Onderzoek de politieke medeplichtigheid aan uithongering van burgers in Gaza
Wij eisen dat het Openbaar Ministerie een onafhankelijk strafrechtelijk vooronderzoek opent naar mogelijke medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden en/of genocide door Nederlandse politici die op 25 maart 2025 tegen motie 32623-367 stemden. Die motie stelde de grove schending vast van het humanitair oorlogsrecht door Israël, dat sinds 2 maart 2025 de burgerbevolking in Gaza opzettelijk uithongert.
Deze politici — Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD), Caroline van der Plas (BBB), Chris Stoffer (SGP) en Joost Eerdmans (JA21) — weigerden humanitaire hulp aan een uitgehongerd volk te steunen.
Gezien de juridische kaders van het Genocideverdrag, het humanitair oorlogsrecht, de Wet Internationale Misdrijven en het Rome Statuut van het Internationaal Strafhof, is hun stemgedrag juridisch niet vrijblijvend. Dit is een oproep tot rechtstatelijke verantwoording — niet tot politieke afrekening.
Petitie
Wij
Burgers en juristen die medeplichtigheid aan uithongering verwerpen en gerechtigheid eisen voor Gaza
constateren dat:
- tijdens de Holocaust Joden niet alleen werden vergast, maar ook opzettelijk uitgehongerd onder het “Hongerplan” van de nazi’s.
- dit patroon zich vandaag herhaalt in Gaza: sinds 2 maart 2025 blokkeert Israël systematisch voedsel, water en medicijnen. Meer dan 70% van de slachtoffers is vrouw of kind (WHO, OCHA).
- volgens internationale verdragen het opzettelijk uithongeren van burgers een oorlogsmisdrijf en een misdaad tegen de menselijkheid is.
- toch vijf partijen in Nederland – PVV, VVD, BBB, SGP en JA21 – tégen een Kameroproep stemden om deze misdaad te stoppen.
- dat niet alleen moreel verwerpelijk is - het kan ook juridisch strafbaar zijn, gelet op de kennis die zij bezaten en de gevolgen van hun stemgedrag.
en verzoeken
- het Openbaar Ministerie een onafhankelijk strafrechtelijk vooronderzoek te openen naar de rol van genoemde politici in het blokkeren van hulp aan een uitgehongerd volk.
- Burgers krijgen de mogelijkheid om via een artikel 12 Sv-procedure vervolging af te dwingen als het OM niet handelt.