Op 1 juli 2024 is een nieuwe Huis- en hobbydierenlijst in werking getreden, die bepaalt welke diersoorten mogen worden gehouden. Verschillende partijen maakten bezwaar tegen de nieuwe lijst en vroegen om een voorlopige voorziening om deze in zijn geheel te schorsen, maar de rechter wees dit af.
Eerste verzoek voorlopige voorziening afgewezen • De rechter oordeelde vandaag, 2 juli 2021, dat de aangevoerde bezwaren te complex waren voor deze procedure. • Verder oordeelde de rechter dat er geen direct bezwaar en beroep openstond tegen het niet opnemen van zoogdiersoorten op de Huis- en hobbydierenlijst die niet Bijlage 1, tabel 1 of 2 van de Regeling houders van dieren stonden. • Ook oordeelde de rechter dat als het hele Besluit Huis- en hobbydierenlijst werd opgeschort, geen enkel dier meer gehouden mocht worden omdat dan het verbod op het houden van niet-aangewezen dieren (art. 2.2. Wet dieren) alles bepalend zou zijn. • De rechter hield het bij een belangenafweging en achtte het belang van de Minister zwaarder dan van de verzoekers.
Tweede verzoek voorlopige voorziening wordt aangepast aan uitspraak
Er is al een tweede voorlopige voorziening aangevraagd. Deze gaan we aanpassen, rekening houdend met de eerste uitspraak.
• De voorlopige voorziening wordt beperkt tot soorten die wel op de oude lijst stonden maar niet op de nieuwe. Volgens de rechter is voor deze soorten de procedure wel toegankelijk. • In deze procedure worden minder complexe punten aangevoerd, namelijk dat de beoordelingen voor deze soorten niet goed zijn onderbouwd en dat castratie, sterilisatie en separatie ernstige nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van de dieren.
We hebben hiermee meer kans op succes.
Handhaving wordt uiterst lastig Verder moet voor de soorten die niet al op de eerste lijst stonden en ook niet op de tweede lijst zijn opgenomen, in het oog worden gehouden dat, wanneer er een handhavingsbesluit wordt genomen, tegen dit besluit bezwaar en beroep open staat. Daarbij is er enerzijds sprake van opnieuw de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te vragen, kort wegens motiveringsgebrek en risico voor de gezondheid en het welzijn van dieren bij castratie/sterilisatie/separatie.
Anderzijds is er dan wel de mogelijkheid om in die zaak succesvol beroep te doen op het feit dat het verbod in strijd is met het Europeesrechtelijk kader. Handhaving gaat daarmee dus voor alle soorten heel moeilijk worden, zeker als al in de 2e voorlopige voorziening wordt vastgesteld dat een onderbouwing die bestaat uit verwijzingen naar al dan niet wetenschappelijke literatuur een onzorgvuldige motivering vormt.
Mogelijkheden bij ontheffing
Ook wanneer een ontheffing wordt aangevraagd en geweigerd, kan in bezwaar en beroep de onrechtmatigheid van het onderliggende verbod wegens strijd met het Europeesrechtelijk kader worden ingeroepen, evenals schending van de eisen die op Europees niveau worden gesteld aan de mogelijkheid om ontheffing te verkrijgen. Volgens de Europese jurisprudentie mag een dergelijke ontheffing niet worden geweigerd als is voldaan aan de met de regeling beoogde belangen, in dit geval de gezondheid en het welzijn van dieren en de gezondheid en veiligheid van mensen.
Omdat de petitie niet gestart is door een organisatie, kan deze niet worden aangeboden aan de vaste kamercommissie voor VWS. De petitie is wél onder de aandacht van de commissieleden gebracht, maar een formele overhandiging is helaas niet mogelijk..
Ook vandaag staat er weer een stukje in de Stentor, over de verwijdering van Speeltuin Ganzebloem. Het refereert aan de TV-Uitzending 'De Zeepkist', welke vanaf donderdag 20 oktober 17.21 uitgezonden wordt op RTV-Oost of terug te zien is via 'Uitzending gemist' van RTV-Oost..
Gisteren zijn in de Speeltuin aan de Ganzebloem tv opnames geweest voor het RTV-Oost programma 'En dan nog even dit' met het onderdeel 'De Zeepkist'. De uitzending is te zien op donderdag 20 oktober vanaf 17.21 tot vrijdag 21 oktober 13.01. Mocht je geen RTV-Oost kunnen ontvangen, dan kun je het online zien via onderstaande link..
De heer Teeven (staatssecretaris) heeft Mevrouw mr Jeannette F. van der Kloet (Hoofd Bureau Protocol en Evenementen) gevraagd de petitie namens hem in ontvangst te nemen.Ik heb met haar een afspraak op 4 november 2011 om 13:30 uur in de hoogbouw van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de Schedeldoekshaven 100 in Den Haag.
Medeondertekenaars en andere belangstellenden worden van harte uitgenodigd daarbij aanwezig te zijn. 23-10-2011: tijd van de afspraak bijgewerkt (was 14:00 uur)
14 oktober 2011 Nieuwe CBS-cijfers over inkomen huisarts: uitspraken minister volstrekt onjuist
Minister Schippers slaat met haar uitspraken over het inkomen van huisartsen de plank volledig mis. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die vandaag bekend zijn geworden.
Uit deze cijfers blijkt dat het gemiddelde inkomen van huisartsen 97.500 euro is. De minister stelde eerder dat huisartsen misschien wel 170.000 euro verdienen. De uitspraken van de minister zijn onjuist en suggestief en een poging om het gebrek aan inhoudelijke onderbouwing van de bezuiniging op de huisartsenzorg te camoufleren, aldus de LHV in reactie op de nieuwste cijfers. Er is een scheef beeld ontstaan Het door de minister genoemde bedrag is veel te hoog en een slag in de lucht, blijkt nu. Bovendien is het door haar genoemde bedrag niet vergelijkbaar met het bruto salaris van een werknemer, waardoor er een scheef beeld ontstaat. Uitleg Om een vergelijking te kunnen maken met een werknemer in loondienst, leggen we hieronder: 1) uit hoe de totale loonkosten voor een werkgever zijn opgebouwd. 2) Vervolgens lichten we toe hoe het NZa-norminkomen is opgebouwd. 3) Aan de hand van de vandaag gepubliceerde CBS-cijfers gaan we in op het werkelijke inkomen van huisartsen. 1. Totale loonkosten van een werknemer voor de werkgever De totale loonkosten die een werkgever maakt voor een werknemer bestaan uit twee delen: Het bruto salaris plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering; Overige loonkosten, zoals sociale verzekeringen en de werkgeversbijdragen in de pensioenpremie en de ziektekostenpremie. 2. Het NZa-norminkomen van een huisarts De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt ieder jaar het norminkomen van de huisarts vast. Voor een normpraktijk van 2.350 patiënten bedraagt dit in 2011 104.144 exclusief ANW-vergoeding. Het norminkomen en de normkosten ( 98.719) gebruikt de NZa om de inschrijf- en consulttarieven voor de dagzorg te berekenen. Ook het norminkomen bestaat uit twee delen: Een inkomensvergoeding (vergelijkbaar met het bruto salaris plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering van een werknemer). Dit is circa 75% van het norminkomen, ofwel circa 78.000. Overige vergoedingen. Deze vergoedingen zijn vooral tegemoetkomingen in de kosten voor pensioen, ziektekostenverzekering en arbeidsongeschiktheidsverzekering (vergelijkbaar met de werkgeversbijdragen voor een werknemer). Deze beslaan ongeveer 25% van het norminkomen, ofwel circa 26.000. Het norminkomen is dus niet vergelijkbaar met het bruto salaris van een werknemer, maar is beter vergelijkbaar met de totale loonkosten van een werkgever. 3. Het werkelijke inkomen van een huisarts LoondienstEen groot deel van de huisartsen is in loondienst en valt onder de CAO Hidha of de CAO Gezondheidscentra. Afhankelijk van de inschaling, verdienen zij maximaal circa 80.000.Zelfstandig gevestigdHet merendeel van de huisartsen is zelfstandig gevestigd. Hierover heeft het CBS onlangs nieuwe cijfers gepubliceerd. Het CBS heeft hiervoor de belastinggegevens over 2009 gebruikt van huisartsen met een eigen bedrijf. CBS-cijfers Uit de CBS-cijfers blijkt dat het gemiddelde resultaat (opbrengsten minus lasten) circa 130.000 is. Dat is dus sowieso 20.000 lager dan wat de minister suggereerde. Ook dit bedrag kan niet worden vergeleken met het bruto salaris van een werknemer. Het bedrag kan worden opgesplitst in: De bovengenoemde inkomensvergoeding voor de huisarts: het bruto salaris van de huisarts plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering; De bovengenoemde overige vergoedingen: de werkgeversbijdragen voor pensioen, ziektekostenverzekering en arbeidsongeschiktheidsverzekering; Overig, zoals reserveringen voor innovatie, investeringen en risicos. Zelfs als de post overig 0 zou bedragen (wat niet reëel is), dan nog is de gemiddelde inkomensvergoeding niet hoger dan 97.500 (circa 75% van 130.000). Het werkelijke inkomen versus het norminkomen Een andere manier om ernaar te kijken is om het werkelijke inkomen te vergelijken met het norminkomen. Als we van het gemiddelde resultaat van 130.000 de ANW-vergoeding (circa 15.000) aftrekken, dan resteert er circa 115.000. Dat is slechts 11.000 meer dan het norminkomen.Deze 11.000 is dus de vergoeding die de huisarts overhoudt aan alle overige activiteiten, zoals M&I, de managementvergoeding voor POH, keuringen, griepvaccinaties, bevolkingsonderzoek, extra werkzaamheden voor instellingen, etc. De conclusie is dan ook dat de huisarts nauwelijks meer verdient dan het norminkomen. Daar komt bij dat het norminkomen stamt uit het begin van de jaren tachtig en reeds in 2001 door het toenmalige CTG als verouderd is bestempeld. Bovendien is in het norminkomen geen reservering opgenomen voor innovatie, investeringen en risicos. Het norminkomen is dus geen goede maat meer om het werkelijke inkomen mee te vergelijken. Conclusies De uitspraken van minister Schippers zijn onjuist en suggestief. Uit CBS-cijfers blijkt dat het gemiddelde inkomen (salaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering) inclusief ANW-vergoeding niet hoger is dan 97.500. De huisarts verdient nauwelijks meer dan het NZa-norminkomen. Bovendien is het norminkomen geen goede maat meer om het werkelijke inkomen mee te vergelijken. Meer informatie Meer informatie over de CBS-cijfers vindt u op de CBS website.
8 november 2011, om half twee wordt onze petitie officieel in ontvangst genomen door de vaste kamercommissie zorg!!!!! Dank jullie allemaal voor de lange adem, onze stem wordt gehoord!.
Goed nieuws! Dinsdag liet het Utrechtse college van B&W weten dat er gratis fietsparkeerplekken beschikbaar blijven in het Stationsgebied. In slechts een paar dagen haalde de Fietsersbond meer dan 3000 handtekeningen op tegen de plannen van de gemeente Utrecht om betaald fietsparkeren verplicht te stellen.
De meeste partijen in de Utrechtse gemeenteraad sloten zich bij de oproep van de Fietsersbond aan. In het debat werd uitgebreid naar het plan van de Fietsersbond afdeling Utrecht verwezen. Hierin staat onder meer dat de gemeente Utrecht slimme oplossingen moet bedenken om het stallingsprobleem rond Utrecht Centraal op te lossen, bijvoorbeeld door langstallers meer te laten betalen. Dinsdag werd ook in de Tweede Kamer gesproken over betaald stallen bij NS-stations. Een Kamermeerderheid vond dat minister Schultz van Haegen gemeenten moet verplichten om gratis fietsenstallingen bij stations in te richten, maar de minister houdt vast aan decentralisatie van het stallingsbeleid. Wel is ze bereid om hierover voorlopige afspraken te maken met de gemeenten. De Fietsersbond houdt de ontwikkelingen rondom stationsstallingen scherp in de gaten en zal het concrete plan dat het college eind van dit jaar aan de gemeenteraad voorlegt kritisch bekijken. Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten en indien nodig nog een keer in actie komen, dan kan dat: Volg ons op Twitter: http://twitter.com/fietsersbond Volg ons op Facebook: http://facebook.com/fietsersbond Via onze e-mail nieuwsbrief Fietsflits: https://www.fietsersbond.nl/formulier/aanmeldingfietsflits/ Deze acties kunnen wij alleen uitvoeren met voldoende steun van alle fietsers. Word ook lid van de Fietsersbond! Hartelijk dank voor je ondertekening!
FietsersbondOp de online voorpagina van Weekkrant 'De Krant' ("video's uit de buurt") staat ook een filmpje over de speeltuin http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=LTX0wClEFNA In 'de Krant' van 12 oktober 2011 stond een artikel met foto over behoud van Speeltuin Ganzebloem. Zie bijgaande link..