You, the petitioner

Updates

Richtlijnen lci rivm bij immuun gecompromiteerden bekend.

Overslaan en naar de inhoud gaan Government logo | to homepageRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MenuIngeklaptMenu unfolted Zoek in Richtlijnen & Draaiboeken Zoeken Trefwoord

COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten Handleiding Bijlage bij de Uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie 2021 | Versie 13 januari 2021 (versiebeheer zie onderaan pagina)

Totstandkoming In december 2020 werd het eerste COVID-19-vaccin geregistreerd, waarna implementatie van vaccinatie kan volgen. Over de prioritering van groepen voor vaccinatie wordt door de Gezondheidsraad (GR) geadviseerd. De GR heeft geadviseerd te beginnen met oudere personen op basis van de strategie om primair reductie van sterfte en ziekenhuisopname te bereiken, omdat leeftijd de belangrijkste risicofactor is voor een gecompliceerd beloop van COVID-19. Daarnaast zullen zorgmedewerkers in verpleeghuizen worden gevaccineerd om zo mogelijk ook indirecte bescherming te kunnen bieden. Ook ziekenhuispersoneel wordt gevaccineerd.

Verder is er in de loop van de COVID-19-epidemie meer duidelijkheid gekomen over een verhoogd risico op gecompliceerd beloop als gevolg van onderliggende aandoeningen.

Omdat bij sommige groepen van immuungecompromitteerde patiënten sprake is van een duidelijk verhoogd risico op ernstige COVID-19, zullen ook deze personen bij voorrang gevaccineerd worden. Een substantieel deel van hen zal al op basis van leeftijd al worden geprioriteerd voor vaccinatie, personen jonger dan 60 jaar zullen op grond van hun medische indicatie volgen. Ook onder het zorgpersoneel dat gevaccineerd gaat worden, zullen personen zijn die immuungecompromitteerd zijn.

Om voor immuungecompromitteerde patiënten optimale adviezen te formuleren, is er door de LCI-RIVM gevraagd aan de medische beroepsgroepen om gemandateerde professionals af te vaardigen om tot een gezamenlijke handleiding te komen.

Aan dit overlegplatform participeerden behandelaars van de volgende verenigingen:

Nederlandse Internisten Vereniging, deelverenigingen: Nederlandse Vereniging voor Hematologie; M.D. Hazenberg, I. Nijhof Nederlandse Vereniging van hiv-behandelaren; J. Gisolf Nederlandse Vereniging voor Immunologie; V. Dalm, T.W. Kuijpers Nederlandse Vereniging voor Internist-infectiologen; A. Goorhuis, L.G. Visser Vereniging voor Medische Oncologie; R. van Alphen, A. van der Veldt, E.G.E. de Vries Nederlandse Federatie voor Nefrologie; H. van Hamersvelt, J.S. Sanders, O. Teng, J. Wetzels, R. Duivenvoorden Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde; P. Fraaij, N. Wulffraat Nederlandse Vereniging voor Reumatologie; R. Landewé, G.J. Wolbink Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen; A. van Bodegraven, H.H. Fidder Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie: zie namen van de betrokken artsen bij tabel Dermatologische patiënten; Nederlandse Vereniging voor Neurologie; D. van de Beek, J. Killestein Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose; R.E. Jonkers, R. Hoek

Het eerste overleg vond plaats 21 december 2020, op 7 januari 2021 werd de eerste draft gepresenteerd, waarna input van de verschillende behandelaren naar aanleiding van de vergaderingen werd verwerkt.

Na de uiteindelijke afstemming kon deze eerste handleiding worden gedeeld met de Gezondheidsraad en gepubliceerd op 14 januari 2021 op de LCI-website.

Periodieke updates zullen plaatsvinden op basis van nieuwe data over veiligheid en effectiviteit van COVID-19-vaccins bij deze patiëntencategorie, internationale ontwikkelingen op het terrein van optimale vaccinatie strategieën bij deze patiënten, het beschikbaar komen van nieuwe vaccins, en toediening-specifieke afwegingen.

Redactie: Marloes Bongers (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM), Lieke Sanders (Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM), Albert Vollaard (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM) Met medewerking van: prof. Leo Visser (afdeling infectieziekten LUMC), Bram Goorhuis (afdeling Infectieziekten, Centrum voor Tropische Geneeskunde & Reizigersgeneeskunde, Amsterdam UMC)

Contact: LCI-secretariaat Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Telefoon: 030-274 7000 E-mail: lci@rivm.nl

Samenvatting Op het moment van opstellen van deze handleiding (januari 2021) is er sprake van een hoge incidentie van COVID-19 met hoog infectierisico ook voor ernstig immuungecompromitteerde patiënten, die een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop van COVID-19. Vanwege de programmatische aanpak bij de vaccinatiecampagne worden alle immuungecompromitteerde patiënten opgeroepen voor vaccinatie.

Vanwege het belang van bescherming tegen ziekte en overlijden is prioritering van vaccinatie voor de patiënten belangrijk, ook al is er mogelijk sprake van verminderde effectiviteit van vaccinatie ten gevolge van immuundeficiëntie of immuunsuppressie door de fase van de onderliggende ziekte of behandeling, of door gebruik van immuunsuppressiva. In deze fase van de epidemie wordt geadviseerd om vaccinatie niet uit te stellen tot een moment dat er mogelijk een betere vaccinatierespons verwacht kan worden. Na vaccinatie blijven nog alle standaard preventieve maatregelen om infectie te voorkomen van kracht, omdat data over effectiviteit van vaccinatie bij deze groep ontbreken.

Er zijn meerdere vaccins tegen COVID-19 in ontwikkeling en er zijn nu twee mRNA-vaccins geregistreerd. Deze vaccins lijken op dit moment zeer effectief bij ouderen en zijn naar verwachting veilig bij immuungecompromitteerde patiënten. Het risico van eventuele bijwerkingen van vaccinatie weegt niet op tegen het risico van COVID-19 doormaken. Daarom worden deze mRNA-vaccins geadviseerd. De optie om naast de patiënt ook huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten te vaccineren, wordt nog uitgewerkt. Er zijn nog maar weinig data over de afname van transmissie na vaccinatie beschikbaar.

Deze handleiding zal periodiek worden herzien als andere effectieve vaccins geregistreerd worden en beschikbaar komen, en op basis van nieuw onderzoek over COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten.

Algemene principes Voor algemene informatie voor professionals over COVID-19-vaccinatie: https://www.rivm.nl/COVID-19vaccinatieprofessionals en https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19-vaccinatie.

Doelstelling De doelstelling van deze handleiding is om uitvoerende professionals bij de GGD, de huisartspraktijk, in verpleeghuizen en instellingen, en in het ziekenhuis een handvat te bieden bij de uitvoering van hun taak bij vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten tijdens de COVID-19-vaccinatiecampagne in de huidige fase van de pandemie.

Relatief risico op gecompliceerd beloop van verschillende patiëntencategorieën Niet van alle patiënten die immuungecompromitteerd zijn, is bekend of zij een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop bij SARS-CoV-2-infectie door de onderliggende aandoening en/of medicatie, of dat dat mede door andere risicofactoren (bijv. leeftijd, obesitas) bepaald wordt. Algemeen mag worden aangenomen dat naarmate iemand meer immuungecompromitteerd is, COVID-19 ernstiger zal verlopen en mogelijk de vaccinatie minder zal beschermen.

Voor de prioritering van COVID-19-vaccinatie is gekozen om te starten met vaccineren bij ouderen boven de 60 jaar (oudste groepen eerst) en daarna medische risicogroepen bij mensen tussen 18 en 60 jaar. Selectie hierbij vindt plaats volgens de brede indicaties die worden gehanteerd voor de jaarlijkse influenzavaccinatie bij de huisarts. Deze keuze is door de Gezondheidsraad geadviseerd vanwege het sterk verhoogde risico op ernstige ziekte en overlijden ten gevolge van COVID-19 met toename van de leeftijd.

Effectiviteit Afhankelijk van de mate van immuunsuppressie van patiënten, zal de effectiviteit van vaccinatie minder goed kunnen zijn. Gezien het hoge risico op infectie tijdens de COVID-19-pandemie in deze periode, en het verhoogde risico op een gecompliceerd beloop van COVID-19 juist bij deze patiënten, wordt ook gedeeltelijke protectie nog belangrijk geacht. Daarbij komt dat de COVID-19-vaccins naar verwachting veilig zijn. Dit leidt tot een gunstige benefit-risk-afweging.

Gezien de verwachte gereduceerde effectiviteit, blijven voor alle immuungecompromitteerde patiënten nog dezelfde maatregelen op het terrein van social distancing, hygiëne en testen bij klachten, onveranderd van kracht ook na de vaccinaties. Bij verandering in incidentie van COVID-19 of veranderingen op het terrein van (her)vaccinatie of profylaxe, zal worden aangegeven wanneer deze preventiestrategie kan worden aangepast.

Veiligheid De mRNA-vaccins, virusplatform-vaccins en subunit-vaccins bevatten geen levend (verzwakt) virus. Dit betekent dat er geen risico is op een vaccinvirus of platformvirusinfectie bij immuungecompromitteerde patiënten. De reactogeniciteit en bijwerkingen van het Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin zijn in het algemeen relatief mild van aard, van korte duur en van voorbijgaande aard. Vaccinatie met mRNA-vaccins is daarmee volgens de Gezondheidsraad naar verwachting veilig, ook bij immuungecompromitteerde patiënten.

Of de mRNA-vaccins resulteren in een verhoogd risico op immuungerelateerde bijwerkingen in specifieke groepen immuungecompromitteerde patiënten is onbekend, omdat dit niet onderzocht is. De bijsluitertekst van de mRNA-vaccins meldt daarom dat veiligheid bij deze patiënten niet gegarandeerd kan worden, hoewel men in theorie verwacht dat de veiligheid goed zal zijn en het risico van vaccinatie niet opweegt tegen het risico van COVID-19 doormaken. Internationale en nationale registratie van het optreden van specifieke bijwerkingen na vaccinatie met mRNA-vaccins zal moeten leiden tot meer gegevens over invloed van vaccinatie op het ziektebeloop bij de verschillende categorieën van immuungecompromitteerde patiënten (veiligheid) en het optreden van COVID-19-infectie ondanks vaccinatie (effectiviteit). Veronderstelde bijwerkingen na vaccinatie moeten worden doorgegeven aan het Lareb in Nederland.

Terwijl eerst de mRNA-vaccins gebruikt zullen worden, zal bij vrijgeven van andere typen vaccins ook het veiligheidsaspect voor immuungecompromitteerden worden besproken in deze handleiding, als deze alternatieve vaccins ook als optie worden gezien voor deze specifieke groep patiënten vanwege waarschijnlijk gelijke of betere effectiviteit. Ook zal in de handleiding worden opgenomen wanneer er bij specifieke groepen van immuungecompromitteerde patiënten reden is om van gebruik van een bepaald type vaccins af te zien.

Vaccin 1. Keuze bij prioritering COVID-19-vaccinatie: Bij de keuze van prioritering van vaccinatie spelen meerdere factoren:

de geformuleerde strategieën van de Gezondheidsraad (GR): verminderen van (ernstige) ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19; terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2; voorkomen van maatschappelijke ontwrichting de ernst van de epidemie op het moment, waarbij de noodzaak tot vaccinatie wordt beïnvloed door de wens om zo snel mogelijk (evt. partiële) bescherming te kunnen verkrijgen (risico op infectie); gepubliceerde effectiviteit en veiligheidsdata over een vaccin en de beoordeling per vaccin door de GR (op dit moment nog beperkt tot de mRNA-vaccins); beschikbaarheid: de aanwezigheid van voorraden van het vaccin en mogelijkheid het toe te dienen; prioritering van specifieke medische risicogroepen binnen de totale populatie vanwege een verhoogd risico op gecompliceerd beloop bij die patiëntengroepen (risico op complicaties).

Voor het mRNA BNT162b2-vaccin van BioNTech/Pfizer dat nu geregistreerd is en waarvan effectiviteit en de eerste reactogeniciteits- en veiligheidsdata voorhanden zijn, beoordeelde de GR de benefit-risk-afweging van mRNA-vaccinatie als gunstig bij medische hoogrisicogroepen. Dit omdat hoge effectiviteit ook bij ouderen en in de diverse subgroepen gezien werd, met een goede veiligheid (relatief beperkte bijwerkingen). Data zijn echter alleen beschikbaar binnen de huidige studieduur en alleen voor immuuncompetente personen tussen de 16 en 90 jaar. Samenvattend wordt op basis van de huidige beschikbare gegevens geadviseerd om tijdens deze fase van de epidemie met hoge incidentie hoogrisicopatiënten met ernstige immuunsuppressie te vaccineren met mRNA-vaccins vanwege hun bewezen hoge effectiviteit in immuuncompetente volwassenen en in ouderen, de verwachte goede veiligheid en de beschikbaarheid. Naar verwachting heeft het tweede mRNA-vaccin Moderna een zelfde profiel als het Pfizer/BioNTech-vaccin.

Over de prioritering van specifieke patiëntengroepen binnen de medische hoog-risicogroepen, wordt nog een volgend advies gegeven, evenals over andere vaccins die beschikbaar komen. Hiervoor moeten de data en registratie van deze andere vaccins worden afgewacht. Zodra andere typen COVID-19-vaccins beschikbaar komen, zal ook hierover worden geadviseerd door de GR.

Bij minder hoog risico op gecompliceerd beloop van COVID-19 vanwege een onderliggende aandoening, wordt het standaardproces gevolgd volgens de vaccinatiestrategie van VWS. Dat valt buiten deze handleiding.

  1. Vaccinschema en -dosering:

Gebruik van één type vaccin: Bij vaccinatie van patiënten heeft het de voorkeur te vaccineren met 1 type vaccin en niet bij de tweede dosis een ander type vaccin of een vaccin van hetzelfde type maar van een andere producent te gebruiken. Geen uitgestelde 2e vaccinatie: bij massavaccinatiecampagnes wordt nu gesuggereerd dat vanwege beperkte voorraden van de nu beschikbare mRNA-vaccins langer uitstel van een tweede dosis een optie is om sneller bevolkingsimmuniteit te bereiken en te starten met zoveel mogelijk mensen met de eerste dosis te vaccineren. De berekeningen hierbij gaan uit van een goede effectiviteit enige weken na 1 dosis, op basis van (nog beperkte) gegevens uit fase 3 onderzoeken van de beide mRNA-vaccins. Echter, bij immuungecompromitteerde patiënten is mogelijk na één dosis van een dergelijke effectiviteit nog geen sprake. Daarom wordt geadviseerd niet af te wijken van de registratietekst bij immuungecompromitteerde patiënten: een tweede dosis is altijd nodig en moet ook niet worden uitgesteld langer dan de 3 weken (Pfizer-BioNTech) of 4 weken (Moderna). Deze termijnen zijn gebruikt in de fase-3-onderzoeken die onderzochten wat het effect was op bescherming tegen (ernstige) ziekte. Dit is ook de vaccinatiestrategie zoals nu geadviseerd door de GR. Geen dubbele dosis of 3e vaccinatie: Veiligheid is beperkt onderzocht van hogere doses mRNA-vaccins dan de huidige vaccins waarbij hogere reactogeniciteit werd waargenomen. Er is gekozen voor de huidige hoeveelheid mRNA in het fase-3-onderzoek vanwege een al hoge effectiviteit met deze dosis. Of en wanneer er nog geboosterd zou moeten worden met een 3e vaccinatie bij immuungecompromitteerden voor het mogelijk bereiken van betere effectiviteit of langduriger bescherming, is onbekend. Ook veiligheid/reactogeniciteit van een derde vaccinatie is onbekend. Daarom wordt geadviseerd geen hogere dosis en evenmin een 3e vaccinatie aan te bieden. Dat kan alleen in onderzoeksverband. Indien er nieuwe data komen, kan het huidige advies mogelijk worden aangepast voor specifieke patiëntengroepen indien er vaccins beschikbaar zijn. 3. Vaccintiming:

Bij een programmatische aanpak is er niet veel vrijheid om zelf keuzes te maken voor een specifiek tijdstip voor vaccinatie tijdens de campagne. De vaccinatie wordt geregeld via de GGD en de huisartspraktijk. Vanwege beperkte voorraden en houdbaarheid van de vaccins zal er vooralsnog weinig mogelijkheid zijn voor een individuele benadering, zoals tijdelijk uitstel van vaccinatie. Gezien de hoge incidentie van COVID-19 op het moment van het opstellen van deze handleiding en het hoge risico op complicaties bij infectie, is het belangrijk dat medische risicogroepen gevaccineerd worden zodra zij worden uitgenodigd en op het voorgestelde moment, ondanks mogelijk beperkte vaccineffectiviteit door immuunsuppressie op het moment van vaccinatie. Tijdelijk uitstel is logistiek nu te complex en zou zelfs het verkrijgen van gedeeltelijke bescherming kunnen vertragen. In deze handleiding wordt verder verhelderd bij specifieke patiëntengroepen bij welke termijnen rond therapie of transplantatie er een betere effectiviteit van het COVID-19-vaccin verwacht mag worden (zie beneden). Echter, zoals boven vermeld: op dit moment dient vaccineren binnen die termijn mogelijk te zijn binnen het programma. Bij een meer individuele benadering, in een andere fase van de epidemie en bij voldoende aantallen vaccins kunnen dergelijke termijnen wel een rol gaan spelen bij de timing van vaccinatie. Dat zal in nieuwe versies van deze Handleiding dan verder worden verhelderd en onderbouwd met bestaande literatuur en met nieuw verkregen data over vaccinatierespons bij immuungecompromitteerde patiënten. 4. Vaccinatieregistratie in het COVID-19-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem (CIMS): Registratie van vaccinatiestatus is vrijwillig en op basis van informed consent bij de GGD of huisarts. Bij personen met een verwachte beperkte vaccinatierespons ten gevolge van onderliggende aandoeningen of medicatie, is registratie echter van groot belang om hen snel te kunnen oproepen voor eventuele hervaccinatie, mocht dat nodig blijken. Voor het bepalen van de effectiviteit van de vaccinatie en het monitoren van specifieke bijwerkingen van vaccintypes of -batches is registratie ook essentieel. Registratie in CIMS wordt dus sterk aanbevolen. Daarbij wordt overigens niet genoteerd wat de onderliggende aandoening van de patiënt is.

Kinderen In de huidige strategie van VWS wordt een ondergrens van de leeftijd van 18 jaar gehanteerd voor de vaccinatie met mRNA -vaccins. Het nu beschikbare Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin is geregistreerd voor gebruik bij personen ouder dan 16 jaar, het Moderna mRNA-vaccin ouder dan 18 jaar. De vaccins kunnen daarom nog niet gebruikt worden voor immuungecompromitteerde kinderen en adolescenten beneden die leeftijd. De Gezondheidsraad zal nog nader adviseren of voor specifieke groepen adolescenten van 16-18 jaar een uitzondering kan worden gemaakt.

Daarnaast lopen er diverse studies naar vaccinatie bij kinderen en er zullen er nog meerdere volgen.

Interactie vaccinatie en medicatie Voor een overzicht van immuunsuppressieve medicatie inclusief doseringen bij chronisch inflammatoire aandoeningen en het effect hiervan op vaccinatie: check https://lci.rivm.nl/richtlijnen/vaccinatie-bij-chronisch-inflammatoire-aandoeningen.

Bij stabiele ziekte en gebruik van immuunsuppressiva is er geen noodzaak medicatie te staken of aan te passen op het moment van vaccinatie. Medicatie mag alleen gestaakt worden in overleg met de behandelaar van patiënt. In veel richtlijnen wordt standaard aanbevolen niet tijdens een actieve fase van een chronisch inflammatoire aandoening, zoals reumatoïde artritis of IBD, te vaccineren. Dit wordt in de huidige fase van de epidemie niet als contra-indicatie gezien. Deze benadering is conform die genoemd bij Vaccin-timing punt a (zie boven). Indien de mogelijkheid bestaat te wachten met starten van immuunsuppressiva, heeft het voorkeur minimaal 2 weken vóór start ervan te vaccineren voor het bereiken van betere effectiviteit. Dan is in elk geval de essentiële eerste dosis zonder immuunsuppressiva toegediend. Bij voorkeur wordt langer gewacht, zodat ook de tweede dosis kan worden gegeven vóór start (4-6 weken), maar dit zal in praktijk vaak niet mogelijk zijn. Bij specifieke immuunsuppressiva (b.v. B-cel-depleterende therapie) kan op basis van bestaande en nieuwe data voor een ander interval gekozen worden. Dat zal dan worden opgenomen in de onderstaande tabellen. Kortdurend gebruik van orale corticosteroïden gedurende minder dan 14 dagen (‘stootkuur’) is in algemeen geen reden om vaccinatie uit te stellen. Chemotherapie bij maligniteiten: in de meeste internationale richtlijnen (o.a. IDSA-richtlijn) wordt door experts geadviseerd in de 2 weken vóór start van chemotherapie en tot 3 maanden na de laatste kuur niet te vaccineren, om daarmee een zo optimaal mogelijke vaccinatierespons te krijgen. De vaccinatierespons binnen of buiten deze termijnen bij de verschillende typen chemotherapie is echter vaak niet goed onderzocht om dit advies voldoende te onderbouwen. Bij cyclische toediening van chemo- of immuunsuppressieve therapie of modulerende medicatie is ook niet goed bekend of vaccinatie bij voorkeur het beste net vóór, in de eerste week van of tussen cycli gegeven kan worden. Daarom is er geen noodzaak rekening te houden met deze termijnen bij de planning voor vaccinatie in deze hoogrisicofase van de vaccinatiecampagne. Alleen bij specifieke chemo/immunotherapie kan tijdelijk uitstel geadviseerd worden vanwege veronderstelde afwezigheid van vaccinatierespons (zie hieronder). Vaccinatie van huishoudcontacten De geregistreerde indicatie van de mRNA COVID-19-vaccins is preventie van ziekte, zoals dat in de fase-3-onderzoeken is vastgesteld. Of vaccinatie tegen COVID-19 asymptomatische infectie of milde infectie voorkomt, zodat transmissie van COVID-19 door uitscheiding van SARS-CoV2 virus beperkt kan worden, is nog onbekend. Daarmee is onbekend of de GR-strategie ‘terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2’ door ringvaccinatie van huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten kan worden bereikt met de mRNA-vaccins. Ringvaccinatie wordt wel geadviseerd voor de huidige influenzavaccinatie voor huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten. Vanwege de huidige schaarste aan COVID-19-vaccins wordt op dit moment geadviseerd eerst de kwetsbare patiënten te vaccineren met hopelijk enige directe bescherming tegen COVID-19. Voor een selecte groep van ernstige immuungecompromitteerde patiënten zal worden verzocht aan de Gezondheidsraad om te adviseren volwassen huishoudcontacten ook eerder in aanmerking te laten komen voor vaccinatie dan anderen in het leeftijdscohort beneden de 60 jaar. Dit betreft huishoudcontacten van:

Hematologische patiënten met ernstige immuunsuppressie; Transplantatiepatiënten in het eerste jaar na transplantatie; Patiënten met solide tumoren die celtherapie (CART) of autologe stamceltherapie ondergaan; Patiënten die B-cel depleterende therapie ondergaan of recent hebben ondergaan, inductiebehandelingen met hoge doses van specifieke immuunsuppressiva (b.v. cyclofosfamide), of na recente behandeling met ATG of alemtuzumab, vanwege de veronderstelde beperkte humorale vaccinatierespons. De termijn na laatste dosis die daarbij gehanteerd moet worden, wordt nog afgestemd.

Besluitvorming hierover zal volgen, net als de implementatie ervan, nadat de meest kwetsbare groep, de ouderen, zijn gevaccineerd.

In 2021 komen alle volwassenen jonger dan 60 jaar in aanmerking voor vaccinatie en daarmee zal mogelijk het infectierisico voor andere immuungecompromitteerde personen afnemen. Kinderen en jongeren (onder de 18 jaar) komen nog niet voor vaccinatie in aanmerking vanwege het ontbreken van registratie voor deze leeftijdsgroep, dus jongere huishoudcontacten kunnen nog niet gevaccineerd worden.

Bepaling van immuunmarkers en/of serologie Onderzoek naar de immunologische respons bij de verschillende vaccins kan plaatsvinden in onderzoeksverband via behandelend artsen. Vanuit het belang van mortaliteitsreductie en bestrijding van ernstige COVID-19 geldt het advies aan de patiënten met het hoogste risico op ernstige ziekte het naar verwachting meest effectieve vaccin toe te dienen, conform het advies van de GR. Er is nog geen gedefinieerde ‘correlate of protection’ bij COVID-19 en antistoftiters dalen standaard na infectie en na vaccinatie. Op basis van antistoftiters kan bescherming of juist gebrek aan immuniteit na een infectie of na vaccinatie vooralsnog niet worden bepaald. Groepsvaccinatie zoals nu voorgesteld wordt tijdens een uitbraak of pandemie, is wezenlijk anders dan individuele patiëntenzorg op maat. Gezien de ernst van de epidemie en het hoge risico op gecompliceerd beloop bij immuungecompromitteerde patiënten, wordt geadviseerd geen voorafgaande bepalingen van immuunmarkers/antistoffen te verrichten of af te wachten buiten onderzoeksverband en snel te vaccineren volgens de oproep. Ook na vaccinatie is bepaling van serologische respons aan de behandelend arts. Het kan een functie hebben in het kader van klinische zorg, of binnen onderzoeksverband, maar het mag een snelle implementatie van vaccinatie of toediening van een geïndiceerde tweede dosis niet vertragen. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk. Een eerdere bewezen SARS-CoV-2-infectie is geen reden om niet te vaccineren. De kans op een volgende SARS-CoV-2-infectie bij beperkte immuniteit bij immuungecompromitteerde patiënten kan verhoogd zijn; Ook in aanwezigheid van antistoftiters voorafgaand aan een COVID-19-vaccinatie wordt vaccinatie niet ontraden omdat een ‘correlate of protection’ op basis van een drempelwaarde van antistoftiters vooralsnog ontbreekt. Vaccinatie kan de immuniteit een booster geven. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk (bijv. advies tot jaarlijkse influenzavaccinatie ondanks doorgemaakte eerdere influenza-infectie met dezelfde virusstrain die in het vaccin zit). Bij veranderende inzichten op basis van onderzoeken naar bepalende (immunologische) factoren voor de vaccinatierespons, en ‘correlate of protection’ criteria (de cellulaire respons kan ook een rol spelen) zal dit worden aangepast. Specifieke adviezen Dermatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Psoriasis en hidradenitis suppurativa

Biologicals: anti-TNF-alpha, anti-IL12/23, anti-IL17, anti-IL23

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 1,2,3,4

Anti-PDE4

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 1,2,3,4

Conventionele systemische behandelingen: methotrexaat, cyclosporine, fumaarzuur, acitretine

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 1,2,3,4

Eczeem en urticaria

Biologicals: anti-IL4/13, anti-IgE

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 5,6 Gezien atopische constitutie mogelijk verhoogd risico op allergische / anafylactische reacties: standaard observatieduur van minimaal 15 minuten. Bij een geschiedenis van anafylaxie: 30 minuten. Setting voor vaccinatie dient te zijn waarin anafylaxie behandeld kan worden. Mogelijk is dit ook van belang voor patiënten met mastocytose.

JAK-remmers

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 5,6

Conventionele systemische behandelingen: cyclosporine, methotrexaat, azathioprine, mycofenolzuur

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 5,6

Auto- immuunziekten (SLE, dermato- myositis, vasculitis, sclerodermie)

Prednison, cyclosporine, azathioprine, methotrexaat, mycofenolaat-mofetil, HIVIG, plaquenil, dapson

Ja

Ja

Voor of tijdens

Ref 6

Auto-immuun- blaarziekten

B-cel-depleterende therapie2

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Huid- maligniteiten

Cutane B-cel lymfomen

B-cel-depleterende therapie

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Melanomen

Immune checkpoint inhibitoren (anti CTLA4 en/of anti PD-1)

Ja

Ja

In overleg met oncoloog

Gevorderde basaalcel- carcinomen

Hedgehog inhibitoren

Ja

Ja

Voor, tijdens of na

Superficiële basaalcel- carcinomen en actinische keratosen

Imiquimod

Ja

Ja

Voor of na

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Tijdelijk uitstellen is bij behandel indicaties voor imiquimod niet van belang. Een ander beleid bij meer geïndividualiseerd beleid kan nog volgen.

Cutane lymfomen

Chemotherapie

Ja

Ja

Advies (hemato)oncoloog voor chemotherapie bij lymfomen volgen

Documenten waarop dit advies gebaseerd is:

National Psoriasis Foundation (NPF) task force: COVID-19 Task Force Guidance Statements. National Psoriasis Foundation. December 12, 2020. https://www.psoriasis.org/covid-19-task-force-guidance-statements. Statement British Association of Dermatologists (BADBIR): https://www.bad.org.uk/shared/get-file.ashx?itemtype=document&id=6962 Statement International Psoriasis Council (IPC): https://www.psoriasiscouncil.org/blog/IPC-Statement-on-SARS-CoV-2-Vaccines-and-Psoriasis.htm Statement Skin Inflammation and psoriasis international network (SPIN):advice follows IPC ACAAI Guidance on Risk of Allergic Reactions to the Pfizer-BioNTech COVID-19 Vaccine. December 14, 2020. https://acaai.org/news/american-college-allergy-asthma-and-immunology-releases-guidance-risk-allergic-reactions-pfizer Information from the American College of Rheumatology Regarding Vaccination Against SARS-CoV-2. American College of Rheumatology. https://www.rheumatology.org/Portals/0/Files/ACR-Information-Vaccination-Against-SARS-CoV-2.pdf. Baker D et al. COVID-19 vaccine-readiness for anti-CD20-depleting therapy in autoimmune diseases Clinical and Experimental Immunology, 202: 149–161 Bijdragen: Inzake therapie Psoriasis en hidradenitis suppurativa: Prof. Dr. E.P. Prens; Prof. Dr. E.M.G.J. De Jong; Prof. Dr. P.I. Spuls; Dr. M. Seyger; Dr. E.M. Baerveldt. Inzake therapie eczeem en urticaria: Dr. M.S. de Bruin-Weller, Dr. M.L.A. Schuttelaar. Inzake therapie: HIVIG, Plaquenil en Dapson, rituximab: Dr. B. Horvath. Inzake therapie huidmaligniteiten: Dr. J.M. Muche, Dr. K. Mosterd, Dr. N.A. Kukutsch, Dr. M. Wakkee, Dr. M.B. Crijns, Drs. M. Tebbe.

Hematologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Hematologie

Chemotherapie inclusief tyrosine kinase remmers, IMiDs1

Ja

Ja

Zie algemene principes

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*

B-cel-depleterende therapie2

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*

Autologe en allogene stamcel-transplantatie

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*

Graft versus host disease

Ja

Ja

Geen voorkeur

CAR T celtherapie

Ja

Ja

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*

1 Behalve B cel-depleterende therapie; 2 Rituximab, obinutumumab, ATG, alemtuzumab. * Op het moment van opstellen van deze Handleiding nog geen onderdeel van het vaccinatieprogramma.

Immuungecompromitteerde kinderen >16 jaar Vaccinatie zal alleen mogelijk zijn vanaf 18 jaar. Er zal mogelijk een uitzondering worden gemaakt voor specifieke patiëntengroepen van adolescenten >16 jaar. Daarover wordt nog bericht. Bij aanpassing van de minimum leeftijd voor vaccinatie, bij andere uitzonderingen of aanpassingen, zal dat in de Handleiding worden opgenomen in overleg met de kinderartsen.

Kankerpatiënten (solide tumoren) Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Solide tumoren

Alle

Ja

Ja

Onbekend, daarom geen specifiek advies

Het advies van de verschillende internationale oncologische organisaties is om patiënten met solide tumoren te laten vaccineren tegen COVID-19. Het is nog niet duidelijk of alle patiënten wel een goede immuunrespons kunnen ontwikkelen. Hier zal nog onderzoek naar gebeuren. Totdat meer bekend is, is men dus niet zeker van goede bescherming. Daarom zal het advies voor beschermde voorzorgsmaatregelen na vaccinatie nog steeds van toepassing zijn.

Hoge dosis chemotherapie met autologe en/of celtherapie: TIL / TCR / CAR

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Chemotherapie

Ja

Ja

Onbekend, daarom geen advies

Immuun therapie

Ja

Ja

Geen specifiek tijdstip

Tyrosine kinase remmers

Ja

Ja

Geen specifiek tijdstip

Radiotherapie

Ja

Ja

Geen specifiek tijdstip

Longpatiënten Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Pulmonale oncologie

Systemische chemotherapie

Ja

Ja

n.v.t.

Advies NVMO/sectie oncologie: Wij stellen voor om aan kankerpatiënten met chemotherapie te adviseren zich tegen het coronavirus te laten vaccineren analoog aan het griepvaccin en dit niet uit te stellen tot na de chemotherapie (zoals bv bij de pneumokokken vaccinatie)

Tyrosine kinase remmers

Ja

Ja

Geen specifiek tijdstip

Immunotherapie

Ja

Ja

n.v.t.

CPI

Ja

Ja

ILD / systeemziekte

Steroïden maintenance

Ja

Ja

Voor en na

Geen restricties t.a.v. timing, bij voorkeur vóór start therapie

Methyl-prednisolone pulse

Ja

Ja

Indien mogelijk voor of >1 maand na behandeling

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

MTX / AZA / MMF / anti-TNF-alpha

Ja

Ja

Bij voorkeur geven voor start therapie

Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk

B-cel depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

JAK-STAT-inhibitor

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Infectieziekten

CF

Ja

Ja

n.v.t.

Non-CF bronchiëctasieën

Ja

Ja

n.v.t.

PID/CVID

Ja

Ja

n.v.t.

Overlap met NVVI

Long-/hart­ transplantatie

Na LOTx / HTx / HLTx

Ja

Ja

Bij voorkeur na eerste 3 maanden

Advies LOTTO (NTV) Ook voor kinderen 16-18 jaar*

Voor LOTx / HTx / HLTx

Ja

Ja

Bij voorkeur vóór transplantatie geven

Ook voor kinderen 16-18 jaar*

Na ACR/AMR behandeling met methyl-prednisolone pulse (MPS)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: vóór of 1 maand na behandeling

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening,

Na ACR/AMR behandeling (ATG, rituximab)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.

Na ACR/AMR behandeling (alemtuzumab)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.

  • Op het moment van opstellen van deze handleiding nog geen onderdeel van het vaccinatieprogramma.

Neurologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Multiple sclerosis

B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab, ocrelizumab)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis rituximab. Indien mogelijk > 2 wkn na laatste dosis ocrelizumab

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.

Injectables (interferon-beta, glatirameer)

Ja

Ja

n.v.t.

Sfingosine-1-fosfaat receptor modulatoren (Fingolimod, Siponimod, Ozanimod)

Ja

Ja

Niet onderbreken voor vaccinatie i.v.m. risico rebound

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Immuun- reconstitutie- therapie (B- en T-celdepletie) (alemtuzumab, cladribine, aHSCT)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Dimethylfumaraat

Ja

Ja

n.v.t.

Teriflunomide

Ja

Ja

n.v.t.

Nierpatiënten Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Nier- transplantatie- patiënten

Pre-transplantatie

Ja

Ja

Bij voorkeur pre-transplantatie

Bij voorkeur eerste vaccinatie 2 weken vóór transplantatie

Standaard immuun- suppressie inclusief CNI, proliferatie- remmer en corticosteroïden

Ja

Ja

Bij voorkeur vanaf 6 weken na niertransplantatie

Conform Influenza

Rejectie- behandeling met methylprednisolon

Ja

Ja

Vanaf 2 weken na behandeling

Inductie- of rejectie- behandeling ATG dan wel alemtuzumab

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden na behandeling met alemtuzumab of ATG

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.

B-cel-depleterende therapie (o.a. rituximab)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Auto-immuun- systeemziekte (zoals SLE en ANCA vasculitis) met renale betrokkenheid

Inductie- behandeling met cyclofosfamide

Ja

Ja

  • Zo mogelijk laatste vaccinatie 2 weken vóór start behandeling
  • Bij reeds gestarte behandeling timing in overleg met behandelend nefroloog en eventueel uitstellen tot stabiele ziekte

Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie

Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison

Ja

Ja

  • Zo mogelijk laatste vaccinatie 2 weken vóór start inductiebehandeling
  • Bij reeds gestarte behandeling zonder uitstel vaccineren

Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie

Behandeling met anti-CD20 zoals rituximab

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.

Behandeling met andere biologicals

Ja

Ja

  • Zo mogelijk laatste vaccinatie 2 weken vóór start behandeling
  • Bij reeds gestarte behandeling timing in overleg met behandelend nefroloog

Glomerulaire ziektes

Inductie- behandeling met cyclofosfamide

Ja

Ja

  • Zo mogelijk laatste vaccinatie 2 weken vóór start behandeling
  • Bij reeds gestarte behandeling timing in overleg met behandelend nefroloog en eventueel uitstellen tot remissie

Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison

Ja

Ja

  • Zo mogelijk laatste vaccinatie 2 weken vóór start inductiebehandeling
  • Bij reeds gestarte behandeling in overleg met behandelend nefroloog

Nog onvoldoende bekend over kans op relapse van de meeste zeldzame nierziektes

Onderhouds- behandeling met plasmaferese

Ja

Ja

Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese

aHUS

Inductie- behandeling met plasmaferese

Ja

In overleg met behandelend nefroloog

Bij voorkeur na afronding van inductiebehandeling

Onderhouds- behandeling met plasmaferese

Ja

In overleg met behandelend nefroloog

Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese

Behandeling met eculizumab

Ja

In overleg met behandelend nefroloog

In overleg met behandelend nefroloog

Gezien onzekerheid over invloed vaccin op activiteit aHUS alleen onder strikte controle

Patiënten met maag-darm-lever aandoeningen Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Idiopathische chronische inflammatoire darmontsteking (IBD)

Expectatief (niet medicamenteus)

Ja

Ja

n.v.t.

Corticosteroïden

Ja

Ja

n.v.t.

Bij onderhoudstherapie vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening

Mesalazine-derivaten

Ja

Ja

n.v.t.

Thiopurine-derivaten

Ja

Ja

n.v.t.

Methotrexaat

Ja

Ja

n.v.t.

Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering van pro-inflammatoire signalering, zoals anti-TNF-alpha)

Ja

Ja

n.v.t.

Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering cell trafficking, zoals a4b7-blokkade)

Ja

Ja

n.v.t.

Small molecules (JAK remmers: tofacitinib)

Ja

Ja

n.v.t.

Overig

Ja

In overleg met behandelend arts

Bij voorkeur vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening

Transplantatie- patiënten (lever / darm)

Remming afstotingsreactie

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: vanaf 6 weken na transplantatie

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Chronische hepatitiden

Antivirale therapie

Ja

Ja

n.v.t.

Levercirrose

Supportief en antiportaal-hypertensief

Ja

Ja

n.v.t.

Ondervoeding

Voeding (oraal / enteraal / parenteraal)

Ja

Ja

Bij voorkeur na effectieve voedingstherapie (cf. priming voor operatieve ingreep)

Gastro- intestinale tumoren

Variërend

Ja

Ja

n.v.t.

Patiënten met primaire of secundaire immuundeficiëntie Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Primaire antistof- deficiënties (circa 60-70% van de primaire immuun- deficiënties betreft antistof- deficiënties

Immuunglobuline- suppletietherapie

Ja

Ja

n.v.t.

Er is geen minimum interval nodig tussen toediening van bloedproducten (o.a. IVIG) en toediening van COVID19-vaccins

Primaire immuun- deficiënties

Diverse, van immuunglobuline- suppletietherapie tot immuun- suppressieve / immuun- modulerende medicatie

Ja

Ja

n.v.t.

Secundaire antistof- deficiënties

Immuunglobuline- suppletietherapie

Ja

Ja

n.v.t.

Personen met hiv Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Personen met hiv

onbehandeld

Ja

Ja

n.v.t.

Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART

Behandeld CD4<200

Ja

Ja

n.v.t.

Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART

Behandeld CD4>200

Ja

Ja

n.v.t.

Reumatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen

Type behandeling

Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?

Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?

Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)

Opmerkingen

Alle inflammatoire reumatische ziekten

Methotrexaat /conventional synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs

Ja

Ja

Alle inflammatoire reumatische ziekten

Biologicals / targeted synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs

Ja

Ja

Alle inflammatoire reumatische ziekten

B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)

Ja

Ja

Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis

Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening

Vasculitis / connective tissue disease

Cyclofosfamide / mycofenolaat mofetil

Ja

Ja

n.v.t.

Versiebeheer

Geen sluitingdatum petitie..

Vanaf 2005 hoorden een deel van de bewoners dat de woningen gesloopt zouden worden. In 2007 werd het "plan" van de gemeente weer "aangepast"waarna niet alleen een deel maar de hele straat tegen de vlakte zou gaan.

+Read more...

Dit werd even via een mededeling in de brievenbus gegooid waarna een informatie-avond dia's liet zien hoe de gemeente met de verhuurder van deze woningen in een platte weergave dacht in te gaan vullen. Bij de gemeenteraad werd de voorlopige visie in een raamwerk gegeven zonder rekening te houden met de bewoners. De bewoners schreven de feitelijke situaties op en brachten de gemeenteraad op de hoogte. Tevens van het feit dat er door de gemeentelijke afdeling ook niet werd geregeerd. Een bestaand Bewoners Centrum Forum waarin Caleidoscoop vertegenwoordigd was gaf het bericht "namens de bewoners van Centrum-West te spreken". Waarna de bewoners van Centrum-West" via de reactie van ondergetekende reageerden door te stellen dat dit een vreemde zaak was gezien het Heerenveen Centrum Forum geen bewoners van dit deel van Heerenveen op een stoel had zitten. Vervolgens werd dit snel gersteld en kwam er een klankbordgroep in zicht waar de regie bij het plan van de gemeente lag en er alleen meegesproken mocht worden op basis van die plannen. Dus opnieuw werden de bewoners monddood gemaakt in de mening dat deze woningen het waard waren in stand gehouden te worden. Verder ging het meer over de infrastructuur omwille van sportstad Heerenveen. Heemschut was ook tegen sloop. Werkgroep oud-Heerenveen was ook tegen sloop. Dit werd ook duidelijk gemaakt via gesprekken/brieven. We zijn nu gekomen op een punt dat we ( ook via SASH) de ervaring op hebben gedaan dat inspraak iets anders is dan dat wordt voorgehouden. En dat regelgeving op gebied van plaatselijke richtlijnen omtrent beantwoording en communicatie naar de burgers toe afhankelijk is van inkomsten. Het bestaande college is het lichtend voorbeeld hiervan geworden. Ondanks dit gegeven geven we de strijd niet op. Ondanks de tegenwerking op het gebied van betaalbare sociale huren zullen wij ons, als niet-gesubsidieerden, sterk blijven inzetten om ook de lagere inkomens groepen fatsoenlijk te behandelen. En niet, via het niet nakomen van eerdere toezeggingen, weg te jagen door een minimale hoeveelheid sociale huren in stand te houden. Door de veranderde houding van deze gemeente om nu weer in te zetten op middeldure en dure woningen op de plaats waar eerder mensen het "recht" hadden op terugkeer naar de bestaande straat mocht er wél gesloopt gaan worden. Vooralsnog blijven de zittende bewoners tegen de sloop-ideeen van het bestaande bestuur en voorstander van het isoleren van de bestaande woningen. Wat uiteraard niet zo duur hoeft te zijn als wat men de bewoners heeft voorgehouden ( en tevens door A.Thomsen T.U Delft wordt onderschreven ivm het materiaal) De Verhuurder Accolade zegde overigens in nov. 2008 toe een onafhankelijke Bouwkundige te kunnen sturen omdat er ook werd aangevochten dat deze woningen helemaal niet zo slecht waren als men voorhield. Echter de "keuring" werd gedaan door de eigen gelederen waarbij de zelfde opzichter was die eerder vertelde nav klachten : dan zet u maar een raam open" en "daar hebben we geen geld voor". Het relaas omtrent de notities werd door de gemeente gebruikt in een later stadium om de klacht van april 2008 in het najaar van 2009 ongegrond te verklaren. Uiteraard werd de nationale Ombudsman ook op de hoogte gehouden van deze werkwijze. Tevens het VROM. Waarbij de laatste meer afging op wat de Verhuurder verkondigde in de telefoon dan dat men keek naar de bewijsstukken die intussen waren verzameld op het gebied van de communicatie klachten op gebied van het Bouwbesluit 2003 bestaande bouw. Tot op heden werd de Overlegwet en het BBSH niet aangepast ivm het recht voor de verhuurders in deze straten. Dus in hoeverre word er op een fatsoenlijke manier omgegaan met mensen in de sociale huursectoren als een gemeente alleen de eigen prioriteiten wil laten voorgaan? Is het fatsoen bij dit soort gebeurtenissen iets wat straks ook in de geschiedenis-boekjes ligt naast de rest van de geestelijke armoede? De organisatie komt voort uit een ander Steunpunt. Die van Minima. Zie link.. En já ik weet dat iedere potenciële "opstandeling" in de gaten wordt gehouden via internet. Maak ik het dus iets gemakkelijker. Gewoon omdat ik niet van klikken, achterkamertjes en overige stiekeme gedragsvormen houd En onderteken gewoon zonder politieke correctheden bovenstaande feiten..  

Waar gedachten gewoon kunnen worden uitgesproken met het oog op de hedendaagse verdeel en heers technieken..

negatieve reacties

Beste mensen, Naast alle positieve reacties en ondertekeningen komen er af en toe ook negatieve reacties binnen. Varierend van goed onderbouwde reacties tot "laat je beter voorlichten" etcetera. Om al deze reacties te ondervangen voordat ze worden verzonden: Deze petitie is niet bedoeld om persé een mammografie voor iedereen aangeboden te krijgen, maar om een onderzoek aangeboden te krijgen. Het is mij duidelijk (altijd geweest) dat een mammografie niet altijd het gewenste resultaat geeft bij jongere vrouwen, maar er zijn wel onderzoeken mogelijk die wel een duidelijk beeld geven; De petitie is opgesteld voor "Wij vrouwen", waarom mogen mannen deze petitie niet ondertekenen? Dat mag wel, in eerste instantie is er alleen gedacht dat vrouwen zich hierdoor aangesproken zouden voelen, en er niet bij nagedacht dat bezorgde mannen dit net zo belangrijk zouden kunnen vinden; Er wordt af en toe ook beweerd dat er geen onderzoek bestaat dat duidelijk beeld geeft, als dit zo zou zijn, wellicht dat er dan door deze petitie duidelijk een signaal wordt afgegeven dat daar dan echt harder naar gezocht moet worden, er is behoefte aan, dat mag duidelijk zijn; de kosten zijn te hoog, en daardoor gaat er minder geld naar andere onderzoeken.

+Read more...

Natuurlijk er zullen kosten aan verbonden zijn, maar hoeveel minder kosten dan dat er verbonden zijn aan een behandeling van een persoon die borstkanker heeft in een vergevorderd stadium; Er zijn niet zoveel vrouwen die op jongere leeftijd borstkanker krijgen: dat is niet waar helaas, was het maar zo. Het wordt alleen vaak te laat ontdekt; Je moet maar zelfonderzoek doen: Klopt, er wordt ook niet gepleit om het zelfonderzoek te stoppen, dat blijft belangrijk, maar het is niet (altijd) afdoende. Helaas zijn er vrouwen genoeg waar zelfonderzoek niets heeft uitgewezen en er wel wat zat, of die dan elke week wel naar de arts kunnen omdat er weer een nieuw knobbeltje is ontstaan. Ik hoop dat iedereen begrijpt dat ik deze petitie heb opgestart om een hele grote groep mensen te helpen en om in ieder geval een signaal af te geven naar de regering dat er iets moet gebeuren. Ik heb me echt wel in het onderwerp verdiept, zoiets doe je niet zomaar. Bianca

2009-12-11 | Petition Borstkankeronderzoek vervroegen

Tweede en laatste kraan is al weggehaald van de kade op Katendrecht

lees hier meer: http://www.skyscrapercity.com/showpost.php?p=48280129&postcount=378  .

2009-12-11

2891 stemmen

Op dit moment hebben we nu 2891 stemmen bereikt,zonder enige aandacht van de media.De oproepen worden gedaan via Hyves,Msn,Twitter,Facebook enz. Ook op youtube is sinds kort een promo filmpje te zien met daarin de oproep verwerkt om de petitie te tekenen. Natuurlijk kunnen we nog veel meer stemmen gebruiken.Dus weet je nog iemand die niet getekend heeft,stuur hem dan zeker deze link door.Plaats hem op je hyves,Twitter,Facebook enz..en laat iedereen vooral stemmen..

25x Nee tegen de OV Chipkaart

De OV-chipkaart moet reizen eenvoudiger maken, maar het systeem gaat onder meer uit van perfecte mensen zonder lichamelijke handicap of ouderdomsverschijnselen. 25 problemen op een rij. Deze week werd bekend dat vanaf 11 februari 2010 in heel Nederland gereisd moet kunnen worden met de OV-chipkaart.

+Read more...

Dat is namelijk de randvoorwaarde om in de hele regio Rotterdam de strippenkaart te verbieden. Sinds begin deze maand kunnen trouwe klanten met kortingin de trein reizen op saldo. Toch zijn er een aantal fundamentele problemen die pijnlijk duidelijk maken dat het systeem en niet de mens centraal staat. 1. Het systeem is niet intelligent opgezet Wie reist met de OV-chipkaart moet zelf bedenken wat het slimste tarief is. In tegenstelling tot het zustersysteem in London, de Oystercard, wordt hier niet ontdekt dat de reiziger zoveel heeft betaald dat er eigenlijk sprake is van een dagkaart en dat dit dan voordeliger is. Ook blijkt het systeem niet in staat te ontdekken dat een reiziger bij de NS eigenlijk een retourtje nodig heeft. Daarom zijn de spoorwegen begonnen met het verlagen van de prijs van een enkele reis en het verhogen van de prijs van een retourtje. Diverse conducteurs vertellen dat een retourtje in de nabije toekomst twee keer de prijs van een enkele reis wordt. Wie een kortingskaart bij de NS heeft en om acht uur incheckt betaalt vol tarief. Het ontbreekt aan intelligentie om bijvoorbeeld te ontdekken dat de reiziger van Maastricht naar Groningen gaat voor een groot gedeelte wel aanspraak op korting kan maken. De klant moet zelf bedenken dat papier dan fors goedkoper is of als topsporter op een station uit de trein hollen en snel in- en uitchecken bij twee verschillende palen. 2. Overstappen? Dat gaat zomaar niet! Wie bij een vervoersbedrijf (niet de NS) overstapt binnen 35 minuten hoeft niet opnieuw het opstapgeld van €0,75 te betalen, maar betaalt per kilometer. Dit systeem is niet intelligent en dat wreekt zich, wederom, richting de reiziger. Wie bijvoorbeeld Veolia gebruikt in de gemeente Ede om naar het station te gaan waar direct de trein naar de regio Den Haag wordt genomen, zal daar toch opnieuw het opstapgeld moeten betalen. Ook rekenen de vervoersbedrijven opstapgeld aan klanten, die van de trein afkomstig zijn. Diverse voorlichters wijzen erop dat dit normaal is, omdat voor de strippenkaart ook een extra strip wordt gerekend. Daarbij gaan ze voorbij aan het feit dat de strippenkaart op diverse lijnen van de trein ook een geldig vervoersmiddel is. Bovendien is in sommige regio's de tijdslimiet van 35 minuten echt te kort om goed te kunnen over te stappen en betaalt de klant dus meer. Feitelijk wordt er wel overgestapt. 3. Reizen wordt sowieso duurder De OV-chipkaart is een wijziging in het systeem. Dat betekent dat her en der fors meer betaald moet worden voor een reis. Klachten komen bijvoorbeeld uit de regio Arnhem-Nijmegen en Utrecht. Ook het GVB heeft de introductie aangegrepen om het enkeltje te vervangen door uurkaarten, die fors duurder blijken te zijn. 4. Sociale veiligheid wordt lang niet overal geboden Een belofte van de OV-chipkaart om de sociale veiligheid te vergroten, wordt niet overal ingelost. De Nederlandse Spoorwegen mochten van de regering €726 miljoen aan geld van de verkoop van Telfort hebben om poortjes neer te zetten. Toch zijn er heel veel stations, die in plaats van poortjes een paal hebben gekregen en dus niet de beloofde afsluiting voor sociale veiligheid krijgen. Wat er wel met het geld is gebeurd, is nog niet duidelijk. 5. Inschakelen OV-chipkaart voor trein is gedoe Wie met de trein wil reizen en de OV-chipkaart wil gebruiken, moet zich op de website van de NS aanmelden voor het reizen op saldo. Daarna moet de servicebalie of een automaat het product op de kaart laden. Dan moet de klant hebben gekozen of er altijd eerste of tweede klas wordt gereisd. Wie een keer in een andere klasse wil reizen krijgt van de NS het advies om maar een papieren kaartje te kopen. De procedure is anders het deactiveren van de kortingskaart. Daarna moet de kaart weer worden geactiveerd in de nieuwe reisklasse. Voor anonieme kaarten kan de servicebalie de klasse wijzigen. 6. Treinreizen wordt ingewikkelder Klanten van de NS komen in een ingewikkeld spel van treinkaartjes uit. In sommige gevallen is het goedkoper een papieren kaartje te nemen, terwijl in andere gevallen de chip toch weer goedkoper blijkt. Zo is niet mogelijk om van A naar B via een ander station te reizen. Het OV-chipsysteem ziet dat dan als twee losse reizen en dat kan duurder uitpakken (soms is dat triviaal). Wie een dagkaart koopt, moet een papieren kaartje nemen. Daarbij is het mogelijk om ook een uitbreiding voor het hele OV te nemen. Dat mag voordelig zijn, maar maakt het reizen ingewikkelder. Omdat reizen op papieren biljetten niet meer mogelijk is, moet de klant bedenken waar hij de uitstapt op het andere openbaar vervoer. Bij de servicebalie moet namelijk een dagkaart voor de vervoerder worden opgehaald. Uitstappen op station Amsterdam Amstel kan bijvoorbeeld niet, maar wel op Centraal wel. Voor veel busvervoerders wordt het interessant hoe dit treinkaartje straks wordt gehonoreerd. 7. Abonnementhouders kunnen gestraft worden voor legaal reizen   Abonnementhouders zijn verplicht om met hun kaart in het openbaar vervoer zich aan en af te melden bij het systeem. Doen ze dat niet dan reizen zij zwart en kunnen zij bij controle een boete krijgen. Het GVB en de RET hebben eerder al aangegeven zo de meest trouwe klanten te willen behandelen. De Nederlandse Spoorwegen beloofden eerder dit juist niet te doen, maar zijn daar ook vanaf gestapt. Eerder gaven de vervoersbedrijven al aan dat de informatie over het reisgedrag belangrijk is om de dienstverlening op de klanten te kunnen afstemmen en inzichtelijk te maken welke lijnen druk zijn en welke niet. Feit is wel dat anoniem reizen voor vaste klanten niet meer mogelijk is, omdat ze in het systeem moeten passen. 8. Samenreiskorting NS niet meer met OV-chipkaart Ooit was het plan van de NS om de OV-chipkaart zo te maken dat een treinkaartje als product op de kaart werd geladen. Hierdoor is het mogelijk een reis met korting te kopen, waarbij de conducteur net als nu controleert of de korting terecht is. Dit systeem is uiteindelijk vervangen door het reizen op saldo. Daardoor moeten medereizigers een papieren kaartje kopen om toch van de korting gebruik te kunnen maken. Het gevolg daarvan is dat van de beloofde tijdswinst niet veel overblijft. 9. De reiziger gaat van de file in de file Klanten die de file van de auto ontvluchten komen in een nieuwe file: de wachtrij voor het OV-chippoortje in de metro. In Amsterdam zijn tijdens de ochtendspits soms lange wachtrijen. Enkele steekproeven op diverse metrostations leren dat mensen soms tot een minuut moeten wacht voor ze een station mogen verlaten. Als er problemen zijn, zoals afgelopen dinsdag op de Nieuwmarkt loopt het station Weesperplein over en loopt de tijd soms op naar drie minuten wachten op techniek. Volgens het GVB ligt dit probleem niet aan het systeem, maar de reiziger. Wij moeten nog wennen aan het systeem. “Waar we nog veel mee te maken hebben, is dat reizigers eerst wachten tot het poortje dicht is, dan inchecken, kijken wat er op het display komt te staan, wachten tot het poortje weer open gaat en dan doorlopen”, vertelt voorlichter Petra Faber. “We proberen reizigers te leren dat men niet hoeft te wachten tot het poortje weer dicht gaat: men kan meteen ná de vorige reiziger inchecken en doorlopen. Het poortje gaat dan niet eens dicht. Zo wordt de vaart er in gehouden.” Daarbij vergeet ze wel dat het lastig is te controleren of de afboeking van geld klopt. Een reiziger verwoordde de files treffend: “Tja even snel je trein halen is er niet meer bij!” 10. Waar het systeem faalt, krijgt de reiziger de schuld Er kan een aantal dingen bij het inchecken misgaan. Soms werken palen niet of heeft een reiziger onvoldoende saldo. Wie bijvoorbeeld van Den Haag Centraal naar Hollands Spoor reist en dus €1,80 moet betalen op een anonieme kaart, maar zal toch €20 saldo moeten hebben. Vooral voor families kan dit minimale bedrag per kaart flink in de papieren gaan lopen. Als om een of andere reden de kaart kapot blijkt te zijn, dan kan de NS geld terugstorten. Daarvoor rekent het bedrijf wel €2,50 aan de klant en voorwaarde is ook nog eens dat er minimaal €5 saldo over is. Is dat niet het geval dan heeft u pech gehad. De reiziger krijgt geen vergoeding voor het ongemak. 11. Onhandigheid van de klant wordt hard gestraft   Bij het inchecken wordt bij de meeste vervoersbedrijven standaard €4 van de kaart afgeschreven, de NS rekent €10 voor kaarten op naam en €20 voor anonieme kaarten. Wie vergeet uit te checken is dat geld kwijt. Via een ingewikkelde procedure (zie punt 13) is dat wel terug te krijgen. Als een klant – zoals uw verslaggever – in een onhandig moment vergeet uit te checken en dat in de volgende tram denkt te herstellen, merkt dat hij geen overstap of afmelding registreert maar dat er zelfs twee keer €4 is afgeschreven. 12. Verkeerde poortje, dubbele rekening Op sommige stations is het een complete chaos met poortjes en paaltjes, zoals bijvoorbeeld op Amsterdam Bijlmer. Dit is voor mensen overweldigend en onoverzichtelijk. Wie bijvoorbeeld voor in de trein zit en daar uitstapt treft geen poortje van de NS aan om uit te checken. Daarna begint een zoektocht naar een paal. Eenmaal gevonden, is het zaak de juiste paal van de metro te vinden. Wie namelijk e en poortje pakt checkt uit en verliest direct €4. Na aankomst op de bestemming rekent het systeem nogmaals €4 (een dagkaart in Amsterdam kost €7 en is dus voordeliger). 13. Alleen volhouders krijgen geld terug Al dat teveel betaalde geld is wel terug te krijgen, maar dat is werk voor de stugge volhouder. De klant kan niet eventjes langs een servicebalie om de fout te herstellen, maar moet een formulier invullen. Daarbij gaan sommige vervoersbedrijven zover om een kopie bankafschrift te vragen. Daarna begint het grote wachten, want bijvoorbeeld bij het GVB is een achterstand ontstaan door het aantal claims. Ook de RET worstelt daarmee en sprak recentelijk met kunstenaars in de hoop mensen het uitchecken goed tussen de oren te krijgen. 14. 'OV-tolpoortjes' voor voetgangers Sommige treinstations zijn ook onderdeel van de gemeentelijke infrastructuur geworden. Het bekendste voorbeeld is de doorgang in station Leiden Centraal. Dat moet uiteindelijk geheel worden afgesloten worden door poortjes om de sociale veiligheid te vergroten. Wie onder het station wil doorlopen zal een OV-chipkaart met saldo moeten hebben. Voor het lopen onder het station door rekent de NS niets, want wie binnen een uur uitcheckt op hetzelfde station betaalt niets. Wel is het hebben van saldo verplicht. 15. Slaperige reizigers zijn niet welkom Reizigers bij de NS moeten heel alert zijn. Wie namelijk een omweg maakt, moet nu bedenken dat hij op een station wel eens uit en in moet checken. De regel is namelijk dat de route in de planner van ov9292 moet voorkomen anders reist de klant zwart. Het reizen met een omweg (het zogenaamde “via kaartje”) kan niet achteraf berekend worden en mag daarom niet. Wie naar Amsterdam gaat vanuit bijvoorbeeld Ede kan zowel via Utrecht als via Amersfoort. Wie de eerste route kiest hoeft alleen in te checken bij de NS. De alternatieve route via de Valleilijn wordt door Connexxion uitgevoerd. Dus moet twee keer worden ingecheckt (en uitgecheckt) om een boete te voorkomen. Vreemd genoeg is het papieren NS-kaartje wel op die route geldig. Om de reiziger verder te ondersteunen is het openbaar vervoer vergeven met herinneringen wat een klant wel of niet moet doen met de OV-chipkaart. 16. Er heerst een complete tarievenchaos Er is een wirwar aan tarieven. Ieder vervoersbedrijf heeft een andere prijs per kilometer. Daarom is het lastig uitleggen dat een bus in plaats A een ander tarief heeft dan een bus in plaats B. Als er vervolgens twee bedrijven een regio bedienen dan kan het zelfs zo zijn dat de prijs tussen twee haltes verschilt. Het systeem is lastig aan klanten uit te leggen. 17. Prijzen zijn lastig te controleren Lezers melden dat het kan gebeuren dat de heenreis tussen twee haltes met tram of bus een andere prijs heeft dan de terugweg. Er zijn geen heldere lijsten met de prijs van een rit. Een verzoek om routetabellen bij enkele vervoersbedrijven wordt geweigerd, zodat ook niet te bepalen is hoeveel de reis nu precies kost. Dat wordt allemaal dynamisch... 18. Er is opleiding nodig om met de kaart te werken In diverse gemeenten is opleiding nodig om ouderen te laten wennen aan de OV-chipkaart. Deze worden op verschillende locaties door vervoersbedrijven en ouderenbonden georganiseerd. Het systeem dat het leven eenvoudiger moet maken, is verworden tot een kaartje waarvoor je eerst op cursus moet. 19. Privacy is een zorgenkind Er zijn redenen om bezorgd te zijn over de privacy rond de OV-chipkaart. Justitie toont zich uiterst geïnteresseerd in de database, waarin reisgegevens zeven jaar worden bewaard. Wel moet gezegd worden dat Trans Link systems hard werkt de gegevens goed te bewaren. Eerder dit jaar bleek dat het bedrijf een gang naar de rechter niet schuwt. Toch is het zo dat het vorderen van de gegevens goed mogelijk is en dat er van veel Nederlanders een uiterst gedetailleerd profiel wordt bijgehouden. Zo is precies bekend van iedere reiziger met een kaart op naam waar hij of zij was op welk moment. In een geval van misbruik is dat een detailniveau dat we nog niet kennen. Het dossier is duidelijk een ondergeschoven kindje. Eerder bleek dat de OV-Ambassadeur in een rapportage naar de Tweede Kamer hierover uitspraken deed, die niet met harde feiten te staven bleken. Tijdens een hoorzitting wees ze erop dat op een strippenkaart ook te zien is wie in welke zone is geweest. Daarbij negeert ze het feit dat de informatie op strippenkaarten alleen daarop beschikbaar is en niet centraal wordt opgeslagen. 20. Privacy is duur Wie toch voor privacyvriendelijk reizen wil gaan, zal moeten bedenken dat dit een prijskaartje heeft. Bij de meeste vervoerders is geen korting op anonieme kaarten mogelijk. Wie met de trein reist kan nog altijd kiezen voor het gebruik van een papieren kaartje, waardoor de reis zelf niet wordt opgeslagen. De NS beweert dat bij het controleren van de kortingskaart met de PDA geen registratie van gegevens plaatsvindt. 21. Anonimiteit is moeilijk te regelen of onmogelijk Wie hangt aan anonimiteit wordt op tal van plaatsen verleid tot het opgeven van de identiteit. Zo kunnen veel automaten alleen opladen met een pinpas. Ook blijkt in de praktijk personeel liever te verwijzen naar een automaat dan contant geld aan te nemen. Echter na aandringen blijkt dat in de praktijk wel mogelijk. Sommige vervoerders bieden anonieme kaarten online aan. Na het invullen van een formulier wordt het geld afgeschreven van de bankrekening op naam en opgestuurd naar het privéadres van de privacyminnende burger. 22. Het systeem wordt opgedrongen Waar in andere landen er altijd een keus is om tussen kaartsoorten te wisselen en de klant verleid wordt om over te stappen, is dat in Nederland niet het geval. Op de NS na is het plan om overal de kaart verplicht te stellen. De klant mag dus niet kiezen. 23. Het systeem is nog niet af Op veel plekken is er een gebrek aan poortjes of kaartlezers, moeten er nog oplaadpunten om saldo op de kaart te storten en blijken er dus veel oneffenheden niet te zijn opgelost. Er is nog veel werk te verzetten om een goed, betrouwbaar en veilig systeem te krijgen. Nog altijd wordt gewerkt met gekraakte technologie. Een heikel punt is bijvoorbeeld nog altijd dat blinden moeite hebben met het gebruik van de kaart, het vinden van de poortjes, het opladen van de kaart, enzovoort. Ook minder validen moeten zich in de spits met meer moeite door de chaos worstelen. Op dit moment zijn er veel servicemedewerkers beschikbaar die helpen. Toch blijkt uit tientallen gesprekken dat juist minder mobiele groepen het straks zonder die ondersteuning moeten doen en dan “door het systeem geplet worden.” 24. De vervoerder staat centraal Het hele systeem lijkt er vooral zo gemaakt dat het de vervoerders het leven makkelijker maakt en de reizigers maar ten dele, en soms geheel niet. De vervoerder krijgt 'eerlijker' betaald voor zijn geleverde diensten. Overal waar problemen ontstaan, wordt de hete aardappel naar de reiziger geschoven. Niet de klant, maar de leverancier is koning. 25. De OV-chipkaart is niet simpel Er is een grote hoeveelheid regeltjes, tarieven, randvoorwaarden en zaken om niet te vergeten. De belofte om reizen simpel te maken, wordt niet waargemaakt. Zoals een voorlichter van de RET ooit vertelde: “Hoe moeilijk kan het zijn? Ik zit altijd in de tram of bus met de kaart in de hand, zodat ik niet vergeet om uit te checken.”   -------------------------------------- Bron: WebWereld - Auteur: Brenno de winter URL: http://webwereld.nl/de-vijf/64510/5--nee-25-problemen-met-ov-chipsysteem.html  

Gemeente Leek opent petitieloket

De gemeente Leek opent een nieuw petitieloket, samen met het verschijnen van de nieuwe website van petities.nl. Of zoals Leek het zelf zegt: "Inwoners van de gemeente Leek hoeven voortaan niet meer door weer en wind langs deuren te gaan om handtekeningen te verzamelen voor een petitie, maar kunnen met een muisklik een mening over een bepaald onderwerp verzenden naar de gemeente." De gemeente Leek is ervaringsexpert omdat ze samen met de buren naar Den Haag zijn gegaan om een petitie (op papier) voor het lokale, succesvolle recyclingsysteem te overhandigen waarvoor ze via petities.nl handtekeningen hebben verzameld. In tegenstelling tot de Tweede Kamer nu over die petitie, zal de gemeente Leek het wel via het petitieloket zichtbaar maken wat er aan de hand is met de petitie die u bij het petitieloket van Leek heeft ingediend. De heldere spelregels zijn te lezen als een aanmoediging, de drempel is laag om een petitie te starten. En natuurlijk kunt u ook altijd een petitie op het gemeentehuis komen toelichten, want het digitaal overhandigen gaat al vanzelf op de einddatum van uw petitie..

2009-12-09

woensdagochtend 8 december om 8:00 onbereikbaar

De website petities.nl is woensdagochtend 8 december vanaf 8:00 minstens een uur onbereikbaar. De website wordt vernieuwd en daarvoor moeten de 600.000 gegevens die we sinds mei 2005 hebben verzameld een klein beetje aangepast worden.

+Read more...

Deze kleine berekening in veelvoud kost naar verwachting minder dan een uur. Als de nieuwe website daarna goed overweg kan met de aangepaste gegevens is de nieuwe website vanaf 9:00 goed te bereiken. Graag horen we uw suggesties en opmerkingen, want dit is het begin van een reeks verdere verbeteringen. Uw ideeën kunnen daarin verwerkt worden. Schrijft u ons op webmaster@petities.nl

2009-12-07

2382 stemmen tegen de stijging van de zorgpremie

De stemmen blijven binnen stromen op dit moment. Ruim 2300 bevestigde stemmen hebben we al,en niet zichtbaar voor de buitenwereld hebben we nu ruim 3400 stemmen. De communicatie gaat via Hyves,Msn,Twitter,Facebook en sinds enige tijd ook via YouTube.Op Youtube staat er een promofilmpje van de stop de stijging van de zorgpremie hyves. Zeker hebben we nog meer stemmen nodig om de petitie in te kunnen dienen,dus meldt het op je twitter,je hyves,msn,facebook overal waar je maar kan ;) De hyves groep nu is het genoeg heeft nu binnen een maand al een ledenaantal van ruim 40.000 leden behaald. Dit alles zegt genoeg dat wij nederlanders het ondertussen het meer als genoeg vinden. .