Antwoord op de petitie van de wethouder, misschien een stopverbod in de Spuistraat.
Behandeld door Bestuurlijke zaken V&OR
TA2022-000642/ZD2022-008765
Uw petitie/raadsadres van 20 juni 2022 over “Geef het fietspad terug in de Spuistraat”
Beste Amsterdammers,
Hartelijk dank voor uw petitie aan de gemeenteraad van 20 juni 2022 met als onderwerp “Geef het fietspad terug in de Spuistraat”.
In uw petitie vraagt u in de eerste plaats om zo snel mogelijk een tijdelijk fietspad af te tekenen op het nieuw aangelegde trottoir in de Spuistraat. In de tweede plaats doet u een procedurevoorstel om tot een nieuw besluit te komen in de gemeenteraad over een definitieve inrichting.
Daarbij doet u ook een suggestie voor een inrichtingsprincipe waarbij de rijbaan wordt verschoven en een nieuw fietspad wordt aangelegd. Dit gaat ten koste van de parkeerplaatsen aan beide zijden van de weg.
Op 13 juli 2022 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden.
Ik zal achtereenvolgens ingaan op de voorgeschiedenis en uw vragen.
Voorgeschiedenis
Tijdens de afgelopen coronaperiode, toen er ‘anderhalvemeter’-maatregelen moesten worden getroffen in de openbare ruimte, is het fietspad in de Spuistraat afgesloten om meer ruimte aan de voetganger te geven door de fietser gebruik te laten maken van de rijbaan. Dit is grotendeels als positief ervaren door zowel de buurt als de verkeersdeelnemers in de Spuistraat.
Daarnaast waren er ook kritische geluiden.
De stadsdeelcommissie Centrum heeft op 2 november 2021 nadrukkelijk verzocht om de Spuistraat definitief in te richten als fietsstraat waar de auto te gast is.
Vervolgens is de buurt geconsulteerd, is het voorstel onder andere besproken in de stadsdeelcommissie - met inspraak van voor- en tegenstanders –, besproken met Fietsersbond en getoetst in de Centrale Verkeerscommissie (CVC).
Dit heeft op 17 januari 2022 geresulteerd in een besluit van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum waarin is besloten de Spuistraat definitief in te richten als fietsstraat, waar de auto te gast is. Ook de positieve en negatieve ervaringen uit de coronaperiode zijn meegewogen in het besluit.
De afgelopen maanden is het fietspad verwijderd en omgezet in trottoir. Ook wordt nieuwe bebording geplaatst en nieuwe markering op de rijbaan aangebracht, waaruit duidelijk blijkt dat de auto te gast is in de fietsstraat.
Andere afwegingen om definitief tot een inrichting als fietsstraat te besluiten
1. Historisch veranderende situatie
De Spuistraat met vrijliggend fietspad komt voort uit de situatie van de jaren ‘90 van de vorige eeuw waarbij de Spuistraat nog als hoofdnet voor auto’s fungeerde richting Raadhuisstraat, Rokin, Amstel en Vijzelstraat. Dit was een 50km/u hoofdweg met een veelvoud van de huidige hoeveelheid gemotoriseerd verkeer.
De afgelopen decennia is de functie van de Spuistraat en de wijze waarop de verkeerscirculatie in het stadshart is georganiseerd, veranderd. Zo is van de vroegere doorgaande ontsluitingswegen alleen de Raadhuisstraat nog bereikbaar via de Spuistraat en is de Nieuwezijds Voorburgwal de voornaamste en aangewezen hoofdroute om vanuit het noorden de Raadhuisstraat te bereiken. Dit betekent dat de Spuistraat voornamelijk een buurtfunctie heeft gekregen waar maximaal 30 km per uur mag worden gereden. De Spuistraat vervult nu dus een ondergeschikte rol ten opzichte van het hoofdnet auto. Dit moet ook duidelijk zijn in de wijze waarop een straat is ingericht. Een geasfalteerde vrijliggende rijbaan voor auto’s met een vrijliggend fietspad is niet de juiste indeling.
2. Toekomstbestendigheid
Wanneer het project de Oranje Loper is afgerond, met name de werkzaamheden op de Nieuwezijds Voorburgwal, is er een verdere afname van gemotoriseerd verkeer in de Spuistraat. Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum heeft nadrukkelijk toegezegd, de punten die door de stadsdeelcommissie zijn gevraagd in het ontwerp voor herinrichting mee te nemen. Deze punten overlappen met uw petitie en betreffen:
a. Fietsverkeer richting het noorden mogelijk maken
b. Meer ruimte voor voetganger en fietser
c. Rekening houden met bewoners met een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.
Huidige situatie
Ik deel uw mening dat de huidige situatie in de Spuistraat niet ideaal is. Er wordt frequent geladen en gelost op de rijbaan, waarbij zowel het gemotoriseerd verkeer als het fietsverkeer wordt gehinderd en er soms zelfs gevaarlijke situaties ontstaan. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat dit met name in de ochtendspits tot problemen leidt en het buiten deze periode de doorstroming voldoende is en de situatie goed functioneert.
De problemen in de Spuistraat zijn te wijten aan de minimale breedte van de rijbaan. Ondanks het grote aantal laad- en losplekken waar gebruik van kan worden gemaakt, wordt nog veel stilgestaan op de rijbaan, waardoor fietsers gaan uitwijken over het trottoir.
Stadsdeel Centrum kijkt voortdurend naar mogelijkheden voor verdere verbeteringen om de verkeersveiligheid te vergroten en de situatie voor fietsers comfortabeler te maken. Nu wordt onderzocht of een stopverbod, dat samenvalt met de venstertijden voor laden en lossen, soelaas kan bieden. Daarnaast is stadsdeel Centrum in gesprek met Afval & Grondstoffen om te onderzoeken of andere ophaaltijden of -methoden voor het huis- en bedrijfsafval mogelijk zijn.
Volledige herinrichting voorlopig niet mogelijk
Het is de ambitie van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum dat bij de eerstvolgende mogelijkheid de rijbaan van de Spuistraat te verbreden en dat de Spuistraat officieel tweerichtingsverkeer voor fietsers wordt. Er zijn meerdere redenen dat dit niet vóór 2027 kan worden opgepakt.
Denk aan de vele werkzaamheden die al plaatsvinden in dit gedeelte van de binnenstad aan zowel de weginfrastrucutuur (zoals Nieuwezijds Voorburgwal, Raadhuisstraat en Rozengracht) als aan de kademuren en bruggen, de lange voorbereidingstijd die een herinrichting met zich mee brengt en tenslotte de financiële uitdagingen waar de gemeente Amsterdam voor staat.
Geen nieuw besluit door de gemeenteraad
Zoals hiervoor gezegd, is een volledige herinrichting van de Spuistraat de komende jaren helaas niet aan de orde. De bevoegdheid om een besluit te nemen over een nieuwe inrichting van de Spuistraat ligt sinds de verkiezingen van 17 maart dit jaar bij het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum.
Daarom zal de gemeenteraad niet betrokken worden in de besluitvorming. Wél zal de projectvoorbereiding als het zover is de normale participatie- en inspraakprocedures doorlopen en zal het Dagelijks Bestuur, zoals gebruikelijk, de stadsdeelcommissie consulteren voorafgaand aan het besluit.
Het door u voorgestelde inrichtingsprincipe
Ik wil in deze brief niet vooruitlopen op hoe de nieuwe inrichting van de Spuistraat er uit moet komen te zien. Ik kan daarom niet ingaan op de door u voorgestelde definitieve oplossing. Er zijn wel enkele basisprincipes waar bij een nieuwe inrichting rekening mee moet worden gehouden. Denk aan de vele bedrijven en instellingen (o.a. OLVG) die in de Spuistraat gevestigd zijn en hun behoefte om te kunnen laden en lossen, de inrichtingsprincipes van Duurzaam Veilig en de transformatie van Amsterdam tot een Autoluwe Stad.
Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
ALMERE / JEROEN OOSTERHEERT - Gedeputeerde John Bos wil met Flevoland de sportiefste provincie van Nederland worden. Deze ambitie heeft hij uitgesproken in zijn nieuwe sportnota voor 2010 tot en met 2013. Dat doel moet worden bereikt door meer talentencentra naar de provincie te halen, een aantal kernsporten aan te wijzen en grote evenementen naar de provincie te halen.
,,Bij gemeenten heb je een ranking, voor provincies is dat er niet, maar we willen dat wel uitstralen'', licht Bos toe. ,,Daarnaast zit er ook inhoud in. We willen wat dat betreft aanvullend zijn ten opzichte van de gemeenten. Het gaat dan om topsport, talentontwikkeling en gehandicaptensport'', vult Bos aan. Als het om de kernsporten gaat denkt Bos onder meer aan volleybal, handbal en zeilen. Het nationale damesvolleybalteam zit in het Topsportcentrum, de Handbalacademie speelt daar ook de thuiswedstrijden en de zeilbond heeft het talentencentrum in Lelystad. ,,We merken ook dat er andere bonden interesse tonen in onze plannen. Zo heeft de badmintonbond geïnformeerd en vraagt de schaatsbond zich ook af of ze iets met Flevonice in Biddinghuizen kunnen.'' Opvallend in de nota is dat de ambitie om mee te doen aan de bid voor de Olympische Spelen in 2028 er niet meer concreet in te vinden is. ,,Toch hebben we die ambitie nog altijd en we zitten ook nog altijd aan tafel als er over gesproken wordt. Als de Spelen in Amsterdam komen dan moeten wij het dorp hebben en misschien enkele wedstrijden huisvesten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het water en het dorp zou Almere kunnen koppelen aan de Schaalsprong en bijvoorbeeld de IJmeerverbinding. Dat zou te combineren zijn.''
provincie wil sportiefste provincie van Nederland wordenAMSTERDAM - Mensen die sporten hebben vijftig procent minder kans een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen die niet sporten. Dat blijkt uit onderzoek van het Trimbos-instituut in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het onderzoek werd gehouden onder volwassenen van 18 tot 64 jaar. Uit het onderzoek blijkt dat mensen die één tot drie uur in de week sporten niet alleen minder vaak voor het eerst in hun leven een depressie of drugsverslaving ontwikkelen, maar ook dat ze al minder vaak psychische stoornissen als depressies, fobieën of alcoholverslaving hebben. Daarbij draagt sporten bij aan een sneller herstel.
Mensen met een psychische stoornis zijn na drie jaar anderhalf keer vaker hersteld van hun ziekte dan mensen die niet sporten. Het is overigens niet zo dat meer dan drie uur sporten resulteert in een nog beter effect. Volgens het Trimbos-instituut zou GGZ-preventie zich meer kunnen richten op het stimuleren van bewegen bij gezonde mensen en bij groepen waarvan bekend is dat ze risico lopen op het ontwikkelen van een psychische stoornis.
sport waar is het allemaal goed voorDe BBC meldde op 9 december 2009 dat april dit jaar de postcodetabel wordt vrijgegeven in het Vereniging Koninkrijk in het kader van een slimmere overheid-programma. Non-profit toepassingen hebben daar baat bij, zoals een website die het dichtstbijzijnde ziekenhuis of apotheek voor je vindt. Of een hulpje om werk te vinden.
Of een toepassing die bouwplannen in je buurt mailt. Dit situatie was tot nu toe vergelijkbaar met die in Nederland. De Royal Mail vroeg geld om toegang te krijgen tot de database, net zoals TNT dat hier in Nederland doet. De ideale situatie vind je in de Verenigde Staten, waar alles wat met overheidsgeld wordt betaald (denk bijvoorbeeld ook aan satellietfoto's die de NASA maakt) per definitie eigendom is van alle burgers en in het publieke domein komt. Daar heeft iedereen op de wereld weer baat bij. De commissie die deze petitie 'Bevrijd de Postcode' in ontvangst heeft genomen op 8 september 2009 heeft nog geen antwoord terug gestuurd. De behandeling ervan zou op 18 december 2009 moeten plaatsvinden, maar zoals hier is terug te lezen is de petitie verder niet genoemd in het debat met de staatssecretaris over de postsector.
BBC: "Postcode data to be free in 2010"HILVERSUM - Het radioprogramma Vroege Vogels heeft zondagochtend uitgebreid stil gestaan bij de voorgenomen verkoop van Essent. Aan het woord kwamen Johan van de Gronde (directeur van het Wereld Natuurfonds), Diederik Samson (Kamerlid PvdA) en Johan Martens (fractievoorzitter van GroenLinks Brabant).
Beluister de uitzending (Essent: spoel door naar 1:36:25).
Beluister de uitzending van Vara's Vroege VogelsHet rijk heeft de ambitie om sport nadrukkelijk een positie te geven in de plannen voor de ruimtelijke ordening. Maar gemeenten zullen de bereidheid moeten tonen daar op lokaal niveau gestalte aan te geven.
‘De sport moet niet langer verrommelen aan de randen van de stad’, zo vatte discussieleider Paul Rosenmöller donderdagavond het Mulier Debat over “Sport en Ruimte” in het Stedelijk Museum van Den Bosch samen. Henk Ovink, directeur Nationale Ruimtelijke Ordening, maakte duidelijk dat het ministerie van VROM de sport een steviger plaats geeft in de plannen voor de toekomstige inrichting van Nederland. Het Olympisch Plan 2028 is daarbij de inspiratiebron. ‘In de gesprekken met de vier grote steden én in het overleg met de 27 grotere gemeenten daarover is mij wel gebleken dat er ook daar veel enthousiasme is’, aldus Ovink. Voorlopig voelt hij niet voor dwang. ‘Corrigerend optreden kan het rijk wel. Dat gebeurt ook op andere gebieden binnen de ruimtelijke ordening. Maar het effect is meestal matig. Je kunt beter overtuigen.’ Hij schetste de stad als een katalysator van maatschappelijke ontwikkelingen en vindt dat de sport zich daarin nadrukkelijker moet manifesteren. Rotterdam doet dat bijvoorbeeld met de marathon en de Formule 1-demonstratie. Maar Ovink noemt het multifunctionele wijk-sportpark op het Amsterdamse Olympiaplein ook een goed voorbeeld. ‘Sport is “driver” voor ruimtelijke ontwikkeling’, stelde Ovink. Dat gaat in zijn visie verder dan het tot stand brengen van accommodaties. ´In de Structuurvisie Randstad 2040 geven we de sport een rol in een brede maatschappelijke ontwikkeling en leggen we ook de verbinding met het Olympisch Plan 2028.´ De VROM-directeur benadrukte nog eens dat Nederland dit jaar een keuze moet maken voor de stad die zich eventueel kandidaat gaat stellen voor de Spelen van 2028, om daarop een Olympische hoofdstructuur te kunnen baseren. ‘In feite maakt het niet zoveel uit welke keuze je maakt, want geen enkele stad zal dit alleen kunnen organiseren. Maar je moet wel durven kiezen.’ Bart Zijlstra, directeur Sport van het ministerie van VWS, wees op een ander aspect van de olympische ambitie: het streven naar een gezond en vitaal Nederland en het propageren van een actieve leefstijl. Hij pleitte voor een ruimtelijke omgeving die verleidt tot bewegen en voor het toegankelijk maken van sportvoorzieningen. Tijdens de discussie noemde hij later de grote belangstelling voor de subsidieregeling voor multifunctionele accommodaties voor buurt en onderwijs, die al enkele malen overtekend is, als voorbeeld van de gemeentelijke betrokkenheid. Zijlstra kondigde aan dat VWS onderzoek zal financieren om meer kennis en praktijkervaring op te doen met het inrichten van wijken die aan die voorwaarde voldoen. ‘Verkeersveiligheid speelt daarbij een belangrijke rol. Maar het gaat niet alleen om de voorzieningen. Bij Cruijff Courts en andere speelveldjes is gebleken dat je het meeste succes hebt als je er ook activiteiten aanbiedt.’ Hugo van der Poel van de Universiteit van Tilburg liet de keerzijde van sportstimulering zien. Hij rekende voor dat dit zal leiden tot een toename van de behoefte aan ruimte voor sport. ‘Nu voldoet 65 procent van de bevolking aan de Beweegnorm. Globaal kun je zeggen dat iedere procent meer zo’n 10 tot 12 miljoen kost aan extra voorzieningen. De rijksoverheid voert die campagnes, maar de rekening komt bij de gemeenten terecht, die moeten zorgen voor de voorzieningen. Terwijl er al veel oudere accommodaties wachten op renovatie én gemeenten moeten gaan bezuinigen.’ Van der Poel verwacht dat het een zware opgave wordt. Hij stelde ook dat actief reserveren van ruimte voor sport nog nauwelijks voor komt. ‘Meestal volgt de overheid de ontwikkelingen in de sport.’ Wethouder Paul Depla van Nijmegen – die sport én ruimtelijke ordening in zijn portefeuille heeft – reageerde met de opmerking dat hij best bereid is om die rekening te betalen als hij de sportdeelname daarmee kan verhogen. ‘Dat is, samen met de versterking van de verenigingen voor Nijmegen nadrukkelijk een prioriteit. We investeren ook in de kwaliteit van sportaccommodaties, want dat maakt sporten aantrekkelijk. En we ondersteunen topsport als aanjager van innovatie.’ Dat wil niet zeggen dat hij geen dilemma’s kent. ‘We willen accommodaties zo dicht mogelijk bij de sporters brengen en hebben bijvoorbeeld vijf kleine zwembaden. Als we zouden kiezen voor twee grotere zwembaden, zoals Eindhoven heeft gedaan, kun je meer kwaliteit bieden en dat is ook aantrekkelijk.’ Een andere keuze is de concentratie op een zestal sporten die traditioneel sterk zijn in Nijmegen. ‘Maar de consequentie is dat je de andere sporten moet teleurstellen.’ Depla erkende dat het in nieuwe wijken makkelijker is om sport dichtbij de bewoners te brengen. ‘Mits je vooraf een goed voorzieningenplan maakt, ook voor de sport. Bovendien bestemmen we de opbrengsten uit de OZB en gemeentelijke belastingen in de nieuwe wijken voor die wijk zelf. Daarmee schep je financiële zekerheid.’ In dwang vanuit Den Haag voor de ruimtelijke reservering voor sport ziet hij niets. ‘Het rijk kan beter gemeenten belonen die het goed doen’, aldus de Nijmeegse wethouder. Net als enkele andere gemeentelijke vertegenwoordigers bij het debat voorziet Depla lastige keuzes bij het tot stand brengen van de zogenoemde “iconische sportaccommodaties” die Nederland zal moeten bouwen voor de grote sportevenementen die het wil binnenhalen en zeker ook voor de Spelen zelf. ‘Er zit een zekere spanning omdat je enerzijds wilt investeren in kwaliteit, maar anderzijds laagdrempelige voorzieningen wilt, terwijl je een euro maar één keer kunt uitgeven.’ Bart Zijlstra (VWS) wees erop dat het rijk zich al bereid heeft verklaard daar een bijdrage aan te leveren in het kader van het OP2028. Voor Ovink was het dilemma van Depla aanleiding om te pleiten voor duidelijke keuzes. ‘Als het rijk wil investeren in sleutelprojecten, waarmee je het verschil kunt maken, krijg je zeker discussie. Iedereen heeft eigen voorkeuren. Maar die keuzes moet je wel durven maken.’ Cors van den Brink Journalist Cors van den Brink schreef dit verslag op verzoek van het Mulier Instituut. De inhoud is voor rekening van de auteur. De tekst mag – mits met bronvermelding – elders verspreid en/of gepubliceerd worden.
Gemeenten moeten sport de ruimte gevenDe ambities vliegen je om de oren. Nederland Sportland is 2010 ingestoven en dat zullen we weten.
De kandidatuur voor het WK voetbal in 2018 en de Olympische Spelen van 2028 wordt als nooit tevoren aangejaagd. De commissies, congressen en workshops zijn daarom niet meer te tellen Intussen rijst de vraag wie de regie heeft. Nu het enthousiasme alsmaar toeneemt, valt op hoe in zo'n kort tijdsbestek de linkerhand niet meer weet wat de rechter doet. Zo riepen Erica Terpstra (voorzitter NOCNSF) en Jet Bussenmaker (staatssecretaris VWS) in 2009 de sportbonden op om tot 2021 liefst 120 grote evenementen naar Nederland te halen. Een norm die nodig is om als land door het Internationaal Olympisch Comité serieus genomen te worden als in 2021 beslist wordt wie de Spelen van 2028 krijgt. Vervolgens ging zo'n beetje iedere sportbond voor een EK of WK en doemde al snel een bizar probleem op. Terwijl VWS opriep om evenementen binnen te halen, besloot minister Ronald Plassterk van OCW 25 miljoen te bezuinigen bij de NOS en was de eerste kortsluiting een feit. Gebleken is dat de NOS de financiën ontbeert om al die kampioenschappen te registreren, wat voor de betrokken bonden essentieel is om via sponsors de financiering rond te krijgen. Zo kosten die 120 kampioenschappen de NOS alleen voor de buitenlandse registratie 90 miljoen euro. Daar komen de eigen productiekosten (personeel, camera's, etc.) nog bovenop. Ter indicatie, het jaarlijkse productiebudget van NOS Studio Sport is 9 miljoen euro. Zou de nationale sportzender voor die 120 gaan, dan resteert voor de reguliere registraties van competities en interlands nog een miljoen euro per jaar. Met een bom onder de nationale sport tot gevolg. Daarom besloten Studio Sport-directeur Jan de Jong en chef Maarten Nooter een rondje langs de sportfederaties te maken. Om uit te leggen, dat de post 'buitenlandse registratie' door de bonden zelf in hun budget opgenomen dient te worden. Zo niet, dan trekt de NOS de handen van het bewuste EK of WK af. Hoewel we pas bezig zijn en nog elf jaar hebben te gaan, is de turnbond als eerste in de problemen gekomen. De organisatie van het WK turnen, van 17 tot 24 oktober in Rotterdam, zit met een gat van 650.000 euro en inmiddels heeft de turnbond aan de gemeente Rotterdam, het ministerie van VWS en de provincie Zuid-Holland gevraagd financieel bij te springen. Een pijnlijk voorteken van risico's die andere kleinere bonden straks ook gaan lopen. Deze keiharde realiteit staat in schril contrast met het enthousiasme dat alom gebezigd wordt als het om het WK 2018 en de Spelen van 2028 gaat. Zoals we in Nederland zelden mee hebben gemaakt. Daar zouden ontelbare voordelen uit gehaald moeten worden, maar dat gebeurt dus niet. Zo wordt pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse sport een baas ontbeert. Iemand die vanuit Den Haag (ministerie van Sport) of het NOCNSF (Sport Council naar Australisch model) de regie voert.
http://www.telegraaf.nl/telesport/columns/eigenkijk/5803968/__Sport_zonder_regie__.htmlDEN BOSCH - De politieke partijen in Brabant die voorstander zijn van verkoop van Essent, CDA, VVD en PvdA, reppen op hun websites met geen woord over de verkoop van 'ons energiebedrijf' aan RWE. Deze drie fracties hebben de inwoners toch het nodige uit te leggen zou je zeggen.
Opmerkelijk is verder dat op de PvdA-site een bericht staat uit 1996 over de (afgeketste) fusie tussen Essent en Nuon: 'PvdA wil grip houden op Essent'. Kennelijk is PvdA-gedeputeerde Annemarie Moons dit eerder ingenomen standpunt 'vergeten'. Op de websites van CDA en VVD komt de naam 'Essent' niet eens voor...
PvdA wil grip houden op Essent ???In het stimuleren van mensen om een gezonde en actieve leefstijl te ontwikkelen, kan een aansprekende campagne een belangrijke rol spelen. Maar hoe zet je gemeentelijke sport- en beweegprogramma’s op zo’n manier in de schijnwerpers dat de doelgroep wordt overtuigd? Tijdens de workshop ‘Lokaal campagnevoeren’ geeft het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) antwoord op deze vraag........Versterking van lokale initiatievenDit laatste blijkt echter makkelijker gezegd dan gedaan.
Hoewel NISB immers het nodige campagnemateriaal beschikbaar heeft gesteld, weten gemeenten vaak niet goed hoe ze hun sport- en beweegprogramma’s op de juiste wijze onder de aandacht moeten brengen. “Door programma’s te presenteren als onderdeel van 30minutenbewegen kunnen lokale initiatieven echter versterkt worden: gemeentelijke leefstijlcampagnes worden hierdoor herkenbaar en overtuigend voor burgers”, licht Kronenburg toe. “Door deze burgers vervolgens zo veel mogelijk bij lopende projecten te betrekken, is het mogelijk om een duurzame verandering teweeg te brengen.”
NISB leert gemeenten lokaal campagnevoeren