Overslaan en naar de inhoud gaan Government logo | to homepageRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MenuIngeklaptMenu unfolted Zoek in Richtlijnen & Draaiboeken Zoeken Trefwoord
COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten Handleiding Bijlage bij de Uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie 2021 | Versie 13 januari 2021 (versiebeheer zie onderaan pagina)
Totstandkoming In december 2020 werd het eerste COVID-19-vaccin geregistreerd, waarna implementatie van vaccinatie kan volgen. Over de prioritering van groepen voor vaccinatie wordt door de Gezondheidsraad (GR) geadviseerd. De GR heeft geadviseerd te beginnen met oudere personen op basis van de strategie om primair reductie van sterfte en ziekenhuisopname te bereiken, omdat leeftijd de belangrijkste risicofactor is voor een gecompliceerd beloop van COVID-19. Daarnaast zullen zorgmedewerkers in verpleeghuizen worden gevaccineerd om zo mogelijk ook indirecte bescherming te kunnen bieden. Ook ziekenhuispersoneel wordt gevaccineerd.
Verder is er in de loop van de COVID-19-epidemie meer duidelijkheid gekomen over een verhoogd risico op gecompliceerd beloop als gevolg van onderliggende aandoeningen.
Omdat bij sommige groepen van immuungecompromitteerde patiënten sprake is van een duidelijk verhoogd risico op ernstige COVID-19, zullen ook deze personen bij voorrang gevaccineerd worden. Een substantieel deel van hen zal al op basis van leeftijd al worden geprioriteerd voor vaccinatie, personen jonger dan 60 jaar zullen op grond van hun medische indicatie volgen. Ook onder het zorgpersoneel dat gevaccineerd gaat worden, zullen personen zijn die immuungecompromitteerd zijn.
Om voor immuungecompromitteerde patiënten optimale adviezen te formuleren, is er door de LCI-RIVM gevraagd aan de medische beroepsgroepen om gemandateerde professionals af te vaardigen om tot een gezamenlijke handleiding te komen.
Aan dit overlegplatform participeerden behandelaars van de volgende verenigingen:
Nederlandse Internisten Vereniging, deelverenigingen: Nederlandse Vereniging voor Hematologie; M.D. Hazenberg, I. Nijhof Nederlandse Vereniging van hiv-behandelaren; J. Gisolf Nederlandse Vereniging voor Immunologie; V. Dalm, T.W. Kuijpers Nederlandse Vereniging voor Internist-infectiologen; A. Goorhuis, L.G. Visser Vereniging voor Medische Oncologie; R. van Alphen, A. van der Veldt, E.G.E. de Vries Nederlandse Federatie voor Nefrologie; H. van Hamersvelt, J.S. Sanders, O. Teng, J. Wetzels, R. Duivenvoorden Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde; P. Fraaij, N. Wulffraat Nederlandse Vereniging voor Reumatologie; R. Landewé, G.J. Wolbink Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen; A. van Bodegraven, H.H. Fidder Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie: zie namen van de betrokken artsen bij tabel Dermatologische patiënten; Nederlandse Vereniging voor Neurologie; D. van de Beek, J. Killestein Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose; R.E. Jonkers, R. Hoek
Het eerste overleg vond plaats 21 december 2020, op 7 januari 2021 werd de eerste draft gepresenteerd, waarna input van de verschillende behandelaren naar aanleiding van de vergaderingen werd verwerkt.
Na de uiteindelijke afstemming kon deze eerste handleiding worden gedeeld met de Gezondheidsraad en gepubliceerd op 14 januari 2021 op de LCI-website.
Periodieke updates zullen plaatsvinden op basis van nieuwe data over veiligheid en effectiviteit van COVID-19-vaccins bij deze patiëntencategorie, internationale ontwikkelingen op het terrein van optimale vaccinatie strategieën bij deze patiënten, het beschikbaar komen van nieuwe vaccins, en toediening-specifieke afwegingen.
Redactie: Marloes Bongers (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM), Lieke Sanders (Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM), Albert Vollaard (Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten, RIVM) Met medewerking van: prof. Leo Visser (afdeling infectieziekten LUMC), Bram Goorhuis (afdeling Infectieziekten, Centrum voor Tropische Geneeskunde & Reizigersgeneeskunde, Amsterdam UMC)
Contact: LCI-secretariaat Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Telefoon: 030-274 7000 E-mail: lci@rivm.nl
Samenvatting Op het moment van opstellen van deze handleiding (januari 2021) is er sprake van een hoge incidentie van COVID-19 met hoog infectierisico ook voor ernstig immuungecompromitteerde patiënten, die een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop van COVID-19. Vanwege de programmatische aanpak bij de vaccinatiecampagne worden alle immuungecompromitteerde patiënten opgeroepen voor vaccinatie.
Vanwege het belang van bescherming tegen ziekte en overlijden is prioritering van vaccinatie voor de patiënten belangrijk, ook al is er mogelijk sprake van verminderde effectiviteit van vaccinatie ten gevolge van immuundeficiëntie of immuunsuppressie door de fase van de onderliggende ziekte of behandeling, of door gebruik van immuunsuppressiva. In deze fase van de epidemie wordt geadviseerd om vaccinatie niet uit te stellen tot een moment dat er mogelijk een betere vaccinatierespons verwacht kan worden. Na vaccinatie blijven nog alle standaard preventieve maatregelen om infectie te voorkomen van kracht, omdat data over effectiviteit van vaccinatie bij deze groep ontbreken.
Er zijn meerdere vaccins tegen COVID-19 in ontwikkeling en er zijn nu twee mRNA-vaccins geregistreerd. Deze vaccins lijken op dit moment zeer effectief bij ouderen en zijn naar verwachting veilig bij immuungecompromitteerde patiënten. Het risico van eventuele bijwerkingen van vaccinatie weegt niet op tegen het risico van COVID-19 doormaken. Daarom worden deze mRNA-vaccins geadviseerd. De optie om naast de patiënt ook huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten te vaccineren, wordt nog uitgewerkt. Er zijn nog maar weinig data over de afname van transmissie na vaccinatie beschikbaar.
Deze handleiding zal periodiek worden herzien als andere effectieve vaccins geregistreerd worden en beschikbaar komen, en op basis van nieuw onderzoek over COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten.
Algemene principes Voor algemene informatie voor professionals over COVID-19-vaccinatie: https://www.rivm.nl/COVID-19vaccinatieprofessionals en https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19-vaccinatie.
Doelstelling De doelstelling van deze handleiding is om uitvoerende professionals bij de GGD, de huisartspraktijk, in verpleeghuizen en instellingen, en in het ziekenhuis een handvat te bieden bij de uitvoering van hun taak bij vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten tijdens de COVID-19-vaccinatiecampagne in de huidige fase van de pandemie.
Relatief risico op gecompliceerd beloop van verschillende patiëntencategorieën Niet van alle patiënten die immuungecompromitteerd zijn, is bekend of zij een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop bij SARS-CoV-2-infectie door de onderliggende aandoening en/of medicatie, of dat dat mede door andere risicofactoren (bijv. leeftijd, obesitas) bepaald wordt. Algemeen mag worden aangenomen dat naarmate iemand meer immuungecompromitteerd is, COVID-19 ernstiger zal verlopen en mogelijk de vaccinatie minder zal beschermen.
Voor de prioritering van COVID-19-vaccinatie is gekozen om te starten met vaccineren bij ouderen boven de 60 jaar (oudste groepen eerst) en daarna medische risicogroepen bij mensen tussen 18 en 60 jaar. Selectie hierbij vindt plaats volgens de brede indicaties die worden gehanteerd voor de jaarlijkse influenzavaccinatie bij de huisarts. Deze keuze is door de Gezondheidsraad geadviseerd vanwege het sterk verhoogde risico op ernstige ziekte en overlijden ten gevolge van COVID-19 met toename van de leeftijd.
Effectiviteit Afhankelijk van de mate van immuunsuppressie van patiënten, zal de effectiviteit van vaccinatie minder goed kunnen zijn. Gezien het hoge risico op infectie tijdens de COVID-19-pandemie in deze periode, en het verhoogde risico op een gecompliceerd beloop van COVID-19 juist bij deze patiënten, wordt ook gedeeltelijke protectie nog belangrijk geacht. Daarbij komt dat de COVID-19-vaccins naar verwachting veilig zijn. Dit leidt tot een gunstige benefit-risk-afweging.
Gezien de verwachte gereduceerde effectiviteit, blijven voor alle immuungecompromitteerde patiënten nog dezelfde maatregelen op het terrein van social distancing, hygiëne en testen bij klachten, onveranderd van kracht ook na de vaccinaties. Bij verandering in incidentie van COVID-19 of veranderingen op het terrein van (her)vaccinatie of profylaxe, zal worden aangegeven wanneer deze preventiestrategie kan worden aangepast.
Veiligheid De mRNA-vaccins, virusplatform-vaccins en subunit-vaccins bevatten geen levend (verzwakt) virus. Dit betekent dat er geen risico is op een vaccinvirus of platformvirusinfectie bij immuungecompromitteerde patiënten. De reactogeniciteit en bijwerkingen van het Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin zijn in het algemeen relatief mild van aard, van korte duur en van voorbijgaande aard. Vaccinatie met mRNA-vaccins is daarmee volgens de Gezondheidsraad naar verwachting veilig, ook bij immuungecompromitteerde patiënten.
Of de mRNA-vaccins resulteren in een verhoogd risico op immuungerelateerde bijwerkingen in specifieke groepen immuungecompromitteerde patiënten is onbekend, omdat dit niet onderzocht is. De bijsluitertekst van de mRNA-vaccins meldt daarom dat veiligheid bij deze patiënten niet gegarandeerd kan worden, hoewel men in theorie verwacht dat de veiligheid goed zal zijn en het risico van vaccinatie niet opweegt tegen het risico van COVID-19 doormaken. Internationale en nationale registratie van het optreden van specifieke bijwerkingen na vaccinatie met mRNA-vaccins zal moeten leiden tot meer gegevens over invloed van vaccinatie op het ziektebeloop bij de verschillende categorieën van immuungecompromitteerde patiënten (veiligheid) en het optreden van COVID-19-infectie ondanks vaccinatie (effectiviteit). Veronderstelde bijwerkingen na vaccinatie moeten worden doorgegeven aan het Lareb in Nederland.
Terwijl eerst de mRNA-vaccins gebruikt zullen worden, zal bij vrijgeven van andere typen vaccins ook het veiligheidsaspect voor immuungecompromitteerden worden besproken in deze handleiding, als deze alternatieve vaccins ook als optie worden gezien voor deze specifieke groep patiënten vanwege waarschijnlijk gelijke of betere effectiviteit. Ook zal in de handleiding worden opgenomen wanneer er bij specifieke groepen van immuungecompromitteerde patiënten reden is om van gebruik van een bepaald type vaccins af te zien.
Vaccin 1. Keuze bij prioritering COVID-19-vaccinatie: Bij de keuze van prioritering van vaccinatie spelen meerdere factoren:
de geformuleerde strategieën van de Gezondheidsraad (GR): verminderen van (ernstige) ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19; terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2; voorkomen van maatschappelijke ontwrichting de ernst van de epidemie op het moment, waarbij de noodzaak tot vaccinatie wordt beïnvloed door de wens om zo snel mogelijk (evt. partiële) bescherming te kunnen verkrijgen (risico op infectie); gepubliceerde effectiviteit en veiligheidsdata over een vaccin en de beoordeling per vaccin door de GR (op dit moment nog beperkt tot de mRNA-vaccins); beschikbaarheid: de aanwezigheid van voorraden van het vaccin en mogelijkheid het toe te dienen; prioritering van specifieke medische risicogroepen binnen de totale populatie vanwege een verhoogd risico op gecompliceerd beloop bij die patiëntengroepen (risico op complicaties).
Voor het mRNA BNT162b2-vaccin van BioNTech/Pfizer dat nu geregistreerd is en waarvan effectiviteit en de eerste reactogeniciteits- en veiligheidsdata voorhanden zijn, beoordeelde de GR de benefit-risk-afweging van mRNA-vaccinatie als gunstig bij medische hoogrisicogroepen. Dit omdat hoge effectiviteit ook bij ouderen en in de diverse subgroepen gezien werd, met een goede veiligheid (relatief beperkte bijwerkingen). Data zijn echter alleen beschikbaar binnen de huidige studieduur en alleen voor immuuncompetente personen tussen de 16 en 90 jaar. Samenvattend wordt op basis van de huidige beschikbare gegevens geadviseerd om tijdens deze fase van de epidemie met hoge incidentie hoogrisicopatiënten met ernstige immuunsuppressie te vaccineren met mRNA-vaccins vanwege hun bewezen hoge effectiviteit in immuuncompetente volwassenen en in ouderen, de verwachte goede veiligheid en de beschikbaarheid. Naar verwachting heeft het tweede mRNA-vaccin Moderna een zelfde profiel als het Pfizer/BioNTech-vaccin.
Over de prioritering van specifieke patiëntengroepen binnen de medische hoog-risicogroepen, wordt nog een volgend advies gegeven, evenals over andere vaccins die beschikbaar komen. Hiervoor moeten de data en registratie van deze andere vaccins worden afgewacht. Zodra andere typen COVID-19-vaccins beschikbaar komen, zal ook hierover worden geadviseerd door de GR.
Bij minder hoog risico op gecompliceerd beloop van COVID-19 vanwege een onderliggende aandoening, wordt het standaardproces gevolgd volgens de vaccinatiestrategie van VWS. Dat valt buiten deze handleiding.
Gebruik van één type vaccin: Bij vaccinatie van patiënten heeft het de voorkeur te vaccineren met 1 type vaccin en niet bij de tweede dosis een ander type vaccin of een vaccin van hetzelfde type maar van een andere producent te gebruiken. Geen uitgestelde 2e vaccinatie: bij massavaccinatiecampagnes wordt nu gesuggereerd dat vanwege beperkte voorraden van de nu beschikbare mRNA-vaccins langer uitstel van een tweede dosis een optie is om sneller bevolkingsimmuniteit te bereiken en te starten met zoveel mogelijk mensen met de eerste dosis te vaccineren. De berekeningen hierbij gaan uit van een goede effectiviteit enige weken na 1 dosis, op basis van (nog beperkte) gegevens uit fase 3 onderzoeken van de beide mRNA-vaccins. Echter, bij immuungecompromitteerde patiënten is mogelijk na één dosis van een dergelijke effectiviteit nog geen sprake. Daarom wordt geadviseerd niet af te wijken van de registratietekst bij immuungecompromitteerde patiënten: een tweede dosis is altijd nodig en moet ook niet worden uitgesteld langer dan de 3 weken (Pfizer-BioNTech) of 4 weken (Moderna). Deze termijnen zijn gebruikt in de fase-3-onderzoeken die onderzochten wat het effect was op bescherming tegen (ernstige) ziekte. Dit is ook de vaccinatiestrategie zoals nu geadviseerd door de GR. Geen dubbele dosis of 3e vaccinatie: Veiligheid is beperkt onderzocht van hogere doses mRNA-vaccins dan de huidige vaccins waarbij hogere reactogeniciteit werd waargenomen. Er is gekozen voor de huidige hoeveelheid mRNA in het fase-3-onderzoek vanwege een al hoge effectiviteit met deze dosis. Of en wanneer er nog geboosterd zou moeten worden met een 3e vaccinatie bij immuungecompromitteerden voor het mogelijk bereiken van betere effectiviteit of langduriger bescherming, is onbekend. Ook veiligheid/reactogeniciteit van een derde vaccinatie is onbekend. Daarom wordt geadviseerd geen hogere dosis en evenmin een 3e vaccinatie aan te bieden. Dat kan alleen in onderzoeksverband. Indien er nieuwe data komen, kan het huidige advies mogelijk worden aangepast voor specifieke patiëntengroepen indien er vaccins beschikbaar zijn. 3. Vaccintiming:
Bij een programmatische aanpak is er niet veel vrijheid om zelf keuzes te maken voor een specifiek tijdstip voor vaccinatie tijdens de campagne. De vaccinatie wordt geregeld via de GGD en de huisartspraktijk. Vanwege beperkte voorraden en houdbaarheid van de vaccins zal er vooralsnog weinig mogelijkheid zijn voor een individuele benadering, zoals tijdelijk uitstel van vaccinatie. Gezien de hoge incidentie van COVID-19 op het moment van het opstellen van deze handleiding en het hoge risico op complicaties bij infectie, is het belangrijk dat medische risicogroepen gevaccineerd worden zodra zij worden uitgenodigd en op het voorgestelde moment, ondanks mogelijk beperkte vaccineffectiviteit door immuunsuppressie op het moment van vaccinatie. Tijdelijk uitstel is logistiek nu te complex en zou zelfs het verkrijgen van gedeeltelijke bescherming kunnen vertragen. In deze handleiding wordt verder verhelderd bij specifieke patiëntengroepen bij welke termijnen rond therapie of transplantatie er een betere effectiviteit van het COVID-19-vaccin verwacht mag worden (zie beneden). Echter, zoals boven vermeld: op dit moment dient vaccineren binnen die termijn mogelijk te zijn binnen het programma. Bij een meer individuele benadering, in een andere fase van de epidemie en bij voldoende aantallen vaccins kunnen dergelijke termijnen wel een rol gaan spelen bij de timing van vaccinatie. Dat zal in nieuwe versies van deze Handleiding dan verder worden verhelderd en onderbouwd met bestaande literatuur en met nieuw verkregen data over vaccinatierespons bij immuungecompromitteerde patiënten. 4. Vaccinatieregistratie in het COVID-19-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem (CIMS): Registratie van vaccinatiestatus is vrijwillig en op basis van informed consent bij de GGD of huisarts. Bij personen met een verwachte beperkte vaccinatierespons ten gevolge van onderliggende aandoeningen of medicatie, is registratie echter van groot belang om hen snel te kunnen oproepen voor eventuele hervaccinatie, mocht dat nodig blijken. Voor het bepalen van de effectiviteit van de vaccinatie en het monitoren van specifieke bijwerkingen van vaccintypes of -batches is registratie ook essentieel. Registratie in CIMS wordt dus sterk aanbevolen. Daarbij wordt overigens niet genoteerd wat de onderliggende aandoening van de patiënt is.
Kinderen In de huidige strategie van VWS wordt een ondergrens van de leeftijd van 18 jaar gehanteerd voor de vaccinatie met mRNA -vaccins. Het nu beschikbare Pfizer-BioNTech mRNA-vaccin is geregistreerd voor gebruik bij personen ouder dan 16 jaar, het Moderna mRNA-vaccin ouder dan 18 jaar. De vaccins kunnen daarom nog niet gebruikt worden voor immuungecompromitteerde kinderen en adolescenten beneden die leeftijd. De Gezondheidsraad zal nog nader adviseren of voor specifieke groepen adolescenten van 16-18 jaar een uitzondering kan worden gemaakt.
Daarnaast lopen er diverse studies naar vaccinatie bij kinderen en er zullen er nog meerdere volgen.
Interactie vaccinatie en medicatie Voor een overzicht van immuunsuppressieve medicatie inclusief doseringen bij chronisch inflammatoire aandoeningen en het effect hiervan op vaccinatie: check https://lci.rivm.nl/richtlijnen/vaccinatie-bij-chronisch-inflammatoire-aandoeningen.
Bij stabiele ziekte en gebruik van immuunsuppressiva is er geen noodzaak medicatie te staken of aan te passen op het moment van vaccinatie. Medicatie mag alleen gestaakt worden in overleg met de behandelaar van patiënt. In veel richtlijnen wordt standaard aanbevolen niet tijdens een actieve fase van een chronisch inflammatoire aandoening, zoals reumatoïde artritis of IBD, te vaccineren. Dit wordt in de huidige fase van de epidemie niet als contra-indicatie gezien. Deze benadering is conform die genoemd bij Vaccin-timing punt a (zie boven). Indien de mogelijkheid bestaat te wachten met starten van immuunsuppressiva, heeft het voorkeur minimaal 2 weken vóór start ervan te vaccineren voor het bereiken van betere effectiviteit. Dan is in elk geval de essentiële eerste dosis zonder immuunsuppressiva toegediend. Bij voorkeur wordt langer gewacht, zodat ook de tweede dosis kan worden gegeven vóór start (4-6 weken), maar dit zal in praktijk vaak niet mogelijk zijn. Bij specifieke immuunsuppressiva (b.v. B-cel-depleterende therapie) kan op basis van bestaande en nieuwe data voor een ander interval gekozen worden. Dat zal dan worden opgenomen in de onderstaande tabellen. Kortdurend gebruik van orale corticosteroïden gedurende minder dan 14 dagen (‘stootkuur’) is in algemeen geen reden om vaccinatie uit te stellen. Chemotherapie bij maligniteiten: in de meeste internationale richtlijnen (o.a. IDSA-richtlijn) wordt door experts geadviseerd in de 2 weken vóór start van chemotherapie en tot 3 maanden na de laatste kuur niet te vaccineren, om daarmee een zo optimaal mogelijke vaccinatierespons te krijgen. De vaccinatierespons binnen of buiten deze termijnen bij de verschillende typen chemotherapie is echter vaak niet goed onderzocht om dit advies voldoende te onderbouwen. Bij cyclische toediening van chemo- of immuunsuppressieve therapie of modulerende medicatie is ook niet goed bekend of vaccinatie bij voorkeur het beste net vóór, in de eerste week van of tussen cycli gegeven kan worden. Daarom is er geen noodzaak rekening te houden met deze termijnen bij de planning voor vaccinatie in deze hoogrisicofase van de vaccinatiecampagne. Alleen bij specifieke chemo/immunotherapie kan tijdelijk uitstel geadviseerd worden vanwege veronderstelde afwezigheid van vaccinatierespons (zie hieronder). Vaccinatie van huishoudcontacten De geregistreerde indicatie van de mRNA COVID-19-vaccins is preventie van ziekte, zoals dat in de fase-3-onderzoeken is vastgesteld. Of vaccinatie tegen COVID-19 asymptomatische infectie of milde infectie voorkomt, zodat transmissie van COVID-19 door uitscheiding van SARS-CoV2 virus beperkt kan worden, is nog onbekend. Daarmee is onbekend of de GR-strategie ‘terugdringen van verspreiding van SARS-CoV-2’ door ringvaccinatie van huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten kan worden bereikt met de mRNA-vaccins. Ringvaccinatie wordt wel geadviseerd voor de huidige influenzavaccinatie voor huishoudcontacten van ernstig immuungecompromitteerde patiënten. Vanwege de huidige schaarste aan COVID-19-vaccins wordt op dit moment geadviseerd eerst de kwetsbare patiënten te vaccineren met hopelijk enige directe bescherming tegen COVID-19. Voor een selecte groep van ernstige immuungecompromitteerde patiënten zal worden verzocht aan de Gezondheidsraad om te adviseren volwassen huishoudcontacten ook eerder in aanmerking te laten komen voor vaccinatie dan anderen in het leeftijdscohort beneden de 60 jaar. Dit betreft huishoudcontacten van:
Hematologische patiënten met ernstige immuunsuppressie; Transplantatiepatiënten in het eerste jaar na transplantatie; Patiënten met solide tumoren die celtherapie (CART) of autologe stamceltherapie ondergaan; Patiënten die B-cel depleterende therapie ondergaan of recent hebben ondergaan, inductiebehandelingen met hoge doses van specifieke immuunsuppressiva (b.v. cyclofosfamide), of na recente behandeling met ATG of alemtuzumab, vanwege de veronderstelde beperkte humorale vaccinatierespons. De termijn na laatste dosis die daarbij gehanteerd moet worden, wordt nog afgestemd.
Besluitvorming hierover zal volgen, net als de implementatie ervan, nadat de meest kwetsbare groep, de ouderen, zijn gevaccineerd.
In 2021 komen alle volwassenen jonger dan 60 jaar in aanmerking voor vaccinatie en daarmee zal mogelijk het infectierisico voor andere immuungecompromitteerde personen afnemen. Kinderen en jongeren (onder de 18 jaar) komen nog niet voor vaccinatie in aanmerking vanwege het ontbreken van registratie voor deze leeftijdsgroep, dus jongere huishoudcontacten kunnen nog niet gevaccineerd worden.
Bepaling van immuunmarkers en/of serologie Onderzoek naar de immunologische respons bij de verschillende vaccins kan plaatsvinden in onderzoeksverband via behandelend artsen. Vanuit het belang van mortaliteitsreductie en bestrijding van ernstige COVID-19 geldt het advies aan de patiënten met het hoogste risico op ernstige ziekte het naar verwachting meest effectieve vaccin toe te dienen, conform het advies van de GR. Er is nog geen gedefinieerde ‘correlate of protection’ bij COVID-19 en antistoftiters dalen standaard na infectie en na vaccinatie. Op basis van antistoftiters kan bescherming of juist gebrek aan immuniteit na een infectie of na vaccinatie vooralsnog niet worden bepaald. Groepsvaccinatie zoals nu voorgesteld wordt tijdens een uitbraak of pandemie, is wezenlijk anders dan individuele patiëntenzorg op maat. Gezien de ernst van de epidemie en het hoge risico op gecompliceerd beloop bij immuungecompromitteerde patiënten, wordt geadviseerd geen voorafgaande bepalingen van immuunmarkers/antistoffen te verrichten of af te wachten buiten onderzoeksverband en snel te vaccineren volgens de oproep. Ook na vaccinatie is bepaling van serologische respons aan de behandelend arts. Het kan een functie hebben in het kader van klinische zorg, of binnen onderzoeksverband, maar het mag een snelle implementatie van vaccinatie of toediening van een geïndiceerde tweede dosis niet vertragen. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk. Een eerdere bewezen SARS-CoV-2-infectie is geen reden om niet te vaccineren. De kans op een volgende SARS-CoV-2-infectie bij beperkte immuniteit bij immuungecompromitteerde patiënten kan verhoogd zijn; Ook in aanwezigheid van antistoftiters voorafgaand aan een COVID-19-vaccinatie wordt vaccinatie niet ontraden omdat een ‘correlate of protection’ op basis van een drempelwaarde van antistoftiters vooralsnog ontbreekt. Vaccinatie kan de immuniteit een booster geven. Dit is ook conform de standaard vaccinatiepraktijk (bijv. advies tot jaarlijkse influenzavaccinatie ondanks doorgemaakte eerdere influenza-infectie met dezelfde virusstrain die in het vaccin zit). Bij veranderende inzichten op basis van onderzoeken naar bepalende (immunologische) factoren voor de vaccinatierespons, en ‘correlate of protection’ criteria (de cellulaire respons kan ook een rol spelen) zal dit worden aangepast. Specifieke adviezen Dermatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Psoriasis en hidradenitis suppurativa
Biologicals: anti-TNF-alpha, anti-IL12/23, anti-IL17, anti-IL23
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Anti-PDE4
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Conventionele systemische behandelingen: methotrexaat, cyclosporine, fumaarzuur, acitretine
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 1,2,3,4
Eczeem en urticaria
Biologicals: anti-IL4/13, anti-IgE
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6 Gezien atopische constitutie mogelijk verhoogd risico op allergische / anafylactische reacties: standaard observatieduur van minimaal 15 minuten. Bij een geschiedenis van anafylaxie: 30 minuten. Setting voor vaccinatie dient te zijn waarin anafylaxie behandeld kan worden. Mogelijk is dit ook van belang voor patiënten met mastocytose.
JAK-remmers
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6
Conventionele systemische behandelingen: cyclosporine, methotrexaat, azathioprine, mycofenolzuur
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 5,6
Auto- immuunziekten (SLE, dermato- myositis, vasculitis, sclerodermie)
Prednison, cyclosporine, azathioprine, methotrexaat, mycofenolaat-mofetil, HIVIG, plaquenil, dapson
Ja
Ja
Voor of tijdens
Ref 6
Auto-immuun- blaarziekten
B-cel-depleterende therapie2
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Huid- maligniteiten
Cutane B-cel lymfomen
B-cel-depleterende therapie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Melanomen
Immune checkpoint inhibitoren (anti CTLA4 en/of anti PD-1)
Ja
Ja
In overleg met oncoloog
Gevorderde basaalcel- carcinomen
Hedgehog inhibitoren
Ja
Ja
Voor, tijdens of na
Superficiële basaalcel- carcinomen en actinische keratosen
Imiquimod
Ja
Ja
Voor of na
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Tijdelijk uitstellen is bij behandel indicaties voor imiquimod niet van belang. Een ander beleid bij meer geïndividualiseerd beleid kan nog volgen.
Cutane lymfomen
Chemotherapie
Ja
Ja
Advies (hemato)oncoloog voor chemotherapie bij lymfomen volgen
Documenten waarop dit advies gebaseerd is:
National Psoriasis Foundation (NPF) task force: COVID-19 Task Force Guidance Statements. National Psoriasis Foundation. December 12, 2020. https://www.psoriasis.org/covid-19-task-force-guidance-statements. Statement British Association of Dermatologists (BADBIR): https://www.bad.org.uk/shared/get-file.ashx?itemtype=document&id=6962 Statement International Psoriasis Council (IPC): https://www.psoriasiscouncil.org/blog/IPC-Statement-on-SARS-CoV-2-Vaccines-and-Psoriasis.htm Statement Skin Inflammation and psoriasis international network (SPIN):advice follows IPC ACAAI Guidance on Risk of Allergic Reactions to the Pfizer-BioNTech COVID-19 Vaccine. December 14, 2020. https://acaai.org/news/american-college-allergy-asthma-and-immunology-releases-guidance-risk-allergic-reactions-pfizer Information from the American College of Rheumatology Regarding Vaccination Against SARS-CoV-2. American College of Rheumatology. https://www.rheumatology.org/Portals/0/Files/ACR-Information-Vaccination-Against-SARS-CoV-2.pdf. Baker D et al. COVID-19 vaccine-readiness for anti-CD20-depleting therapy in autoimmune diseases Clinical and Experimental Immunology, 202: 149–161 Bijdragen: Inzake therapie Psoriasis en hidradenitis suppurativa: Prof. Dr. E.P. Prens; Prof. Dr. E.M.G.J. De Jong; Prof. Dr. P.I. Spuls; Dr. M. Seyger; Dr. E.M. Baerveldt. Inzake therapie eczeem en urticaria: Dr. M.S. de Bruin-Weller, Dr. M.L.A. Schuttelaar. Inzake therapie: HIVIG, Plaquenil en Dapson, rituximab: Dr. B. Horvath. Inzake therapie huidmaligniteiten: Dr. J.M. Muche, Dr. K. Mosterd, Dr. N.A. Kukutsch, Dr. M. Wakkee, Dr. M.B. Crijns, Drs. M. Tebbe.
Hematologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Hematologie
Chemotherapie inclusief tyrosine kinase remmers, IMiDs1
Ja
Ja
Zie algemene principes
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
B-cel-depleterende therapie2
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
Autologe en allogene stamcel-transplantatie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
Graft versus host disease
Ja
Ja
Geen voorkeur
CAR T celtherapie
Ja
Ja
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Ringvaccinatie van volwassen huisgenoten*
1 Behalve B cel-depleterende therapie; 2 Rituximab, obinutumumab, ATG, alemtuzumab. * Op het moment van opstellen van deze Handleiding nog geen onderdeel van het vaccinatieprogramma.
Immuungecompromitteerde kinderen >16 jaar Vaccinatie zal alleen mogelijk zijn vanaf 18 jaar. Er zal mogelijk een uitzondering worden gemaakt voor specifieke patiëntengroepen van adolescenten >16 jaar. Daarover wordt nog bericht. Bij aanpassing van de minimum leeftijd voor vaccinatie, bij andere uitzonderingen of aanpassingen, zal dat in de Handleiding worden opgenomen in overleg met de kinderartsen.
Kankerpatiënten (solide tumoren) Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Solide tumoren
Alle
Ja
Ja
Onbekend, daarom geen specifiek advies
Het advies van de verschillende internationale oncologische organisaties is om patiënten met solide tumoren te laten vaccineren tegen COVID-19. Het is nog niet duidelijk of alle patiënten wel een goede immuunrespons kunnen ontwikkelen. Hier zal nog onderzoek naar gebeuren. Totdat meer bekend is, is men dus niet zeker van goede bescherming. Daarom zal het advies voor beschermde voorzorgsmaatregelen na vaccinatie nog steeds van toepassing zijn.
Hoge dosis chemotherapie met autologe en/of celtherapie: TIL / TCR / CAR
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: overweeg uitstel met 3 mnd na laatste kuur
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Chemotherapie
Ja
Ja
Onbekend, daarom geen advies
Immuun therapie
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Tyrosine kinase remmers
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Radiotherapie
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Longpatiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Pulmonale oncologie
Systemische chemotherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Advies NVMO/sectie oncologie: Wij stellen voor om aan kankerpatiënten met chemotherapie te adviseren zich tegen het coronavirus te laten vaccineren analoog aan het griepvaccin en dit niet uit te stellen tot na de chemotherapie (zoals bv bij de pneumokokken vaccinatie)
Tyrosine kinase remmers
Ja
Ja
Geen specifiek tijdstip
Immunotherapie
Ja
Ja
n.v.t.
CPI
Ja
Ja
ILD / systeemziekte
Steroïden maintenance
Ja
Ja
Voor en na
Geen restricties t.a.v. timing, bij voorkeur vóór start therapie
Methyl-prednisolone pulse
Ja
Ja
Indien mogelijk voor of >1 maand na behandeling
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
MTX / AZA / MMF / anti-TNF-alpha
Ja
Ja
Bij voorkeur geven voor start therapie
Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk
B-cel depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
JAK-STAT-inhibitor
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Infectieziekten
CF
Ja
Ja
n.v.t.
Non-CF bronchiëctasieën
Ja
Ja
n.v.t.
PID/CVID
Ja
Ja
n.v.t.
Overlap met NVVI
Long-/hart transplantatie
Na LOTx / HTx / HLTx
Ja
Ja
Bij voorkeur na eerste 3 maanden
Advies LOTTO (NTV) Ook voor kinderen 16-18 jaar*
Voor LOTx / HTx / HLTx
Ja
Ja
Bij voorkeur vóór transplantatie geven
Ook voor kinderen 16-18 jaar*
Na ACR/AMR behandeling met methyl-prednisolone pulse (MPS)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: vóór of 1 maand na behandeling
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening,
Na ACR/AMR behandeling (ATG, rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.
Na ACR/AMR behandeling (alemtuzumab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening. Indien onderhoudsbehandeling geen uitspraak optimale timing mogelijk.
Neurologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Multiple sclerosis
B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab, ocrelizumab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis rituximab. Indien mogelijk > 2 wkn na laatste dosis ocrelizumab
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
Injectables (interferon-beta, glatirameer)
Ja
Ja
n.v.t.
Sfingosine-1-fosfaat receptor modulatoren (Fingolimod, Siponimod, Ozanimod)
Ja
Ja
Niet onderbreken voor vaccinatie i.v.m. risico rebound
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Immuun- reconstitutie- therapie (B- en T-celdepletie) (alemtuzumab, cladribine, aHSCT)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Dimethylfumaraat
Ja
Ja
n.v.t.
Teriflunomide
Ja
Ja
n.v.t.
Nierpatiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Nier- transplantatie- patiënten
Pre-transplantatie
Ja
Ja
Bij voorkeur pre-transplantatie
Bij voorkeur eerste vaccinatie 2 weken vóór transplantatie
Standaard immuun- suppressie inclusief CNI, proliferatie- remmer en corticosteroïden
Ja
Ja
Bij voorkeur vanaf 6 weken na niertransplantatie
Conform Influenza
Rejectie- behandeling met methylprednisolon
Ja
Ja
Vanaf 2 weken na behandeling
Inductie- of rejectie- behandeling ATG dan wel alemtuzumab
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: bij voorkeur > 3 maanden na behandeling met alemtuzumab of ATG
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
B-cel-depleterende therapie (o.a. rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Auto-immuun- systeemziekte (zoals SLE en ANCA vasculitis) met renale betrokkenheid
Inductie- behandeling met cyclofosfamide
Ja
Ja
Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie
Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison
Ja
Ja
Bij ANA-positieve auto-immuunziekte monitoring op ziekteactiviteit na vaccinatie
Behandeling met anti-CD20 zoals rituximab
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening.
Behandeling met andere biologicals
Ja
Ja
Glomerulaire ziektes
Inductie- behandeling met cyclofosfamide
Ja
Ja
Inductie- of onderhouds- behandeling met MMF, azathioprine en/of prednison
Ja
Ja
Nog onvoldoende bekend over kans op relapse van de meeste zeldzame nierziektes
Onderhouds- behandeling met plasmaferese
Ja
Ja
Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese
aHUS
Inductie- behandeling met plasmaferese
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
Bij voorkeur na afronding van inductiebehandeling
Onderhouds- behandeling met plasmaferese
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
Bij voorkeur zo kort mogelijk na plasmaferese
Behandeling met eculizumab
Ja
In overleg met behandelend nefroloog
In overleg met behandelend nefroloog
Gezien onzekerheid over invloed vaccin op activiteit aHUS alleen onder strikte controle
Patiënten met maag-darm-lever aandoeningen Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Idiopathische chronische inflammatoire darmontsteking (IBD)
Expectatief (niet medicamenteus)
Ja
Ja
n.v.t.
Corticosteroïden
Ja
Ja
n.v.t.
Bij onderhoudstherapie vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening
Mesalazine-derivaten
Ja
Ja
n.v.t.
Thiopurine-derivaten
Ja
Ja
n.v.t.
Methotrexaat
Ja
Ja
n.v.t.
Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering van pro-inflammatoire signalering, zoals anti-TNF-alpha)
Ja
Ja
n.v.t.
Biologicals (anti-inflammatoir met blokkering cell trafficking, zoals a4b7-blokkade)
Ja
Ja
n.v.t.
Small molecules (JAK remmers: tofacitinib)
Ja
Ja
n.v.t.
Overig
Ja
In overleg met behandelend arts
Bij voorkeur vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie tijdens toediening
Transplantatie- patiënten (lever / darm)
Remming afstotingsreactie
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: vanaf 6 weken na transplantatie
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Chronische hepatitiden
Antivirale therapie
Ja
Ja
n.v.t.
Levercirrose
Supportief en antiportaal-hypertensief
Ja
Ja
n.v.t.
Ondervoeding
Voeding (oraal / enteraal / parenteraal)
Ja
Ja
Bij voorkeur na effectieve voedingstherapie (cf. priming voor operatieve ingreep)
Gastro- intestinale tumoren
Variërend
Ja
Ja
n.v.t.
Patiënten met primaire of secundaire immuundeficiëntie Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Primaire antistof- deficiënties (circa 60-70% van de primaire immuun- deficiënties betreft antistof- deficiënties
Immuunglobuline- suppletietherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Er is geen minimum interval nodig tussen toediening van bloedproducten (o.a. IVIG) en toediening van COVID19-vaccins
Primaire immuun- deficiënties
Diverse, van immuunglobuline- suppletietherapie tot immuun- suppressieve / immuun- modulerende medicatie
Ja
Ja
n.v.t.
Secundaire antistof- deficiënties
Immuunglobuline- suppletietherapie
Ja
Ja
n.v.t.
Personen met hiv Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Personen met hiv
onbehandeld
Ja
Ja
n.v.t.
Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART
Behandeld CD4<200
Ja
Ja
n.v.t.
Spoedige vaccinatie is belangrijker dan te wachten op immuunreconstitutie met cART
Behandeld CD4>200
Ja
Ja
n.v.t.
Reumatologische patiënten Aandoening / groep aandoeningen
Type behandeling
Kan deze patiënten- groep met mRNA vaccin gevaccineerd worden?
Kan tijdens de behandeling gevaccineerd worden?
Optimale timing (voor of na behandeling of medicatie)
Opmerkingen
Alle inflammatoire reumatische ziekten
Methotrexaat /conventional synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs
Ja
Ja
Alle inflammatoire reumatische ziekten
Biologicals / targeted synthetic Disease-Modifying-AntiRheumatic-Drugs
Ja
Ja
Alle inflammatoire reumatische ziekten
B-cel-depleterende therapie (Anti-CD20; Rituximab)
Ja
Ja
Als vaccinatie ingehaald kan worden: indien mogelijk >3 mnd na laatste dosis
Vaccinatie niet uitstellen indien oproep tot vaccinatie binnen dit interval van toediening
Vasculitis / connective tissue disease
Cyclofosfamide / mycofenolaat mofetil
Ja
Ja
n.v.t.
Versiebeheer
Het Commissariaat vd Media zegt over de Mediawet dat er zendtijd is voor de Politieke Partijen en de overheid. Daar hoort dit debat ook bij! Op http://www.cvdm.nl/praktisch/zendtijd-politieke-partijen/ staat: Het Commissariaat wijst zendtijd toe aan politieke partijen en overheid. Jaarlijks wijst het Commissariaat landelijke zendtijd toe aan politieke partijen die in de Eerste en Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn, en aan het ministerie van Algemene Zaken voor overheidsvoorlichting (Postbus 51).
De minister van OCW bepaalt hoeveel zendtijd beschikbaar is. In verkiezingstijd (Tweede Kamer, Europees Parlement) wijst het Commissariaat zendtijd toe aan politieke partijen die meedoen in alle kieskringen. De reguliere zendtijd voor politieke partijen komt in die periode te vervallen. Met een loting bepaalt het Commissariaat de volgorde van de uitzendingen. De NPO deelt de zendtijd vervolgens in.
de bronHet Parool op de voorpagina van 25 april: Voor het eerst kunnen Europese burgers indirect de voorzitter van de Europese Commissie kiezen. Maar een debat tussen de kandidaten wordt door de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) gemarginaliseerd.
Stefan de Vries schreef op 23 april een blog hierover: De European Broadcasting Union (EBU), de organisatie van àlle Europese publieke omroepen (dus ook de NPO), organiseert op 15 mei aanstaande het Eurovisie Debat. In het Parlement in Brussel gaan de leiders van de belangrijkste Europese partijen met elkaar de confrontatie aan.
Op mijn vraag of deze historische gebeurtenis ook op de Nederlandse buis te zien zal zijn, antwoordde een woordvoerster van de NOS: Wélk debat!?. Niet dus.
Volledige blogpostingBeste mensen, Vanaf vandaag is de petitie "Herkeuring Uitkeringen" officieel van start gegaan. Laten we ons gezamelijk sterk maken en opkomen voor de Nederlanders die heden ten dage geen uitkering meer mogen ontvangen, maar daar om fysieke/geestelijke redenen wel recht op hebben! Namens mij en de mensen waar deze petitie om draait hartelijk dank voor uw steun!.
Het nut en de noodzaak van de langzaam verkeerbrug over de Noord-Om ter hoogte van de Lieve Vrouwesteeg te Gemert. De aanleiding van de notitie is de vraag van de provincie wat het nut en de noodzaak is van de ongelijkvloerse verbinding over de Noord-Om. Als het nut en de noodzaak voldoende is aangetoond, zal de provincie de middelen voor deze voorziening ter beschikking stellen. Behoud route op basis van recreatie, cultuurhistorie en leefbaarheid Het nut en de noodzaak worden aangetoond op basis van recreatieve, cultuurhistorische en maatschappelijke argumenten. De recreatieve en cultuurhistorische belangen zijn verwoord door de Gemertse Heemkundekring en de gemeente op basis van relevant beleid, projecten die in het verleden zijn uitgevoerd en de individuele kennis en kunde.
Het maatschappelijk belang wordt vertegenwoordigd door de bewoners van de nabij de steeg gelegen woonwijk Doonheide. 1. Recreatieve argumenten Voor de noordzijde van Gemert is een langzaam verkeerroutestructuur die uitkomt op de Lieve Vrouwesteeg. Dat betekent dat men via fietspaden/wandelpaden door groene parkgebieden op deze plek uitkomt (zie bijlage 1 en 2). 1.1 De Lieve Vrouwesteeg is vanuit Gemert de entree naar het buitengebied De Lieve Vrouwesteeg is de entree naar het buitengebied en de bossen van Handel. Deze functie maakt zowel korte als langere eindjes om te voet of op de fiets mogelijk. Dit is een zeer toegankelijke en gezonde manier van recreëren. De Noord-Om als doorgaande weg zou, zonder een oversteekplaats, de dorpskom van Gemert aan de noordkant geheel afsluiten. Het wordt heel moeilijk, bijna onmogelijk, om vanuit de woonwijken het buitengebied te bezoeken, terwijl de bewoners daar juist in steeds meerdere mate behoefte aan hebben. Zonder oversteekplaats wordt de woonwijk opgesloten. Het alternatief naar het noorden loopt langs de Boekelseweg of de Handelseweg. Beiden recreatief veel minder aantrekkelijk, zowel vanwege de drukte op die wegen, als vanwege de lange omweg die daarmee gepaard gaat. 1.2. Oversteek versterkt landschappelijke relatie en beleving Een brug over de Noord-Om voegt een fantastische natuurbeleving toe aan de langzaam verkeerstructuur. Vanaf de brug heb je een mooi uitzicht over het beekherstelproject en de Ecologische Verbindingszone Peelse Loop. Projecten uit het verleden die het waard zijn ook in de toekomst gezien en beleefd te worden. Als de steeg definitief afgesneden wordt gaat dit laatste verloren en zal in plaats van het wandelen/fietsen door het groen de Doonheide als verbinding naar Handelse- of Boekelseweg moeten worden gekozen. 2. Cultuurhistorische argumenten Uit cultuurhistorisch oogpunt is de verbinding over de Lieve Vrouwesteeg van hoge waarde (zie bijlagen 2 t/m 4). 2.2. Lieve Vrouwesteeg is onderdeel van een historische steegnetwerk In het oude natuurlijke deel van de Peelse Loop waren op maar liefst negen plaatsen wegen en paden die de beek kruisten: de Esdonkse Dijk, het Esdonkse kerkepad, de Boekelseweg de doorgang bij de landweer, de Lieve-Vrouwesteeg, de voormalige Handelseweg, de (huidige) Handelseweg, de Scheiweg en de Rooije Hoefsedijk. Hoe deze beekovergangen er vroeger hebben uitgezien weten we niet, mogelijk waren het voordes, al dan niet voorzien van stapstenen. Op de Bonnekaart van 1897 waren al de overgangen voorzien van duikers. 2.1 Steeg verbeeld fysiek de agrarische geschiedenis van de Doonheide Het vermoeden is dat de steeg ontstaan is als veedrift, om de Doonheide te verbinden met de gemene gronden aan de overzijde van de Peelse Loop. 3. Maatschappelijke argumenten Op 18 februari 2014 is tijdens de informatieavond over de stand van zaken van de Noord-Om door de buurtbewoners van de wijk Doonheide aangegeven dat de verbinding over de Noord-Om zeer belangrijk is voor de wijk. Gewenst is: Bereikbaarheid mooi landschap en uitloopgebied; Kleinschalige infrastructuur voor langzaam verkeer op basis van veiligheid, beleving en sociale relaties Doonheide-Handel. De bewoners hebben toegezegd de gemeente te willen ondersteunen bij de onderbouwing van het nut en de noodzaak (zie bijlage 5). Bijlagen Bijlage 1: Natuurcompensatieplan (februari 2012) Bijlage 2: MER- rapport (oktober 2008) Vooral de doorsnijding van de Lieve Vrouwesteeg werpt een barrière op voor wandelaars en fietsers van Gemert. Gezien het feit dat wandelen en fietsen voor het overgrote deel vanuit de eigen woning plaatsvindt heeft dit invloed op veel recreatieve dagtochten. Dit geldt voor de alternatieven 2, 2b, 3 en 3b. 3.5.2. Kruising met de Lieve Vrouwesteeg en de Handelseweg Voor de kruising van de Noord-Om met de Lieve Vrouwesteeg wordt vooralsnog uitgegaan van een ongelijkvloerse kruising, met de uitvoeringsvarianten: - de steeg kruist via een voetgangerstunnel; - de steeg kruist met een wandelbrug over de Noord-Om. De Lieve Vrouwesteeg is momenteel afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Een gelijkvloerse kruising is niet wenselijk, vanuit provinciaal beleid om het aantal koude oversteken (oversteken met verbod om af te slaan) terug te dringen. Een ongelijkvloerse kruising met een viaduct zal leiden tot een grotendeels verdiepte aanleg van de Noord-Om, in verband met de korte afstand tot de kruising met de Handelseweg en de te hanteren hellingspercentages conform de ontwerprichtlijnen. Voor de kruising van de Noord-Om met de Handelseweg is zowel een gelijkvloerse kruising als een ongelijkvloerse kruising denkbaar. Het landschap is ontsloten door een aantal karakteristieke oude zandpaden (Lieve Vrouwesteeg, Kranerijt, Oude Handelseweg en Peelse Loopweg). Deze paden hebben een belangrijke recreatieve functie (uitloopgebied Gemert en Handel). Landschapstructuur De landschapsstructuur is gekenmerkt door de samenhang tussen de verschillende landschapselementen en door een bepaalde hiërarchie. Op het 1e niveau verbinden de wegen Handelseweg Lodderdijk en Boekelseweg de kernen in de occupatiezone. Tussen deze beide hoofdwegen in liggen de dwarsverbindingen Doonheide en Kranerijt (2e niveau). In het gebied tussen Doonheide en Kranerijt is door schaalvergroting veel veranderd. Van de historische Peelse Loopweg is nog maar een klein gedeelte bestaand; de Oude Peeldijk loopt dood op het grondlichaam langs de Oost-Om en de verbinding Oude Handelseweg - Doonheide over de Peelse Loop bestaat niet meer. Het bos ten westen van de Oude Handelseweg is deels gekapt. Het zandpad Lieve Vrouwesteeg en een gedeelte van de Oude Handelseweg en het bospad achter langs Smits is behouden. De belangrijkste structuurelementen zijn: in de noord - zuid richting: Handelseweg en Boekelseweg (1e niveau); in de oost - west richting: Doonheide en Kranerijt en daartussenin de Peelse Loop met daarlangs relicten van de Peelse Loopweg en de Oude Peeldijk (2e niveau); het zandpad Lieve Vrouwesteeg en de zandpaden/bospaden Oude Handelseweg en het pad achter langs Smits (3e niveau); de tussengelegen open ruimtes en het besloten bosgebied langs de Handelseweg. De structuurelementen dragen bij aan de herkenbaarheid van het landschap (oriëntatie). Zandpaden Om de landelijke omgeving te kunnen ervaren is het platteland opengelegd met een netwerkstructuur voor wandelen en fietsen (bron: Reconstructieplan/Milieueffectrapport De Peel Deel B). In samenhang met de stedelijke ontwikkeling Doonheide is de Lieve Vrouwesteeg meer en meer gaan functioneren als belangrijke uitlooproute. Aangenomen is dat de verbeterde padenstructuur ook een rondwandeling door het buitengebied mogelijk maakt. Hiervoor is de verbinding met de Oude Handelseweg over de Peelse Loop hersteld (2e houten bruggetje over de Peelse Loop). Langs de Lieve Vrouwesteeg en Kranerijt is een eenvoudige fietsstrook aangelegd. Intensief gebruik van de voet- en fietspaden heeft ook de onderlinge contacten Doonheide - Handel bevorderd. Langs de Lieve Vrouwesteeg, Oude Handelseweg en in het open gebied zijn houtwallen geplant volgens historisch verkavelingspatroon (bron: Visie en streefbeeld Beeldkwaliteitplan Landelijk Gebied Gemert-Bakel). Het extensiveringgebied reconstructie is in gebruik genomen voor jaarrond begrazing met jong vee (A-zone rondom de bossen Handel is in het Reconstructieplan opgenomen als zoekgebied extensivering melkveehouderij). 4.4.3. Huidige situatie Op de cultuurhistorische waardenkaart (2005) zijn de cultuurhistorische waarden aangegeven. Het betreft historische geografie (vlak- en lijnelementen), historische zichtrelaties (niet in het studiegebied), historische stedenbouw en historisch groen. Vermeld zijn ook de indicatieve archeologische waarden. Een tweede bron vormt de monumentenlijst gemeente Gemert-Bakel. De archeologische vindplaatsen zijn aangegeven conform opgaaf RACM (Rijksdienst voor archeologie, cultuurhistorie en monumenten). Ten slotte is het onderzoek van J. Kolen geraadpleegd: Biografie Peelland 2004, de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van Peelland, Zuid-Nederlandse archeologische rapporten nummer 13, archeologisch centrum VU Amsterdam. In het studiegebied betreft het onderstaande waarden. cultuurhistorisch landschap historische geografie (lijnelementen); Handelseweg (historisch lijnelement hoge waarde); zandpaden Lieve Vrouwesteeg, Kranerijt en Oude Handelseweg (historische lijnelementen hoge tot redelijk hoge waarde); Doonheide (historisch lijnelement redelijk hoge waarde); Oude Peeldijk (historisch lijnelement hoge waarde); historische stedenbouw: Handelseweg (hoge waarde); historisch groen: Handelseweg. 5.5 Mitigerende maatregelen Alle alternatieven doorsnijden de zandpaden Lieve Vrouwesteeg en Oude Handelseweg. Het is wenselijk om dit effect te mitigeren met de aanleg van een tunnel of brug voor langzaam verkeer (recreatie) in de centraal gelegen Lieve Vrouwesteeg en door langs de Noord-Om op afstand een wandelpad met houtwal aan te leggen. Bijlage 3: Cultuurhistorische waardenkaart (september 2009) Cultuurhistoriekaart: themakaart bebouwing Op de gemeentelijke cultuurhistoriekaart en de provinciale CultuurHistorische Waardenkaart (CHW) is de steeg vastgelegd als historisch-geografisch waardevolle infrastructuur met de waarde hoog. Zie voor de verbeelding de kaart in de bijlage. De gemeentelijke cultuurhistoriekaart is door de raad vastgesteld op 28 januari 2010. Lieve Vrouwesteeg De Lieve Vrouwesteeg is een oud wegtracé om vanuit Doonheide de gemene gronden te bereiken en is het best te karakteriseren als een oude veedrift. Bijlage 4: Cultuurhistorische analyse Peelse Loop (november 2013) 5. Waardering Bij de waardering van landschappelijke en cultuurhistorische aspecten kunnen verschillende abstractieniveaus worden gehanteerd. In deze analyse is gekozen voor twee niveaus: het stroomgebied als geheel en de individuele elementen. 5.1 Het stroomgebied als geheel De huidige Peelse Loop heeft tussen het Defensiekanaal en de uitmonding in de Aa een lengte van ongeveer 17 km. Dit betekent dat de beek vergeleken met de natuurlijke situatie van omstreeks 1800 meer dan twee keer zo lang is en dat het gebied dat op de beek afwatert aanzienlijk groter is geworden. De beek doorkruist verschillende landschappen die allemaal hun eigen geschiedenis en hun eigen ruimtelijke kenmerken hebben. Deze landschappen zijn: Het militaire landschap van de Peel Raamlinie. Belangrijkste elementen zijn het Defensiekanaal met wal en kazematten, de resten van het Koordekanaal en de loopgraven bij de Klotterpeel; De jonge ontginningslandschappen de landgoederen bij De Rips en Elsendorp, met een rationeel patroon van wegen en waterlopen en een afwisseling van open landbouwgebieden, grote bossen en enkele heidevelden en vennen; Het ontginningslandschap van ca. 1850 rondom het vroegere Zwarte Water, minder strak geordend dan de jongere ontginningsgebieden; Het oude cultuurlandschap van de gehuchten ten noorden van Gemert, gekenmerkt door een relatieve kleinschaligheid en een grote landschappelijke diversiteit. Open landschap langs de Rooijassche Loop ten oosten van de Heideweg. De afgelopen decennia ruwweg de periode na de Tweede Wereldoorlog heeft het landschap belangrijke wijzigingen ondergaan, zoals de schaalvergroting in de landbouw en de uitbreiding van woonwijken en het bedrijventerrein Wolfsveld bij Gemert. Deze veranderingen hebben vooral het oude cultuurlandschap beïnvloed: de kleinschaligheid en de herkenbare variatie van akkercomplexen en lager gelegen graslanden zijn hierdoor verminderd. De afname van elzensingels en (hakhout)bosjes hebben de landschappelijke beslotenheid doen afnemen. Ondanks deze veranderingen is de verscheidenheid van de verschillende landschappen die de Peelse Loop doorkruist nog steeds goed herkenbaar. Hierdoor heeft het hele stroomgebied van de beek een grote cultuurhistorische en landschappelijke betekenis en een grote belevingswaarde. In het oude natuurlijke deel van de Peelse Loop waren op maar liefst negen plaatsen wegen en paden die de beek kruisten: de Esdonkse Dijk, het Esdonkse kerkepad, de Boekelseweg de doorgang bij de landweer, de Lieve-Vrouwesteeg, de voormalige Handelseweg, de (huidige) Handelseweg, de Scheiweg en de Rooije Hoefsedijk. Hoe deze beekovergangen er vroeger hebben uitgezien weten we niet, mogelijk waren het voordes, al dan niet voorzien van stapstenen. Op de Bonnekaart van 1897 waren al de overgangen voorzien van duikers. De Peelse Loop zelf vertoont verschillende gezichten die samenhangen met de verschillende landschappen. Vanaf het Peelkanaal tot natuurgebied De Klotterpeel volgt de beek het tracé van het Koordekanaal, parallel aan de Hazenhutsedijk. De beek is om het natuurgebied heen geleid waardoor delen van het kanaal in de Klotterpeel en in het Beestenveld nu geen waterstaatkundige functie meer hebben. Ten westen van de Kruisberglaan is een deel van het Koordekanaal gedempt met afval. Bij de Emmalaan in het Beestenveld komt de omgeleide beek weer uit in het Koordekanaal en volgt dit tot de N277. Vanaf daar buigt de beek af naar het westen via de in 1954 gegraven verbinding, die min of meer parallel loopt aan de dr. De Quayweg. Bij het Zwarte Water sluit deze verbinding aan op de oorspronkelijke bedding van de Peelse Loop. Vanaf hier manifesteert de beek zich duidelijk als zodanig in het landschap, eigenlijk zoals dat vroeger ook het geval was. De beek loopt tamelijk recht tot aan de Rooije Hoefsedijk, buigt daar af naar het westen en gaat kronkelen. De beek stroomt hier over de Horst van Handel, die wordt begrensd door twee breuken. Bij de Handelseweg loopt de beek als vanouds recht in westelijke richting tot aan de Esdonkse Dijk. Het rechte beloop heeft te maken met het feit dat de beek hier de oude landweer volgde. De Peelse Loop heeft in de twintigste eeuw veranderingen ondergaan. In de periode 1938-1954 en tijdens de uitvoering van de ruilverkaveling Bakel zijn verbeteringswerken uitgevoerd. De beek is verbreed, hier en daar zijn bochten rechtgetrokken en er zijn ongeveer tien stuwen aangelegd. In het bedrijventerrein Wolfsveld is de beek gedeeltelijk overkluisd en dus niet meer als zodanig herkenbaar. De meest recente ingrepen zijn het aanleggen van poelen en natuurvriendelijke oevers. In dat kader is de benedenloop van de beek bij Koks verlegd. De stuwen in het natuurlijke deel van de loop zijn aangelegd in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, inmiddels zijn ze automatisch bedienbaar. Ze zijn kenmerkend voor de zijbeken van de Aa. Tussen het Zwarte Water en de Aa is het verval ruim 8 meter, en het plaatsen van stuwen was nodig om de stroomsnelheid van het water te reguleren en - vooral - om verdroging van landbouwgronden en bospercelen te voorkomen. Bovenstrooms stammen de stuwen deels nog uit de oorlog. In het Koordekanaal waren vaste stuwen aangelegd, die tijdens de Duitse bezetting vervangen zijn door beweegbare. Enkele worden nog met de hand bediend20. De overige kunstwerken in de Peelse Loop, zoals duikers en bruggen, hebben qua materiaalgebruik, vormgeving of ouderdom geen bijzondere cultuurhistorische betekenis. De overgangen over de beek zijn echter van betekenis omdat ze de relatie van de beek met de historische infrastructuur illustreren. 5.2 Elementen langs de beek Bijlage 5: Maatschappelijk belang De bewoners van de wijk Doonheide leveren een bijdrage aan de beargumentering van de noodzaak van de langzaam verkeerverbinding over de Noord-Om.
Aan het gemeentebestuur van Gemert-Bakel Postbus 10.000 5420 DA Gemert Gemert, 29 april 2014 Onderwerp: Noord-Om Geacht gemeentebestuur, Op 18 februari 2014 is een informatiebijeenkomst gehouden over de Noord-Om. Naar aanleiding van deze bijeenkomst en uw verslag over de bijeenkomst vragen wij, buurtvereniging de Peelse Loop, bewoners van Doonheide en Gemert uw aandacht voor het volgende: KWALITEIT De voorbereidingen voor de Noord-Om lopen al geruime tijd.
Wij constateren dat gedurende de voorbereidingen allerlei verzachtende kwaliteitsonderdelen voor de Noord-Om worden geschrapt. Voorbeelden zijn: de verdiepte aanleg van de weg en de ongelijkvloerse kruising met de weg Gemert-Handel. Het laatste treurige dieptepunt is het ter discussie stellen van een oversteek voor de Onze Lievevrouwensteeg met de Noord-Om. Wij hebben niet het gevoel dat onze belangen serieus worden genomen. De Noord-Om is van grote invloed op onze leefomgeving. Op basis van vertrouwen dat er serieus rekening zou worden gehouden met onze belangen hebben wij, bewoners van de wijk Doonheide Noord, fors geïnvesteerd in kavels, huizen en tuinen. Wij verzoeken u om ook rekening te houden met onze belangen en om deze vanaf nu wel serieus te nemen. AFSPRAKEN Tijdens voorgaande overlegmomenten met de gemeente hebben wij afspraken gemaakt. Wij verzoeken u deze afspraken te respecteren. Gemaakte afspraken zijn onder meer: Geen hogere geluidbelasting dan 48 decibel. Aanleg van een aarden wal met een hoogte van3 mboven de as van de weg ten zuiden van de Noord-Om. Op 9 april 2014 schreef mevrouw Van de Akker: Het akoestisch model wordt niet ter beschikking gesteld. Er kan eventueel wel een toelichting worden gegeven door een deskundige, als daar behoefte aan is. Zonder akoestisch model worden wij niet in staat gesteld de resultaten van het onderzoek te verifiëren, ook dit onderschrijft het gevoel van niet serieus genomen te worden. Wij maken graag gebruik van het voorstel voor een toelichting en verzoeken u op korte termijn een afspraak met een deskundige in te plannen. Wij verzoeken u de uitnodiging via ondergetekenden en het bestuur van de buurtvereniging de Peelse Loop te laten lopen. Daarnaast verzoeken wij u de afspraak na 19.00 uur te plannen. PEELSE LOOP De Peelse Loop is een belangrijk onderdeel van onze wijk en is van groot belang voor onze buurt. Op 27 februari 2014 is een bijeenkomst georganiseerd over de inrichting van de Peelse Loop. Door u is onze deelname aan een bijeenkomst over inrichting van de Peelse Loop actief geweigerd. Bij overleg over deze weigering hebben wij het belang van de Peelse loop voor de wijk onderstreept. Hierbij hebben we nadrukkelijk gemeld dat wij betrokken wensen te worden bij de planvorming over de Peelse Loop. Wij verzoeken u de bewoners te betrekken bij de planvorming. Wij zouden het betreuren als ter hoogte van onze wijk (her-) inrichtingsplannen voor de Peelse Loop worden gemaakt zonder onze inbreng serieus hierbij te betrekken. NATUURCOMPENSATIE Bij realisatie van de Noord-Om treedt er schade op aan de natuur. Deze schade moet wettelijk worden gecompenseerd. Uw standpunt is om een stuk reeds gemaakte natuur achter Handel op te voeren als compensatie voor de schade als gevolg van de Noord-Om. Tijdens bovengenoemde informatiebijeenkomst hebben wij aangegeven dat wij dit geen goede compensatie vinden. Als nabij de kern Gemert en onze wijk natuur wordt beschadigd, vinden wij dat die natuur ten bate van onze wijk moet worden teruggebracht en niet ergens achter Handel waar al veel bos en natuur is. Ook ontvangen wij graag een onderbouwing dat de compensatie volgens uw plan aan de wettelijke eisen voldoet. Wij denken dat uw plan namelijk hieraan niet voldoet. Tijdens bovengenoemde informatie-bijeenkomst hebben wij opmerkingen geplaatst over natuurcompensatie. Deze opmerkingen staan niet in het door u opgestelde verslag. Wij verzoeken u het verslag op dit onderdeel te corrigeren. OVERSTEEK ONZE LIEVEVROUWENSTEEG Het belang van een oversteek van de Onze Lievevrouwensteeg over de Noord-Om is groot. Aanleg van de Noord-Om zonder een oversteek voor de Onze Lievevrouwensteeg accepteren wij niet. Wij organiseren activiteiten voor een oversteek. Hierover ontvangt u nog verdere informatie. Daarnaast willen wij deze onderbouwing op een goede en volledige manier kunnen uitvoeren. Echter wordt er ons weinig tijd hiervoor geboden. Op 25 april wordt ons gevraagd om voor 29 april de noodzaak vanuit de wijk aan te tonen. U zult begrijpen dat dit gezien de korte termijn niet lukt. Op 25 april hebben wij daarom mevrouw van de Akker bericht op welke wijze wij de onderbouwing aan het opzetten zijn en dat de gestelde termijn van 29 april niet haalbaar is. Wij verzoeken om een langere termijn. Op 29 april ontvangen we een mail van mevrouw Van de Akker dat er vanuit de zijde van de provincie geen uitstel mogelijk is en dat we zoveel mogelijk op 5 mei moeten aanleveren. Ook voor dit onderdeel geldt wederom dat we niet serieus worden genomen. MER In de diverse overleggen die hebben plaats gevonden wordt telkens verwoord dat de noodzaak van de aanleg van de Noord-Om komt vanuit de provinciale afwikkeling van het verkeer. Echter de genoemde afwikkeling stagneert in de omliggende gemeenten. In de MER van 2008-2009 is alleen beoordeeld op het totaalbeeld van de regio, maar wat zijn de gevolgen anno 2014 met de kennis van nu? Het MER-rapport moet volgens ons dan ook geactualiseerd worden naar de huidige inzichten en de huidige wetgeving om te kunnen dienen als onderbouwing voor het op te stellen bestemmingsplan. RANDWEG BOEKEL Gezien het feit dat er een relatie is tussen de Noord-Om en de randweg Boekel en het feit dat deze randweg tot onbepaalde tijd is opgeschort, lijkt het volgens ons relevant om het tijdspad van de Noord-Om gelijke tred te laten houden met de randweg Boekel. Het oplossend vermogen voor deze weg wordt ter discussie gesteld (zie brief Provincie Noord-Brabant 10-02-14 document nr. 3538665). Voor de komende tijd wordt een planstudie gestart naar het nut en de effecten van kleinschalige maatregelen in de bebouwde kom van Boekel. De resultaten van deze planstudie komen 1 mei gereed. Graag willen wij een beargumenteerd standpunt van de Gemeente in deze kwestie. Een kopie van deze brief sturen wij aan de leden van de buurtverenigingen de Peelse Loop en Doonheide. Ons correspondentieadres is: het Bestuur van de buurtvereniging de Peelse Loop, p/a Moeder-kruid 8, 5422 EG Gemert. Hoogachtend, Het bestuur van de buurtvereniging de Peelse Loop Voorzitter Secretaris Namens bewoners van Doonheide-Noord P. van den Elsen P. Verbruggen F. Donkervoort H. Hellings P. van Mil
De Rotterdamse Amanda den Hartog wil dat de naam Ajaxstraat verdwijnt uit haar stad. In een digitale petitie vraagt de Feyenoord-supporter of de verbinding in de wijk 110 Morgen in de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek niet een andere naam kan krijgen dan die van de Amsterdamse voetbalrivaal.
Ajaxstraat in Rotterdam kan écht niet Lees ook 'Ajaxstraat hoort niet in Rotterdam' Het verzoek is doorgespeeld aan de gemeentelijke straatnamencommissie in Rotterdam, die vandaag bij elkaar komt.'Wij vinden het niet oké om een Ajaxstraat in Rotterdam te hebben. Wij verzoeken de straatnamencommissie deze naam te wijzigen,' schrijft Astrid, die zelf niet in de Ajaxstraat woont, maar deze bij toeval ontdekte. 'Een Ajaxstraat hoort niet thuis in Rotterdam,' gaat ze verder. De indienster zegt te spreken namens Rotterdammers, Feyenoord-supporters, mensen met een hart voor 010 en anderen.Sommige Feyenoord-fans en Rotterdammers nemen het woord Ajax liever niet in de mond en spreken van 'die club uit 020'. Veel supporters stonden in 2005 te juichen toen de Ajaxflat - de enige in Nederland - werd gesloopt. Hoewel de huizen verdwenen, ging de straatnaam niet verloren. Twee jaar later begon de bouw van nieuwe woningen als onderdeel van een grote opknapbeurt van de wijk 110 Morgen.Een bewoner van de Ajaxstraat noemt het verzoek overdreven. 'Het is een prima naam, niemand heeft er last van. Andere mensen vinden het ingewikkeld, de bewoners niet.'Kijk hieronder naar een reportage die ADtv in 2007 in de Ajaxstraat in Rotterdam maakte.
De Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra heeft zich als eerste grote organisatie aangesloten bij de brede coaltie die de petitie ondersteunt. De federatie is een landelijke koepel van 18 brancheorganisaties die samen ruim 1.800 bedrijven vertegenwoordigen, met een totale omzet van 3,6 miljard euro en een arbeidsvolume van 40.000 werkzame personen..