Een adviesorgaan van het ministerie over mobiliteitsbeleid schreef het onderstaande over internationale treinen in het essay 'Keuzen voor het spoor':
"De spoorwegen hebben van oorsprong een sterk nationale focus. Weliswaar zijn er in Nederland al sinds 1856 internationale verbindingen, maar een moeizame afstemming tussen de buurlanden heeft intensief grensoverschrijdend verkeer al sinds het ontstaan van de spoorwegen in de weg gestaan. Verschillen in infrastructuur, materieel, wet- en regelgeving en de afstemming van treinpaden maken het complex om met een trein in meerdere landen te rijden. Ofwel treinen moeten met verschillende systemen zijn uitgerust, of er moet van locomotief en machinist worden gewisseld. In de afweging van belangen delft het internationale belang in veel gevallen het onderspit. Het verbaast dan ook niet dat internationale treinreizen ver zijn achtergebleven bij het aantal vliegreizen, ondanks de nieuwe HSL-verbindingen. In 2019 namen ongeveer 10 miljoen reizigers een internationale trein: 4 miljoen over lange afstand, 6 miljoen kort grensoverschrijdend. De afgelopen jaren neemt de populariteit van het internationaal treinverkeer weer toe. Toeristen, maar ook bedrijven zoeken vaker naar een milieuvriendelijk alternatief voor het vliegtuig. Toch gaat het nog altijd om een klein deel van de internationale reizigers. Internationale treinreizigers lijken op de binnenlandse treinreizigers. Ze komen vaker dan gemiddeld uit de hoge sociale klassen, zijn jong en wonen zeer sterk stedelijk."
op pagina 8 al.
Volgende week vrijdag staat er een gesprek met de regiomanager van Arriva in Brabant te wachten. Om van de gelegenheid goed gebruik te maken zijn ervaringen, meningen of suggesties van harte welkom! .
Volgens Nu.zakelijk Autobezit wordt gestimuleerd door de parkeervergunningen die in veel Nederlandse steden worden uitgegeven, dit zijn immers "gesubsidieerde" parkeerplaatsen. Dat blijkt donderdag uit onderzoek door drie economen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Het onderzoek heet "Car ownership and residential parking subsidies: Evidence from Amsterdam" en is van Jesper de Groote, Jos van Ommeren en Hans R.A. Koster van de Vrije Universiteit. Samengevat: SUMMARY? Many cities around the world have introduced paid parking but implicitly subsidize parking for example by providing residential parking permits for street parking.
We study the welfare effects of residential parking subsidies through changes in car ownership for Amsterdam. We employ a boundary-discontinuity design that exploits spatial variation in the length of waiting lists for permits and therefore in the size of the parking subsidy. In the city center, the waiting time for a permit is up to four years. Our results indicate that one additional year of waiting for a parking permit reduces car ownership with 2 percentage points corresponding to a price elasticity of car demand of?0.8. We demonstrate that subsidizing residential parking induces a substantial welfare loss. On average, a parking permit induces anannual deadweight loss of 270. Furthermore, we show that the provision of parking permits is an income-regressive policy: rich households are five times more likely than poor households to receive these (implicit) parking subsidies.
Nu.nl: Autobezit wordt aantrekkelijker door 'gesubsidieerde' parkeerplaatsVandaag heeft Arriva gebeld. Volgende week vrijdag een gesprek.
Aanstaande woensdagochtend, voorafgaand aan de plenaire vergadering van Provinciale Staten van Gelderland, wordt de petitie aangeboden aan de Commissaris van de Koning, de heer Cornielje. In verband hiermee wordt de petitie maandagavond afgesloten..
We zijn van plan om woensdag 7 oktober de petitie aan Provinciale Staten Gelderland aan te bieden. We hebben een verzoek daartoe aan de griffie gestuurd.