Gezinscoaching en geen uithuisplaatsing

Wij

bezorgde ouders, religieuze instellingen en andere betrokkenen

constateren dat:

dat er nog altijd te veel fouten gemaakt worden bij ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.Ook valt ons op dat Jeugdzorg onvoldoende rekening houdt met de achtergrond van de biologische ouders. In vele gevallen weten biologische ouders niet wat er geschreven wordt in de rapportages van Jeugdzorg, omdat de taal onvoldoende beheerst wordt. Hier kan misbruik van gemaakt worden.

Wij maken ons tevens zorgen over het feit dat als een uithuisplaatsing plaats vindt, er onvoldoende wordt gematcht op religie bij een plaatsing in een pleeggezin. Het is niet in het belang van de kinderen, dat zij hun identiteit, hun cultuur en religie kwijt raken door uithuisplaatsing.

Het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind geeft aan dat de overheid ervoor verantwoordelijk is, dat een kind zijn identiteit blijft behouden en blijft kennen. Op dit moment is er geen verplichting voor de pleeggezinnen om de religie en de achtergrond van het kind te respecteren door rekening te houden met belangrijke waarden en normen. Tevens worden de pleeggezinnen daar niet in begeleid, terwijl de overheid daar wel een verantwoordelijkheid in heeft.

en verzoeken

dat, in het belang van het kind aan ouders met problemen een gezinscoach wordt toegewezen i.p.v. een uithuisplaatsing. De gezinscoach begeleidt het gezin intensief om de opvoeding weer ZELF aan te kunnen. Hij of zij zal zoveel mogelijk rekening moeten houden met de achtergrond van het gezin. Kinderen worden verder alleen uit huis geplaatst als ouders bewezen (en niet alleen op basis van vermoedens) geweld en/of seksueel misbruik hebben gepleegd.

Biologische ouders moeten ten tweede altijd goed ge?nformeerd worden over hun rechten en plichten tijdens de procedure van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Als zij de taal niet beheersen, moet de gezinscoach die aan hen wordt toegewezen de taal spreken of moet er een tolk aanwezig zijn. Ook moet de rechter kritischer vragen stellen aan gezinsvoogden over hoe deze tot zijn of haar bevindingen komt.

Tot slot verzoeken wij dat als een kind uit huis geplaatst moet worden, de religie en cultuur een prioriteit wordt bij de matching tussen pleegkind en pleeggezin.