede groep, 439 mensen, kreeg een startpakket e-sigaretten en begeleidende ondersteuning over hoe deze te gebruiken. De proef liep van mei 2015 tot februari 2018. De deelnemers zijn gedurende 1 jaar gevolgd om te zien hoeveel er gestopt waren met roken in elke groep. Rokers die e-sigaretten gebruikten, hadden in het begin minder last van de onthouding van sigaretten en hadden op alle gemeten tijdstippen hogere stop percentages.
Na 1 jaar had 9,9% van de deelnemers aan de NRT-groep het hele jaar nog niet gerookt, vergeleken met 18% in de e-sigaret groep. Wat betreft onthouding gedurende ten minste 6 maanden, waren de cijfers 12% in de NRT-groep en 21% in de e-sigaret groep. Deelnemers van de e-sigaret groep vertoonden een aanzienlijk betere acceptatie van hun product en ervoeren minder drang om te roken gedurende de eerste 4 weken van hun stoppoging dan de deelnemers in de NRT-groep. Ook gaven zij hun toegewezen product een gunstigere beoordeling. Deelnemers aan e-sigaretten groep rapporteerden na 1 jaar significant minder hoesten en slijm dan deelnemers van de NRT-groep (controle op rookstatus). Dit ondersteunt eerdere rapporten die suggereren dat een ingrediënt in e-sigaretten (d.w.z. propyleenglycol) vapers kan beschermen tegen infecties in de lucht. Startpakketten voor e-sigaretten kosten veel minder dan NRT en dus, als SSS's ze bieden, zal hun gebruik waarschijnlijk de slagingspercentages verhogen en de kosten van SSS's verlagen.
Conclusies: In het kader van een multisessie behandeling voor rokers die hulp zochten, waren e-sigaretten aanzienlijk effectiever dan NRT. Uit een gedetailleerde economische analyse blijkt dat, omdat e-sigaretten lagere nationale gezondheidskosten met zich mee brengen dan NRT producten en een hoger stoppercentage genereert, het gebruik van e-sigaretten kosteneffectiever is. Als SSS's dus startpakketten voor e-sigaretten gaan leveren, zal dit zeer waarschijnlijk hun slagingspercentages verhogen en hun kosteneffectiviteit verbeteren.
Nog te onderzoeken: De effectiviteit van e-sigaretten met verschillende ondersteuningsniveaus zal uitwijzen of rokers moeten worden aangemoedigd om binnen ondersteunende diensten over te stappen op vapen of dat e-sigaretten kunnen worden aanbevolen met minder intensieve of zelfs helemaal géén ondersteuning.
FInanciering: Dit project werd gefinancierd door het National Institute for Health Research (NIHR) Health Technology Assessment-programma en zal volledig worden gepubliceerd in Health Technology Assessment; Vol. 23, No. 43. Zie de website van de NIHR Journals Library voor meer projectinformatie. De proef werd ondersteund door de Cancer Research UK Prevention Trials Unit (subsidie A16893).
Parliament of the Kingdom of the Netherlands House of Representatives Committee for Health, Welfare and Sports
For the attention of: Mrs Helma Lodders, Committee chair
4th March 2019
Dear Mrs Lodders,
Tobacco Harm Reduction and the Dutch National Prevention Agreement: Letter from 36 International Experts and Academics in Tobacco Control.
We are a group of nicotine, tobacco and addiction researchers, health professionals, and tobacco control policy experts in support of tobacco harm reduction as part of comprehensive tobacco control. We respectfully write to you in view of the upcoming debate in the Dutch Lower House about the National Prevention Agreement (1) - a topic which has generated significant interest among researchers, health professionals and experts working in tobacco control policy in Europe and across the globe.
We very much welcome the objectives and existing tobacco control measures set out in the Agreement which are in line with the WHO Framework Convention on Tobacco Control.
Any policy intervention that reduces smoking in the Netherlands has our full support. We regret however, that the Agreement fails to acknowledge the important role that products that do not involve combustion and inhalation of smoke can play in reducing the harms caused by smoking. Such products include forms of low nitrosamine smokeless tobacco such as snus, vaping technologies and pharmaceutical or pure nicotine products. From a health perspective, the major distinction between nicotine products is whether they are combustible or non-combustible. It is well known that it is the smoke, not the nicotine, which causes almost all of the smoking related diseases and non-combustible products have a clear role to play in reducing smoking prevalence to meet the ambitious objectives set out in the Agreement.
The public health opportunities for harm reduction are vast, and in the case of vaping (e-cigarettes) these have been well described by the Royal College of Physicians of London (RCP) in its thorough April 2016 report (2) and more recently by McNeil el al. (2018) in a report to Public Health England (3). For example, on the subject of relative risk, based on smoke and vapour toxicology the RCP stated:
"Although it is not possible to precisely quantify the long-term health risks associated with e-cigarettes, the available data suggest that they are unlikely to exceed 5% of those associated with smoked tobacco products, and may well be substantially lower than this figure". (5.5)
On the subject of smoking cessation, there is increasing evidence from Randomised Controlled Trials (RCT) that have been designed specifically to explore effects on tobacco smoking, that vaping products (e-cigarettes) can help smokers to stop smoking. A Cochrane review published in 2016 concluded that smokers using an e-cigarette were more likely to quit compared to those using a placebo at 6 months (4). More recently, a RCT of e-cigarettes versus Nicotine Replacement Therapy (NRT) alongside behavioural support in England, reported an almost two-fold increase in 12 month quit rates with e-cigarettes (5).
On the question of what the products are being used for, the RCP is clear they are alternatives to smoking and used primarily by smokers to reduce their health risks.
“…the available evidence to date indicates that e-cigarettes are being used almost exclusively as safer alternatives to smoked tobacco, by confirmed smokers who are trying to reduce harm to themselves or others from smoking, or to quit smoking completely. “
Similarly, in a recent review of findings from five large-scale surveys of 60,000 young people in the United Kingdom (6) although some experimentation was reported, regular use remained very low, ranging from 0.1 to 0.5%. Recent survey data from the UK suggests this pattern has not changed7. The report conclude that:
“…surveys across the UK show a consistent pattern: most e-cigarette experimentation does not turn into regular use, and levels of regular use in young people who have never smoked remain very low.”
As is the case across the globe, in the Netherlands there are many smokers that are unable or unwilling to quit, not least of all, the poorest and most disadvantaged in society who find smoking cessation the most difficult. This large group, including those suffering from mental illness, would benefit from switching to smoke-free products. In this regard it is critical that adult smokers can be informed about these innovative products and receive non-misleading information about their relative risk.
However subjecting e-cigarettes and other smoke-free products to the same restrictions as for combustible cigarettes can have unintended consequences and can favour the tobacco industry. For example, treating vaping the same as smoking in public places has no scientific basis but could discourage smokers from using a less risky product, causing harm to health by perpetuating smoking and rewarding the cigarette trade. Advertising display bans for e-cigarettes similarly favour the incumbent product (cigarettes) and form a barrier to the much less risky innovative new products. The RCP recognises the potential for unintended consequences and states that:
“However, if [a risk-averse, precautionary] approach also makes e-cigarettes less easily accessible, less palatable or acceptable, more expensive, less consumer friendly or pharmacologically less effective, or inhibits innovation and development of new and improved products, then it causes harm by perpetuating smoking.” (Section 12.10 page 187)
Whilst we welcome tighter restrictions on cigarette smoking, treating non-combustible products such as e-cigarettes in the same way, sends the wrong message that smoke-free products are as harmful as cigarettes. This will discourage smokers from switching, which leads to the unintended consequence that cigarette use is prolonged. Obviously this goes against the Agreement’s objective to eradicate smoking.
We respectfully request that the Lower House carefully assess the role that non-combustible products such as e-cigarettes can play in reducing tobacco smoking and recommend an exemption for e-cigarettes from the bans on display/advertisement and smoking in public places. We are more than willing to provide you with further information and our perspective on the international developments in the field of tobacco harm reduction and draw your attention to recent letter to the World Health Organisation (WHO) from 72 specialists in the field (8) which offers some guiding principles for consideration for the Framework Convention on Tobacco Control (FCTC). We would welcome the opportunity to contribute to a round-table in your Committee should you decide to organize such type of event.
We confirm that signatories report no conflicts with respect to FCTC Article 5.3 and no financial conflicts of interest with respect to tobacco or e-cigarette companies under the International Committee of Medical Journal Editors (UCJME) reporting standard.
Yours sincerely,
David B Abrams PhD. Professor Dept of Social and Behavioral Sciences NYU College of Global Public Health New York University. United States
Frank Baeyens,PhD Professor Faculty of Psychology and Educational Sciences KU Leuven Belgium
Clive Bates, MA, MSc Director, Counterfactual Consulting Former Director, Action on Smoking and Health UK London United Kingdom
Linda Bauld, BA PhD FHEA FRCPE Bruce and John Usher Chair in Public Health Usher Institute University of Edinburgh Deputy Director, UK Centre for Tobacco & Alcohol Studies Honorary Professor, University of Stirling United Kingdom
Ron Borland PhD, FASSA
Nigel Gray Distinguished Fellow in Cancer Prevention,
The Cancer Council Victoria,
Melbourne Vic 3004
Australia
Thomas H. Brandon, Ph.D. Department Chair and Program Leader, Health Outcomes and Behavior Moffitt Distinguished Scholar Director, Tobacco Research & Intervention Program Moffitt Cancer Center Professor, University of South Florida Departments of Psychology and Oncologic Sciences
Pasquale Caponnetto Professor of Clinical and General Psychology Center of Excellence for the acceleration of HArm Reduction – CoEHAR University of Catania via S. Sofia 78, Catania, Italy
Sharon Cox, PhD Research Fellow Centre for Addictive Behaviours Research School of Applied Sciences London South Bank University United Kingdom
Lynne Dawkins, PhD
Associate Professor
Centre for Addictive Behaviours Research
School of Applied Sciences
London South Bank University
United Kingdom
Jean-François Etter, PhD
Professor of Public Health
Institute of Global Health
Faculty of Medicine
University of Geneva
Switzerland.
Konstantinos Farsalinos, MD, MPH Researcher Onassis Cardiac Surgery Center National School of Public Health University of Patras, Greece
Stuart Ferguson
Associate Professor
Division of Medicine, School of Medicine
College of Health and Medicine
University of Tasmania
Private Bag 34
Hobart 7001
Tasmania
William T. Godshall, MPH Executive Director Smokefree Pennsylvania 1926 Monongahela Avenue Pittsburgh, PA 15218 412-351-5880 United States
Peter Hajek, PhD Professor of Clinical Psychology Director, Tobacco Dependence Research Unit Wolfson Institute of Preventive Medicine, Queen Mary University of London United Kingdom
Jacques Le Houezec, PhD Independent consultant in Public Health & Tobacco dependence - Smoking Cessation Specialist Rennes, France. Honorary Clinical Associate Professor, UK Centre for Tobacco and Alcohol Studies, School of Medicine, University of Nottingham, UK.
Jason Hughes, PhD Professor and Head of School of Media, Communication and Sociology University of Leicester Leicester, LE1 7LA United Kingdom
Sarah Jackson, PhD CPsychol Senior Research Associate UCL Tobacco and Alcohol Research Group Department of Behavioural Science and Health University College London United Kingdom
Martin J Jarvis, DSc OBE Emeritus Professor of Health Psychology Department of Behavioural Science & Health University College London United Kingdom
Leon Kosmider, PhD, PharmD Research Assistant Professor Technical Director, Bioanalytical Shared Resource Laboratory School of Pharmacy Department of Pharmaceutics Virginia Commonwealth University Richmond United States
Lynn T. Kozlowski, PhD Professor of Community Health and Health Behavior Former Dean School of Public Health and Health Professions University at Buffalo, State University of New York New York United States
Christopher E. Lalonde, PhD
Professor of Psychology
University of Victoria
British Columbia
Canada
Karl E Lund, PhD Senior Researcher Norwegian Institute of Public Health Oslo, Norway
Colin Paul Mendelsohn, MB BS (Hons) Conjoint Associate Professor School of Public Health and Community Medicine University of New South Wales Sydney Australia
Bernhard-Michael Mayer, PhD Professor of Pharmacology and Toxicology Institute of Pharmaceutical Sciences Karl-Franzens-Universität Graz Austria
Fares Mili, MD, CTTS Addictologyst & Pulmonologyst Chairman Tunisian Society of Tobacology and Addictive Behaviours (STTACA) Tunisia
Caitlin Notley, PhD Senior Lecturer in Mental Health Addictions Research Group Norwich Medical School University of East Anglia Norwich United Kingdom
Konstantinos Poulas, PhD
Associate Professor
Department of Pharmacy University of Patras
Head of the Institute NoSmoke.Team
Patras Science Park
Greece
Lars M. Ramström, PhD Principal Investigator Institute for Tobacco Studies Täby, Sweden
Louise Ross
Clinical Consultant National Centre for Smoking Cessation
Training
Dorchester
United Kingdom
Lion Shahab, PhD Associate Professor Department of Behavioural Science and Health University College London United Kingdom
Andrzej Sobczak, PhD Head of Department of General and Inorganic Chemistry Medical University of Silesia Sosnoiwec, Jagiellonska 4, Poland
Roberto A Sussman, PhD Department of Gravitation and Field Theories Institute for Nuclear Research, National Autonomous University of Mexico, ICN-UNAM Representing Pro-Vapeo Mexico AC Mexico
David Sweanor, JD Chair of Advisory Board of the Center for Health Law, Policy and Ethics University of Ottawa Canada
Umberto Tirelli MD Professor Director, Cancer Center Clinica Mede Sacile Italy
Robert West, PhD Professor of Health Psychology and Director of Tobacco Studies Department of Behavioural Science and Health University College London United Kingdom
Alex Wodak AM, Emeritus Consultant, Alcohol and Drug Service, St Vincent's Hospital President, Australian Drug Law Reform Foundation Director, Australia21 Darlinghurst, NSW, 2010, Australia
References
National Prevention Agreement: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/convenanten/2018/11/23/nationaal-preventieakkoord
Royal College of Physicians (London), Nicotine without smoke: tobacco harm reduction. 28 April 2016 https://www.rcplondon.ac.uk/projects/outputs/nicotine-without-smoke-tobacco-harm-reduction-0
McNeil, A., Brose, LS., Calder, R., Bauld, L. & Robson, D. (2018). Evidence review of e-cigarettes and heated tobacco products 2018. A report commissioned by Public Health England.
https://www.gov.uk/government/publications/e-cigarettes-and-heated-tobacco-products-evidence-review
Hartmann-Boyce, J., McRobbie, H., Bullen, C., Begh, R., Stead, L.F. & Hajek, P. (2016). Electronic cigarettes for smoking cessation. Cochrane Database of Systematic Reviews, Issue 9, Art. No.: CD010216. https://www.cochrane.org/CD010216/TOBACCO_can-electronic-cigarettes-help-people-stop-smoking-and-are-they-safe-use-purpose
Hajek, P., Phillips, A., Przulj, D., Pesola, F., Myers Smith, K., Bisal, N., Li, J., Parrott, S., Sasieni, P., Dawkins, L., Ross, L., Goniewicz, M., Wu, Q. & McRobbie, H. (2019). A randomized trial of e-cigarettes versus nicotine-replacement therapy. New England Journal of Medicine, Jan 30. DOI: 10.1056/NEJMoal808779.
https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1808779
Bauld, L ., MacKintosh, AM., Eastwood, B., Ford, A., Moore, G., Dockrell, M., Arnott, D., Cheeseman, H. & McNeill, A. (2017). Young people’s use of e-cigarettes across the United Kingdom: findings from five surveys 2015-2017. International Journal of Environmental Research and Public Health, 14 (9), 973. https://www.mdpi.com/1660-4601/14/9/973
McNeil, A., Brose, LS., Calder, R., Bauld, L. & Robson, D. (2019). Vaping In England: an evidence update February 2019. A report commissioned by Public Health England. London: Public Health England. https://www.gov.uk/government/publications/vaping-in-england-an-evidence-update-february-2019
Letter from seventy-two specialists in nicotine science, policy and practice.
https://clivebates.com/documents/WHOCOP8LetterOctober2018.pdf
Op 26 augustus 2019 heeft de petitie de 4.600 grens doorbroken. Dank allemaal voor de steun voor de strijd tegen de verstening van de Parkhaven!.
bron: https://www.fnv.nl/cao-sector/zorg-welzijn/jeugdzorg/actie-en-cao-pagina-jeugdzorg/geplande-acties/2-september-staking-in-den-haag
"Waarom is staken en actievoeren nodig? De vraag naar jeugdzorg wordt steeds groter. Je bent veel werktijd kwijt aan administratie.
Je hebt te weinig tijd, budget en middelen voor je cliënten. Je kunt je niet verder ontwikkelen en er is geen ruimte voor innovatie. Het werk in de jeugdzorg wordt steeds onaantrekkelijker en daardoor komt er ook geen nieuw personeel meer bij. Je werkdruk is alsmaar hoger geworden. Niet zo vreemd dus, dat je het werk in de jeugdzorg niet meer aankunt of ander werk gaat zoeken. En dat wil je eigenlijk helemaal niet, want je hebt het mooiste beroep op aarde.
Zo kunnen we niet verder Zelfs Jeugdzorg Nederland geeft aan dat het zo echt niet verder kan gaan. De zorg staat zo onder druk dat de kwaliteit van de hulp niet meer vanzelfsprekend is. De situatie is voor medewerkers én cliënten niet meer verantwoord.
Eenmalig extra geld voor jeugdzorg is niet genoeg De jeugdzorg krijgt in 2019 eenmalig € 420 miljoen van de minister. En in 2020 en 2021 komt er ook eenmalig € 300 miljoen bij. Maar dat is niet genoeg. Er is veel meer geld nodig om de tekorten aan te vullen en om het werk voor jou weer aantrekkelijk te maken.
Wat is er wel nodig voor goede jeugdzorg? De tekorten in de jeugdzorg moeten worden aangevuld. Daarvoor is € 750 miljoen nodig. Met dit bedrag is er nog geen geld voor extra's. Je kunt er de sector alleen mee stabiliseren.
Er is ook € 200 miljoen nodig voor jou en je collega's. Bijvoorbeeld om de werkdruk te kunnen verlagen, voor scholing, de balans tussen werk en privé, gezond ouder worden en meer. Maar voor jou geeft het ministerie van VWS geen geld. Het geld wat de overheid nu geeft is maar voor 3 jaar. Maar wij willen een doorlopende investering in de jeugdzorg. De kostprijs moet ieder jaar betaald worden en dan moet er nog geld over zijn voor vernieuwing en ontwikkeling. Het nu beschikbare geld van gemeenten is niet geoormerkt. Dat betekent dat er geen vast budget is voor jeugdzorg. Dat gemeente kan het geld ook voor iets anders kan gebruiken. Bijvoorbeeld het openhouden van de bibliotheek of het zwembad."
Over armoede en dakloos zijn, intussen meer dan 30.000 mensen in Nederland en stijgende hebben wij het volgende artikel gepubliceerd; https://goo.gl/dLcVHb. Zelfs de middeninkomens geven aan moeite te hebben met rondkomen.
Hoe moet dat dan zijn voor minima? Wat is er aan de hand met het gevoel voor onze medemensen? Hoe komt het dat onze democratische samenleving dit laat gebeuren en wij de mensenrechten schenden?
Wij hebben als actie-comité geen vertrouwen meer in het bestuur van V&VN! Jullie ook niet? Dan graag onderstaande petitie ondertekenen en zoveel mogelijk delen op social media!
Volgens een raadslid gaat er 760.000 euro subsidie van de Gemeente Rotterdam naar dit commerciële paardenevenement. ( het prijzengeld is al hoger).
Wereldwijd gaan er honderden miljarden om in de paardensport. En wie betaald eigenlijk voor het herstel van de grasvelden en het bos?
hoi allemaal, Ik heb jullie onlangs gevraagd om voorbeelden te geven waaruit blijkt dat je nu al veel problemen ondervindt op de werkvloer! Ik heb echt heel veel voorbeelden gehad waarvoor dank! Met name de problemen in de wijk en bij de reizigersverpleegkundigen zijn heel groot! Heb afgelopen dinsdag met dhr. Kerstens van de PvdA gesproken samen met het actie-comité en aan hem heb ik duidelijk kunnen maken dat al jullie problemen NU spelen en dat daar ook NU wat aan moet gebeuren! Maandag j.l.
heb ik gesproken met een journalist van het NRC, ook aan haar heb ik voorbeelden van jullie kunnen vertellen! Vandaag ook weer heb ik interview met journalist van de Volkskrant gehad, en ook weer de problemen verteld. Komende weken vinden wederom gesprekken plaats en neem nogmaals de problemen mee! We blijven strijden en hopen dat de wet echt definitief niet doorgaat, maar ook met spoed de problemen nu al opgelost gaan worden! Blijf vooral voorbeelden sturen! Hartelijke groet, Rini