You, the petitioner
Examencyclus

Verbeter de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens

104 signatures

Verbeter de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens

Petition

We

Een ieder die betrokken is bij de centrale eindexamens en andere belangstellenden,

 

establish that:

De wiskundedocenten die in 2012 deelnamen aan de Centrale Bespreking van het wiskunde examen vwo, hebben destijds unaniem een klacht ingediend. Het oordeel van deze centrale bespreking is ‘zomaar’ terzijde geschoven, zonder dat er een adequate beroepsmogelijkheid bestond. Beroep is wel mogelijk via de ombudsman, maar dat is in het geheel niet een inhoudelijke beroepsmogelijkheid en het is in de praktijk een langdurige en intensieve procedure.

 

and request

Wij pleiten er met kracht voor dat in de toekomst een oordeel van de centrale examenbespreking, dat breed door deskundigen ondersteund wordt, voorgelegd kan worden aan externe onafhankelijke deskundigen. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk ons niet alleen een antwoord te geven op dit pleidooi, maar ook te onderzoeken of het inrichten van een adequate beroepsprocedure in een dergelijk traject in de nabije toekomst wettelijk mogelijk wordt.

The answer

Antwoord van de minister: Reactie op uw brief over de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens

http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2016Z04625&did=2016D09524

Onze referentie: 882302

Uw brief van 11 januari 2016

Geachte heer Schutjes,

Ik heb de brief van u en uw collega’s van 8 januari over de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale examens op 11 januari ontvangen en kennis genomen van de inhoud. U vraagt mij te reageren op uw pleidooi voor de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens. Ik waardeer het initiatief dat u neemt en uw grote betrokkenheid bij examinering die hieruit spreekt. In deze brief ga ik achtereenvolgens in op het onderscheid in typen reacties op examens die samenkomen bij het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE), de specifieke casus uit 2012 die de aanleiding vormt voor uw schrijven en tot slot ga ik in op de manier waarop inspraak in het examenproces georganiseerd is en hoe dit verbeterd wordt.

Onderscheid in typen van reacties naar aanleiding van de examens Het CvTE is als zelfstandig bestuursorgaan belast met de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming en afname van de centrale examens in Nederland. Reacties op de examens en de afname daarvan komen bij hen terecht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een tweetal typen van reacties die belanghebbenden (leerlingen en docenten) in het examenproces kunnen geven. Het betreft feedback op examens enerzijds (waar inhoudelijke klachten deel van uitmaken) en het indienen van klachten over de bejegening door het CvTE anderzijds. Zoals u terecht opmerkt in uw brief wordt het onderscheid getypeerd doordat u zich alleen ten aanzien van de bejegening door het CvTE kunt wenden tot een onafhankelijke instantie als u het niet eens bent met de klachtenbeoordeling. Dat gaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de Nationale Ombudsman.

Feedback op de inhoud van examens en correctievoorschriften Jaarlijks verzamelt het CvTE tijdens de examenperiode feedback op examens. Dit bestaat uit: de reacties van leerlingen die het CvTE via het LAKS krijgt; de inhoudelijke klachten, vragen en opmerkingen over examenopgaven en correctie-voorschriften van docenten die binnenkomen via de toets- en examenlijn van het CvTE; de inbreng van vakdocenten bij examenbesprekingen georganiseerd door vakverenigingen; een quickscan over het examen voor alle CE vakken; een uitgebreide vragenlijst voor een aantal vakken waar wijzigingen zijn opgetreden wordt uitgezet bij docenten die gegevens hebben ingevoerd in het programma Wolf.

Inhoudelijke vragen en opmerkingen, zowel positief als kritisch, maken daarmee deel uit van de feedback op examens. Deze meldingen worden vaak automatisch getypeerd als klacht. Zeker als er een inhoudelijk bezwaar wordt geuit. De kritische feedback die wordt geuit bij een examenbespreking of een kritische inhoudelijke vraag die is gesteld bij de Toets- en Examenlijn zijn echter geen officiële klachten. Dit geldt ook voor het bezwaar dat u in 2012 heeft geuit. Vragen en opmerkingen over de inhoud van examens of over de normering worden door het CvTE altijd behandeld als een inhoudelijke vraag. Hiertegen kan niet in beroep worden gegaan, omdat het een besluit betreft van een zelfstandig bestuursorgaan. De Algemene wet bestuursrecht sluit dat uit.

Klachten over bejegening door het CvTE Zoals gezegd kunnen belanghebbenden een officiële klachtenprocedure starten wanneer zij vinden dat zij niet goed behandeld zijn door het CvTE. Specifiek gaat het dan om de dienstverlening van het CvTE of over de behandeling door een medewerker van het CvTE. Naar aanleiding van de situatie die u schetst in 2012 is er door u geen klacht ingediend, zoals hiervoor beschreven.

Feedback op het vwo wiskunde examen A en C uit 2012 Over de examenvraag 19 (wiskunde a) waar u in uw brief aan refereert, hebben destijds zeven docenten bij de Examenlijn een inhoudelijke melding gedaan. Dit wijst navraag bij het CvTE uit. Van die zeven docenten zijn er vier medeondertekenaar van de brief die u mij recent stuurde. Zoals u in die brief aangeeft, richtte uw bezwaar zich destijds op de vraagstelling van de opgaven. Het CvTE heeft destijds op alle vragen gereageerd, maar zag geen aanleiding om het bijbehorende correctievoorschrift aan te vullen. Het ging niet om foute examenopgaven, maar het betrof een meningsverschil over de interpretatie van de vraag. Het CvTE heeft mij gemeld nog steeds achter het besluit te staan dat destijds genomen is om het correctievoorschrift niet aan te vullen.

Inspraak in het examenproces van de centrale examens Ondanks dat uw feedback op het examen wiskunde uit 2012 niet heeft geleid tot een voor u bevredigende reactie heeft de feedback een belangrijke functie in het examenproces. Tijdens de lopende examenperiode wordt het enerzijds gebruikt om een goede correctie mogelijk te maken en anderzijds bij de onderbouwing van het normeringsadvies. Dit gebeurt binnen een zeer kort tijdsbestek. Zoals u weet kent een examenperiode een strakke planning. Tussen het afnamemoment van een examen en de correctie zit weinig tijd. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van de feedback binnen de beschikbare tijd maakt het niet mogelijk om dit proces uit te breiden met een extra stap waarin over elke vraag een inhoudelijk beroep kan worden ingesteld. Deze stap wordt daarom ondervangen door de betrokkenheid van vakinhoudelijk deskundigen bij de beantwoording van de vragen. Na afloop van een examenperiode wordt de feedback meegenomen bij het maken van examenopgaven, bij het vaststellen van examens en bij het opstellen van correctievoorschriften voor komende jaren.

Als gevolg van meldingen door één of meer docenten bij de examenlijn van het CvTE, van meldingen uit de examenbesprekingen, maar ook van meldingen van leerlingen via het LAKS kan het CvTE besluiten een correctievoorschrift aan te vullen. De zorgvuldige afweging van de ontvangen signalen wordt gemaakt door medewerkers van het bureau CvTE in afstemming met leden of voorzitters van de vaststellingscommissies van de verschillende vakken. Vaak vindt er ook raadpleging plaats van vak-experts uit het hoger onderwijs. Dat betekent dat vakdocenten nauw betrokken zijn bij de afweging van deze signalen en bij het besluit tot het aanvullen van een correctievoorschrift. De bedoeling van een aanvulling is om eventuele onduidelijkheden in de correctie van het gemaakte werk op te lossen. Het draagt bij aan het zo goed en gelijk mogelijk corrigeren van het gemaakte examenwerk. Dit is in het belang van de leerlingen. Een aanpassing van een correctievoorschrift betreft vaak een nadere specificatie van wat er goed gerekend moet worden. Het komt daarnaast voor dat, als een vraag echt niet goed blijkt te zijn, via een aanvulling op het correctievoorschrift wordt meegedeeld dat alle leerlingen het maximale aantal scorepunten moet worden toegekend. Daarmee wordt de vraag geneutraliseerd.

De rol van feedback bij de beoordeling van examens In Nederland is de inspraakmogelijkheid van belanghebbenden in het examenproces zorgvuldig vorm gegeven. Feedback wordt actief verzameld en wordt door het CvTE gebruikt om tot een afgewogen beoordeling en normering van door eindexamenkandidaten gemaakt werk te komen.

Dat neemt niet weg dat er altijd sprake zal blijven van leerlingen en docenten die zich niet zullen herkennen in bepaalde beslissingen die worden genomen of het niet eens zijn met de inhoud van een examen of correctievoorschrift. Verschillen van mening blijven bestaan al is het alleen al vanwege de diversiteit aan opvattingen die kunnen heersen binnen één vakgebied. Daarom kunnen vragen over de inhoud niet altijd tot ieders tevredenheid beantwoord worden. Ik ben van mening dat wij een goed examensysteem hebben met daarin de prominente rol van docenten en onderwijsprofessionals in het proces van totstandkoming en beoordeling van examens. Ook ben ik van mening dat de manier waarop inspraak in dit proces georganiseerd is en de manier waarop feedback onder grote tijdsdruk wordt verzameld en ingezet wordt ten behoeve van de correctie bijdraagt aan een zo goed mogelijke beoordeling van het gemaakte werk van eindexamenkandidaten. Het is uiteindelijk de rol en verantwoordelijkheid van de leden van het College om een eindoordeel te vellen.

Verbetering in de behandeling van reacties en in de afhandeling van klachten Het CvTE heeft eerder aangegeven kritisch te blijven kijken naar de manier waarop feedback in het examenproces georganiseerd is, naar hoe het CvTE haar kwaliteitszorg vorm geeft en naar de kwaliteit van de producten van het CvTE.

Het CvTE is bezig met de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Het Examenloket is geïntroduceerd in 2014 en sinds 2012 is de dienstverlening van de Examenlijn geprofessionaliseerd, o.m. door jaarlijkse evaluaties met alle ketenpartners. Een interne audit op het functioneren van de Toets- en Examenlijn 2016 is in voorbereiding. Daarnaast wordt in het kader van de uitvoering van de motie Jadnanansing een onderzoek uitgevoerd naar de dienstverlening door het CvTE en naar de validiteit van centrale examens. Dit wordt door een onafhankelijk onderzoeksbureau gedaan. De Inspectie van het Onderwijs is bij de opzet en uitvoering van het onderzoek betrokken. In de eerste onderzoeksfase wordt gekeken naar de wijze waarop het CvTE klachten over de centrale examens afhandelt en in de tweede fase worden één of meerdere centrale examens onderzocht op hun inhoudsvaliditeit.

Tot slot Ik heb begrepen dat het CvTE u heeft uitgenodigd om op 22 maart met u over uw brief van gedachten te wisselen en dat u hier positief tegenover staat.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Met vriendelijke groet,

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sander Dekker

  1. Hierin wordt gepeild wat de betrokken vakdocenten van een examen vonden betreffende lengte, moeilijkheidsgraad, aansluiting op het gegeven onderwijs en geven de docenten een waarderingscijfer.
  2. Awb artikel 8.4, lid 3b: Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een beoordeling van het kennen of kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst, dan wel inhoudende de vaststelling van opgaven, beoordelingsnormen of nadere regels voor die examinering of toetsing
  3. Dit staat beschreven in hoofdstuk 9 van Wet algemeen bestuursrecht.
  4. Examenvraag 19 in wiskunde a staat gelijk aan examenvraag 20 in wiskunde c.
  5. Vaststellingscommissie bestaat uit vakdocenten en professional uit naastgelegen hoger onderwijs als voorzitter.
  6. Kamerstukken, vergaderjaar 2013-2014, 33 905, nr 7

 

Current status

This petition is not open to collect signatures.

 

Details

Addressed to:
Tweede Kamer 
Petition desk:
Closing date:
2016-04-10 
Answer expected:
2016-04-20 
Status:
Answered 
Lead petitioner:
Grada Fokkens en Harry Schutjes 
Website:

History

Signatures

Updates

Antwoord van de minister: Reactie op uw brief over de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens

http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2016Z04625&did=2016D09524

Onze referentie: 882302

Uw brief van 11 januari 2016

Geachte heer Schutjes,

Ik heb de brief van u en uw collega’s van 8 januari over de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale examens op 11 januari ontvangen en kennis genomen van de inhoud. U vraagt mij te reageren op uw pleidooi voor de verbetering van de afhandeling van klachten over de centrale eindexamens.

+Read more...

Ik waardeer het initiatief dat u neemt en uw grote betrokkenheid bij examinering die hieruit spreekt. In deze brief ga ik achtereenvolgens in op het onderscheid in typen reacties op examens die samenkomen bij het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE), de specifieke casus uit 2012 die de aanleiding vormt voor uw schrijven en tot slot ga ik in op de manier waarop inspraak in het examenproces georganiseerd is en hoe dit verbeterd wordt.

Onderscheid in typen van reacties naar aanleiding van de examens Het CvTE is als zelfstandig bestuursorgaan belast met de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming en afname van de centrale examens in Nederland. Reacties op de examens en de afname daarvan komen bij hen terecht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een tweetal typen van reacties die belanghebbenden (leerlingen en docenten) in het examenproces kunnen geven. Het betreft feedback op examens enerzijds (waar inhoudelijke klachten deel van uitmaken) en het indienen van klachten over de bejegening door het CvTE anderzijds. Zoals u terecht opmerkt in uw brief wordt het onderscheid getypeerd doordat u zich alleen ten aanzien van de bejegening door het CvTE kunt wenden tot een onafhankelijke instantie als u het niet eens bent met de klachtenbeoordeling. Dat gaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de Nationale Ombudsman.

Feedback op de inhoud van examens en correctievoorschriften Jaarlijks verzamelt het CvTE tijdens de examenperiode feedback op examens. Dit bestaat uit: de reacties van leerlingen die het CvTE via het LAKS krijgt; de inhoudelijke klachten, vragen en opmerkingen over examenopgaven en correctie-voorschriften van docenten die binnenkomen via de toets- en examenlijn van het CvTE; de inbreng van vakdocenten bij examenbesprekingen georganiseerd door vakverenigingen; een quickscan over het examen voor alle CE vakken; een uitgebreide vragenlijst voor een aantal vakken waar wijzigingen zijn opgetreden wordt uitgezet bij docenten die gegevens hebben ingevoerd in het programma Wolf.

Inhoudelijke vragen en opmerkingen, zowel positief als kritisch, maken daarmee deel uit van de feedback op examens. Deze meldingen worden vaak automatisch getypeerd als klacht. Zeker als er een inhoudelijk bezwaar wordt geuit. De kritische feedback die wordt geuit bij een examenbespreking of een kritische inhoudelijke vraag die is gesteld bij de Toets- en Examenlijn zijn echter geen officiële klachten. Dit geldt ook voor het bezwaar dat u in 2012 heeft geuit. Vragen en opmerkingen over de inhoud van examens of over de normering worden door het CvTE altijd behandeld als een inhoudelijke vraag. Hiertegen kan niet in beroep worden gegaan, omdat het een besluit betreft van een zelfstandig bestuursorgaan. De Algemene wet bestuursrecht sluit dat uit.

Klachten over bejegening door het CvTE Zoals gezegd kunnen belanghebbenden een officiële klachtenprocedure starten wanneer zij vinden dat zij niet goed behandeld zijn door het CvTE. Specifiek gaat het dan om de dienstverlening van het CvTE of over de behandeling door een medewerker van het CvTE. Naar aanleiding van de situatie die u schetst in 2012 is er door u geen klacht ingediend, zoals hiervoor beschreven.

Feedback op het vwo wiskunde examen A en C uit 2012 Over de examenvraag 19 (wiskunde a) waar u in uw brief aan refereert, hebben destijds zeven docenten bij de Examenlijn een inhoudelijke melding gedaan. Dit wijst navraag bij het CvTE uit. Van die zeven docenten zijn er vier medeondertekenaar van de brief die u mij recent stuurde. Zoals u in die brief aangeeft, richtte uw bezwaar zich destijds op de vraagstelling van de opgaven. Het CvTE heeft destijds op alle vragen gereageerd, maar zag geen aanleiding om het bijbehorende correctievoorschrift aan te vullen. Het ging niet om foute examenopgaven, maar het betrof een meningsverschil over de interpretatie van de vraag. Het CvTE heeft mij gemeld nog steeds achter het besluit te staan dat destijds genomen is om het correctievoorschrift niet aan te vullen.

Inspraak in het examenproces van de centrale examens Ondanks dat uw feedback op het examen wiskunde uit 2012 niet heeft geleid tot een voor u bevredigende reactie heeft de feedback een belangrijke functie in het examenproces. Tijdens de lopende examenperiode wordt het enerzijds gebruikt om een goede correctie mogelijk te maken en anderzijds bij de onderbouwing van het normeringsadvies. Dit gebeurt binnen een zeer kort tijdsbestek. Zoals u weet kent een examenperiode een strakke planning. Tussen het afnamemoment van een examen en de correctie zit weinig tijd. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van de feedback binnen de beschikbare tijd maakt het niet mogelijk om dit proces uit te breiden met een extra stap waarin over elke vraag een inhoudelijk beroep kan worden ingesteld. Deze stap wordt daarom ondervangen door de betrokkenheid van vakinhoudelijk deskundigen bij de beantwoording van de vragen. Na afloop van een examenperiode wordt de feedback meegenomen bij het maken van examenopgaven, bij het vaststellen van examens en bij het opstellen van correctievoorschriften voor komende jaren.

Als gevolg van meldingen door één of meer docenten bij de examenlijn van het CvTE, van meldingen uit de examenbesprekingen, maar ook van meldingen van leerlingen via het LAKS kan het CvTE besluiten een correctievoorschrift aan te vullen. De zorgvuldige afweging van de ontvangen signalen wordt gemaakt door medewerkers van het bureau CvTE in afstemming met leden of voorzitters van de vaststellingscommissies van de verschillende vakken. Vaak vindt er ook raadpleging plaats van vak-experts uit het hoger onderwijs. Dat betekent dat vakdocenten nauw betrokken zijn bij de afweging van deze signalen en bij het besluit tot het aanvullen van een correctievoorschrift. De bedoeling van een aanvulling is om eventuele onduidelijkheden in de correctie van het gemaakte werk op te lossen. Het draagt bij aan het zo goed en gelijk mogelijk corrigeren van het gemaakte examenwerk. Dit is in het belang van de leerlingen. Een aanpassing van een correctievoorschrift betreft vaak een nadere specificatie van wat er goed gerekend moet worden. Het komt daarnaast voor dat, als een vraag echt niet goed blijkt te zijn, via een aanvulling op het correctievoorschrift wordt meegedeeld dat alle leerlingen het maximale aantal scorepunten moet worden toegekend. Daarmee wordt de vraag geneutraliseerd.

De rol van feedback bij de beoordeling van examens In Nederland is de inspraakmogelijkheid van belanghebbenden in het examenproces zorgvuldig vorm gegeven. Feedback wordt actief verzameld en wordt door het CvTE gebruikt om tot een afgewogen beoordeling en normering van door eindexamenkandidaten gemaakt werk te komen.

Dat neemt niet weg dat er altijd sprake zal blijven van leerlingen en docenten die zich niet zullen herkennen in bepaalde beslissingen die worden genomen of het niet eens zijn met de inhoud van een examen of correctievoorschrift. Verschillen van mening blijven bestaan al is het alleen al vanwege de diversiteit aan opvattingen die kunnen heersen binnen één vakgebied. Daarom kunnen vragen over de inhoud niet altijd tot ieders tevredenheid beantwoord worden. Ik ben van mening dat wij een goed examensysteem hebben met daarin de prominente rol van docenten en onderwijsprofessionals in het proces van totstandkoming en beoordeling van examens. Ook ben ik van mening dat de manier waarop inspraak in dit proces georganiseerd is en de manier waarop feedback onder grote tijdsdruk wordt verzameld en ingezet wordt ten behoeve van de correctie bijdraagt aan een zo goed mogelijke beoordeling van het gemaakte werk van eindexamenkandidaten. Het is uiteindelijk de rol en verantwoordelijkheid van de leden van het College om een eindoordeel te vellen.

Verbetering in de behandeling van reacties en in de afhandeling van klachten Het CvTE heeft eerder aangegeven kritisch te blijven kijken naar de manier waarop feedback in het examenproces georganiseerd is, naar hoe het CvTE haar kwaliteitszorg vorm geeft en naar de kwaliteit van de producten van het CvTE.

Het CvTE is bezig met de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Het Examenloket is geïntroduceerd in 2014 en sinds 2012 is de dienstverlening van de Examenlijn geprofessionaliseerd, o.m. door jaarlijkse evaluaties met alle ketenpartners. Een interne audit op het functioneren van de Toets- en Examenlijn 2016 is in voorbereiding. Daarnaast wordt in het kader van de uitvoering van de motie Jadnanansing een onderzoek uitgevoerd naar de dienstverlening door het CvTE en naar de validiteit van centrale examens. Dit wordt door een onafhankelijk onderzoeksbureau gedaan. De Inspectie van het Onderwijs is bij de opzet en uitvoering van het onderzoek betrokken. In de eerste onderzoeksfase wordt gekeken naar de wijze waarop het CvTE klachten over de centrale examens afhandelt en in de tweede fase worden één of meerdere centrale examens onderzocht op hun inhoudsvaliditeit.

Tot slot Ik heb begrepen dat het CvTE u heeft uitgenodigd om op 22 maart met u over uw brief van gedachten te wisselen en dat u hier positief tegenover staat.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Met vriendelijke groet,

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sander Dekker

  1. Hierin wordt gepeild wat de betrokken vakdocenten van een examen vonden betreffende lengte, moeilijkheidsgraad, aansluiting op het gegeven onderwijs en geven de docenten een waarderingscijfer.
  2. Awb artikel 8.4, lid 3b: Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een beoordeling van het kennen of kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst, dan wel inhoudende de vaststelling van opgaven, beoordelingsnormen of nadere regels voor die examinering of toetsing
  3. Dit staat beschreven in hoofdstuk 9 van Wet algemeen bestuursrecht.
  4. Examenvraag 19 in wiskunde a staat gelijk aan examenvraag 20 in wiskunde c.
  5. Vaststellingscommissie bestaat uit vakdocenten en professional uit naastgelegen hoger onderwijs als voorzitter.
  6. Kamerstukken, vergaderjaar 2013-2014, 33 905, nr 7
2016-03-05